Haïti in corona tijd - Reisverslag uit Kenscoff, Haïti van Margot Greef - WaarBenJij.nu Haïti in corona tijd - Reisverslag uit Kenscoff, Haïti van Margot Greef - WaarBenJij.nu

Haïti in corona tijd

Door: Margot de Greef

Blijf op de hoogte en volg Margot

19 Juli 2020 | Haïti, Kenscoff

Hoewel de noodsituatie gerelateerd aan coronavirus hier officieel pas morgen eindigt (20 juli), heeft de overheid deze maand besloten om het land weer te openen. Blijkbaar spelen de economische overwegingen een grotere rol dan de gezondheidsoverwegingen. Per 1 juli is het vliegveld geopend. De eerste vlucht kwam uit Amerika, het land met de meeste coronagevallen. Men reist zonder een bewijs nodig te hebben van negatief testen voor coronavirus. Ook de grens met de Dominicaanse Republiek is opengegaan, alleen is die aan de Dominicaanse zijde nog steeds dicht. Het aantal gevallen in de Dominicaanse Republiek ligt vele malen hoger dan in Haïti, hoewel de testcapaciteit hier nog steeds beperkt is (en volledig afwezig in diverse provincies) en het werkelijk aantal zieken waarschijnlijk veel hoger ligt dan het officiële aantal. Eindelijk is er een lijst beschikbaar van ziekenhuizen per provincie voor coronapatiënten, hoewel dat niet wil zeggen dat die ziekenhuizen ook daadwerkelijk in staat zijn en de middelen hebben om patiënten te ontvangen.

De bedrijven mochten per 6 juli weer op volle kracht functioneren en de kerken zijn 12 juli open gegaan. Scholen beginnen 10 augustus weer, om het grotendeels verloren schooljaar nog enigszins te redden. De avondklok geldt nu van middernacht tot vier uur ’s ochtends. Nu alles opeens opengaat, is er reden te meer om voorzichtig te zijn. Ik blijf online kerkdiensten in Nederland volgen. We wachten de komende weken af wat er gaat gebeuren. Mensen lijken te denken dat het probleem is opgelost en de ziekte verdwenen. De taptaps zitten weer vol en de mondkapjes verdwijnen uit het straatbeeld. Tegelijk zijn mensen bang om naar het ziekenhuis te gaan. Allerlei verhalen doen de ronde. Minder zwangere vrouwen gaan nu voor controle of om te bevallen naar het ziekenhuis. Het percentage inentingen van kinderen is drastisch gedaald ten opzichte van vorig jaar. Het reguliere gezondheidssysteem (sowieso al gebrekkig) heeft te lijden onder de dreiging van het coronavirus.

In het Noordwesten hebben partners AGEHPMDNG, GRADAID en KED met financiering van CWS een eerste antwoord kunnen bieden op COVID-19. AGEHPMDNG heeft 500 families voorzien van een combinatie van emmers, chloor, zeep, waterzuiveringstabletten en sanitiser. Ook de overheidsvertegenwoordigers van de gemeente hebben emmers ontvangen. GRADAID heeft tot nu toe 42 gezinnen voorzien van zeep en chloor en is in gesprek met het Ministerie van Gezondheid om ook aan ziekenhuizen materialen te verstrekken. KED heeft met een team van verpleegkundigen informatie verstrekt over COVID-19 en 250 gezinnen voorzien van een combinatie van emmers, zeep, waterzuiveringsvloeistof, chloor, tandenborstels, tandpasta, mondkapjes en sanitiser.

Help Age, een organisatie gericht op ouderen, heeft ons gevraagd om via een enquête onderzoek te doen naar de impact van COVID-19 op de situatie van ouderen. Daarvoor zijn we de afgelopen weken in gesprek geweest met Help Age in Colombia en Engeland. Het is de bedoeling dat het onderzoek in juli en augustus uitgevoerd wordt in Port-au-Prince en het Noordwesten.

We blijven in gesprek met IOM Bahamas. Er is veel reactie gekomen op hun aanbod aan migranten om te helpen in het proces om ze van nieuwe documenten te voorzien. Ook zijn er positieve reacties gekomen op een mediacampagne omtrent solidariteit, mentale hulpverlening, huiselijk geweld en coronavirus. Tevens zijn we een volgende etappe aan het voorbereiden, wellicht met betrekking tot sloppenwijken. Een psycholoog van SSID is in maart naar de Bahamas gereisd voor psychologische hulpverlening via kerken, alleen gooide coronavirus algauw alle plannen in de war. De presbyteriaanse kerk is via Presbyterian Disaster Assistance ook actief in de Bahamas. We spraken met hen om te kijken of we ons werk beter op elkaar aan kunnen laten sluiten.

Los van coronavirus is de situatie ook niet echt eenvoudig. Er gebeurt telkens weer wat. Apotheken brandden af. Er is weer niet of nauwelijks brandstof te krijgen. Er vinden gewapende inbraken plaats. Wegen worden geblokkeerd, om diverse redenen, inclusief protesten tegen het sluiten van zandmijnen, tegen het gebrek aan elektriciteit, tegen de regering. Politiebureaus worden in brand gestoken. Sinds het begin van coronavirus hier is de wisselkoers met 20 gourdes gestegen, dus een groot waardeverlies van de gourde, terwijl alles duurder wordt en mensen minder geld verdienen. Bij een vergadering die ik bijwoonde van de Nationale Coördinatie van Voedselveiligheid werd ook gesproken over de prijsstijging: 3% op maandbasis, 29% op jaarbasis, 19% sinds het begin van COVID-19. Alle voedselproducten zijn duurder geworden, behalve maïs. De honger in het Noordwesten en Grand Anse neemt toe.

Er zijn zeven mensen doodgeschoten in Ganthier. Twee jongelui zijn vermoord en verbrand gevonden. Een bus is ontvoerd met 16 inzittenden. Er is oproer omdat de president overal nieuwe burgmeesters heeft benoemd, van zijn eigen partij. Een huis in Vieille Terre (Noordwesten) is volledig afgebrand doordat een kind dat zou koken op open vuur iets niet goed deed, waardoor de familie al hun hebben en houden is verloren.

Amerika blijft vluchten gedeporteerden sturen, inclusief iemand die in 1994 uit Haïti gevlucht is en de afgelopen 12 jaar in Amerika in de gevangenis heeft gezeten. Hij is bij aankomst hier gelijk gearresteerd, wegens schending van mensenrechten en betrokkenheid bij doden in een dorp. Daarvoor is hij jaren geleden bij afwezigheid veroordeeld, maar volgens de wet heeft hij recht op een nieuw proces. Het is nog afwachten of dit keer het rechtsysteem zijn functie zal vervullen.

1 juli is een nieuw fiscaal jaar begonnen bij CWS dus dat gaat gepaard met verslagen, plannen, budgetten en voorbereidingen voor audit. We blijven voornamelijk thuis werken en gaan enkel naar kantoor als we daar iets nodig hebben. We hebben zowaar een nieuwe organisatie gevonden om ons kantoor mee te delen per 1 augustus. Dit keer een accountantskantoor. Het nieuwe fiscale jaar brengt eveneens een nieuwe collega met zich mee in Kenia die met regio’s wereldwijd gaat werken en het einde van een contract van een collega in Haïti.

Laatst ging Haïti schuil onder een grote stofwolk afkomstig uit de Sahara. Een vreemde gewaarwording dat de lucht geel/grijs ziet door stof dat een hele oceaan is overgewaaid. Het was benauwd en kwam de ademhaling niet ten goede. Bij huis waait tegenwoordig ook regelmatig stof op en klinkt gedender van langsrijdende vrachtauto’s. Door de droogte staat er geen water in de rivierbedding en daardoor kunnen vrachtauto’s er nu stenen halen. Een nieuwe inkomstenbron ontdekt. Dit was een doodlopende weg (nog steeds), maar nu loopt hij dus door tot in de rivier. In mijn tuin groeien roze bloemen, komen perziken aan de boom, kon ik frambozen plukken, heeft de buurman prei geplant en haal ik bladeren van de takken om thee te koken. Waar ik minder blij mee was, was de aanwezigheid van een vogelspin in mijn huis. Op een avond trof ik het harige, zwarte, grote dier aan in de keuken. Bah. Met een bezem kon ik hem letterlijk een kopje kleiner maken.

Buurman Samuel nam me mee naar de waterbron. We liepen een stukje over de weg en daarna de berg af richting het ravijn. Hij wees me waar vroeger water was, waar zijn vader een boomkwekerij had en waar hij als kind takken zocht voor het vuur om eten te koken. Het is maar een kleine waterplas waar de was gedaan kan worden. Er zijn 7 bronnen in de omgeving maar meerdere staan droog. De bron is een waterstroom die uit de grond komt, tussen stenen door. Een jongen zat daar met een bakje dat hij in het water hield om zo een emmer te vullen. Dat schiet niet op en het is de enige bron. Mensen komen van ver hier water halen. Het deed me beseffen hoe bevoorrecht ik ben met een reservoir dat gevuld wordt met regenwater. Het was mooi om eindelijk weer eens in de bergen te wandelen. De lucht zag nog steeds wazig van het stof van de Sahara. Het pad is smal en vrij steil dus een hele opgave om met een emmer water daar te lopen, al helemaal als het nat is.

In het weekend (27 juni) gingen we opnieuw wandelen. Een Amerikaanse met wie ik al heel wat jaren heb samengewerkt in het kader van het netwerk ACT Alliance verlaat in augustus Haïti en we zochten een manier om elkaar op gepaste afstand gedag te kunnen zeggen. Zij woont in Grande Savanne/Fort Jacques, een paar bergruggen verderop, dus hadden we halverwege afgesproken. Samuel liep met me mee. Samen liepen we naar Calbasse. We liepen voorbij de kerk, richting het ravijn, in een bocht sloegen we af een voetpad in en vandaar staken we het ravijn over en de volgende berghelling op, via een rotswand. Zo kon ik zien waar de stenen verzameld worden die de vrachtauto’s komen halen. De bergen zien groen, al heeft het weinig geregend. Het viel me wel op dat er in Calbasse meer gewassen groeien dan in Guibert.

We klommen de andere helling op en ontmoetten Starry bij een kerk in Calbasse. Ze had twee honden bij zich die aan haar vast zaten. We volgden het pad van Calbasse de helling af. Zicht op Lefèvre op de andere helling. Een mooie rode flamboyant. We liepen naar de waterval van Piten. Mooi zicht op het water waar mensen aan het zwemmen waren. We volgden het water verder, klauterend over de rotsen. De laatste klim naar de waterval is lastig. Twee jongemannen hielpen ons en klommen heel makkelijk de kleine waterval tussen de rotsen op en hesen Samuel en mij omhoog. We liepen met z’n drieën terug. Het pad omlaag was glad met losse stenen en zand. Omhoog ging beter. De omgeving is schitterend en ik vond het heerlijk om eindelijk weer buiten te zijn, te genieten van de schepping en de natuur. Dit is ontspanning, even de zinnen verzetten, niet aan van alles en nog wat denken. Een mooi afscheid.

De honden werden moe en ploften telkens neer in de schaduw dus uiteindelijk ging Starry met hen uitrusten. Mensen kijken raar op dat iemand met honden loopt/honden uitlaat. Dat gebeurt hier niet. We namen afscheid, wat later nog een keer online gebeurde tijdens de laatste vergadering van ACT Alliance waaraan ze deelnam. Dit keer niet samen eten ter afscheid maar de camera’s aan zetten en online een foto maken.

Wij volgden een andere route terug, die tegenover mijn huis uitkomt. Ook dat deel is prachtig mooi. Groen, bomen, paarse, rode, gele, witte bloemen, waaronder een bloem die gebruikt wordt voor het samenstellen van anti-depressiva in Europa en elders terwijl men er hier niks mee doet. Dat zijn allemaal gemiste kansen. Het was een hele mooie wandeling. We zijn vijf uur op pad geweest. Genoten en tevreden.

Op de dagen dat we op kantoor zijn, worden we regelmatig omringd door herrie. Aan de ene kant blaffen de honden. Als ik door het raam kijk, zie ik dat iemand stenen naar hen gooit terwijl ze vastgebonden zitten. De buren aan de andere kant hadden voor het eerst in lange tijd weer muziek aan maar dan ook gelijk op een volume waar heel de straat van kon mee genieten. Om het feest compleet te maken, stond de generator bij de andere buren aan. Maar gelukkig is het niet elke dag zo en het is op zich een prima plaats voor ons kantoor. De huur wordt hier over het algemeen niet per maand betaald, maar een jaar vooraf.

Een van de dagen dat we op kantoor waren, ging Patrick met de auto naar de garage. Hij vroeg me of ik hem kon komen ophalen. Dat zou ik doen, maar de andere auto weigerde te starten. Zo zaten we opeens beide zonder auto, op een moment waarop we wegens corona besmettingsrisico nog geen gebruik willen maken van de taptap/het openbaar vervoer. Uiteindelijk de eerste auto maar weer van de garage meegenomen en de week erop teruggekeerd. Het is inmiddels gelukt ook de benodigde onderdelen voor de andere auto te kopen en ter plekke aan de praat te krijgen. Het is in ieder geval de beste plaats om pech te krijgen; geparkeerd bij kantoor.

Een iets minder prettige ervaring kreeg ik toen ik van kantoor vertrok om wat kantoorbenodigdheden te halen. Op een kruispunt sloeg ik af. Een auto stopte netjes maar een motor haalde hem in en knalde bovenop me. Ongelukken hier gaan iets anders dan in Nederland. In dit geval was de motorrijder in de fout. Hij had uiteraard geen helm op noch enige andere vorm van bescherming, maar gelukkig was hij niet gewond. De motor had wel schade opgelopen, maar geen zware. Ik riep telefonisch advies in en belde de verzekering. Dat wil zeggen, vier nummers draaien en uiteindelijk gelukkig iemand te pakken krijgen. Die moet dan komen om te constateren wat er gebeurd is en daarna wordt een datum gepland waarop de betrokken partijen hun zaak moeten ‘verdedigen’. Dat kost een hoop tijd. Een snellere en meer gangbare manier is om het ter plekke onderling op te lossen. In dit geval betekende dat onderhandelen over een bedrag dat ik moest betalen voor de reparatie van de motor. Klinkt niet logisch als ik niet in de fout was, maar zo gaat dat hier en gelukkig is het vreedzaam en goed afgelopen.

Fondasyon Limyè Lavi, een organisatie waarmee we sinds vijf jaar samenwerken op het gebied van training omtrent kinderrechten, stuurde een verslag met hartverscheurende persoonlijke verhalen, die tegelijk duidelijk weergaven wat voor impact de trainingen hebben. Een moeder vertelde dat ze van plan was haar jonge dochter naar de stad te sturen, waarop de dochter in huilen was uitgebarsten. Dankzij de training ziet ze in dat de beste plaats voor haar kind is bij haar gezin, ook al hebben ze weinig financiële mogelijkheden. Een andere vrouw beschreef wat ze zelf heeft ervaren vroeger als kind als restavèk, als huishoudslaaf in huis bij een gezin, hoe ze mishandeld werd, gedwongen te werken al was ze ziek, geslagen en zelfs verkracht. Een docent zei dat hij dacht dat een pak slaag nodig was om leerlingen te motiveren, maar sinds de training ziet hij af van het slaan van leerlingen. Een vrouw die niet zelf aan de training had deelgenomen, vertelde hoe haar man was veranderd en uiteindelijk kwam ze erachter dat die verandering tot stand gebracht was door de training. Hij vertelt haar meer wat ze voor hem betekent, ze gaan meer in gesprek en lossen dingen verbaal op in plaats van met fysiek geweld. De verhalen raakten ons diep. Tegelijk zijn we dankbaar om te zien wat de impact is van het werk gedaan in de afgelopen jaren.

Op dit moment zijn we ons werk op het gebied van kinderrechten aan het herzien. Daarvoor zijn we in gesprek met andere organisaties en de overheid. Helaas verliep het gesprek met IBESR, de overheidsinstantie voor het welzijn van kinderen, enigszins teleurstellend. We kregen enkel te horen dat hun prioriteit voor dit jaar desinstitutionalisering is; kinderen van weeshuizen naar families, beschermen van kinderen in het algemeen en vooral in weeshuizen en restavèk tegen mensenhandel en geweld.

We zijn ook met World Vision in gesprek gegaan om meer over elkaars werk te weten te komen. Zij werken in andere provincies (West, Centre, Noord, Noordoosten) maar op een gelijksoortige manier. Het welzijn van kinderen staat voorop, via investeringen in toegang tot water, sanitair, gezondheid en voeding. Ook lobbyen ze omtrent geweld tegen kinderen. Hun nadruk ligt op God Die van alle kinderen houdt. Ze benadrukken eveneens het belang van positieve discipline. 80-90% van gezinnen gebruikt lichamelijk geweld om kinderen tot de orde te roepen.

Tevens woonden we een webinar bij van Faith to Action Initiative, dat ging over de rol van de kerk in antwoord op de impact wereldwijd van COVID-19. Decennia van langzame verbeteringen in voedselveiligheid en gezondheidszorg in ontwikkelingslanden worden in een oogwenk weggevaagd. Iemand uit Kenia vertelde hoe ook daar een teruggang wordt gezien in voeding, in vaccinaties, een toename in geweld, in sexueel geweld, in kindhuwelijken, in zwangerschappen van jonge meiden.

Verder hebben we opnieuw een gesprek gevoerd met Fútbol Más over de rol van sport in ontwikkeling van kinderen en dorpen. Mijn collega heeft voor het eerst deelgenomen aan een comité van onderwijs van CLIO om te kijken hoe we kunnen bijdragen aan lobbyen voor toegang tot kwaliteit onderwijs.

Nu het orkaanseizoen weer is begonnen en we ons al midden in een gezondheidscrisis bevinden, hebben Christian Aid en CWS een online training georganiseerd over de humanitaire standaarden van Sphere. Deze hebben betrekking tot noodhulpverlening. De webinar was een algemene introductie op de meest recente versie van de standaarden. De komende tijd zetten we de reeks webinars voort door op elk thema in meer detail in te gaan.

Online gesprekken zijn niet overal een optie. De internetverbinding in het Noordwesten biedt daar geen mogelijkheid toe. Dus met de partners daar hebben we telefonisch een bijeenkomst georganiseerd. Daarbij vertelden ze over het werk gerelateerd aan COVID-19 maar ook het reguliere werk. De distributie van boompjes uit de kwekerij gaat gelukkig nog steeds door. Wegens de toename in het aantal ontvoeringen begin dit jaar en daarna coronavirus zijn veel jongelui die in de stad op school zaten, teruggekeerd naar hun geboorteplaats. Onze partners zijn met hen in gesprek gegaan om van hen te horen wat ze denken dat nodig zou zijn om in hun dorp te blijven. Alle drie partners berichtten ons dat het belangrijkste was: toegang tot onderwijs. Niet alleen basisonderwijs en voortgezet onderwijs, maar ook beroepsonderwijs. Daarbij onderstreepten ze ook het belang van elektriciteit en internet. Ik las afgelopen week in het nieuws dat in Port-au-Prince de stroom van 6-8 uur per dag naar 6-8 uur per week is gegaan. Ikzelf heb op het moment van schrijven thuis al een volle twee weken totaal geen stroom gehad. Maar in het Noordwesten is helemaal geen elektriciteitsverbinding. De enige manier om daar stroom te hebben is via zonnepanelen of een generator. Dit betekent dat er geen cybercafés zijn of andere manieren om online lessen/cursussen te volgen. Ook bibliotheken zijn er niet en ook die werden door de jongeren genoemd als belangrijk om te kunnen blijven leren. Daarnaast is het natuurlijk belangrijk om stagemogelijkheden en werkgelegenheid te creëren in de dorpen. De honger in het Noordwesten maakt het eveneens moeilijk om te concentreren en leren.

Bibliotheken zijn er in het hele land niet. Vorige maand werd de jaarlijkse boekenmarkt gehouden, dit keer online. Die wordt normaal op een locatie in Port-au-Prince georganiseerd. Samen met een paar vrienden had ik een aantal boeken besteld, die we onderling kunnen ruilen. Een combinatie van boeken die betrekking hebben op ons werk en romans. Een van de romans (Konfidans, van Fédia Stanislas) was heftig om te lezen. Een goed boek maar ook heel pijnlijk, over ellende, honger, armoede, door omstandigheden gedwongen worden om als meisje te moeten slapen met mannen (inclusief docenten), prostitutie, huiselijk geweld, onrechtvaardigheid. Een boek waarvan je zou willen dat het enkel fictie was, maar het beschrijft de realiteit. In gesprek met mijn collega die het boek na mij in rap tempo had uitgelezen en er ook zeer door geraakt was, hoorde ik voor het eerst meer over sex als transactie op scholen. Docenten hebben sexuele omgang met leerlingen om hen hogere cijfers te geven of omdat ze hun schoolgeld niet kunnen betalen. De jongedames die zich in deze situatie bevinden of als prostituees op straat zijn, zien geen andere optie, hebben niks anders om te verkopen dan hun lichaam. Het onderwerp is taboe en er wordt niet over gesproken. Heel heftig.

Het vertrek van jongeren van het platteland naar de stad is een vorm van migratie. Ook daarover gingen we in gesprek met de partners in het Noordwesten; nationale migratie, internationale migratie en de link met klimaatverandering. Dit om een voorstel in te dienen over wat gedaan kan worden om mensen beter in staat te stellen zich aan te passen aan klimaatverandering en daardoor de noodzaak voor migratie te verminderen. Daarbij ging het over het aanbieden van stageplekken aan jongelui, zorgen dat er goede kwaliteit zaden in de juiste hoeveelheid en op het juiste moment beschikbaar zijn voor de landbouw, waterbronnen in kaart brengen en microkrediet leningen verstrekken. Ook is er gesproken over de mogelijkheid van een onderzoek waardoor het komt dat mensen bereid zijn hun grond, dieren en huizen te verkopen om een familielid naar het buitenland te sturen, terwijl er geen (of minder) geld geïnvesteerd wordt in het opzetten van plaatselijke activiteiten. Jongelui wachten op iemand om hen naar het buitenland te sturen in plaats van dat ze hun school hier afmaken.

Zaterdag 4 juli gingen Samuel en ik opnieuw wandelen. Nu de andere kant op. We liepen hetzelfde pad in dat naar de waterbon in het ravijn leidt, maar in plaats van omlaag naar het water, sloegen we een pad rechtsaf in en beklommen we de berg achter onze huizen. We stegen flink en hadden van bovenaf mooi zicht op Guibert. Toen Samuel klein was, kon je de huizen tellen. Nu wordt er steeds meer gebouwd, tot laag op de helling, nabij het ravijn. Guibert wordt wel ‘valei van Guibert’ genoemd, omdat het tussen twee bergruggen in ligt. Tijdens de aardbeving zagen mensen de bergen bewegen alsof ze op Guibert zouden vallen. Ook op de steile stukken grond wordt groente verbouwd, wat niet goed is voor de grond en erosie in de hand werkt. Het pad door Bois Charles wordt weinig gebruikt en we liepen deels tussen de akkers, een pad creërend. Uiteindelijk kwamen we bovenaan de berg, waar ook weer huizen staan in een gehucht genaamd Corail. Ook daar sla op de akkers. We liepen verder tot een doorgaande weg, die we volgden naar Robin. Daar stonden een stuk of vijf mannen zand los te bikken in een mijn, ook al is die mijn officieel gesloten. Levensgevaarlijk. Ze staan hoog op de helling te bikken.

Prachtige uitzichten wederom. Steeds anders. We volgden de weg naar Lefèvre. Groene hellingen rechts, links zicht op waar we de week ervoor liepen. De wazige bergen in de verte werden helder. Een groep mensen was met pikhouwelen bezig het pad wat begaanbaarder te maken. Mensen werkten op het land. Je kunt hier zo mooi wandelen. We liepen naar het terein van Afè Neg Combite in Lefèvre. Het is jammer dat het terrein verlaten is. De gebouwen zijn vervallen. Er staan enkel nog wat bankjes en een poort die geen functie heeft omdat er geen muur is. In Lefèvre waren mensen de was aan het doen bij een waterbron. We volgden het ravijn, waar stapels stenen liggen, ook daar waar de vrachtauto’s nog niet komen, in de hoop dat ze er op een dag wel komen. Tot slot een klim de helling op. Opnieuw een mooie wandeling, ontspanning, sportief bezig.

De buurvrouw werd laatst 70 jaar. Zonder handen schudden of een zoen op de wang ben ik haar gaan feliciteren. Ook de buren leven van de landbouw en hebben te maken met de gevolgen van de droogte en veranderingen in regenpatronen.

Toen iemand uit Jean Rabel me laatst belde, zei hij over de problemen die zich opstapelen: “Ze zouden ons tenminste tijd moeten geven om het ene probleem op te lossen voor het volgende zich aandient, maar alles komt tegelijk momenteel.” Er gebeurt inderdaad heel veel.

Reageer op dit reisverslag

Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley

Margot

Micha 6:8 Hij heeft u bekendgemaakt, o mens, wat goed is en wat de HEERE van u vraagt: niet anders dan recht te doen en getrouwheid lief te hebben, en ootmoedig te wandelen met uw God.

Actief sinds 20 Maart 2008
Verslag gelezen: 339
Totaal aantal bezoekers 589440

Voorgaande reizen:

12 April 2008 - 30 November -0001

Mijn eerste reis

Landen bezocht: