Onderwijs in Sierra Leone
Door: Margot de Greef
Blijf op de hoogte en volg Margot
26 Januari 2024 | Ethiopië, Addis Abeba
Vrijdag 12 januari ontmoette ik mijn twee mede-reizigers op het vliegveld in Brussel. Iets later dan het geplande 12 uur vertrokken we met Brussels Airlines naar Freetown, Sierra Leone. We vlogen over België, Frankrijk, de Pyreneeën. Eten met zicht op witte bergtoppen. Verder over Spanje, Marokko, Mauritania, Senegal, Guinea. Bij het afdalen naar Freetown was er voornamelijk veel groen/bomen en water te zien. We landden in Lungi, aan de overkant van de baai waar Freetown ligt. Het is 4 uur rijden van Lungi naar Freetown, of je kunt in kortere tijd per boot oversteken. Het vliegveld is recent helemaal vernieuwd.
Tegen half acht ’s avonds (een uur vroeger dan in Nederland) stonden we buiten, van temperaturen onder nul naar 30 graden. We werden opgewacht door twee mannen van Cotton Tree Foundation (CTF), partner van World Servants. Vandaar reden we gelijk door naar Makomp. De gesprekken in de auto begonnen meteen. Inflatie is een groot probleem in Sierra Leone. Er zijn 16 talen (en 16 etnische groepen), hoewel Engels de enige officiële taal is. Dat spreekt echter lang niet iedereen. Creools zou wel door iedereen gesproken moeten worden, maar dat is niet het geval. Jawel, ook hier Creools, alleen dan gebaseerd op Engels in plaats van Frans, zoals in Haïti. We kwamen langs diverse militaire controles onderweg en moesten overal even stoppen. Onze bestemming voor de eerste dagen was Makomp, in Port Loko district. Hier overnachtten we op een compound van CTF.
De volgende ochtend reden we naar Patifu. In het gebied waar wij waren, wordt voornamelijk Temne gesproken. Vertaling ging van Engels naar Creools naar Temne. In Patifu zijn in 2019 drie lokalen gebouwd, plus een kantoor en lerarenkamer. Hoewel het zaterdag was, werden we met dans en gezang ontvangen door een groep kinderen en volwassenen die speciaal hiervoor naar school waren gekomen. De muziek werd begeleid door met een houten stok op een plastic fles te slaan. Uiteindelijk werd er gezongen ‘Lees je Bijbel bid elke dag dat je groeien mag’. We werden met een man of 20-25 in het kantoor van de directeur gepropt. Er waren afgevaardigden van het school management comité, chiefs, dorpshoofden, docenten, ouders, de directeur. Alle gesprekken die we deze week voerden, werden begonnen met een dubbel gebed; Christelijk en Moslim. Beide religies bestaan vreedzaam naast elkaar.
Deze school biedt basisonderwijs (groep 3-8/klas 1-6) en kleuterschool. Van de 8 docenten is er nog niemand door de overheid benoemd, wat betekent dat de salarissen niet door het Ministerie van Onderwijs betaald worden. In klas 6 moeten leerlingen examen doen en daar wordt veel waarde aan gehecht, ook voor de naam van de school. Hoe meer leerlingen slagen, hoe groter het prestige voor de school. De kinderen komen uit vier omliggende dorpen. Voorheen moesten ze langs gevaarlijke wegen naar een school verder weg lopen. Nu kunnen ze dichterbij huis naar school. Bovendien scoren ze over het algemeen beter dan anderen als ze van de basisschool naar de middelbare school gaan. Eerst vonden de lessen plaats in het kerkgebouw. Het mooie is dat een Moslim waardering uitsprak voor dat initiatief. Tegelijk had de school geen goed aanzien in de kerk. Daar wouden ouders hun kinderen niet naartoe sturen. Nu er een echt schoolgebouw staat, is dat anders.
Onderwijs gaat om meer dan het gebouw. CTF biedt ook aanvullende steun, in de vorm van training voor docenten zodat ze benoemd kunnen worden door de overheid en in de tussentijd ook door de niet-benoemde docenten een salaris te betalen. Verder worden er dankzij sponsorprogramma’s van Woord en Daad en Intermission lesboeken beschikbaar gesteld en nog iets heel belangrijks: lunch. Als ouders en kinderen weten dat er eten op school is, dan blijven ze niet thuis. Wat ook mooi was om te zien, is dat er op deze en alle andere scholen eveneens gehandicapte kinderen zitten.
De omgeving is vlak, groen, met veel bomen, vooral palmbomen (waarvan palmolie wordt gemaakt), doorgaande wegen van asfalt, vaak de laatste paar kilometer zandwegen. Na ons bezoek in Patifu gingen we eten in Makomp. Daar maakte ik kennis met het smakelijke maar zeer kruidige eten; rijst met aardappelbladeren. De smaakpapillen van de heren uit Sierra Leone zijn eraan gewend, dus zij zeiden dat het niet scherp was. Bij ons stonden de tranen echter in de ogen.
Daarna gingen we naar Sierra Leone church primary school Chaindatta. Deze school zit momenteel in een gehuurd gebouw, waar ze uit moeten. Daarom willen ze graag een nieuwe school bouwen. Ook hier gingen we in gesprek met een groep van 25-30 personen. Er werd veel gesproken over de acitiviteiten van mijnen, die grote invloed hebben op het dorp. Er werd vooral negatief over gesproken. De mijnbouw heeft de landbouw vernield. Die bestaat voornamelijk uit rijst, aardappelbladeren en cassave. Bij de mijnen is de ene keer wel werk en dan weer niet, waardoor het aantal inwoners en dus ook het aantal kinderen grote wisselingen vertoont. De dichtstbijzijnde school is op enkele kilometers afstand, wat vooral voor de kleinste kinderen best een eind lopen is.
We liepen naar het grondstuk waar ze hopen te bouwen, langs een moskee. De grond ligt naast een stortplaats van afval van mijnen. Mocht er een school gebouwd worden, dan draagt ook de gemeenschap zelf bij, door het graven van de fundering en het beschikbaar stellen van materialen die ter plaatse beschikbaar zijn, zoals stenen, water en stokken voor steigers.
De derde bestemming van deze dag was Mabla. Deze school stond bovenaan de lijst van de inspecteur van onderwijs van het gebied. De school is opgericht in 2012. Toen heeft een organisatie golfplaat voor het dak en cement voor de vloer beschikbaar gesteld. De muren zijn opgetrokken uit bakstenen gemaakt van modder. Twee jaar geleden is een deel van het gebouw ingestort en vorig jaar nog een deel. Alleen het middenstuk is nu nog bruikbaar. Daar verzamelde zich een groep kinderen, zittend op planken gezaagd van boomstammen en gedeponeerd op stenen. Zij vertrokken en volwassenen namen plaats, nadat ze zingend en dansend en verwelkomend voor ons hadden gestaan. Hier leeft men vooral van landbouw (rijst, cassave, peper, okra, bonen, maïs, pinda’s) en het mijnen van zand.
De gemeenschap wil heel graag een nieuw schoolgebouw. Sommige kinderen komen niet meer naar school omdat de ouders het risico op verdere instorting te groot vinden, terwijl andere scholen te ver lopen zijn. Anderen kijken het dorp erop aan dat ze geen fatsoenlijke school hebben. Een gebouw draagt bij aan de prestige en het imago van het dorp. Dan zullen ook docenten graag willen komen, als het er mooi uit ziet. Er zijn eveneens geen toiletten. Volgens de partner was het de eerste keer dat ze bij een school kwamen waar de leerlingen geen uniformen dragen.
Na het gesprek maakten we een wandeling door het dorp, dat aan een rivier ligt. Een mooie locatie. Met kano’s gemaakt van uitgeholde boomstammen werd zand van de bodem van de rivier gehaald, om te verkopen voor bouw. We keken uit op een eiland in de rivier, waar zich een bos en apen bevinden. Toen we terugliepen naar de school, wenkten vrouwen ons die ergens mee bezig waren. De een stond in een grote, ronde, houten bak iets te stampen. Een ander was het kaf van het koren aan het schiften in een soort dienblad. We kregen prompt een blad met koren in de handen gedrukt. Geen idee wat ik ermee moest doen. Ik gooide het omhoog, zoals ik wel eens had zien doen, maar dat bleek niet de bedoeling te zijn. Het moet geschud worden. Weer wat geleerd.
We reden terug naar Makomp. De gesprekken in de auto gingen gedurende de dag door. Land kan zowel privé bezit zijn als van de gemeenschap. Het onderwijssysteem begint met 3 jaar kleuterschool, dan 6 jaar basisschool, 3 jaar junior middelbare school en 3 jaar senior middelbare school. Eventueel 4 jaar universiteit of vakschool. Onderwijs was een speerpunt voor de vorige overheid, die daarom een reeks scholen heeft goedgekeurd, al voldeden ze niet aan de vereisten (zoals het hebben van zes lokalen).
Door klimaatverandering wijzigen de seizoenen. Met name het regenseizoen gaat langer duren. Bomen worden gekapt voor hout om mee te koken en om houtskool van te maken. De mijnen hebben grote invloed. Er ligt een spoorlijn, maar die is alleen voor het gebruik van de mijnen. Het land is opgedeeld in districten, die zijn opgedeeld in chiefdoms en die weer in dorpen.
Bij een mooie zonsondergang aten we wederom in Makomp, aan de straat, bij MG restaurant. Een wrap, die niet pittig was. En Vimto, een voor mij tot nu toe onbekende maar smakelijke frisdrank. Ook nu weer waren we in het Noordwesten. Ik blijf naar het noordwesten gaan, ongeacht in welk land ik ben...
Hoewel het de eerste keer was dat ik in Sierra Leone was, voelde het bekend, in de zin van een bekend straatbeeld, herkenbaar van Haïti en andere landen in Afrika waar ik inmiddels ben geweest, maar ook herkenbare problematiek. Mensen met koopwaar op hun hoofd. Markten. Gebouwen van betonblokken. Langs de kant van de weg doen mensen de was op wasborden in teilen. Er staan kooktoestellen van klei te koop.
Tijdens het ontbijt op zondag hadden we het toepasselijk over consumptie en productie van voedsel. Rijst en cassave worden het meeste gegeten, ook als ontbijt (dat voor ons uit brood bestond). Productie is voornamelijk kleinschalig. Veeteelt is beperkt. Het meeste vlees wordt geïmporteerd. Kip en vis zijn lokaal. We spraken eveneens over geschikte leeromgevingen, waarvoor meer nodig is dan enkel een gebouw. Docenten zijn niet gemotiveerd (vooral als ze geen salaris ontvangen) en lesmaterialen zijn beperkt beschikbaar.
We gingen naar de Good News Baptist Church in Lunsar. De dienst leek op de diensten die ik in Haïti gewend ben. Voorin stonden plastic stoelen, achterin houten banken. Wij moesten (of mochten) op de stoelen zitten. Bezoekers werd gevraagd te gaan staan en zich voor te stellen. Zingen gebeurde staande. Bijbel lezen ook. Schriftlezing was Marcus 12:41-44. Er werd gepreekt over Gods Woord en geld. Eerst was er al gevraagd om geld om een muur te bouwen om de kerk te beschermen. Vervolgens verkondigde de predikant dat er zegen is voor hen die tiendes geven. Ik herkende de melodie van enkele gezangen uit Haïti. De samenzang werd begeleid door keyboard en drum, met achtergrondmuziek. Een of meerdere voorzangers stonden voorin. Vrouwen waren gekleed in mooie, lange jurken (Afrikaanse kledij) en mannen in broekpakken of blouses, ook veelal Afrikaanse maak. Er werden drie collectes gehouden, om gelijk maar het ‘geven’ toe te passen. Na afloop kwam de predikant ons de hand schudden.
Terug op de compound liep ik een ronde over het terrein. Ik bekeek het ‘kippenhok’ dat eerst als school werd gebruikt en waarvoor afgelopen jaar nieuwe lokalen zijn gebouwd. Het is een mooie, groene omgeving. De compound was voorheen van missionarissen, maar werd tijdens de burgeroorlog afgebrand. Daarna is het overgedragen aan CTF en werden de gebouwen herbouwd. Het centrum wordt gebruikt voor training op het gebied van landbouw. CTF verstrekt ook zaden en investeert in microkrediet. De steun voor het onderwijsprogramma komt voornamelijk via sponsorprogramma’s, voor specifieke kinderen.
We wilden wat culturele uitstapjes inventariseren voor de groepen die gaan komen. We reden naar ‘Number one beach’. Althans, dat probeerden we. We hebben heel wat rondgereden, langs een rivier en akkers, zo nu en dan vragend waar dit ‘nummer één strand’ was. Uiteindelijk vonden we het, maar het water stond te hoog om het zand van het strand te kunnen zien en in regentijd is het sowieso niet toegankelijk. Ik kon al helemaal niet bij de rivier komen, door de steile afdaling. Het was in ieder geval een interessante rondrit. We reden door naar Makeni om te eten bij Wusum restaurant. Bij een van de checkpoints daar in de buurt moesten alle passagiers uitstappen, met hun tassen, om handmatig gecontroleerd te worden. De chauffeurs reden verder en pikten de passagiers verderop weer op. Met een prachtige zonsondergang reden we terug naar Makomp.
Maandag kwam het onderwerp van vrouwenbesnijdenis ter sprake. Dit wordt in Sierra Leone nog steeds veel toegepast. Het is deel van rituelen waarbij meisjes leren om een vrouw en moeder te zijn. Voor de mannen zijn er ‘geheime gemeenschappen’, waar ze leren om een man te zijn. Alle 16 etnische groepen behalve Creole passen vrouwenbesnijdenis toe. De Creole zijn bevrijde slaven die voornamelijk in de hoofdstad Freetown wonen en voorheen nergens anders grond mochten bezitten. Er wordt zonder problemen getrouwd tussen de diverse etnische groepen en ook tussen religies.
Deze ochtend liepen we naar de school die afgelopen zomer in Makomp is gebouwd. We liepen over een zandpad door het dorp, met aan beide kanten woningen. De scholen worden gebouwd met betonblokken muren en een golfplaten dak. Docenten geven les in het Engels en de boeken zijn in het Engels, maar veel kinderen spreken geen Engels. Ze leren dingen uit het hoofd, zonder te begrijpen of analyseren.
Bij elke officiële opening van een nieuw gebouwde school nodigt CTF vertegenwoordigers van de overheid uit. De directeur van de school in Makomp is recent vertrokken, dus we spraken een nieuwe directeur die in december is begonnen. Er zijn drie lokalen, met twee borden en twee docenten in elk lokaal. De kleuters zaten op de veranda. Het ontbreekt echter nog aan stoelen en banken. Achter de lokalen staan nieuw gebouwde latrines en verschoningsruimtes voor meisjes. De gemeenschap zelf heeft een hek om het terrein gebouwd. Het aantal leerlingen is toegenomen. Het nieuwe gebouw geeft ouders ook meer belangstelling voor onderwijs. In het oude gebouw kon geen les gegeven worden als het regende.
Vandaar reden we naar Josephine Bakhita school in Lunsar. Deze school is in 2018 gebouwd, wederom drie lokalen plus latrines en verschoningsruimtes. Ook zijn er banken en stoelen verschaft en is er training gegeven over water en sanitatie. Met andere fondsen zijn later nog vier lokalen gebouwd. De oprichter is vorig jaar overleden dus ook hier was een nieuwe directeur. De school presteert goed, waardoor er veel aanmeldingen komen. In het centrum van Lunsar zitten de kleuters, terwijl de basisschool leerlingen op de nieuwe locatie verblijven. Net als op de andere gebouwde scholen zorgt CTF ook hier voor training aan docenten, voedsel voor leerlingen, lesmaterialen en salarissen voor docenten. Er zijn bij deze school eveneens een waterpomp en keuken gebouwd. De lokalen worden als positief ervaren, ruim, goed geventileerd en comfortabel. Er zitten 370 leerlingen op de basisschool. De school verbouwt eveneens gewassen op een nabijgelegen akker. Vooral de hoogste klassen leren op deze manier praktisch hun landbouw lessen. Er worden aardappelbladeren, cassave, pinda’s en peper geplant. De school kent ook een reeks buitenschoolse activiteiten, zoals sport, toneel en spelling.
Vervolgens bezochten we het kantoor van het Ministerie van Onderwijs van het district Port Loko. Hier ook al een nieuwe directeur, die graag leek te willen samenwerken. Hij had al een lijst met scholen gedeeld, die volgens hem prioriteit zijn voor herbouw. Hij benadrukte eveneens het belang om ook middelbare scholen te bouwen en niet alleen basisscholen, want er zijn in verhouding veel minder middelbare scholen dan basisscholen. Als kinderen verder naar school moeten reizen, brengt dat risico’s met zich mee, inclusief relaties met, of misbruik door, vooral motortaxi chauffeurs, ongewenste zwangerschappen en ‘transactional sex’. Als de jongelui bij familie verblijven, worden ze vaak aan het werk gezet in de huishouding of andere bezigheden, waardoor er weinig tijd overblijft voor school. Omdat scholen subsidie per leerling krijgen, nemen ze soms meer leerlingen aan dan er in de lokalen passen. Integratie van gehandicapte kinderen is tevens een speerpunt van het ministerie.
Op de terugweg maakten we weer een stop bij MG restaurant in Lunsar om pittig eten te eten. ’s Avonds is het mooi kijken naar de sterren.
Dinsdag werd er ontbijt gebracht door de directrice van Magbafth; een grote pan vol met yam, plantains en vis. Magbafth was de eerste bestemming van deze dag. Komende zomer gaat hier een groep drie lokalen bouwen. Het huidige gebouw is opgetrokken uit muren van modder. De overheid heeft het vorig jaar opgeknapt, maar met deze materialen blijft dat een tijdelijke oplossing. Er is vier dagen in de week lunch voor de kinderen, dus die dagen komen de meeste kinderen naar school. Er zijn 322 leerlingen op deze basisschool en kleuterschool, met 9 docenten. In de hoogste klassen zijn vier meisjes uitgevallen omdat ze zwanger raakten, terwijl een aantal jongens de school verlieten nadat ze aan de drugs raakten. Het is een christelijke school in een moslim dorp.
Onze volgende bestemming was New Maforki. Hier zaten de lokalen serieus vol. In 2022 zijn hier 3 lokalen gebouwd. Er waren al 6 lokalen, maar een deel van de leerlingen kreeg buiten les. Deze zomer bouwt World Servants er nog 3 lokalen bij. Die zijn hard nodig om de 568 leerlingen van lesruimte te voorzien. Bezoekers bewonderen de mooie school, werd er gezegd. Het is een goed, sterk gebouw, dat aanzien geeft aan het dorp en de school. De gemeenschap is altijd bereid om mee te helpen, volgens de directeur. De vrijdag na onze komst zouden ze beginnen met het verzamelen van stenen voor de fundering. Het dorp werd in tweeën gedeeld om er een wedstrijd van te maken en te kijken wie de meeste stenen kon inzamelen.
De leerlingen presteren goed. Alle leerlingen van groep 8 zijn afgelopen jaar geslaagd voor de nationale examens. Dat trekt nog meer leerlingen aan. Niet alle leerlingen gaan door naar de middelbare school, mede omdat de overheid het gratis middelbaar onderwijs heeft teruggedraaid. Niet alle ouders kunnen middelbaar onderwijs voor hun kinderen betalen.
We waren in gesprek onder een boom. Een van de vrouwen had een kind bij zich, dat speelde met een rammelaar bestaande uit een fles gevuld met steentjes. Na het gesprek stonden we onder de boom en algauw verzamelde zich een grote groep kinderen om ons heen, gewoon om naar ons te kijken.
De laatste bestemming van de dag was Tainkatopa junior secondary school in Robaka. Een middelbare school dit keer. Elke keer als we vroegen waar de school was, luidde het antwoord: “Rechtdoor rijden.” Het districtskantoor van het Ministerie van Onderwijs had gevraagd of we deze school konden bezoeken. Het was een mooie route over een onverhard pad van grind. Moerassen (waar rijst verbouwd wordt), palmbomen, groen, dichte bebossing, mooie omgeving. We reden door diverse kleine dorpen totdat we in Robaka kwamen. Er staan drie lokalen voor de basisschool en drie lokalen voor senior middelbare school. Junior middelbare school zit echter in een onderkomen opgetrokken uit riet en bamboe. 300 leerlingen krijgen hier les. Je kunt van buiten zo naar binnen kijken.
Vandaar reden we naar Kambia, waar we overnachtten bij Africana village hotel. We kwamen weer langs diverse checkpoints en zaten vlakbij de grens naar Guinea. In de auto gingen de gesprekken door. Er zijn geen aardbevingen of orkanen in Sierra Leone. Wel overstromingen, aardverschuivingen en droogte. De chief wordt gekozen uit een ‘ruling family’. Ze spelen een rol bij het oplossen van conflicten. En ze krijgen elk jaar een nieuwe vrouw die uit een groep meisjes komt die hun inwijding tot vrouw afronden. Er is vaak brandstoftekort, hetzij kunstmatig gecreëerd, hetzij door gebrek aan opslag of prijsstijgingen.
Zo leren we van alles over dit land in West-Afrika. Het is elke keer weer een voorrecht om kennis te maken met een nieuw land, cultuur, taal, geschiedenis, organisatie, mensen. Vooral als dit gebeurt in gezelschap van mensen uit het betreffende land.
Inmiddels ben ik overgestoken naar Oost-Afrika, voor een werkbezoek aan Ethiopië.
-
06 Februari 2024 - 21:10
Klaas Ypma:
Het was weer een bijzonder verslag.
Vooral als je dan mag lezen hoe daar de kinderen naar school gaan en hier. Dan is het goed om eens dankbaar te zijn voor de scholen die we hier hebben.
Groeten,
Klaas Ypma
Reageer op dit reisverslag
Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley