In regenseizoen het hele land door
Door: Margot de Greef
Blijf op de hoogte en volg Margot
31 Mei 2017 | Haïti, Kenscoff
Langs kleurige tulpenvelden in de polder ging het weer naar Schiphol en vandaar via Philadelphia naar Miami. Onderweg las ik een interessant verslag van Lumos over kindertehuizen in Haïti. Er werd sterk uitgesproken tegen kindertehuizen, liever pleeggezinnen promotend. Het bizarre is dat het de EU verboden is om kindertehuizen te steunen en ook in Amerika is men al decennia geleden van kindertehuizen overgestapt op een ander systeem, terwijl zowel Amerikanen als Europeanen vele kindertehuizen in andere landen in stand houden. De situaties in deze kindertehuizen zijn vaak erbarmelijk, waarbij over de ruggen van de kinderen geld wordt verdiend en in eigen zak gestoken.
We vertrokken met flinke vertraging uit Philadelphia wegens een technisch mankement en een losgebroken slang voor het wegduwen. Uiteindelijk kwamen we aan in Miami, waar een collega van CWS me al opwachtte om me iets af te geven voor ons kantoor. De volgende dag kwam ik aan in Port-au-Prince. Haïti is en blijft een schitterend mooi land. De bergen strekten zich weer onder ons uit bij het aan komen vliegen en ook Gonaïves aan het water en de weg naar het Noordwesten. Ik had geluk dat ik ’s ochtends op tijd aankwam in Haïti, want later op de dag stond het vliegveld blank door de regen en moesten vliegtuigen uitwijken naar Santo Domingo.
Bij aankomst was het even zoeken naar ons nieuwe, tijdelijke kantoorpand in een straat met allemaal huisnummers 5... Thuis stonden de badkamer en slaapkamer blank wegens lekkage. Welkom thuis... Gelijk de dag na terugkomst was de weg erg glad voor de motor, wegens de vele regen. Een motor voor ons ging onderuit op het onverharde stuk weg. Wij glibberden ook vervaarlijk, maar gelukkig hield mijn nieuwe chauffeur de motor overeind, al waren de remmen verderop oververhit waardoor het voorwiel van de motor onder een pickup voor ons schoof. Terug in het hectische verkeer van Port-au-Prince.
Ons kantoor is nu afhankelijk van zonnepanelen, dus elke ochtend klimt er iemand het dak op om de panelen te installeren. Intussen zijn we op zoek naar andere kantoorruimte, wat betekent dat we omstebeurt potentiële panden bezoeken. Een epidemie doet momenteel de ronde; het hele land door komen we mensen tegen met rode, halfdichte, pijnlijke ogen. Ook een paar collega’s kregen de besmettelijke ziekte en bleven noodgedwongen een aantal dagen thuis. Ik trakteerde de collega’s op chocola gemaakt door mijn nicht Rianne, wat gretig aftrek vond.
Op bevrijdingsdag was ik bij SSID in Boen/Ganthier. Een verdrietig sterfgeval van een vrouw die ik meerdere malen bezocht heb, met jonge kinderen nog. In gesprek met het team van SSID en drie huizen bezocht in Boen. Wegens de regen kon er een aantal weken lang geen zand uit de rivier gehaald worden, wat vertraging betekent in het bouwproces. Op de akkers hebben de rode bieten zich goed ontwikkeld, terwijl de uien te lijden hebben gehad van de vele regen. Recent is er een waterpunt geïnstalleerd op een schoolterrein in Ganthier. 185 kinderen maken gebruik van het water. De school bestaat deels uit zeildoeken, plus 3 klaslokalen zonder materialen, alleen maar een schoolbord. Voorheen moest het water per motor gekocht worden of op het hoofd aangedragen worden. Nu kunnen de kinderen ter plekke water drinken en handen wassen.
Onderweg terug naar Port-au-Prince werd ik door de politie stopgezet zodat er pal voor me een man aan armen en benen op een brancard met een wit laken kon worden getild, zijn kleren onder het stof. Helaas een teveel voorkomend beeld, doden in de stad.
Die avond zowaar een maaltijd genoten met twee heren die voor Woord en Daad een opdracht kwamen uitvoeren in Haïti. Een interessante ontmoeting voortkomend uit een kennismaking in het vliegtuig. Bijzonder.
In het weekend reisde ik samen met Dieuva naar Bwadlorens in het Noordoosten van het land. Dit keer verliep de rit niet zonder slag of stoot. Na Hinche werd de weg glad en nat. Verderop veel waterstromen om over te steken en allemaal zonder bruggen. Het rulle zand op de oever vormde een eerste probleem. Ik kon er niet opkomen. Dieuva stroopte z’n broekspijpen op en trok z’n schoenen en sokken uit om het water en de modder in te gaan en met een schep aan de slag te gaan, die gelukkig standaard in de auto ligt. Twee mannen kwamen later helpen om stenen in het zand te leggen. Na nog twee pogingen kwam ik de oever op. Vervolgens was er een stuk weg waar we een keer of vier achteruit gleden voordat we er eindelijk op kwamen. Toen kwam er nog een waterstroom waar een vrachtauto met pech stond, dwars over de weg vlak voor het water. Qua afstand konden we er wel langs, maar de opening naast de vrachtauto was een modderbaan en de auto gleed vervaarlijk naar de vrachtauto. Dus Dieuva ging weer aan de slag met de schep en een aantal jongens hielpen om stenen in de bandensporen te leggen. Zo kwamen we uiteindelijk ook langs dat obstakel. Toen met een vaart de steile, lange, tegenoverliggende helling op, onder applaus van de jongens... Wat een verschil met de vlotte rit van Denemarken naar Nederland.
Een paar comitéleden van KADPBL reden met ons naar Venbal waar die dag maïs tussen de bonen gezaaid werd door een vrouw die 5 blikken bonen van KADPBL had ontvangen. Orkaan Matthew had de bonen vernield. We liepen een berg op waar een dozijn mensen aan het zaaien waren. Met een machete werden in vlot tempo gaten in de grond geslagen en daar werden zaden in gestrooid; bonen en maïs. De eigenaar van dit stuk grond had vorig jaar 40 blikken bonen geplant toen de orkaan over het land kwam en alles vernielde. De bonen zijn bedorven en kunnen enkel nog als varkensvoer dienen. Ook drie van zijn vier geiten hebben het leven gelaten.
Vervolgens terug naar Bwadlorens om met de overige comitéleden in gesprek te gaan en de administratie door te nemen van de bonen, die per muilezel op de markt van Sylvestre en Cerca Carvajal zijn gekocht. De bonen worden verstrekt als lening. Het begon weer te regenen juist toen we afsloten. Ik nam een nieuwe voorraad borduurwerk af voor verkoop in Nederland; boekenleggers, zakdoeken en tafelkleden, waarmee een moeder het schoolgeld van haar kinderen betaalt.
De volgende ochtend gingen we naar de kerk van onze gastheer, een kleine gemeente met prachtig mooie zang. Aansluitend keerden we terug naar Port-au-Prince, nog steeds met lichte regen. Vanwege de aanhoudende regen namen we een andere route terug, via Venbal, Mombin Crochu, La Victoire en Pignon naar Hinche. Wederom veel water en modder overgestoken, onderwijl bedenkend dat dit dus de ‘goede weg’ was, ter vergelijking met de ‘slechte weg’ via Cerca Carvajal... We kwamen vaak echter niet verder dan de 1e versnelling. Via Cange ging het verder naar Mirebalais, waar de weg ook nat was in de bergen. Even bij de ouders van m’n collega van elektriciteit gebruik gemaakt wegens een last-minute verzoek om informatie en toen naar huis. Inmiddels regende het pijpenstelen. De regen stroomde de weg af en spatte hoog op. Het schoot niet op, nog een zware rit.
De volgende ochtend gelijk weer op pad, samen met onze ingenieurs Patrick en William naar Jean Rabel in het Noordwesten. Ook die rit verliep veel door de modder, wat de snelheid (nog meer) remde. Pas aan het eind van de middag waren we in Kolen. Patrick en ik bleven bij corporatie KEPK, terwijl William de inmiddels afgeronde huizen van ICEDNO ging bezoeken. We spraken over trainingen recent gehouden over het opstellen van actieplannen en financieel management. Samen namen we de financiële administratie door. Terwijl we zaten te praten, zei een van de heren: “KEPK is als een bron waar iedereen wat water komt drinken.” Een mooie omschrijving van het belang van de corporatie. Patrick nam het contract voor reparatie/herbouw van drie huizen met KEPK door. Inmiddels zijn die huizen in aanbouw.
Dinsdagochtend riep de inspecteur van onderwijs van Jean Rabel ons bij zich op kantoor, dat op hetzelfde terrein is als het gastenverblijf. Hij wilde weten hoe het gaat met onze plannen voor reparatie van scholen. Hopelijk kunnen we over niet al te lange tijd van start met de reparatie van scholen in Grand Anse en het Noordwesten. Patrick en ik bezochten alle zes huizen die zijn gebouwd met AGEHPMDNG. Inmiddels zijn ze af en hebben zes gezinnen een nieuw en stevig huis kunnen betrekken. We spraken overal met de gezinnen. Bij het eerste huis waren al kleurige planten voor het huis geplant. We kregen een pompoen uit eigen tuin mee als dankbetuiging. Mooie gesprekken, mooie huizen. Binnen zijn de huizen al keurig gerangschikt, met een tafel, of een kast en bedden. Als laatste bezochten we Elana, de vrouw bij wie ik vorig jaar oktober op een steen moest gaan zitten om mijn emoties in bedwang te houden nadat ik weer veel teveel ellende en vernieling had gezien. Ze liet me het huis van binnen zien, waar haar zus ziek in bed lag met een opgezwollen lichaam. Een paar dagen later kreeg ik bericht dat ze is overleden. Nog een klap in haar leven.
We sloten ons bezoek af met een gesprek met AGEHPMDNG. Iedereen is erg positief over onze ingenieurs: “CWS weet wie ze naar het Noordwesten sturen.” Fijn om dat te horen. Onze mannen zijn open voor adviezen en gaan met iedereen respectvol om. Zoals een van de huiseigenaars het zei: “We zijn één geworden.” Als je zoveel tijd met elkaar doorbrengt, dag en nacht bij elkaar als collega’s, leer je elkaar ook op een heel andere manier kennen. Ik ben blij met mijn team en ik heb respect voor ze, wat alleen maar toeneemt naarmate ik meer te weten kom over de moeilijkheden die ze elk, stuk voor stuk, doorstaan hebben. Desondanks blijven ze een positieve houding behouden.
’s Middags reden we naar GRADAID in Mare Rouge, om samen met hen het contract door te nemen voor de herbouw van vijf huizen. Ook daar is inmiddels een training gehouden voor de bouwlieden en zijn de huizen van start gegaan.
Dinsdag 10 mei was de laatste werkdag van mijn vader, die zich 43 jaar lang heeft ingezet voor het verschaffen van arbeidsplekken aan mensen met een lichamelijke of verstandelijke handicap. Zijn pensioen hebben wij ’s avonds passend gevierd met stroopwafels van bakkerij De Greef, onderwijl een verslag doornemend van ICEDNO over de bouw van 10 huizen.
De volgende dag reisden we naar KOFEJ, Beldoren. Het was wederom een plezier om met de familie Dorsainvil in gesprek te gaan, die vorige keer zo’n bijzondere getuigenis uitspraken. Ze omhelsden Patrick toen ze hem zagen. “Onze zoon,” zeiden ze, “een goed mens.” De mensen houden van mijn collega’s en dat doet me goed om te zien. Wat is het mooi als mensen in respect met en voor elkaar kunnen leven.
We zakten diep weg in de modder, zo diep dat het hele voorwiel eronder verdween en mijn deur niet meer open kon. Gelukkig hebben we standaard een schep in de auto liggen, die nu ook weer van pas kwam. We lieten de auto maar achter en gingen lopend verder. We namen de financiën bij KOFEJ door van de reparatie van de huizen en spraken ook hier over de training voor het opstellen van actieplannen. Daarna bezochten we de andere drie huizen in aanbouw en vervolgens reden we naar KABM. Langs prachtige vergezichten liepen we naar diverse akkers waar bonen geplant zijn, en drie van de vijf huizen in aanbouw. Ook hier in gesprek met het comité over diverse trainingen die ze recent hebben gevolgd en ook hier de financiële administratie doorgenomen.
De scholen waren dicht. De docenten van de overheidsscholen waren in staking omdat hun salaris niet betaald wordt. Er werd met stenen gegooid naar leerlingen die wel naar school gingen. De muggen leken blij te zijn met onze aanwezigheid en hebben zich lustig tegoed gedaan aan ons bloed. Onze werkdagen waren lang. ’s Avonds maakten we van de gelegenheid gebruik dat we eindelijk eens bij elkaar waren om verslagen en planningen door te nemen.
Donderdagochtend kregen we eten mee van de coördinator van AGEHPMDNG. Dat bleek heel goed uit te komen, want de rest van de dag zijn we geen eten meer tegengekomen. We reden naar Creve/Bombardopolis. Onderweg begaf een van de banden het; die is aan zijn einde gekomen. Band verwisseld maar even later raakte die lek. Gelukkig gebeurde dat precies in de bebouwde kom van Bombardopolis, niet ver van een ‘banden reparateur’, dus de band kon gelijk geplakt worden, waarbij er een spijker tevoorschijn kwam.
Al met al waren we veel te laat in Creve. De ingenieurs gingen naar CRPB om het contract door te nemen voor reparatie van huizen. Een van die huizen wordt gebouwd voor een man die al zijn zeven kinderen op een en dezelfde dag verloor toen ze stierven in een poging om per boot Amerika te bereiken. Intussen ging ik naar OBRED om akkers te bezoeken. Via OBRED zijn bonen, maïs, bananenbomen en geiten verdeeld om weer iets van leven te blazen in het door de orkaan Matthew vernielde gebied. De een is 35 geiten en 5 schapen verloren, een docent verloor 55 geiten, een ander al z’n 9 geiten, iemand anders al z’n 6 geiten plus alle kippen en 3 koeien, weer een ander 4 koeien, een ezel, meer dan 30 geiten en z’n huis. De verliezen zijn enorm. Dan maakt een blik bonen of een nieuwe geit een groot verschil, om stukje bij beetje het verlorene weer op te bouwen. OBRED heeft eveneens een technisch team dat mensen nieuwe technieken onderwijst om hun akkers beter te beschermen en de productie te diversifiëren en te doen groeien, maar ook om beter om te gaan met afval. Er zijn groentetuinen aangelegd en daarnaast zijn ze aan het experimenteren met druppelirrigatie, een leidingsysteem dat gevuld wordt met emmers water.
De mannen kwamen me weer ophalen om gedrieën naar KOKAS te rijden in Citerne Remy. Daar is vorig jaar een kinderclub opgericht en nog steeds komen ze elke zaterdag bijeen met 110 kinderen. Een recente training voor het comité over kinderrechten heeft weer een extra stimulans gebracht. Tijdens de training zijn heel wat tranen gelaten, nu ouders zich bewust worden van het geweld dat ze hun kinderen aandoen, zowel lichamelijk als ook het minachten en verwaarlozen van kinderen. En ook hier namen we het financieel management door.
Pas laat in de avond waren we in Anse Rouge, na weer een lange werkweek. De maan stond enorm en bijna oranje boven Anse Rouge toen we aan kwamen rijden. Vrijdag werd ik wakker zodra de stroom eraf ging en de ventilator uitging, waarop een koor van muggen me toezong. We keerden terug naar Port-au-Prince.
In het weekend de auto gereed gemaakt voor z’n volgende reis. Elke maandag reizen onze ingenieurs naar het Noordwesten en vrijdags komen ze terug. Dus een nieuwe band gekocht, auto wassen, potentiële nieuwe kantoorruimte bekijken.
Elke zondag weer word ik getroffen door de mooie zang in de kerk. De jeugd werd naar voren geroepen zodat er voor hen gebeden kon worden. Gebed voor spirituele en economische zegen. De bergen van Kenscoff zijn nu groen, zo in het regenseizoen. Zelfs het kleine stukje wandelen naar de kerk is al mooi.
Terug op kantoor trof ik twee t-shirts aan op mijn bureau. Een cadeautje van een collega, zomaar. Gastvrijheid en delen... En dat nog wel op de dag dat de prijzen van het openbaar vervoer zijn verdubbeld, aangezien diesel en benzine duurder zijn geworden. Samen met een collega bracht ik de halve dag door bij de bank, om een paar wijzigingen door te voeren op onze rekening. Voor bezoeken aan de bank of aan een dokter heb je heel veel geduld nodig.
Dinsdag 16 mei kwamen Gé Drayer en Erjan van der Linde in Haïti aan, een delegatie van de christelijke gereformeerde kerken, met wie ik mijn reis door Haïti vervolgde. Daarover een volgende keer meer.
Reageer op dit reisverslag
Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley