Begin bij Church World Service Haïti
Door: Margot de Greef
Blijf op de hoogte en volg Margot
25 Oktober 2011 | Haïti, Port-au-Prince
Terug in Haïti. Zaterdag 8 oktober ben ik van Newark naar Port-au-Prince gevlogen, waar ik werd opgewacht door Joseph. Hij reed direct met me naar Thomassin. Helaas heb ik net de ceremonie en receptie van de huwelijksvoltrekking van Kurt en Wilda gemist, maar in ieder geval heb ik ze nog kunnen begroeten. We haalden nog wat gasten op en vervolgens bracht Joseph ons ieder naar huis. Een vertrouwde en bekende wereld; mijn bed stond klaar, m’n kleren lagen er, de boeken stonden in een kastje. De overgang ging weer als automatisch. Veel mensen vragen me of dat niet raar is. Het zijn inderdaad twee totaal verschillende werelden, maar juist doordat de context zo anders is, schakel ik als vanzelf om. Heen en weer tussen twee bekende werelden. We wonen met z’n vieren op de bovenverdieping van een drie verdiepingen tellend gebouw; twee zussen, mijn petekind en ik. Ik werd verwelkomd met een Haïtiaanse maaltijd.
Van het rustige platteland weer naar een drukke stad, vol mensen en verkeer. Van goede wegen naar gaten en kuilen. Van bewegwijzering naar niets, wat vooral Garly ook opviel. Ik reis voornamelijk per taptap nu, die altijd vol mensen en spullen zitten, van emmers en manden tot matrassen, deuren, geiten of kippen. Van onopvallend ga ik weer naar opvallend, met mijn blanke aanwezigheid. Van stromend, warm water naar emmers water halen uit het reservoir op de begane grond en de trap opsjouwen. Van 24 uur per dag elektriciteit naar duister en geen stroom. Van lang licht naar vroeg donker. Van een vlak land naar het land van bergen. Van herfst naar zomer. Terug bij de muizen, kakkerlakken en mieren. Maar ook; terug onder bekenden. Ik ging naar Meyot, waar het een goed weerzien was met de buurtbewoners. Toen ik bij Garly’s huis aankwam, juichten de jongens mijn naam en sprongen in mijn armen. Van thuis naar thuis. Ik maakte kennis met Garly’s jongste, pasgeboren zoon, die me helder aankeek en ik dacht aan mijn nichtje Mathilda van dezelfde leeftijd. In Nederland keek Garly in de ogen van Mathilda en dacht aan zijn zoon Carlyntz.
De zondag na aankomst ging ik naar de kerk, l’église de Dieu de Boulard. Ook daar was het een hartelijk weerzien en werd ik enthousiast verwelkomd en begroet. Als eerste lied werd er gezongen ‘Groot is Uw trouw o Heer’, een van de liederen die ook werd gezongen bij de CGK in ’s Gravenzande toen ik daar op een avond sprak. Verbonden door landen, culturen, talen en afstanden heen.
Er zijn een aantal tentenkampen verdwenen en markten verplaatst. Verder blijft het een bekende wereld, maar toch heb ik maar één vaderland; Nederland, waar ik twee hele fijne en goede maanden heb gehad. Maar nu is het dus weer tijd om aan het werk te gaan. Maandag 10 oktober was mijn eerste werkdag bij Church World Service. De nacht tevoren werd ik wakker met buikpijn, ik was draaierig, had diarree en heb overgegeven. Maar je kunt je moeilijk ziek melden op je eerste werkdag, dus ik heb iemand opgebeld om te vragen of die mij naar het werk kon brengen. Dat heeft hij gedaan. Binnen een uur echter vond ik mezelf terug op de betegelde vloer van de wc; ik was flauwgevallen en lag in mijn eigen braaksel. Dus dat was wel de beroerdste manier om een nieuwe baan te beginnen. Ik ben gelijk weer naar huis gebracht en heb de rest van de dag in bed gelegen. De volgende dag ben ik voorzichtig aan weer begonnen. Ik was gevraagd om samen met de rest van het voormalige hulpgoederen comité naar MCC te komen voor een evaluatiegesprek. Het was een goed, enthousiast weerzien en onthaal met de oud-collega’s. Tegelijk ook kennismaking met enkele nieuwe medewerkers bij MCC. Van mijn oud-collega Eclane, de kok, kreeg ik een prachtig mooi geschenk; een kleurrijke, lokaal gemaakte aardewerken vaas in de vorm van een schelp. Het is des te kostbaarder aangezien ik weet dat de gever niet geeft vanuit rijkdom. Een teken van wederzijdse waardering.
Dinsdagmiddag ging ik opnieuw naar het kantoor van Church World Service (CWS) voor mijn inwerkperiode/oriëntatie. Mijn leidinggevende is gevestigd in Amerika en was hier om mij in te werken. We hebben partner organisaties bezocht, algemene onderwerpen besproken, etc. CWS is lid van Act Alliance, een internationaal samenwerkingsverband van kerken/kerkelijke organisaties. Daarvan woonden we een vergadering bij en ik heb kennis gemaakt met andere leden, waaronder Norwegian Church Aid, Lutheran World Federation en Finn Church Aid. CWS heeft vier partners in Haïti; SCH, FOPJ, SKDE en ASR. SCH staat voor Service Chretien d’Haïti. Zij hebben een programma lopen voor o.a. integratie, psychologische steun, training, materialen en geld voor mensen met een handicap. Een Cubaans echtpaar heeft daar de basis voor gelegd. Onze gesprekken vinden plaats in een interessante combinatie van talen. Het waren lange oriëntatie dagen, waarbij ik pas in de loop van de avond thuis kwam. We bezochten FOPJ, een organisatie die ook partner van MCC is en ik op die manier al ken. Zij hebben een school met basisonderwijs voor restavèk kinderen (die niet bij hun familie wonen en als slaven worden gebruikt in hun gastgezinnen) en beroepsonderwijs voor voormalige gang leden, alleenstaande tienermoeders en andere kwetsbare doelgroepen. Anba Sistèm Restavèk (ASR) is een netwerk van 18 leden die allemaal werkzaam zijn op het gebied van restavèk/kindslaven. SKDE is eveneens een partner van MCC en dus ook al bekend voor mij. Toen we daar waren, bleek Radio Lumière er die dag te gast te zijn en zo woonden we onverwacht een radio uitzending bij. MCC, CWS, SCH en SKDE hebben gezamenlijk een project waarbij huizen van gehandicapten worden gerepareerd. Daarnaast werken CWS en SKDE samen met 13 coöperaties in het Noordwesten en Artibonite, op het gebied van landbouw, veeteelt en microkredieten.
Vorig weekend heb ik de boel op m’n kamer wat verder georganiseerd. Wat opruimen, boodschappen halen, kleren wassen, vergadering KDRe, naar de kerk, op bezoek bij enkele vrienden, enz. Weg is het gemak van de wasmachine, de koelkast en vriezer… Vorig jaar oktober was ik in Akron, om te vertalen voor drie collega’s. Ook dit jaar zijn er weer meerdere MCCers naar de oriëntatie in Amerika vertrokken. Voor de eerste keer weg uit Haïti, een andere wereld in.
Maandag 17 oktober is hier een nationale vrije dag; de sterfdag van Dessalines. Wij hebben onze oriëntatie wel gewoon voortgezet op die dag. Aangezien we nogal verspreid zitten op de aardbol, vinden een aantal afspraken plaats via skype. ’s Avonds woonde ik een afscheid bij van Anne, een oud-collega van MCC. Het blijft een gaan en komen.
Dinsdag hebben we een deel van een housing symposium bijgewoond, over onderwerpen als bouwwijze, bouwmateriaal, methodes van informatie verzamelen, etc. Mooie theorieën, vele deelnemers. Nu de praktijk. Er werd in Engels, Frans en Creools gesproken. Ik trof zowaar een Nederlander. ’s Avonds ontmoetten we SSID, een partner van CWS in de Dominicaanse Republiek. Toen ging het gesprek over in het Spaans. Vijf talen op één dag. Overigens was ik erg blij met het bezoek uit het buurland. De oplader van mijn laptop werkte niet meer. Ik ben hier bij enkele computerzaken wezen informeren, maar ze konden er of niet aan komen, of er zat ruim drie weken levertijd op. Dus onze partner in de Dominicaanse Republiek is daar naar de winkel gegaan waar de kabels op voorraad zijn en heeft er een voor ons meegenomen. Ook daarin verschillen.
Woensdag was mijn laatste dag van oriëntatie. Donderdagochtend heb ik mijn leidinggevende, Aaron, naar het vliegveld gebracht. Ons kantoor is gevestigd in een guesthouse, met ons als enige huurders. Het is een kleine staf; collega Raoul en ik. Raoul is verantwoordelijk voor monitoring van huizenbouw en reparaties en ik draag de algemene verantwoording voor CWS in Haïti, samen met Aaron. Dus het contract is getekend, mijn bureau is geïnstalleerd. In mijn eerste dagen alleen heb ik enkele partners bezocht om wat documenten te tekenen. Zo kwam ik ook bij MCC, waar ik werd uitgenodigd om te blijven eten voor het feestmaal van een jarige. Fijn dat er zulke goede relaties blijven, dat is heel wat waard.
Ook afgelopen weekend stond in het teken van contacten. Na een rustig begin van de zaterdag thuis (afgezien van een telefoontje om half zes ’s ochtends) ging ik onaangekondigd op bezoek bij het gezin van Joseph, die zelf op dit moment in Akron is. Zijn beide kinderen riepen enthousiast ‘Margot!’ en renden op me af. Zijn vrouw is zwanger. Toen ik wegging gaf ze me een aantal platanen mee (bakbananen), aangezien ze weet dat ik die lekker vind en omdat ze me niet met lege handen wilde laten gaan. Een Amerikaanse oud-collega van me schreef laatst op haar website over de nederigheid van ontvangen. Veel buitenlanders komen naar Haïti met het idee van geven, van uitdelen. Maar dat is niet altijd respectvol of juist. Het is geen eenrichtingsverkeer. Geven is een grotere zegen dan ontvangen, zeggen veel Haïtianen. En zo geven ze van het weinige dat ze hebben.
Ik vervolgde mijn bezoekronde met een visite bij Marylynn en haar 5 maanden oude dochter die in het ziekenhuis lag. Even fijn bijpraten met een Canadese oud-collega. Ik ging naar huis en vertrok ’s middags met huisgenoot Ketty en haar zoon Olivier naar het gezin van oud-collega Hervé. Zijn gezin was wel op de hoogte van mijn komst. Ook daar wachtte ons een hartelijk welkom. De kinderen waren blij dat we op bezoek kwamen, vertelde hun moeder. We mochten niet weg zonder dat we rijst met bonen en verse vruchtensap gegeten en gedronken hadden. Ook daar gold weer ontvangen.
Zondagochtend ging ik naar de kerk. We bleven een tijd napraten in de pastorie, met diverse kleine kinderen erbij. ’s Avonds was ik bij Garly’s familie, waar ik bleef slapen. Gisterochtend voor werktijd bracht ik de beide oudste jongens naar school. Een van hen zei tegen me: “Later als ik groot ben, bouw ik een huis naast jouw huis.” Wat wil je nog meer?
Thuis hebben we het gezellig met z’n vieren. Ook de jongste blaag van 10 maanden zorgt voor veel vertier en komt gezellig spelen, brabbelen, maar ook de boel overhoop halen. Aangezien reizen hier ’s avonds lastig is, bleef ik afgelopen week al eerder bij Garly’s familie slapen toen ik daar op avond was. Zo worden bestaande contacten versterkt en nieuwe gelegd. Mijn verblijfsvergunning is weer verlengd, dus ik mag nog even blijven… Iemand zette me laatst aan het denken door een gesprek over ‘resilience’ (veerkracht/buigzaamheid/flexibiliteit). Resilience hangt af van sociale contacten; de mensen die op je levensweg komen. Waarom leven we met elkaar? Wat kunnen we van elkaar leren? Hoe kunnen we elkaar dienen?
-
25 Oktober 2011 - 14:50
Gerda:
Weer terug in Haïti!
Heel veel succes bij je nieuwe werk.
Groetjes,
Gerda -
26 Oktober 2011 - 06:00
Peter Alma:
hoi macho is het goed daar?
goed / slecht
hier is het goed
PETER ALMA ddddddooeeiii -
27 Oktober 2011 - 13:11
Nicolien:
jee...ze zeggen altijd "een goed begin is het halve werk", maar hopelijk is het dit keer dan een uitzondering: tjonge wat een begin van je werk!
Mooi dat iedereen weer zo blij is dat je terug bent!! Fijn dat je dat niet allemaal weer opnieuw hoeft op te bouwen en "alleen' een andere baan hebt om aan te wennen. En wat een mooi vooruitzicht; 1vd mannen die naast je komt wonen later!! :)
Heel veel plezier en succes weer! Groetjes aan iedereen!
xnic
Reageer op dit reisverslag
Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley