Hulp - Reisverslag uit Kenscoff, Haïti van Margot Greef - WaarBenJij.nu Hulp - Reisverslag uit Kenscoff, Haïti van Margot Greef - WaarBenJij.nu

Hulp

Door: Margot de Greef

Blijf op de hoogte en volg Margot

21 Februari 2020 | Haïti, Kenscoff

Er was eens een grote storm, een orkaan, die de naam Matthew kreeg. De wind en regen maakte vele mensen dakloos. Een van hen zullen we Laura noemen. Op het moment van de orkaan was ze 32 jaar en ze woonde in een dorp genaamd ‘Verloren tijd’, samen met haar man en hun vijf kinderen. Ze leefden van de landbouw; maïs, zoete aardappels.
Tijdens de orkaan was Laura thuis. De muren vielen omver, het dak werd vervormd en het huis was onbewoonbaar. Gelukkig raakte niemand gewond. Laura’s familie verloor evens hun enige ezel, drie geiten, 7 kippen en fruitbomen die omgerukt waren door de wind.
Het gezin verbleef een half jaar bij een buurvrouw, waarna ze een klein huisje van 29 m2 bouwden op een ander stuk grond, met stenen muren en een dak van stro.
Laura was zwanger van haar zesde kind, maar wist niet wanneer ze uitgerekend was. Toen ze werd geselecteerd voor herbouw van haar huis, werd haar huis daarom zo snel mogelijk en als eerste afgebouwd, zodat ze erin kon voor de bevalling. In de tussentijd vingen de buren hen gastvrij op, want het kleine huisje moest afgebroken worden zodat er een nieuw huis gebouwd kon worden.
Tot grote vreugde van een ieder, was het huis op tijd af. Het kind werd geboren in de nieuwe woning.

14 maanden later echter stierf het kind, na diverse bezoeken aan het ziekenhuis. Het enige aandenken aan het kind zijn de foto’s gemaakt van het gezin na de bouw van het huis. De baby overleed in een periode waarin het land platlag wegens een politieke crisis. Daardoor was er geen aanvoer van levensmiddelen mogelijk en stegen de prijzen. Vervolgens kwam er een droogte over het land. De akkers gaven niet genoeg voedsel. De enige overgebleven koe van Laura stierf, waarna er geen enkel dier meer over was. Er was geen eten voor de kinderen, die hongerig naar school gingen waar ze zich niet konden concentreren. De scholen zagen zich verplicht hun deuren extra vroeg te sluiten, omdat net als de kinderen van Laura ook de andere kinderen hongerig naar school kwamen, niet in staat om de lessen tot zich te nemen.

Dit verhaal eindigt op dit moment niet met ‘en ze leefden nog lang en gelukkig’. Het is een waargebeurd verhaal, een voorbeeld van ontelbare, gelijksoortige, hartverscheurende verhalen.

De laatste tijd hebben we nagedacht over hulpvragen. Een aantal Bijbelstudies in de kerk spraken over het onderwerp ‘geef met een blij hart’. In overeenstemming met wat geschreven staat in Mattheüs 6:2-4, hoeft de linkerhand niet te weten wat de rechterhand doet. Er wordt daarom weinig gesproken over wie wat voor wie doet. Dat gebeurt in stilte. Een broer betaalt schoolgeld voor de kinderen van een zus, een moeder koopt kleren voor de kinderen van een andere moeder in de kerk. De kerk zamelt geld in om kinderen die niet naar school kunnen te helpen met kleding, lesmaterialen of schoolgeld. Een buurman heeft geld nodig om naar het ziekenhuis te gaan. Een vriend heeft drie dagen niet gegeten. De situatie is schrijnend en extreem, vooral in het Noordwesten. Sinds oktober verkeert de voedselveiligheid daar in noodsituatie (en in crisis in de rest van het land), wat in gewone woorden betekent: honger, extreme honger.

Maar dit is een trots volk. En niemand vindt het leuk om te moeten vragen. Toen we op bezoek kwamen bij Laura, antwoordde zij dan ook op onze vraag ‘hoe gaat het?’: “Heel goed.” Pas toen we doorvroegen en om ons heen keken en de afgedragen kleren zagen die ze in de wasteil had, begrepen we dat het helemaal niet goed ging. Iemand die iets meer heeft dan een ander, krijgt vragen om hulp. En helpt. Als christen, als broeder, als zuster, in de overtuiging dat we horen te delen en geven. Ook mensen die zelf weinig hebben, want het weinige dat ze hebben is nog steeds meer dan het nog mindere dat de ander heeft.

Hoe help je? Het mooiste is als een familie werk kan krijgen zodat ze zelf in hun levensonderhoud kunnen voorzien. Als de dieren echter dood zijn en het land uitdroogt, is het soms nodig om op een andere manier te helpen. Dieren weer aankopen, nieuwe zaden voor het land op de lange termijn, maar ook gewoon geld voor eten vandaag en morgen, zodat de kinderen met een volle maag naar school kunnen. Hulp is ook er voor elkaar zijn, informeren naar iemands welzijn, iemand een lift geven, gezelschap houden, een advies geven, of een luisterend oor bieden.

In de woorden van Jacobus 2:14-16: “Wat voor nut heeft het, mijn broeders, als iemand zegt dat hij geloof heeft, en hij heeft geen werken? Kan dat geloof hem zalig maken? Als er nu een broeder of zuster zonder kleding zou zijn en gebrek zou hebben aan dagelijks voedsel, en iemand van u zou tegen hen zeggen: Ga heen in vrede, word warm en word verzadigd, en u zou hun niet geven wat het lichaam nodig heeft, wat voor nut heeft het dan?”

Hulp, het is aan elk van ons om een weg te vinden in hoe wij een ander tot hulp kunnen zijn.

Reageer op dit reisverslag

Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley

Margot

Micha 6:8 Hij heeft u bekendgemaakt, o mens, wat goed is en wat de HEERE van u vraagt: niet anders dan recht te doen en getrouwheid lief te hebben, en ootmoedig te wandelen met uw God.

Actief sinds 20 Maart 2008
Verslag gelezen: 298
Totaal aantal bezoekers 589050

Voorgaande reizen:

12 April 2008 - 30 November -0001

Mijn eerste reis

Landen bezocht: