Update: situatie Haïti en situatie Margot
Door: Margot de Greef
Blijf op de hoogte en volg Margot
05 Oktober 2022 | Haïti, Kenscoff
In 2007 kwam ik voor het eerst naar Haïti, voor een periode van 3 weken, met World Servants. Nog geen jaar later was ik terug, dit keer met een contract voor 3 jaar bij Mennonite Central Committee. Na afloop van dat contract, in 2011, kwam ik werken bij Church World Service. 11 jaar bij dezelfde werkgever. Wat is er veel gebeurd in die periode. Veel om dankbaar voor te zijn, mooie momenten, maar ook moeilijke. Goede collega’s, diverse reizen in binnen- en buitenland, rampen, tranen, vreugde, elke dag nieuwe situaties, blijven leren. Het voelt nog lang niet alsof ik uitgewerkt ben. Er is nog zoveel te doen.
In augustus van dit jaar kreeg ik te horen dat Church World Service verder wil met een team van alleen Haïtiaans personeel. Als de enige buitenlander in het team, betekende dit dat mijn contract beëindigd werd. 31 augustus was mijn laatste werkdag. Ik bracht de dag door bij Patrick, die per 1 september de functie van country representative heeft overgenomen. Ik ben dankbaar dat hij, mijn naaste collega, de leiding overneemt en heb er alle vertrouwen in dat het mooie werk van Church World Service doorgaat, met het team dat zich in blijft zetten. Tegelijk valt het me zwaar om afscheid te moeten nemen van collega’s en partner organisaties. Mijn werk maakt een groot deel uit van mijn leven. Het is niet zomaar een baan, maar iets wat ik doe met passie en liefde. Het is onwerkelijk dat daar nu een eind aan is gekomen.
Ik kreeg mooie reacties van collega’s en partner organisaties, bemoedigende, opbeurende woorden van steun en waardering. Aangezien de verandering nogal abrupt kwam, ook voor de collega’s, heb ik na afloop van mijn contract achter de schermen nog wat steun mogen bieden.
Vrijdag 2 september zou er een online monitoring plaatsvinden door ACT Alliance, aangezien het momenteel niet mogelijk is voor ze om naar Haïti te reizen. Ik zou vertalen. In Fermathe stond het verkeer muurvast. Ook een motor kon er niet langs. Ik wurmde me te voet langs een rij auto’s en een kanaal. Aangezien het had geregend, zaten m’n benen algauw onder de modder. De motor taxi chauffeur nam een alternatieve route en pikte me verderop weer op, om me naar kantoor te brengen. Eindelijk weerzien met Amost. Ook Elondieu en Patrick waren er. De monitoring ging over het werk in Pestel naar aanleiding van de aardbeving van vorig jaar.
Maandag 5 september was mijn laatste keer op kantoor. Mijn collega’s hadden me een afscheid aangeboden. De motor taxi bracht me bij Patrick en Steven. Ik reed met hen mee naar kantoor. Bijna al ‘mijn mannen’ waren aanwezig, inclusief een aantal die niet langer bij CWS werken: Patrick, Steven, Elondieu, Amost, Jackson, Samuel, Yvens, Rony. William ontbrak, aangezien hij in het Noordwesten was. Aan de muren hingen foto’s, souvenirs van de afgelopen 11 jaar. Amost leidde ons in twee liederen, over de liefde van God, waarna Rony voorging in gebed. Patrick sprak over Mattheüs 28:20, de tekst waarmee ik in 2008 ben uitgezonden door de christelijke gereformeerde kerk in Drogeham. Alle mannen spraken, een voor een, herinneringen ophalend. De twee collega’s met wie ik het meest en langst heb samengewerkt, Rony en Patrick, zijn nu elk zelf country representative, Rony bij MCC en Patrick bij CWS. Ik gun het hen beide van harte en ben oprecht blij voor ze en trots op ze.
De woorden van de mannen maakten me duidelijk dat zij niet alleen op mijn leven een grote invloed hebben gehad, maar ik ook op dat van hen. We zijn veel meer dan enkel collega’s. We kennen elkaars families, we reizen samen het land door, maken elkaar mee als we ziek zijn, als we geen eten kunnen vinden, als er rouw is in de familie. We zijn er voor elkaar. De mannen zeiden dat ik veel compassie heb, soms teveel, waardoor ik er zelf aan onderdoor ga. Ik waardeer de mannen en heb ze dat gelukkig altijd laten merken gedurende deze 11 jaar. Ze betekenen, zijn en doen veel voor me. Zij zijn mijn familie hier in Haïti. Mijn emoties maakten hen duidelijk dat het afscheid me ontzettend zwaar viel.
We maakten nog eenmaal een groepsfoto samen. Roseline was in de keuken om ons van een feestmaal te voorzien. Er was rijst met erwten, lasagne, patat, salade, kip, gebakken plantaan. Er werden grappen gemaakt en verhalen verteld, nog even als vanouds bij elkaar. Er was verse vruchtensap (passiefruit en kers). En er verscheen een chocoladetaart op tafel, met daarop geschreven: merci Margot. Aangezien ik niet zo’n ster ben in taarten snijden, pake Steven m’n hand om te demonstreren: zo doe je dat. Ze blijven een glimlach op m’n gezicht brengen.
Aan de muren hingen foto’s van de collega’s op kantoor, van verjaardagen, van het bezoek van mijn vader aan Haïti, van een spontaan bezoek aan een strand toen we uit Grand Anse kwamen, van ander strandbezoek, van bezoek aan de Dominicaanse Republiek, van bouw van scholen en huizen, van het team. Er was een foto van een overhemd dat ik Patrick cadeau deed in 2014 en dat hij nog steeds draagt, een foto van mijn verjaardag vorig jaar, de dag dat ik het ziekenhuis in Pétion-Ville verliet en met een medische vlucht naar Nederland vertrok. 11 jaar aan herinneringen.
Mijn mannen hebben me een zeer waardig afscheid gegeven. Aan het eind van de dag vertrokken Patrick, Steven, Jackson, Samuel en ik met z’n vijven. Patrick en Steven brachten ons thuis. En toen was het echt gebeurd. Mijn tijd bij Church World Service is afgelopen, hoewel het nog steeds moeilijk te bevatten is. Het definitieve is beangstigend en maakt me onzeker. Ik heb geen idee wat er nu gaat gebeuren. Ik hoop in ieder geval dat CWS God blij blijft maken met het werk dat ze doen, zoals mijn collega het zo mooi omschrijft.
Inmiddels zijn we een maand verder. Ik heb nog wat dingen afgerond. 8 september nog eenmaal deelgenomen aan een gesprek met ACT Alliance, opnieuw voor de monitoring. Documenten ordenen en overdragen. Laatste verslagen schrijven. En verder is het een heroriënteren en zoeken naar een nieuwe weg, een bidden om leiding.
Vlak na het aflopen van mijn contract verslechterde de situatie in Haïti, zoals eerder vermeld. Het doet zeer om mensen te zien lijden. Mensen die van een kleine handel afhankelijk zijn voor inkomsten, hebben vrijwel geen gelegenheid om producten in te kopen noch te verkopen. Boeren blijven zitten met bedorven oogsten, aangezien er geen transport is naar de markt. Prijzen stijgen nog meer. Bomen worden omgekapt om als wegblokkades te dienen. Betonblokken worden op de wegen gelegd, ijzeren poorten. Mensen blokkeren de wegen, de politie haalt de blokkades weg, waarna ze des te hoger weer opgericht worden. Dit is in het hele land het geval.
Orkaan Fiona werd aangekondigd. Die ging over Puerto Rico en de Dominicaanse Republiek, maar boog daarna af in noordelijke richting, Haïti sparend. Orkaan Ian kwam over Cuba en Florida. Geen van beide orkanen kwam over Haïti, waar al meer dan genoeg andere ellende is. De protesten gaan steeds meer gepaard met geweld en plundering. Zowel de privésector als internationale organisaties en warenhuizen moeten het ontzien. Een opslag van Caritas in Port-de-Paix werd geplunderd, evenals het magazijn van het Wereldvoedselprogramma (Verenigde Naties) in Les Cayes. Eten dat bestemd is voor schoolkantines wordt gestolen. Ook woningen van ambtenaren zijn aangevallen. In de stad Jérémie moesten diverse organisaties het ontzien. De kantoren van Care, ACTED, AAH en CRS werden geplunderd. Unibank in Leogane is overhoop gehaald. Er zijn zo’n 30 scholen geplunderd. Een kantoor van het nationaal archief in Delmas 39 moest het ook ontgelden. Ik kan de beelden ervan nauwelijks bekijken, het is diep droevig. Zoveel mensen die er blijkbaar geen probleem mee hebben om te nemen wat niet van hen is.
Hier bij huis is het op zich rustig, al waren ook hier de wegen geblokkeerd en kon ik niet in Fermathe of Kenscoff komen, of beter gezegd niet eens op de doorgaande weg, want de entrée was geblokkeerd. Zelfs in Fermathe werden stenen gegooid naar auto’s die toch probeerden te passeren en zijn twee mensen gedood en verbrand. 22 september lukte het me eindelijk om in Fermathe te komen, om wat boodschappen te halen in een dorpswinkel. Het was duidelijk te zien waar de wegen geblokkeerd waren. Tot op heden liggen de restanten er en is er maar één weghelft begaanbaar. Bomen, rotsblokken en poorten waren gebruikt als barricades, soms vlak bij elkaar, op iets van honderd meter afstand.
Dit alles doet de overheid niet terugkomen van het besluit om de brandstofprijzen te verhogen. De minister president, Ariel Henry, maakt ook geen aanstalten om gehoor te geven aan de oproep om te vertrekken. Tegelijk is het voor iedereen zichtbaar dat het de bendes zijn die macht hebben, meer dan de overheid. Diverse bendeleiders zijn voormalig politieagenten. De toegang tot de brandstofopslag Varreux is geblokkeerd. Een bendeleider (Barbecue) zegt dat die geblokkeerd blijft totdat de prijzen omlaag gaan en Ariel Henry opstapt als minister-president. Ariel Henry blijft beweren dat alles onder controle is, wat duidelijk niet het geval is. Tot nu toe is de toegang tot de terminal nog steeds geblokkeerd, wat extreem vergaande gevolgen heeft. Het is ook enigszins tegenstrijdig; protesteren vanwege hoge prijzen en brandstofschaarste, om vervolgens brandstof nog schaarser te maken. De reserves raken inmiddels op en het brandstoftekort is overal merkbaar. Niet alleen doordat er weinig verkeer op de weg is (wat ook te maken heeft met wegblokkades). Banken hebben hun openingstijden aan moeten passen en zijn nu nog 3 in plaats van 6 dagen per week open. Vele winkels en handels hebben de deuren moeten sluiten. Hierdoor stijgen de prijzen nog meer. Zelfs het industriepark Caracol is gesloten. Het ene na het andere ziekenhuis kondigt aan dat ze geen brandstof meer hebben om te functioneren, waarop diverse afdelingen worden gesloten. Ariel Henry is arts, maar er is weinig van te merken dat de sluiting van ziekenhuizen de overheid zorgen baart. Dit nu er juist weer nieuwe gevallen van cholera zijn geconstateerd, na 3 jaar afwezigheid. Culligan heeft aangekondigd dat ze de productie en distributie van drinkwater hebben moeten stoppen. De consumptie van onzuiver water zal dus enkel toenemen. Een krantenartikel las: “Patiënten sterven in ziekenhuizen wegens brandstofgebrek.” Wat een onrecht. Er zijn geen woorden voor.
145 van de 230 gevangenen in de vrouwengevangenis in Cabaret zijn ontsnapt. In andere gevangenissen sterven gevangenen van honger en ziekte. De wegen zijn bezaaid met restanten van verbrande autobanden, rotsblokken, takken, boomstammen, afval. Het provinciale kantoor van het Ministerie van Financiën en Economie in Gonaïves is geplunderd en in brand gestoken. Een boot is gezonken bij La Gonave, waarbij 5 personen zijn verdwenen. Medewerkers van het Ministerie van Onderwijs zijn ontvoerd. De vrouw, drie kinderen en vader van een politieagent werden ontvoerd. Een bende begon de muur van een beschermde wijk bij Route de Frères af te breken (Belvil). De bewoners hebben vrachtcontainers geplaatst om het gat te vullen. Diverse ambassades zijn gesloten. In Cap Haïtien zijn winkels en handels geplunderd. Bij Canaan, Route Nationale 1, worden vrouwen en meisjes verkracht, midden op straat. Dit is de weg naar het Noordwesten, die wij vele malen hebben afgelegd. In en in triest.
Ook deze week gaan de protesten en wegblokkades weer door, in het hele land. Soms is er in het weekend een pauze. Dan staan er lange rijen bij de winkels en banken. Een van de redenen voor de protesten heeft te maken met de hoge prijzen, maar sinds het begin van de protesten zijn de prijzen alleen maar verder gestegen. Het brandstoftekort betekent ook dat communicatiemiddelen beperkt zijn. In de wegblokkades sneuvelen kabels. Er is niet genoeg brandstof om de antennes in de lucht te houden. Vorige week was er sprake van 60% werkzame antennes. Dit betekent dat we gedurig niemand kunnen bellen. Ook internet ligt er hele dagen uit. Elektriciteit is er sinds het begin van de problemen niet geweest. Ik ben dan ook zeer dankbaar voor m’n zonnepanelen. Eten en drinken heb ik nog voldoende, dankzij de buren.
Voor de bus betalen we nu drie keer zoveel als een paar weken geleden. Een gallon benzine op de zwarte markt kost ergens tussen de 3.500 en 5.000 gourdes, omgerekend tussen de € 7.70 en € 11.00 per liter. En dat in een land waar het minimumloon tussen de 350 en 770 gourdes per dag ligt (afhankelijk van de sector).
Een veelgehoord woord deze weken is ontmoediging. Als ik mensen vraag hoe het gaat, dan zijn de antwoorden: “De situatie maakt ons gestresst.” “De situatie geeft me hoofdpijn.” “Ontmoedigd.” Afgelopen maandag, 3 oktober, hadden de scholen eindelijk moeten beginnen, uitgesteld sinds 5 september. Maar de deuren zijn gesloten gebleven. Er is geen ouder die onder de huidige omstandigheden een kind de weg op kan laten gaan om naar school te gaan, los van het feit dat er geen transport is. Dus terwijl het in Nederland bijna herfstvakantie is, hebben de kinderen hier nog niet terug naar school kunnen gaan sinds de zomer.
Vorige keer schreef ik over een overlijden. Er waren drie dagen van staking aangekondigd, waarna de protesten weer door zouden gaan. Dus op een van de stakingsdagen, 27 september, ging ik de familie condoleren, toen de wegen begaanbaar waren. Vrijwel alles was gesloten die dag. Een winkel of handel die toch opent bij een algehele staking, loopt het risico geplunderd te worden. De motor taxi chauffeur had wel genoeg brandstof om me te brengen, maar niet om me te komen halen, dus hij bleef bij me en ging mee condoleren bij familie Jacques. Daarna nog even de familie Nelson gedag zeggen en toen weer naar huis.
De begrafenis vond afgelopen zaterdag plaats, 1 oktober. Het lijkt erop dat ze een goede dag gekozen hadden, want vrijdag waren de wegen nog geblokkeerd en maandag weer, maar gelukkig konden we zaterdag wel bij de kerk komen, bij Pelerin 9. Begrafenisdiensten beginnen hier meestal vrij vroeg. In dit geval begon het condoleren om half 7 ’s ochtends en de rouwdienst om half 8. We liepen langs de kist en schudden de familie de hand. De dienst bestond uit samenzang, gebed, schriftlezingen, preek, het koor van de kerk zong een aantal liederen, de dochter van de overledene las een biografie voor, de zoon sprak een dankwoord uit. Veel verdriet, emoties, huilen, over de grond rollen wegens het plotselinge overlijden van deze 47-jarige vrouw. Er was helaas geen transport voor alle gasten om bij de begraafplaats te komen, Thomassin 25. Ik had ook geen transport dus ging lopen. De motor had me wel gebracht, maar hij had geen benzine om me te komen halen.
Nadat ik een poosje gelopen had, stopte er een auto aan de kant van de weg om iemand eruit te laten. De vrouw die uitstapte, zei tegen me: jij was ook bij de begrafenis. Dat klopt. Ze vroeg waar ik naartoe ging en toen vroeg ze aan de mannen in de auto of ze me een lift konden geven. Dus zo had ik zomaar onverwacht transport naar Fermathe. Ik bleek me in de auto te bevinden met de dominee die de rouwdienst leidde, plus nog twee mannen. Ze gingen naar de Baptist Mission in Fermathe, precies waar ik naartoe zou. Ik had er afgesproken met Izna en Jackson. Terwijl ik zat te wachten, keek ik uit op de kerk en het ziekenhuis van de missie, waar degene die net was begraven is overleden, waar Patrick is geboren, en hoe mijn leven in Haïti is begonnen. Het was met deze missie dat World Servants in 2007 een samenwerking had, toen ik voor het eerst naar Haïti kwam.
Taptaps zijn er momenteel niet tussen Fermathe en Kenscoff. Vandaar is het zo’n drie kwartier lopen naar huis, dus prima te doen. Jackson zag echter een bekende buschauffeur, die de route naar Kenscoff af zou leggen, en hij regelde een gratis rit voor me. Dus deze dag was er goed voorzien in transport voor me. Het laatste stuk heb ik gelopen, want openbaar transport volgt alleen de doorgaande weg.
Amos, de motor taxi chauffeur, had gehoopt zaterdag benzine te kunnen vinden, maar dat was niet gelukt. Hij kon me dus zondag ook niet bij de kerk brengen, al bracht hij me wel een eind in de goede richting. Toen hij me bij een kruispunt afzette, kwam Robest daar net aanlopen, die de deur van de kerk open ging doen, dus we konden samen verder lopen. Hij preekte de week ervoor, uit Genesis 41:37-42, over dat we zullen zijn wie God wil dat we zijn, Hij heeft een plan voor ons leven. Dat wil niet zeggen dat er geen problemen of beproevingen zijn. Het lijden kan gebruikt worden als onderdeel van een plan. Toch moeten we een goed humeur houden.
Er was dit keer geen Bijbelstudie. In plaats daarvan sprak Ronald over de situatie in het land. Over de scholen die de volgende dag zouden openen, maar ouders kunnen hun kinderen niet de straat op sturen, gezien de gevaren. Blijf thuis tenzij je echt iets dringends te regelen hebt. Beheer je geld en je eten goed. Deel met anderen. Laten we hopen dat we geen ziekenhuis nodig hebben, want die functioneren niet of nauwelijks. Hij noemde een ziekenhuis dat zonnepanelen heeft. Hij zei dat er ziekenhuizen zijn waar je zelf voor brandstof moet zorgen als je geopereerd moet worden. Deze tijden hebben ook mentaal een impact op mensen. Men is gestresst, gefrustreerd, kan dit afreageren op elkaar.
Patrick had de leiding over de dienst en sprak over ontmoediging, een woord dat nog vaker genoemd zou worden deze dienst. Hij zei dat het altijd makkelijker is om te kijken naar wat we niet hebben, wat niet goed gaat, in plaats van te kijken naar wat we wel hebben. Het eerste lied dat hij liet zingen: Tel uw zegeningen. Ook onder de huidige omstandigheden. Hij zei al eens eerder dat we gezien de omstandigheden alle kans hebben om niet meer in leven te zijn, maar toch zijn we er nog. Het leven is het allerbelangrijkste. Zolang er leven is, is er hoop. Ds. Nelson vroeg speciaal gebed voor een uitweg voor Haïti. Hij zei dat dit de eerste keer is dat hij zoiets meemaakt, de huidige situatie. Er zijn in de afgelopen jaren wel vaker protesten geweest, brandstoftekorten, wegblokkades. Maar het neemt nu wel heel extreme proporties aan.
Kortgezegd is het een diep droevige situatie, doffe ellende. Een ieder die ik spreek, is ontmoedigd. Dan is het land diep gezonken.
Terwijl ik denk aan zwangere vrouwen en zieken die niet bij ziekenhuizen kunnen komen of niet de nodige zorg kunnen ontvangen, kwam er ook nog mooi nieuws. Mercidieu meldde de geboorte van hun dochter, in het ziekenhuis in Jean Rabel. Haar naam: Tabina Miryam. Vernoemd naar mijn moeder, Tabina!
-
06 Oktober 2022 - 02:08
Nicole Van Den Broek:
Dikke brok in mijn keel...
En het woord wat in mij opkomt?
Uitzichtloos...
Wat heb je mooi en nobel werk verricht en dan is die waardering extra mooi.
Heb je verdiend Margot!
Volg je pad...kijk in spanning uit waar het je zal brengen!
Reageer op dit reisverslag
Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley