Vervolg
Door: Margot de Greef
Blijf op de hoogte en volg Margot
03 Oktober 2022 | Haïti, Kenscoff
Er viel bij mijn vorige schrijven nog veel meer te zeggen over de afgelopen periode. Daarover nu meer. Een volgende keer hoop ik meer nieuws te delen over de huidige stand van zaken.
Er blijft nog steeds regelmatig nieuws binnenkomen van een vreemd, jong overlijden. Onder hen was de 36-jarige echtgenote van een van de docenten voor wie CWS na orkaan Matthew een huis heeft gebouwd in het Noordwesten. Nog iemand in het Noordwesten meldde het overlijden van een nicht van hem, 34 jaar jong, zonder dat ze ziek was. Hoe komt het toch dat jonge mensen sterven zonder ziek te zijn? Een vrouw van eind veertig, moeder van twee kinderen, zus van een diaken uit de kerk. Op maandag heeft ze koorts, ze gaat naar de dokter. Donderdag wordt het erger. Tegen die tijd zijn de wegen afgesloten door de wegblokkades. Er moest betaald worden om hen door te laten. In het ziekenhuis wezen de testen niks uit. Ze haalde alleen wat moeilijk adem, dus werd aan de zuurstof gelegd. Twee dagen later stierf ze. Hoe kan dat? Ik begrijp het niet. Om het lichaam naar het mortuarium te brengen, moest weer betaald worden. Haar ouders moeten voor de derde keer een kind begraven.
De kerk organiseerde in juli een plaatselijke missie. Gedurende een week verbleven 29 missionarissen in de kerk. Elke ochtend trokken ze er in groepen op uit om te evangeliseren. Elke namiddag werd er een dienst gehouden, waar iedereen welkom was. Deze missies worden niet heel vaak gehouden, enkel als er een duidelijke roeping voor is. Ik had de gelegenheid om tweemaal naar de middagdienst te gaan die week. Het was mooi om de gemeenteleden nu eens bij een andere gelegenheid te zien dan op de zondag. Het was wat informeler, ze liepen rond in hun dagelijkse kleding, al werd er gedoucht en omgekleed voor de dienst. Mensen netjes in overhemd en lange broek, maar dan met slippers aan. Een vermoeiende week voor de missionarissen, hele dagen aan de wandel, met mensen bidden, zingen, evangeliseren. Het was een ander tafereel in de kerk; tassen, rugzakken, koffers, etensbakken. De bedden werden gespreid op de grond in de kerkzaal.
Ik mocht een paar keer een bezoeker thuis ontvangen. Samen met de buren zou ik naar Grande Savane wandelen, maar die dag waren bandieten de markt van Greffin binnengedrongen en blokkeerden ze de wegen. De eerste keer dat ze in dat gebied kwamen. Dus de wandeling ging niet door. Zaterdag 30 juli konden we alsnog aan de wandel, toen de rust weergekeerd was. De buurvrouw met haar zoontje gingen op de motor, twee buurmannen en ik te voet. Het is iets van anderhalf-twee uur lopen, enkele reis. Het was een stralende dag, strakblauwe lucht, hele mooie kleuren. We liepen vanaf huis naar beneden, klommen een stenen helling op naar Calebas, en verder omhoog totdat we uitkwamen op de weg naar Grande Savane. Hele gesprekken onderweg. Het was fijn om te lopen. De omgeving blijft prachtig. Zo mooi zicht op de bergen. Een wit stuk waar de berg als zandmijn gebruikt wordt. Op het pad naar Grande Savane zicht op Port-au-Prince, het vliegveld. Eenmaal ter plaatse vermaakten de kinderen zich met elkaar. Eentje had koorts, m’n kleine vriendin, die de hele tijd bij me op schoot bleef zitten. We aten samen pompoensoep. Iedereen ging per motor terug. Het werd bewolkt. Ik klom achterop de motor, wat in dit geval betekende: de chauffeur, m’n buurjongetje zat achter hem, daarachter z’n moeder en daarachter ik, op het ijzeren bagagerek. Met z’n vieren op de motor dus. Geschikte omstandigheden voor m’n buurjongetje om in slaap te vallen. Hij komt nog steeds regelmatig bij me op bezoek. Laatst kwam hij samen met z’n moeder om bananencake te bakken, maar meestal komt hij alleen, om met een bal of autootjes te spelen, of m’n sleutels in het water te gooien, of het slot van het reservoir op de bodem van dat reservoir... Dan mag z’n vader het er weer uit komen vissen. Z’n vader haalt ook de wespennesten weg die telkens weer in mijn tuin verschijnen, gewoon met een handdoek.
Minder leuk was dat m’n overbuurvrouw besloot om houtskool te maken. De zonnestralen filterden door de rook buiten. Het stonk allerverschrikkelijkst. Het was duidelijk te zien dat de rookwolk rechtstreeks mijn huis in ging. Mijn hele huis stond onder de rook, alles stonk, overal hing een rookgeur, het zag letterlijk grijs. Zeven dagen lang bleef mijn huis in de stank en rook staan, totdat het houtskool eindelijk klaar was.
Een van de eerste opdrachten die ik kreeg toen ik in 2011 bij Church World Service kwam werken, was het afronden van de registratie van CWS in Haïti. 11 jaar later kregen we eindelijk een uitnodiging van het Ministerie van Planning en Externe Coöperatie om deel te nemen aan een ceremonie waarbij we de papieren in ontvangst konden nemen. Dus op 10 augustus begaf ik me naar het ministerie. Op een grote tafel stonden naambordjes van organisaties en microfoons. Ik kreeg een plaats gewezen aan de tafel. We moesten lang wachten. We hebben al 11 jaar gewacht, dan kan nog eens anderhalf uur er ook wel bij… Ik kwam zowaar diverse bekenden tegen. Zij waren ook 11, 12 of zelfs 15 jaar bezig geweest met het proces van registratie. Eindelijk nam iemand het woord voor de inleiding. Hij vroeg excuses voor de vertraging in het proces, wat volgens hem te wijten was aan COVID-19 en de socio-economische situatie... Er klonk onderdrukt gegrinnik. COVID-19 is er pas twee jaar, onze dossiers liggen er al 11 jaar… We gingen staan, er werd een minuut stilte gehouden en het volkslied werd gezongen. Alle aanwezigen stelden zich voor. Daarna was de directrice van de afdeling voor niet-gouvernmentele organisaties heel lang aan het woord. Ze gaf een historisch overzicht van niet-gouvernmentele organisaties en vooral informatie over de wet die van toepassing is op het functioneren van deze organisaties. Drie ministeries zijn verantwoordelijk voor de erkenning van een organisatie. Al deze drie hebben onze papieren ondertekend. We kregen te horen wat onze verplichtingen worden met deze registratie, inclusief het jaarlijks indienen van plannen en verslagen bij de overheid. De volgende etappe bestond uit presentaties van alle aanwezige organisaties. Church World Service werd als eerste aangewezen. Na mij volgden de andere 10 aanwezige organisaties. Inmiddels had de directeur van het Ministerie van Planning zich bij ons gevoegd. Hij las een toespraak voor, waarna alle organisaties een voor een naar voren werden geroepen om de papieren in ontvangst te nemen. Het geheel werd op de foto vastgelegd, met de directeur en directrice, bij de Haïtiaanse vlag en het logo van het Ministerie. Vervolgens werden er groepsfoto’s gemaakt, om daarna af te sluiten met een maaltijd. Het proces is hiermee nog niet afgerond. Er werd ons gezegd om bij de Nationale Pers te gaan betalen voor de publicatie in de officiële krant Le Moniteur, maar bij aankomst aldaar kregen we te horen dat ons dossier nog niet binnen was. Dus wachten we nog maar wat langer... Dit is heel vervelend, want zonder registratie is er een heleboel niet mogelijk.
We mochten weer een jaar ouder worden. Aan het eind van de middag op mijn verjaardag ging ik naar familie Nelson, om deze dag bij vrienden te zijn. Op de terugweg naar huis zag Ulrick me voorbij komen. Hij maakt elke dag paté en hield me staande om me een paté mee te geven. Elk jaar op 11 augustus regent het. Zo ook dit jaar. We zijn dus nat geregend op de motor onderweg naar huis. We hebben nog even ergens staan schuilen. Twee dagen later ging ik opnieuw naar huize Nelson, nu om daar de jarige vader des huizes te feliciteren. En met z’n drie-jarige kleinzoon te voetballen. Zowel op de heen als de terugweg stond het verkeer muurvast in Fermathe, wegens lange rijen auto’s en motoren die wachtten op benzine bij de pomp. Die was nog niet eens open, maar omwonenden hadden gezien dat een truck de pomp bevoorraad had, dus ze gingen er vanuit dat de pomp wel gauw open zou gaan.
Op zondag ga ik ook per motor naar de kerk. Die zondag, 14 augustus, stond er een lange rij voor een pomp op Laboule. En dan echt heeeel lang. Zowel van boven op de berghelling als vanaf beneden op de helling. Het predikantsgezin was een half uur te laat bij de kerk wegens de files veroorzaakt door deze rij. De Bijbelstudie (over je geloof delen) moest daardoor ingekort worden. In deze kerk is het gebruikelijk om elke week de namen op te lezen van degenen die jarig waren in die week, waarna voor hen gebeden wordt. Dus nu werd er eens in Laboule voor Margot de Greef gebeden, in plaats van in Drogeham. Ik kreeg een geel lint opgespeld en er werd me een zakje met vijf snoepjes in de hand gestopt. Ik blijf genieten van de mooie zang, zowel van leden als van het koor, en leren van de Bijbelstudies. Andere onderwerpen van de afgelopen periode waren het belijden van zonde, verzoening en vergeving, en nu zijn we bezig met een serie over communicatie.
Ook voor de bouw van de school in Dos d’Âne levert het brandstoftekort problemen op. Het goede nieuws is dat de bouw eindelijk officieel van start is gegaan. Op 3 augustus waren William (ingenieur), Steven en Amost namens CWS aanwezig bij de ceremonie waarmee de bouw begon. Andere aanwezigen waren leerlingen, ouders, docenten, omwonenden, het schoolcomité, de burgemeester van Baie-de-Henne, wethouder, school inspecteur, en de directeur van het provinciale kantoor van het Ministerie van Openbare Werken. Met dit ministerie hebben we een samenwerkingsverband. Ze stellen materieel beschikbaar voor de sloop en transport. Na de nodige toespraken werd de bouw dan ook begonnen, niet met het symbolisch leggen van de eerste steen, maar met het slopen van de eerste muur van het bestaande gebouw, dat een gevaar vormde voor een ieder die zich erin bevond, vol scheuren. Een van de aanwezige leerlingen zei dat ze erg blij is met het werk dat begonnen is. Ze zei: “Ik was altijd bang dat de school op ons in zou storten. We konden niet met een gerust hart leren.” De school is opgericht in 1970 en heeft al heel wat generaties opgeleid. Het is tevens een officieel examencentrum, waar leerlingen uit omliggende dorpen examens komen afleggen. Iemand haalde eveneens een bekende tekst uit Spreken aan: “Kijk naar de mieren, hoe zij samenwerken, en laat ons zo samen hard werken om deze school te herbouwen. Ik ben trots op het werk dat gedaan gaat worden in ons dorp.”
Inmiddels is de sloop voltooid. Wegens brandstoftekort is de aankoop van bouwmaterialen een groot probleem. In heel Port-de-Paix zijn geen bouwmaterialen te vinden. In Gonaïves is slechts één leverancier gevonden die materialen en transport kan verzorgen. Wellicht kan met de truck van het Ministerie van Openbare Werken transport geregeld worden. Maar daarvoor is wel brandstof nodig, dus daarvan moet eerst een voorraad aangelegd worden. Samen met het Ministerie is eveneens een zandmijn gevonden, of beter gezegd een rivier waaruit zand opgegraven wordt, wat vervolgens gezeefd en gewassen wordt. Het is tevens de bedoeling dat het Ministerie een vijf-daagste training voor de bouwlieden gaat organiseren, waarbij ze een officieel diploma krijgen, maar dit is pas mogelijk als de veiligheidssituatie het toelaat voor personeel vanuit Port-au-Prince om naar Dos d’Âne te reizen. Het vliegveld in Gonaïves waar onze collega’s landen, laat ook te wensen over. Het is een stenen strook, waar koeien lopen en motoren rijden. Niet zonder risico dus. Er is altijd politie aanwezig als er een vliegtuig landt of opstijgt.
De school van Dos d’Âne mocht eveneens financiële steun in ontvangst nemen voor het betalen van achterstallige salarissen van docenten. Deze en twee andere scholen hebben vorig jaar een voorraad boeken ontvangen. Aan het eind van het schooljaar hebben de leerlingen de boeken netjes ingeleverd, zodat ze in oktober gebruikt kunnen worden voor de volgende lichting.
De afgelopen periode heb ik meermalen bij Patrick thuisgewerkt. In eerdere maanden kwam hij bij mij, nu ik bij hem. We wonen niet zo ver bij elkaar vandaan. Door de bochtige bergwegen is het in ‘normaal’ tempo een half uur rijden. Maar soms duurt het drie keer zo lang, zelfs op de motor. Dan staat het verkeer muurvast, weer wegens lange rijen vrachtauto’s, personenauto’s, taptaps, bussen en motoren die hopen dat een pomp opengaat, omdat ze hebben gezien dat er brandstof geleverd werd. Dan vormt zich een rij langs de weg en auto’s en motoren ernaast midden op de weg om er voorbij te komen. We stonden muurvast tussen de motoren, auto’s, vrachtauto’s. Uiteindelijk werd onze kant naar de rechterkant van de weg geduwd, zodat de rij van boven naar beneden kon rijden, al paste het maar net, over een steen, door de berm. De motoren om ons heen stonden dicht tegen ons aangedrukt, met spiegels in onze heupen. Een hoop herrie, een hoop mensen, een hoop commentaar.
De collega’s in Pestel klagen dat het eten zoveel duurder is geworden. Voor mensen zonder salaris is het vele malen erger. Zelfs één maaltijd per dag is soms niet haalbaar. Er zijn verhalen die onze collega’s te horen krijgen, taferelen die ze zien, waarvan je spontaan zou gaan huilen. In de verslagen van de partner organisaties wordt dat ook duidelijk, als de prijs van een maaltijd bij een training met 50% stijgt. Elke keer als we denken dat de situatie niet slechter kan worden, blijkt het toch nog erger te kunnen. Maar daarover een volgende keer meer.
Toen William naar het Noordwesten zou, kon hij niet reizen, want er werd geschoten bij Canaan. Mooie namen van niet zo vreedzame wijken. Het team dat betrokken is bij het werk na de aardbeving in Pestel, had de gelegenheid om gedurende drie dagen bijeen te komen op kantoor, voor een teamvergadering. Het was de eerste keer dat iedereen bij elkaar was. Hierbij werd de afgelopen periode geëvalueerd en een planning gemaakt voor de volgende maanden.
De vergaderingen van ACT Alliance vinden nog steeds veelal virtueel plaats. In Port-au-Prince is dat mogelijk, buiten Port-au-Prince niet, wegens gebrekkig internet en elektriciteit. Een nieuw lid (iemand uit Congo) vroeg me een gesprek om hem in te lichten over het hoe en wat. We hebben eindelijk het jaarverslag van 2021 afgerond. Er werd verder gewerkt aan verslagen en nieuwe plannen met IOM en Bahamas Psychological Association in de Bahamas. Ook is er een samenwerking van start gegaan met Caritas Antilles in het Caribisch gebied. We hebben verslagen geschreven over het werk in het Noordwesten op het gebied van migratie, klimaatverandering, landbouw en voedselveiligheid, voor diverse donateurs. Verder is er een verslag ingediend over schoolmaterialen en boeken die verstrekt zijn aan drie scholen in Pestel, dankzij steun van stichting van der Honing-Hoitinga.
Zaterdag 20 augustus nam m’n buurman Mike Kendy me mee voor een wandeling, als verjaardagsgeschenk... Hij weet dat ik van wandelen houd. We liepen richting de kerk, over iemand z’n erf, we bekeken een stuk grond waarop stenen muren zijn gebouwd voor bodembescherming. Hier en daar was een koe vastgebonden. We daalden een smal pad af naar de droge waterstroom in het ravijn. Aan de andere kant klommen we de helling weer op. Een smal pad met losse stenen en prachtige uitzichten. We keken uit op Fort Jacques en konden zelfs de school in Grande Savane zien. Er waren allemaal kleuren bloemen te zien, al noemde Mike Kendy ze onkruid: oranje, paars, geel, rood. We liepen langs dennenbomen en kwamen uiteindelijk op een breder pad uit, in de buurt van Corail, met zicht op een zandmijn. De weg draaide, waardoor we het meer konden zien richting de Dominicaanse Republiek, Mòn Kabrit, en de zee langs de weg naar het noorden. Op een bankje zaten we uit te kijken over de omgeving. We zagen verlaten kranen, waar geen water meer uit komt. Uiteindelijk kwamen we uit bij Drouette, Kenscoff. We liepen door Kenscoff en verder naar huis. Het was een mooie wandeling. Toen we door Kenscoff liepen, kwamen we mensen in nette kleren tegen, wat duidde op de aanwezigheid van een adventistengemeente. We kwamen ook langs de katholieke kerk, langs een poging om een park/plein op te zetten, en langs de markt. Een mooi verjaardagsgeschenk. En mooi dat het kan, hier. Onvoorstelbaar te bedenken wat er in Cité Soleil en Croix-des-Bouquets gebeurt, op nauwelijks 35 kilometer afstand. Hier is het vreedzaam, we kunnen zonder problemen wandelen. In Croix-des-Bouquets waren overstromingen na regen. Een moeder en twee dochters werden gedood en verbrand in een auto. Verschrikkelijk.
Hierover las ik ook een verslag van mensenrechtenorganisatie RNDDH, over 52 vrouwen die zijn verkracht in Cité Soleil. Persoonlijke verhalen van vrouwen verkracht in bijzijn van hun kinderen, nadat hun echtgenoten voor hun ogen waren vermoord. Te gruwelijk voor woorden. Wat mankeert mensen? Bandieten hebben de kathedraal geplunderd en deels in brand gestoken. Een politieagent is op zondag vermoord toen hij naar de kerk ging in Croix-des Bouquets. Mensen zeiden zelfs dat het zijn eigen schuld was, omdat hij zich inzet tegen bendes. Maar dat is zijn werk als agent! Twee journalisten zijn gedood tijdens verslaggeving in Cité Soleil. Een medewerker van telefoonmaatschappij Digicel werd vermoord bij een poging om haar te ontvoeren. Er zijn zelfs twee mensen ontvoerd uit een boot. Ook in de buurt van Tibwadom/Gwo Mòn neemt het aantal ontvoeringen toe. Criminelen drongen een huis binnen in Pétion-Ville. Ze hebben man en vrouw vermoord, het huis leeggeroofd en in brand gestoken. Een kind van 4 jaar heeft het overleefd. De reden: conflict over grondbezit.
Meer en meer mensen proberen het land te verlaten, vaak op gevaarlijke en illegale wijze. Een boot onderweg van de Bahamas naar Miami zonk, waarbij 17 passagiers stierven. 25 werden gered. Een paar dagen later overleden vijf migranten tussen de Dominicaanse Republiek en Puerto Rico. Nog een week later werden 113 migranten opgepakt bij de kust van Florida. Tussen januari en juli 2022 heeft de Dominicaanse Republiek 57.765 Haïtianen teruggestuurd naar Haïti.
En dan klinkt op zondag een preek uit 1 Petrus 2:11-12 over goede werken en het loven van God, over het leven in een vijandelijke wereld, waarin wij niet anders dan vreemdelingen, reizigers zijn. Waar we het werk hebben te doen dat God ons vraagt te doen. Waar we gevloerd kunnen worden, beproevingen kunnen ondergaan, we kunnen ons zwak en onkundig voelen, maar dat is tijdelijk, we zullen weer krachtig worden. Een andere preek klonk uit Johannes 3:16, waarbij gesproken werd over het lijden dat we te lijden hebben, maar desondanks: raak niet ontmoedigd. “Verblijd u in de hoop. Wees geduldig in de verdrukking. Volhard in het gebed.” (Romeinen 12:12) Toen Patrick de leiding had over een dienst, zei hij dat gezien de omstandigheden we alle reden hebben om niet meer in leven te zijn, in dit land. Er moet een reden zijn dat we er toch nog steeds zijn. ’s Middags wordt er begonnen met handwerken met de jeugd van de kerk, om ze dingen te leren zoals haken.
Vaak staan er dus files onderweg van en naar de kerk, wegens de rijen bij de benzinepompen. Dan staat de weg rijendik, het ziet zwart van de mensen, velen met een gele benzinetank in de hand, het is een gedrang en een herrie. Soms zie ik op de terugweg van de kerk naar huis mensen op nog precies dezelfde plaats in de rij staan als waar ze stonden op de heenweg naar de kerk. Soms zie ik restanten van verbrande autobanden, na protesten. Ik heb al heel wat zondagen geen taptaps meer gezien bij Laboule 12; geen brandstof. Laatst hield de politie ons aan op de motor, toen we bij de kerk vandaan kwamen. Ik zat achterop, maar hij vroeg ook mijn identiteitsbewijs, wat ik niet bij me heb als ik naar de kerk ga. Hij maakte een grapje en zei dat hij me moest arresteren. Ik moest iemand de rechter- en linkerhand schudden, waarop de agent zei: je voeldoet aan de eisen, je kunt gaan... Alles kan hier.
Twee huizen verderop in Guibert is ook een kerk. Laatst bedachten ze in het huis naast de kerk dat het tijd werd om een voodoo ceremonie te organiseren. Die nacht hebben we weinig geslapen. Van vijf uur ’s middags tot vijf uur ’s ochtends klonk er muziek en getrommel. Hoe houden ze het zolang vol? De volgende dag begon het nog vroeger, om twee uur ’s middags al. Het ging tegen elkaar in; muziek van de voodoo ceremonie en muziek aan de andere kant waar elke avond een hapje en drankje verkocht wordt. Alleen toen kwam er onenigheid bij de ceremonie en viel de rest in het water.
Er is de laatste tijd ook veel regenwater gevallen. Als het hard regent en onweert, zijn de bergen onzichtbaar en is alles grijs. Het reservoir is tot de rand gevuld en er kan geplant worden op de akkers. De andere kant van het verhaal is dat veel regen hier algauw tot overstromingen leidt. Dus in Arcahaie werden 14 huizen vernield in de regen, 65 beschadigd, gewassen en dieren weggesleept.
Dit jaar zijn er 15 gevangenen van honger overleden in gevangenissen in Les Cayes, Jacmel, Mirebalais en Petit Goave. Er is nog steeds geen voortgang omtrent het dossier van de moord op president Jovenel Moïse. Inmiddels is men op zoek naar een zesde rechter voor het dossier.
Om positief te eindigen: een expeditie van Haiti National Trust heeft een magnolia plant gevonden die al 97 jaar verdwenen was en waarvan men dacht dat die uitgestorven was.
Een volgende keer meer over de huidige, droevige, extreem moeilijke situatie in het land.
-
04 Oktober 2022 - 01:12
Nicole:
Allereerst dikke ficiat chica vanuit Spanje!
Heb nog twee reizen en dan zit het seizoen erop.
Mbt de jong overledenen?
Allen gevaxt?
Komt helaas te vaak voor momenteel...
Dank voor de update en let op jezelf...
Op naar je volgende verjaardag!
Reageer op dit reisverslag
Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley