Fotograaf en veel gebeurd in Noordwesten
Door: Margot de Greef
Blijf op de hoogte en volg Margot
24 Oktober 2017 | Verenigde Staten, Chicago
In het algemeen kost het veel moeite om samen te werken met overheidsinstanties. Afgelopen maand kwam echter de directeur van het provincie kantoor van het Ministerie van Milieu van Artibonite langs voor een gesprek, op zijn verzoek. Een dynamisch iemand die samenwerking zoekt met organisaties en graag wil weten wat er gebeurt in zijn provincie. Hij deelde de prioriteiten van het Ministerie met ons, aangaande boomkwekerijen, milieuonderwijs en afvalverwerking. Hopelijk zet zijn aanwezigheid een positief voorbeeld.
We gingen tevens in gesprek met PDL, een partner van MCC, opgericht in 2009 om boeren organisaties te promoten en versterken. Ze zijn werkzaam in Artibonite, Noord en Noordoost en houden zich bezig met landbouw, lokale productie, voedingsonderwijs, en opslag, verkoop en transformatie van voedselproducten. De productie van de kleinschalige boeren wordt gezamenlijk verkocht.
Maandag 25 september vertrokken we in het gezelschap van een fotograaf van ACT Alliance naar het Noordwesten. Aan het eind van de middag waren we bij ICEDNO in La Reserve, waar eerder dit jaar 10 huizen zijn afgerond en momenteel 8 herbouwd worden. Toen we van La Reserve naar Jean Rabel reden, regende het en het was donker. Een dronken man lag midden op de weg, dus we stopten en met hulp van buurtbewoners werd hij aan de kant van de weg gelegd. In de stromende regen kwam we aan in Jean Rabel. De deur van het gastenverblijf zat op slot. Uiteindelijk vonden we er toch een slaapplaats.
Collega Rony stond de volgende ochtend in alle vroegte op om met de fotograaf naar Diondion te gaan. Hij maakt het liefst foto’s rond zonsopgang en zonsondergang. Nog in het donker kwamen ze aan bij de gezinnen met wie eerder dit jaar huizen zijn gebouwd, in samenwerking met AGEHPMDNG. Vervolgens gingen we met z’n allen naar de basisschool van Dessources. Deze school is tijdens orkaan Matthew beschadigd. Tijdens de reparaties wordt er lesgegeven in tijdelijke onderkomens, met muren van palmbladeren. Pilaren zijn reeds vervangen, scheuren in de muren gerepareerd, de vloer is losgebroken en opnieuw gestort. De dwarsbalken en pilaren werden verder gerepareerd/toegevoegd tijdens ons bezoek. De fotograaf maakte van de gelegenheid gebruik om een video op te nemen, die 1 jaar na orkaan Matthew (4 oktober) online geplaatst is: https://youtu.be/5O7WhBnfe_4.
Aan het eind van de middag waren we bij corporatie KOKAS in Citerne Remy. Mijn collega’s gingen met de fotograaf op bezoek bij de huizen die daar in aanbouw zijn en ik bleef achter bij het kantoor van de corporatie om financieel management door te nemen van hun dorpswinkel, microkrediet en de kosten van de huizenbouw. Als een resultaat van een trainingsessie over kinderrechten daar gegeven is er nog steeds een kinderclub actief, die elke zaterdag bijeenkomt.
We sliepen die nacht in Bombardopolis. Inmiddels waren de toiletten en wc’s geïnstalleerd (of beter gezegd; er was er 1 van elk functioneel). Deuren hadden ze echter nog niet... Dat is toch lastig als er vier hokjes naast elkaar staan. Dan moesten we maar de deur naar het hele wc hok op slot doen, als we privacy wilden...
Op de derde dag droegen we de fotograaf over aan een adere organisatie, tevens lid van ACT Alliance. Wij reden met z’n vieren naar corporatie CRPB in Plaine d’Orange. Dit keer bleef Rony bij het kantoor om te werken aan financieel management, terwijl ik met de ingenieurs meeging naar een huis waar werd gewerkt aan het betonijzer voor het dak. Vandaar reden we naar Mare Rouge, waar we overnachtten om de volgende ochtend met GRADAID hun verslag te bespreken dat ze hadden ingediend over de bouw van 5 huizen.
Onderweg van Mare Rouge naar Dupre stopten we bij de drie huizen die in aanbouw zijn met corporatie KED. Alle drie waren nog op het niveau van de fundering. We waren pas aan het eind van de middag in Gonaïves en in principe worden we niet geacht laat in de avond in Port-au-Prince terug te keren. Na een snelle maaltijd besloten we te kijken hoever we konden komen. De onverharde wegen maken na Gonaïves plaats voor asfaltwegen. Op een gegeven moment kwam ons een truck tegemoet en Patrick voelde dat onze auto in de richting van de andere weghelft wilde gaan. We reden met flinke snelheid, nu de weg het toeliet. Hij wist de auto gelukkig onder controle te houden en veilig en wel aan de kant van de weg te parkeren. Een klapband links achter, ook nog wel een nieuwe band en op een asfaltweg, nadat we dagenlang over slechte wegen vol rotsen en gaten en hobbels en bobbels hadden gereden. Vreemd, maar het belangrijkste is dat het goed is afgelopen. Het leverde ons echter wel weer extra vertraging op, dus besloten we in Saint Marc onderdak te zoeken voor de nacht. De vrouwen van mijn collega’s waren niet zo blij nu de mannen een dag later thuis kwamen, vooral omdat een van hen nog wel jarig was de volgende dag.
We vertrokken vrijdagochtend op tijd, want Rony (de jarige) moest die ochtend een presentatie geven bij een vergadering van CLIO. Dat ging niet lukken, maar in ieder geval kon hij nog aanwezig zijn. Toen hij terug was, aten we samen een feestelijke maaltijd met rijst, salade, kip, gebakken plantains, pikliz (gepeperde salade), verse vruchtensap en taart na. Wat hij echter niet wist, was dat we al met zijn vrouw hadden afgesproken dat we hem die avond thuis zouden verrassen. Dus na het werk haalde Patrick drinken, ik bestelde pizza en met nog een paar vrienden reden we naar huize Rony. Verrassing. Zijn vrouw ontving ons, er werd gezongen en gebeden, wensen uitgesproken, gepraat en gevierd. Ik blijf ontzettend dankbaar voor een team met goede onderlinge relaties. Dat maakt een wereld van verschil. Omdat het al avond en donker was, kreeg ik een escorte; de heren reden tot Fermathe met me mee en reden toen gezamenlijk terug naar hun eigen huis.
Zaterdag kon ik weer een nieuwe band halen. De banden slijten snel momenteel, met elke week lange ritten naar het Noordwesten en Grand Anse en een partij lekke banden onderweg. Vervolgens reed ik naar MCC waar ik gebruik maak van de bibliotheek en met nieuwe MCCers kennis maakte. Toen naar ons eigen kantoor, waar ik een verslag afrondde voor MCC: zij financieren een deel van de herbouw en reparatie van drie scholen.
Mijn buurmeisje kwam vragen of ze water uit mijn reservoir konden halen. Natuurlijk kan dat. De volgende dag kwam ze me een kom pompoensoep brengen. Beter een goede buur...
Tussen twee weken Noordwest een week in Port-au-Prince. Vele verslagen doorgenomen en besproken met partners. In gesprek met SKDE om de samenwerking van het verleden te evalueren en na te denken over de toekomst. Een maandelijkse bijeenkomst met ACT Alliance. Een lekke band met de motor. Eveneens in gesprek met SSID om terug te kijken op het afgelopen jaar en vooruit te kijken op het komende jaar. In principe is komend jaar het laatste jaar van ons programma in Ganthier, dus het is tijd om een manier te zoeken waarop de comités in de gemeenschappen het werk kunnen voortzetten na het vertrek van SSID en CWS. Helaas hebben mensen vaak een afwachtende houding. Veel mensen denken dat er veel geld beschikbaar is voor ‘projecten’ en verwachten dat alles (dik) betaald wordt.
Vorige week gebeurde er veel. We zouden maandagochtend in twee auto’s naar het Noordwesten, elk een kant op. Zondagavond werd een collega echter aangereden in de auto, dus moest hij twee dagen later naar de verzekering om te bepalen wie er schuld had. Ik vertrok om half zes maandagochtend en wachtte Rony op bij kantoor. Het was nog donker. Ik bleef in de auto zitten wachten. Een motor kwam een paar keer op en neer rijden en stopte tenslotte pal tegenover me om een voetganger te beroven. Toen ik dat zag, startte ik gelijk de auto om mijn collega op een nabijgelegen kruispunt op te wachten, waar op dat tijdstip meer mensen waren en meestal een politiecontrole staat. Geen goed begin van de week. Van de schrik sloot ik per ongeluk de auto- en kantoorsleutels op in de auto, maar gelukkig konden we met de sleutels van mijn collega alsnog naar binnen.
Nu Patrick niet kon komen, namen wij Elondieu mee. Onze andere ingenieur, William, was in Grand Anse voor toezicht op de reparatie van de basisschool van Mentor en herbouw van de basisschool van Pavillon. Halverwege de middag waren we in Kolen. Het was een dag met scherpe kleuren en contouren, een mooie dag. We spraken het comité, ontvingen een financieel verslag van de huizenbouw. Vandaar reden we naar ICEDNO in La Reserve om 7 van de 8 huizen in aanbouw te bezoeken. Een op niveau van fundering, een ander al op de bovenste dwarsbalk, een derde had de muren al gebouwd, een vierde de muren bepleisterd en ramen geïnstalleerd. Sommige huizen hebben een veranda, andere niet, of een kleine. Dat hangt af van de voorkeur van het gezin. Bij een van de huizen lag een jongedame op een mat op de grond. Haar moeder vertelde dat ze ziek is en al drie jaar niet naar school gaat, terwijl ze voorheen een van de beste leerlingen van de klas was. Een triest verhaal.
Bij het volgende huis zat de eigenaar achter een naaimachine om schooluniformen te naaien. Meerdere huizen hadden de bovenste dwarsbalk al gelegd en een was begonnen met het houtwerk voor het dak. De (huur)auto wou telkens niet starten tijdens deze bezoeken. Elke keer moest er aan de accu gemorreld worden.
Onderweg naar Jean Rabel vertelde onze collega ons een persoonlijk verhaal over hoe hij pas op zijn 12e voor het eerst naar school ging en het uiteindelijk tot ingenieur geschopt heeft. Het deed mij weer beseffen dat elk van mijn collega’s, en elk mens, een verhaal heeft. We kwamen laat in de avond aan. Maandagen zijn vaak de langste dagen, als we naar het Noordwesten gaan. We hadden een reservering voor 2 personen, deelden het eten met z’n drieën en vroegen om een derde laken. ’s Nachts werd ik wakker met diarree. Het was me het weekje wel...
Dinsdagochtend wou de auto helemaal niet meer starten, ook niet na schoonmaken van de accu. Uiteindelijk besloten we dat ik maar op de motor naar onze eerste afspraak moest, om het volle programma van die dag niet gelijk in de soep te laten lopen. Dus eerst werd ik naar Beldoren gebracht, toen Elondieu naar de basisschool van Dessources en intussen zocht Rony iemand met startkabels om de auto aan de praat te krijgen. Bij de corporatie KOFEJ besprak ik het financieel verslag van de huizen reparatie en herbouw. Rony kwam me ophalen en samen reden we naar de basisschool van Dessources, waar de laatste hand werd gelegd aan het ijzerwerk voor de dwarsbalk.
Terwijl we het werk aan de school bekeken, ontvingen we een telefoontje. Een leider van een van de corporaties was plotseling ernstig ziek geworden en moest naar het ziekenhuis, maar auto’s zijn schaars in dat gebied. Of wij hem wel op wilden halen uit Lamontay nan Jil. Gezondheid is uiteraard belangrijk, dus besloten we dat Rony hem op zou halen en ik ons programma verder per motor zou afgaan. Eerst naar Diondion, om in gesprek te gaan met AGEHPMDNG over beheer van risico’s en rampen en de mogelijkheid om meer huizen met hen te repareren/herbouwen. Ingenieur Elondieu kwam met een andere motor ook naar ons toe. Hij had koorts. Het ging allemaal niet erg goed. Hij vervolgde z’n weg naar Dupre om de bouw van twee huizen te bezoeken en ik werd naar corporatie KABM gebracht. Die is gelegen op een berghelling en bereikbaar via een steil en slecht pad. Ik stelde voor om onderaan af te stappen en verder te lopen, maar de chauffeur dacht dat het wel zou gaan. Totdat een motorrijder ons tegemoet kwam en wij daardoor op een rots terecht kwamen, waarna ik over de stenen grond rolde. Ik had het al min of meer verwacht, gezien het verloop van de week. Gelukkig kwam ik er goed vanaf.
Eenmaal aangekomen kon ik ook hier een financieel verslag bespreken omtrent de huizenbouw. Vervolgens in gesprek met een groep jongelui die een verzoek hadden ingediend om steun voor een voetbalteam. Daarna nam een andere motorchauffeur me over om naar Mare Rouge te rijden, waar ik in gesprek ging met GRADAID, eveneens over beheer van risico’s en rampen en de mogelijkheid om meer huizen te bouwen.
We verbleven die avond in het gastenverblijf van Mare Rouge. Dat wil zeggen; we hadden een reservering voor vier personen, maar eentje was pas laat uit Port-au-Prince vertrokken en kon niet verder komen dan Gonaïves. Rony had de patiënt vervoerd. Hij voelde zich zo beroerd dat ze een eerste stop maakten bij een gezondheidscentrum in Dupre. Daarna moesten ze verder naar Gonaïves. Daar waren ze de hele middag mee onder de pannen. Dat betekende dus dat beide collega’s (in twee auto’s) in Gonaïves strandden, terwijl Elondieu en ik te voet in Mare Rouge waren. En onze bagage lag in een van de auto’s. We gingen samen soep eten. Patrick had een nieuwe accu opgehaald bij het verhuurbedrijf, dus die kon in Gonaïves in de huurauto gezet worden.
De volgende ochtend was er enkel spaghetti met gebakken ei als ontbijt, dus dan dat maar. Een motor kwam Elondieu ophalen om wederom toezicht te houden op de bouwplaatsen. Een andere motor kwam mij ophalen om me naar Dupre te brengen. Onderweg stopten we bij twee huizen in aanbouw, die allebei begonnen zijn met het storten van de betonnen vloer. Bij corporatie KED in gesprek met comitéleden en de financiële administratie doorgenomen. Er zit nogal verschil in het niveau van de corporaties. Deze corporatie is duidelijk een stuk verder dan anderen.
Elondieu voegde zich bij me en op twee motoren gingen we verder naar Ti Rivyè Glasi. Intussen kreeg ik een bericht binnen dat onze oud-collega na 7 maanden zwangerschap de baby had verloren. Het bleef maar doorgaan met slechte berichten. We bezochten een derde huis in aanbouw met KED, waar de muren in aanbouw zijn. Verderop kwamen we collega Patrick tegen, die naar Dessources ging. Nog verderop stond Rony ons inmiddels op te wachten, dus daar konden we weer overstappen in een auto om naar corporatie KPPG te rijden. We spraken over een kinderclub die ze hebben opgezet na een training over kinderrechten. Binnenkort hopen we ook hier van start te gaan met reparatie/herbouw van huizen, dus legden we uit hoe dat in z’n werk zal gaan.
In Mare Rouge wachtte Patrick ons op. Ik moest zo nu en dan onderweg een latrine opzoeken. Met z’n vieren achter elkaar aan ging het naar Bombardopolis. Het gastenverblijf zat vol (uiteraard, geheel in stijl met het verloop van de week), maar gelukkig konden we elders terecht.
De volgende ochtend reden we naar corporatie CRPB in Plaine d’Orange om het financieel verslag door te nemen van de huizenbouw/reparatie. Beide ingenieurs voegden zich later bij ons om een paar punten mee te bespreken en een aantal huizen te bezoeken. Vervolgens reden we naar Citerne Remy om de vier huizen van KOKAS te bezoeken. Ze zijn in een maand tijd ver gekomen; bij twee zit het dak er al op en ontbreken alleen nog de ramen en deuren en het bepleisteren van de muren. De derde en vierde waren gereed om de bovenste dwarsbalk te storten.
De laatste stop van de dag was corporatie KOEB in Baie-de-Henne, waar van drie huizen de fundering gegraven en gestort was en een vierde moest nog beginnen. Helaas was hier een slechte kwaliteit betonblokken geleverd, die niet gebruikt kunnen worden.
We overnachtten voor het eerst in het gastenverblijf van Baie-de-Henne. Het ‘Lage Noordwesten’ telt vier communes/gemeentes en in vier nachten tijd sliep ik die week in alle vier de communes. Die avond liepen we met z’n vieren naar een restaurant om even iets anders te doen dan werken en in een gezellige sfeer naar muziek te luisteren en wat te drinken. Het restaurant wordt gerund door een voormalige burgemeester van Baie-de-Henne. Onder een heldere sterrenhemel liepen we terug naar het gastenverblijf.
Vrijdagochtend kregen we als ontbijt gekookte plantaan met vis en zoveel peper dat ik hoestend en met een fles water erbij de maaltijd opat. Gelukkig heeft mijn moeder me geleerd om door te zetten... Rony en ik namen met een aantal leden van KOEB de financiële administratie door. Het was al laat toen we vertrokken uit Baie-de-Henne en we moesten die dag nog terug naar Port-au-Prince. Bij Pont Sonde werden we aangehouden door de politie voor een controle. De agent vroeg Rony mee te komen naar de overkant van de weg, bij de politieauto. Na een kwartier kwam hij eindelijk terug. De (huur)auto had geen vignet voor 2017. Rony had echter weinig zin om zijn rijbewijs ingenomen te zien worden, want dan zou hij weer helemaal terug moeten komen naar Pont Sonde om ‘m na drie dagen op te halen. Toen zei meneer agent dat we maar 5 gallons benzine in z’n auto moesten doen... Uiteindelijk konden we onze weg vervolgen. Met kletterende regen kwamen we aan in Pétion-ville. Zoals gewoonlijk was ik als laatste thuis.
De volgende dag leverde ik de huurauto weer in. Toen ze ‘m op kwamen halen, stond ie met een lekke band. Geheel in stijl eindigen we de week waarin van alles misliep met een lekke band. Ik nam de Hilux over van een andere collega. In vier maanden tijd zijn daarvan twee nieuwe banden al volledig versleten. Het is te merken dat de auto’s elke week vele kilometers maken en op slechte wegen.
Vorige week waren alle drie onze ingenieurs in Port-au-Prince en lagen de bouwplaatsen stil. Dit om een aantal dingen te bespreken en beslissingen te nemen om het werk beter voort te zetten. De heren draaien elke week lange dagen en werken hard, zonder klagen. Daarom besloten we afgelopen week het nuttige met het aangename te combineren en een dag vanaf een andere locatie te werken, om zo ook een beetje te kunnen ontspannen. Woensdag reden we naar Le Montcel in Belot, voorbij Kenscoff. Het uitzicht is mooi, met vergezichten op het dal, de stad, de zee, de akkers op de berghellingen, een meer. We hadden een mooie plaats om te werken, buiten onder een afdak. We waren voorbereid op de koelere temperaturen en droegen lange mouwen, alleen werd het wel erg frisjes toen de blauwe lucht plaatsmaakte voor bewolking en het ’s middags begon te regenen. We bespraken diverse onderwerpen omtrent de reparatie/herbouw van huizen en scholen in Grand Anse en het Noordwesten.
Ingenieur Patrick nam me afgelopen donderdag mee naar SICOD, een laboratorium dat de grond getest heeft waar we de school van Pavillon aan het herbouwen zijn. Ik had hun verslag daarvan gelezen en kwam toelichting vragen. Erg technisch taalgebruik. Het hielp dat ze me de apparatuur konden laten zien waarmee de tests verricht zijn. Zo leren we telkens weer wat bij.
Afgelopen vrijdag reed ik in alle vroegte naar het vliegveld. Daar kwam collega William de auto van me overnemen. Ik checkte in voor een eerste vlucht naar Miami. Naast me zat een vrouw met een baby op schoot, die meerdere malen tijdens de vlucht op mijn schoot geparkeerd werd. Ik keek neer op het land van bergen, de weg volgend naar het Noordwesten totdat Haïti uit het zicht verdween. Van Miami reisde ik verder naar Chicago. Een mooie roze lucht bij het landen, veel lichtjes van auto’s en straten. Deze week ben ik hier in Chicago om deel te nemen aan een aantal activiteiten van CWS.
Reageer op dit reisverslag
Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley