Brazilië en Bolivia
Door: Margot de Greef
Blijf op de hoogte en volg Margot
10 April 2012 | Haïti, Port-au-Prince
Ondanks het feit dat Brazilië de 6e wereldmacht is, kent het land wel degelijk armoede en ongelijkheid, vooral in verdeling van middelen. Ook in de stad is er onderscheid tussen de hoogbouw en smalle, lage huizen in de buitenwijken. Van staat tot staat zijn eveneens grote verschillen. In Sao Paulo is veel industrie te vinden, veel fabrieken, waaronder productie van auto’s, maar ook vele banken. Grappig weetje; Sao Paulo is eveneens de stad met de grootste hoeveelheid privé helikopters ter wereld. Uiteraard is er in zo’n miljoenenstad ontzettend veel verkeer, met daarbij behorende files. Die kun je in de lucht mooi ontlopen.
Maandag begonnen we met een bezoek aan een Islamitisch centrum in São Bernardo do Campo, waar we bij de begroeting gelijk leerden dat vrouwen enkel vrouwen de hand schudden en mannen enkel mannen. We kregen een rondleiding door het centrum en ook door de naastgelegen moskee. We trokken onze schoenen uit om de moskee in te gaan, een lege ruimte met op het tapijt lijnen die de richting van Mekka aangeven, waarin vijf keer per dag gebeden wordt, de mannen beneden en de vrouwen boven. Aansluitend hadden we een gesprek met enkele van de medewerkers van het centrum. Interessant om nader tot elkaar te komen en te weten dat religie geen barrière hoeft te vormen. Samenwerking en respect, ondanks verschillen, zijn heel belangrijk. Ze zijn zeer geïnteresseerd om meer met ons samen te kunnen werken in Haïti. Bij vertrek kregen we een bijzonder geschenk overhandigd; de Koran.
Van de moskee gingen we naar het voetbalstadium in São Bernardo do Campo; 1 de Mayo, met een capaciteit van zo’n 15.000 personen. We hebben een balletje getrapt, doelpunten gescoord, voetbalshirts meegekregen voor het jongensteam van een van de leden van ASR. Dus van de moskee naar een doelpunt maken in een voetbalstadium en vandaar de stad uit, om met een veerpont het water over te steken. We lieten de uitgestrekte stad eindelijk achter ons, de omgeving werd groener, tot we bij een kunstmatig meer kwamen, aangelegd voor de watervoorziening van de stad, zo’n 80 jaar geleden al. We staken te voet over met de veerpont. Onze trouwe begeleider van Meninos schudde een vrucht uit een boom en liet ons die proeven. Hij leidde ons naar een restaurant in de bossen aan het water, een plaats waar stadsbewoners komen vissen als ze gestresst zijn, om te ontspannen.
Vervolgens gingen we naar de theologische faculteit van de Methodisten universiteit in São Bernardo do Campo. Daar hadden we opnieuw een gesprek, uitwisseling van vragen, over de situatie in Haïti en restavèk. Deze universiteit maakt deel uit van een netwerk van methodisten universiteiten die ook Haïtiaanse studenten ontvangen. Daarna kregen we een rondleiding over een deel van de campus. Van de baptistenkerk naar de moskee en een methodisten universiteit. Niet te vatten zoveel indrukken.
’s Avonds reed de chauffeur van Meninos ons naar de faculteit sociale wetenschappen van de universiteit van Santo André, een van de drie zogenaamde ‘ABC’ steden; Santo André, São Bernardo, São Caetano do Sul. Op deze faculteit spraken we met studenten over de situatie in Haïti, afhankelijkheid van het land in politiek, sociaal en economisch opzicht, aanwezigheid van Minustah/Braziliaanse soldaten in Haïti, solidariteit, politieke crisis, landbouw, industrie, etc. Ook kregen we de kans om vragen te stellen aan de Brazilianen, waarbij o.a. gesproken werd over de verdeling van rijkdom en ongelijkheid in dit land met 200 miljoen inwoners. Opnieuw een interessante uitwisseling. Na afloop boden de studenten de delegatie uit Haïti een groot schilderij aan, het werk van een van de studenten aan de universiteit. Van half negen ’s ochtends tot elf uur ’s avonds op pad. Een marathon.
Dinsdag begonnen we met een bezoek aan een syndicaat/unie in Santo André; CUT, Central Única dos Trabalhadores. Een belangrijke ontmoeting met een stuk of 15-20 afgevaardigden van diverse specialiteiten, waaronder een collectief tegen racisme. Na een algemene presentatie door de delegatie over de context in Haïti, werd er ook hier uitgebreid gesproken over de aanwezigheid van Brazilianen en Minustah in Haïti, over restavèk, herbouw, etc. Veel mensen hebben geen goede informatie over de situatie in Haïti. Dit zijn ontmoetingen en bijeenkomsten waarbij belangrijke zaden gezaaid worden die in de toekomst vruchten kunnen gaan afwerpen, zo bevestigde Meninos.
Na een lunch in een restaurant met specialiteiten uit het Noordoosten van het land (ook op culinair gebied heel wat ‘ontmoetingen’), reden we naar de gemeente van São Bernardo, waar we met 3 medewerkers in gesprek gingen over geweld, sociale hulpverlening, het werk van de gemeente/plaatselijke overheid omtrent mensenrechten, vooral met kinderen en families, bescherming en Braziliaanse wetgeving daaromtrent. De delegatie vertelde over hun werk in Haïti. We hoorden over werk en problemen rondom gelijkheid tussen rassen, mannen en vrouwen, gehandicapten en ouderen, toegang tot school, gezondheidszorg en werk, discriminatie tegenover de zwarte bevolking, salarisverschillen, etc. Brazilië kent een diversiteit aan huidskleuren en religies. De meeste mensen stammen af van drie groepen die zich onderling vermengd hebben; Indianen, blanken/Europeanen en Afrikanen. Toch bestaat er een subtiele manier van racisme, op indirecte wijze. Er is bijvoorbeeld een groot salarisverschil tussen blanke mannen en zwarte vrouwen.
Vandaar bezochten we het kantoor van Projeto meninos e meninas de rua, in 1983 opgericht en sinds 1989 partner van CWS. Projeto meninos heeft als 2 hoofddoelen het werken met straatkinderen en het verdedigen van mensenrechten van kinderen en adolescenten. We horen verhalen over kinderen die gedood zijn door politiegeweld, over drugsverslaving en ander geweld. Meninos organiseert activiteiten met straatkinderen en hun families, doet aan mobilisatie en werkt vanuit centra in Diadema, Guarulhos en São Bernardo. Het team bestaat uit enthousiaste, energievolle jonge mensen die de straat op gaan om kinderen te zoeken in de situatie waarin ze zich bevinden, hun vertrouwen winnen, hun vrienden worden, sociaal onderwijs geven. Ze organiseren activiteiten in het centrum voor ze, waar ze deelnemen aan gesprekken, of zich kunnen douchen en kunnen eten. Ook bezoeken ze de families van de straatkinderen.
Na het gesprek met Markinhos, coördinator bij Meninos, had zich jeugd verzameld met wie we vervolgens nog een gesprek hadden. De delegatie vertelde over de situatie in Haïti en de Brazilianen vertelden over hun project ‘forum hiphop’ en hun activiteiten en werk met kinderen en families, over migratie van Haïtianen naar Brazilië wat momenteel een groot vraagstuk is in het Amazonegebied, etc.
In Sao Paulo kunnen alle vier seizoenen in een enkele dag voorbijkomen, zo werd ons gezged. Dat hebben we gemerkt. Van winterse kou via lente en herfst tot zomerse warmte. De delegatie werd verbaasd door de hoeveelheid mensen die roken, piercings hebben, dreadlocks/rasta en tatoeages, wat in Haïti niet kan bij christenen. Culturele verschillen.
Woensdagochtend kwamen onze trouwe begeleiders Willian (chauffeur) en Markinhos ons weer halen. Op verzoek van de heren bezochten we een voetbalstadium in Sao Paulo, met 40.000 zitplaatsen. We reden meer dan een uur door de stad, waarbij we langs Avenida Paulista kwamen, een bekende, brede straat, vol hoge gebouwen, banken etc. Het financiële centrum van de stad. Bij het stadium is een voetbalmuseum, dat ook voor mensen die weinig weten van voetbal best interessant is. Veel te zien en doen, mooi opgezet. Een indruk van kleedkamers, de tunnel doorlopen het veld op, oude radio en televisie uitzendingen, via grote schermen werd een idee gegeven van de mensenmassa tijdens een wedstrijd, vele foto’s, een 3d voetbalsessie met Ronaldinho, tafelvoetbal, doelpunten scoren, een historisch overzicht, etc.
Na ons culturele bezoek aan iets dat onlosmakelijk deel uitmaakt van de trots en geschiedenis van Brazilië, reden we naar een heel andere bestemming; Tenonde Porã, een Indianen dorp waar de tolk woont die ons begeleidde. In het dorp woont de stam Guarani Mbya. Voor we daar waren, kwamen we langs het circuit waar de grand prix van Sao Paulo wordt gereden.
Eindelijk maakten de stad en gebouwen plaats voor meer groen, bomen, water en heuvelachtig landschap met ranches. De weg werd onverhard en uiteindelijk kwamen we dan aan in het dorp met 900 inwoners, niet ver bij Colonia Paulista vandaan. We bezochten de school en een gebouw waar mensen elke avond bijeenkomen om advies te krijgen van de leiders/wijzen en om een helende pijp te roken. De gemeenschap leeft samen als één en ze houden hun cultuur en taal goed in stand. Onderling wordt enkel Guarani gesproken. Mooi dat deze oorspronkelijke bevolking van Brazilië er nog is, anders dan in Haïti waar alle oorspronkelijke bewoners zijn verdwenen.
We gingen weer terug naar São Bernardo, via een andere route dan de heenweg, door de bossen en met een veerpont een meer oversteken. Volgende bestemming was opnieuw het centrum van Projeto Meninos e Meninas de Rua, waar we met Markinhos een evaluatie hadden van de afgelopen dagen. Stuk voor stuk konden we niet anders dan heel positief zijn over deze uitwisseling, met overal bijzondere en goede ontmoetingen. Een vol programma van lange dagen met verrijkende vergaderingen en bezoeken. Bijzonder om op zo’n manier kennis te kunnen maken met het land en de organisatie. Met Brazilianen Brazilië door leer je heel wat meer dan als toerist.
Ter afsluiting gingen we met enkele andere Meninos medewerkers naar Tendall grill, een restaurant waar telkens iemand langskomt met een andere soort vlees. Ze houden wel van vlees, evenals van yuca, kaas, chocola en rijst met bonen.
Om twee uur die nacht vertrokken mijn drie medereizigers terug naar Haïti. Ik zei ze gedag en kroop mijn bed in. Het verhaal van een van mijn medereizigers heeft me erg getroffen. Zijn huis is vernield in de aardbeving van 12 januari 2010, zoals zovele huizen. Zijn gezin is gelukkig ongedeerd gebleven. Maar waar slapen ze nu? In het kantoortje bij de school die hij leidt en waar kinderen les krijgen onder zeildoeken in plaats van in een gebouw. Deze man heeft geen huis, laat zijn gezin achter om voor het eerst van zijn leven het eiland te verlaten waar hij is opgegroeid en is te gast in een hotel waar we voorzien zijn van alle gemakken, hoewel de hoogte van het gebouw herinneringen oproept aan angsten voor aardbevingen. Het is moeilijk om dingen met elkaar te rijmen.
Ook voor mij zat de bijzondere, verrijkende ervaring en uitwisseling in Brazilië erop, maar nog niet mijn verblijf in Zuid-Amerika. Die middag, donderdag 29 maart, vloog ik via Santa Cruz naar La Paz, Bolivia, om een bezoek te brengen aan oud-klasgenoot Trinke Miedema die daar samen met een Boliviaans gezin het project Por todo el mundo heeft opgezet.
Bij aankomst in La Paz werd ik verrast door de mededeling dat de temperatuur 6°C bedroeg. Die lage temperatuur komt door de hoge ligging van de stad, de hoogst gelegen hoofdstad ter wereld, op een hoogte van bijna 4 km. Ik werd opgewacht door familie van het gezin bij wie Trinke woont, die me mee namen naar huis (zonder verwarming), waar ik hartelijk en gastvrij ontvangen werd en gelijk de plaatselijke broodspecialiteit te eten kreeg. Zelfs in het donker leek de stad indrukwekkend tijdens onze korte rit van El Alto naar La Paz, hoog in de bergen gelegen, overal lichtjes op de hellingen volgebouwd met huizen.
Ik bracht de nacht door in La Paz bij dit gezin, om de volgende dag met de heer des huizes per taxi naar Caranavi te reizen. Een afstand van zo’n 150 km, af te leggen in ongeveer 4 uur tijd. De stad uit, met z’n vele huizen opgetrokken uit rode stenen en vele mensen in traditionele kleding. Bolivia telt maar liefst 36 officiële talen en volkeren. Mooi dat deze tradities in stand gehouden worden.
Een schitterende route door prachtig gebergte. Eerst nog verder steigen, tot het hoogste punt van 5200 meter, om vervolgens uiteindelijk tot zo’n 600 meter te dalen. Veel groen, bomen, bossen, watervallen, lama’s in de hoge bergen, hier en daar adobe huizen, veel bochtenwerk, af en toe een tunnel. Wat een gebergte. De eerste paar uur is de weg verhard, maar het laatste stuk is nog onverhard. Daar wordt aan de weg gewerkt, die op bepaalde stukken smal is en bij regen onbegaanbaar door modderstromen.
De temperatuur steeg met het dalen van de hoogte. Onvoorstelbaar dat je in zo korte tijd van koud naar warm kunt gaan. Vier uur na vertrek uit La Paz kwamen we aan in Caranavi, waar we naar huize Trinke liepen, een huis in aanbouw in alle rust gelegen in de groene bergen, vlakbij een rivier. Ironisch genoeg is er meer infrastructuur op het platteland van Bolivia dan in de hoofdstad van Haïti; aansluiting op elektriciteit (24 uur per dag), stromend water, warm water. De huidige president, Evo Morales, werkt veel op het platteland.
Een fijne, rustige tijd gehad bij Trinke en haar Boliviaanse familie. Genieten van de rust en natuur, een groot verschil met de stad. Spelletjes doen, naar de rivier, in het water stoeien, met kinderen spelen, lekgestoken worden door muggen, met z’n allen in Trinkes kamer slapen, wandelen in een heerlijk rustige, groene omgeving waar de bergen vol bomen staan, anders dan de kale, ontboste bergen van Haïti. Langs en door waterstromen wandelen, met kleurige vlinders, grote mieren, kleine muggen en zo hier en daar koeien.
Zaterdag liet Trinke me het dorp Caranavi zien, waar zij buiten wonen. Het dorp is aan een rivier gelegen, telt vele winkeltjes, heeft een centraal dorpsplein waar mensen rustig onder de bomen zitten, en er is twee keer per week markt. Ook is er zowaar een bank waar je zomaar kunt pinnen (dat is in Port-au-Prince niet zo eenvoudig).
We bezochten het meisjeshuis van Casa de Esperanza, een kindertehuis opgezet door Piet en Marijke Punt. Vervolgens gingen we met de hele familie naar Casa de Esperanza, een eindje buiten het dorp gelegen, de berg op. Cesar en Evelin, het echtpaar met wie Trinke Por todo el mundo heeft opgericht, werkten voorheen in dit kindertehuis (www.casadeesperanza.info) en ook Trinke heeft er een jaar gewerkt. In die tijd is hun idee ontstaan voor Por todo el mundo, waarbij ze blokhutten hopen te bouwen waar gasten in kunnen verblijven om te genieten van de mooie natuur. Ze willen activiteien aanbieden voor gehandicapten en begeleiden moeilijk lerende kinderen. Zie voor meer informatie over hun project: www.portodoelmundo.com.
Casa de Esperanza is een keurig en ruim opgezet kindertehuis op een uitgestrekt terrein, met 6 woonhuizen buiten het dorp en twee in het dorp, waar in totaal zo’n 80 kinderen wonen. Het mooie is dat de kinderen in het dorp naar school en naar de kerk gaan. We hobbelden ’s avonds laat achterin de laadbak van een Kia terug naar huis.
Zondagochtend werd inderdaad een deel van de kerk gevuld door de kinderen van Casa de Esperanza. Een evangelische gemeente. Voor de derde opeenvolgende zondag in een kerk in een ander land, waar dezelfde God wordt aanbeden in een andere taal. Hij is de enige Die alle talen spreekt, alle landen kent en alle mensen doorgrondt.
Zowel in Brazilië als in Bolivia is de kleding een stuk informeler dan in Haïti. In Brazilië wordt net als in Haïti veel rijst met bonen gegeten. In Bolivia is het ook rijst, maar dan zonder bonen. We zijn met z’n allen uit eten geweest. In Zuid-Amerika wordt meer koeienvlees gegeten, terwijl in Haïti vooral kip en geitenvlees wordt geserveerd.
Ik was de eerste dagen niet de enige gast; er was ook nog een ander gezin. Intussen werkten de heren verder aan het huis, waar het laatste stuk van het dak gelegd werd. De kinderen gingen naar school en maakten hun huiswerk. Op een middag zijn we met honden, katten, kinderen en volwassenen naar een beekje gelopen om daar mens en dier te boenen en badderen. De honden lieten het gelaten over zich heen komen, de katten beten meer van zich af en de mensen vermaakten zich ook prima. Het was niemand of iedereen nat; dat werd dus iedereen.
Dinsdag is het marktdag en die dag zijn we boodschappen wezen halen. Vele dames met lange vlechten, schorten voor, hoeden op en kleurrijke doeken om waarin ze een kind of spullen dragen. Hier gaan de spullen op de rug in plaats van op het hoofd.
En verder hebben er natuurlijk heel wat gesprekken plaatsgevonden. Het leek Trinke en mij wel mooi om onze oud-klasgenoten weer eens te ontmoeten, dus we hebben maar besloten een reünie te houden ergens halverwege Bolivia en Haïti… Dus alle oud-klasgenoten van de lichting VWO 2001 van het Lauwers College in Buitenpost opgelet!
Trinke en ik zijn allebei ver bij ons vaderland vandaan terechtgekomen, we spreken allebei een andere taal in het dagelijkse leven, we zetten ons allebei in, maar toch zijn we heel anders bezig. Ook de landen zijn heel verschillend. Weliswaar delen de landen van Latijns-Amerika de geschiedenis van kolonisatie en slavernij, maar toch hebben ze zich totaal verschillend ontwikkeld. Over Bolivia wordt vaak gesproken als het armste land van Zuid-Amerika, maar ik heb me verbaasd over de ontwikkeling. Wat is Haïti anders dan de andere landen van de regio. Wat is het ook veel moeilijker en complexer. Bolivia kent weliswaar ook veel corruptie en de politie heeft geen autoriteit, maar er wordt hard gewerkt op het platteland om daar toegang tot gelijke voorzieningen te krijgen als in de stad. Bovendien is er veel werkgelegenheid, wat een groot verschil maakt. Met werk kan men tenminste in het eigen levensonderhoud voorzien. Ook de overheid neemt meer haar verantwoordelijkheid en het geld voor internationale organisaties gaat ook via de regering. Er zijn vele onderwerpen aan bod gekomen; politiek, geschiedenis, cultuur, eetgewoontes, economie, religie, etc. Een mooie uitwisseling met Trinke en haar Boliviaanse familie.
Helaas bestaat er ook in Zuid-Amerika een onjuist beeld van Haïti. Iemand die me vroeg waar ik woon, zei toen ik Haïti antwoordde: “Een vreselijk land.” Zowel Brazilië als Bolivia heeft duizenden soldaten in de VN eenheid Minustah gelegerd in Haïti, waardoor ze denken dat er oorlog heerst in Haïti, aangezien de VN troepen normaalgesproken in oorlogsgebied opereren. Een vreselijk, onchristelijk land waar oorlog heerst, zo is het imago. Maar elk land heeft z’n goede en slechte dingen. Haïti is geen vreselijk land, er heerst geen oorlog en het is niet onchristelijk, integendeel.
Afgelopen woensdag ving ik weer de terugtocht aan. ’s Ochtends zei ik de hartelijke en gastvrije familie gedag en werd in een taxi gezet van Caranavi naar La Paz. Opnieuw genoten van de schitterende route met prachtige uitzichten, de weg eerst een hele tijd een rivier volgend. Van hele groene bergen naar later kalere bergen in hoger gebied, met meer lama’s en bewolking in de hoogte, een meer, hier en daar tolheffing voor onderhoud van de wegen. Afgezien van een lekke band verliep de rit weer zonder problemen, hoewel het deel voor La Paz bekend staat als de gevaarlijkste route ter wereld (road of death). Dat is de oude, smalle weg, met steile afgronden. We keerden terug in de hoge stad, waar ik weer opgewacht werd door de familie bij wie ik ook de eerste nacht had doorgebracht. Zij begeleidden me naar het vliegveld in El Alto. Een van de hoogste bergen van Bolivia met besneeuwde top torent uit boven de stad (Illimani, 6462 meter hoog). Het land is vele malen groter dan Nederland en Haïti, maar telt slechts 10 miljoen inwoners, evenveel als Haïti.
’s Avonds vertrok mijn vliegtuig naar Santa Cruz, vanwaar ik verder vloog naar Panama en vervolgens naar Port-au-Prince, waar ik donderdagmiddag weer veilig en wel aankwam, opgewacht om naar huis gebracht te worden.
Wat een rijke ervaring, wat een mooie tijd. Veel geleerd, gehoord, gezien, vele interessante ontmoetingen, bezoeken en gesprekken. Het is goed om de context en relatie van Haïti in de regio beter te leren begrijpen.
-
11 April 2012 - 10:48
Rommie En Deka:
Lieve Margot,
Ik had al van Trinke begrepen dat je genoten hebt om bij haar in Caranavi te zijn. Fijn om jou belevenissen te lezen. Het is dan net of we er een beetje bij zijn. Heel ver weg en toch dichtbij.
Gods zegen en de hartelijke groeten van Deka en Rommie -
11 April 2012 - 16:24
Johan:
Hallo Margot,
wat een belevenissen weer, heel bijzonder dat je er iedere keer weer een heel verhaal van weet te maken. de weg van la Paz lijkt mij een heel bizzare ervaringing, ik heb er hier en daar wat filmpjes van gezien. ben blij dat het zonder problemen is gegaan. hou je haaks en ik denk aan je.in gedachtenten verbonden, Johan -
14 April 2012 - 05:35
Gerda:
Hallo Margot,
Je hebt weer veel van de wereld gezien hoor:)
Interessant om te lezen.
Fijn dat je je oud-klasgenoot op kon zoeken.
Groetjes,
Gerda
Reageer op dit reisverslag
Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley