School, water, boeren en vissers, Dorian, onrust
Door: Margot de Greef
Blijf op de hoogte en volg Margot
24 September 2019 | Dominicaanse Republiek, Ciudad Trujillo
4 augustus reisde ik samen met William naar Pestel. In Petit Goave waren de dag voor onze reis problemen geweest en we zagen de restanten van verkoolde autobanden op de weg liggen, maar ook zagen we mensen met banden sjouwen. Twee bussen stonden midden op de weg, de weg blokkerend. Ze zaten vol passagiers, wat ik niet begreep. Later werd me uitgelegd dat de busschauffeurs worden gedwongen om de bussen midden op de weg te zetten. Gelukkig werden ze algauw weggehaald en konden we doorrijden. Na een lunchstop in Les Cayes reden we verder naar Kafou Zaboka. Daar in de buurt was die ochtend vroeg een ernstig ongeluk gebeurd, waarbij 11 mensen zijn overleden. De truck die lading en mensen vervoerde, lag op de zijkant net voor een afgrond.
Toen we aankwamen in Pestel, stond de Hilux bij het hotel maar de collega’s waren er niet. Die bleken aan het afkoelen te zijn in zee. We liepen een heuvel op en af, onze voeten algauw rood van het stof, afdalend naar zee. Mooi uitzicht; palmbomen, water, de Cayemites eilanden, mangrove, een karkas van een schip. William en ik bleven niet lang en reden naar Cassavon. Tot onze verbazing kwamen we in een feest terecht. Het erf rondom de school was omheind met een hek van boompjes. De directeur zei dat zijn zoon deel uitmaakt van een groep muzikanten en ze hadden gevraagd of ze de school konden gebruiken voor een programma in de vakantie. Geweldig om te zien dat de school nog voordat ie helemaal is afgerond al een belangrijke rol speelt in de gemeenschap. Het feest werd echter abrupt afgebroken toen het nieuws binnenkwam dat een uit Amerika gedeporteerde Haïtiaan zijn moeder en neefje had gedood met een machete en diverse andere mensen had verwond. Hoewel het gebeurde in Port-au-Prince, waren de slachtoffers afkomstig uit Pestel en dus bekenden.
Telefonisch voegde een andere collega zich bij ons en even was het weer als voorheen, met grappen en grollen tussen de heren. Met pijn in het hart luisterde ik naar hun verhalen, aangezien ik wist dat dit de laatste reis samen zou zijn. Het regende keihard die nacht en er klonk knalhard onweer vlakbij, plus nog een hoop andere geluiden, inclusief duiven onder het dak.
De volgende ochtend met z’n vieren naar Cassavon. Wililam zou ook een poging wagen om de sloten van de deuren te installeren, maar de schroeven bleken te kort te zijn. Ik dacht dat ik nu echt kon verven. De vorige keer hadden Patrick en ik grondverf mee en nu bracht ik ‘echte’ verf mee. Maar helaas was er nog niet geschuurd... Terwijl twee collega’s zand gingen halen, sprak ik twee bouwlieden, ter voorbereiding op ons verslag. Daarna trok ik oude kleren aan en ging de muren van een klaslokaal schuren. Algauw kwam er iemand om het hoekje kijken, een van de mannen die in een ander lokaal aan het schuren was. Hij lachte en ik kon verder. Gedurig kwam er toen lachend iemand om het hoekje kijken; de bouwlieden, een paar kinderen, de directeur, mijn collega’s. Het schuren van betonnen muren maakt een hoop herrie en algauw zat ik onder het grijze stof. Na een poosje voegden de mannen uit het andere lokaal zich bij me en kreeg ik een zelfgemaakte ladder bestaande uit twee boomstammen met planken ertussen om bij de bovenste helft van de muren te kunnen. Mijn collega’s hielden me nauwlettend in de gaten. Het ging om het gebaar, van een blanke, een vrouw en de leidinggevende van CWS. Het feit dat ik de handen uit de mouwen steek en me niks meer voel dan een ander, maakt een groot verschil. Intussen werden de deuren van de toiletten geplaatst en de onderkant van de muren gepleisterd.
De dames in het hotel in Pestel zullen de mannen ook missen, die voor ieder een vriendelijk, bemoedigend woord of een grol en een grap hebben. Na het eten (vis) liepen we het dorp in. De mannen gingen het stof van de dag afspoelen in zee en ik bezocht de ouders van een vriend, aangezien zijn moeder in het ziekenhuis had gelegen na het verlies van een schoonzoon. Een andere zoon is in de leer voor priester en vertelde me daar het een en ander over. Mijn collega’s kwamen me ophalen en gedrieën liepen we naar het dorpsplein, om op een bankje aan het water te zitten. Daarna met z’n vieren nog wat napraten bij het hotel.
De volgende ochtend brachten we een kort bezoek aan een huis dat is afgerond om vervolgens terug te keren naar Port-au-Prince. Een mooi huis, met een trap over de lengte van de veranda en mooi design in de pilaren.
Bij Chalon was een weghelft afgesloten met stenen en mensen stonden met takken te zwaaien om geld te vragen om ons door te laten. We konden doorrijden. Toen we bij Petit Goave kwamen, zagen we auto’s afremmen en omkeren. We werden een zijweg ingestuurd, maar daar stonden we algauw stil. Bij navraag wat er aan de hand was, kregen we te horen dat de wegen geblokkeerd waren omdat Petit Goave al een tijdlang zonder stroom zat. De auto’s begonnen te keren en dat deden wij uiteindelijk ook. Een vrachtwagenchauffeur zag ons koekjes pakken en vroeg er ook een, dus werd er netjes eentje door het autoraam aangegeven. Daar kan ik de lol wel van inzien.
Toen we terugkwamen bij de hoofdweg, zagen we dat er inmiddels een vrachtwagen met trailer overdwars op de weg stond waar we vandaan kwamen, dus we konden niet meer terug. Iemand zei dat we wel richting Port-au-Prince konden, maar een ander was het er niet mee eens om ons door te laten en weer een ander vroeg geld. Hoe dan ook, uiteindelijk konden we de weg op draaien, enkel om een paar honderd meter verderop weer stil te staan. Twee vrachtwagens stonden midden op de weg. We wachtten, belden collega’s om advies. Gedurig kwam er iemand aan ons raam om te zeggen dat ze ons erdoor konden loodsen, maar zowel de hoofdweg als de binnendoor wegen waren geblokkeerd met vrachtauto’s. Na ongeveer een uur werden de trucks aan de kant gereden om een aantal auto’s door te laten, waaronder ook wij. Dat was geen prettige ervaring, om opgesloten te zitten tussen twee wegblokkades. Toen nog door Martissant. Een collega adviseerde ons om de radio aan te zetten en het nieuws te beluisteren. We waren de wijk net door, toen het nieuws erover begon, verwijzend naar ‘de hel’ en ‘kruispunt van de dood’. We namen een route die uitkwam bij het stadscentrum, langs de nieuwe overheidsgebouwen. We leverde. een zak houtskool af bij Amost, ik bracht William naar huis en reed toen zelf naar huis.
We ontbijten meestal pas als we op kantoor zijn. Vaak wordt er wat van huis meegenomen, soms kopen we wat. En soms neemt de een wat voor de ander mee. Dat zijn kleine dingen, mooi dat het kan. Ik belde een collega om te vragen of ik ook iets voor hem moest kopen, maar hij was nog thuis en zat net aan het ontbijt, dus nam hij maar liever wat voor mij mee.
De auteur van de Harry Potter boeken, J.K. Rowling, heeft een organisatie opgericht die zich inzet tegen institutionalisering, oftewel voor een hervorming van instituten, inclusief weeshuizen. Deze organisatie heet Lumos en is na Europa als eerste ook in Haïti actief, op verzoek van de regering. We zijn met hen in gesprek om te kijken naar mogelijkheden van samenwerking. Lumos verricht veel onderzoek, verzamelt informatie en lobbyt. Er zijn 554 weeshuizen in Haïti, waarvan slechts 2 door de overheid worden gerund. Samen met IBESR (Nationaal Instituut voor Sociaal Welzijn en Onderzoek) heeft Lumos de weeshuizen bezocht. Slechts 29 van de 554 zijn als ‘veilig’ gemarkeerd. IBESR heeft sindsdien een regel gepubliceerd dat er geen nieuwe weeshuizen geopend mogen worden. De weeshuizen worden grotendeels gefinancierd door kerken vanuit Amerika en Canada. Europa geeft soorgelijke ‘hulp’ aan weeshuizen in onder andere Afrika. In plaats van financiering van weeshuizen, willen IBESR en Lumos proberen het geld te laten besteden aan alternatieve basisdiensten in de gemeenschap, zodat het niet langer nodig is voor ouders om hun kinderen naar tehuizen te brengen en ze in plaats daarvan zelf voor hun kinderen kunnen zorgen. Lumos houdt zich bezig met kinderhandel. Het raakt me elke keer weer om geconfronteerd te worden met de ellende die kinderen meemaken.
Diezelfde dag was mijn collega Rony naar ASR, om de inhoud van een wetsvoorstel voor bescherming van kinderen te bespreken. Sindsdien heeft er een gesprek plaatsgevonden tussen CWS, ASR en Lumos om te kijken wat we met z’n drieën samen kunnen doen.
Het bataljon van Eglise de Dieu de Boulard kwam een week op kamp in Guibert. Daar zitten meerdere bekenden van me bij. Op zaterdag reed ik met ze naar Fermathe om drinkwater te halen voor de groep. In de vakantieperiode vonden er elke dag voetbalwedstrijden plaats in Guibert. Dat is het voornaamste vermaak in de zomer. In augustus regelt het vaak ’s avonds. Op een avond toen ik thuiskwam stond er een regenboog boven de bergen. Mooi.
Op mijn verjaardag, 11 augustus, ging de zondagschool over Bijbelstudie. Net zoals pasgeboren baby’s melk nodig hebben om te voeden en groeien, hebben christenen het Woord van God nodig om te groeien in het geloof. Lezen, begrijpen/luisteren en in de praktijk brengen. Parallel aan de dienst voor volwassenen is er een dienst voor de kinderen, waar zo’n 100 kinderen bijeenkomen.
Na de kerkdienst reed ik naar Fort Jacques. Twee nichtjes kwamen me tegemoet lopen toen ik parkeerde. De jongste van bijna 2 jaar wees naar mijn blanke huid en wreef erover, zeggend dat ik gewond was. Dat was blijkbaar haar interpretatie van mijn vreemde huidskleur... We zouden die middag naar een waterval wandelen. Ik zat met zes kinderen om me heen, die me van alles vertelden. Daar geniet ik van, een tevreden glimlach op m’n gezicht. De meisjes hadden hun zwempak al klaarliggen. Ik werd aan tafel genodigd voor een maaltijd met Jackson en z’n vrouw en maakte kennis met de jongste telg, een jongetje van net twee weken oud. Een fijn gezin, sympathiek, ongedwongen gezelschap. De tafel was uitgebreid gedekt met rijst en erwten, kip, salade, plantanen, vruchtensap.
Vervolgens liepen we met z’n zessen naar Piten. Een prachtig uitzicht op het gebergte links en rechts. We volgden de doorgaande weg een eindje. Jackson wees me op van alles, waar zijn grootouders vandaan komen, waar hij vroeger mango’s ging eten en hout halen. Vervolgens sloegen we een voetpad in vanaf de doorgaande weg, dat ons omlaag voerde het dal in. Daar zagen we in de verte de bedding waar de waterval is. Prachtig. We liepen het pad af, totdat we in de rivierbedding kwamen. De bergen daar zijn nog aardig bebost. Ik liep door het water, met de 6-jarige Irvika aan de hand.
Nadat we een eindje door de rivier gewandeld hadden, kwamen we bij een bassin met heel mooi helder water. De zussen Djoulissa en Irvika durfden niet alleen het water in, dus ik ben toch maar het water ingegaan, waar ik tot boven m’n middel in stond, met kleren en al. Vooruit maar, het was leuk. Djoulissa klampte zich eerst angstvallig aan me vast maar werd later een stuk vrijer. Hun neef Jamesley kan zwemmen, dus die redde zich wel. Ik klom het water weer uit en zat op de rots bij Jackson te kijken naar het water en de zwemmers. Vervolgens liepen we naar de eigenlijke waterval. Dat had nog wat voeten in aarde. Eerst over rotsen om het bassin heen, toen nog een eindje door de rivierbedding en tot slot een steile waterstroom op. Jackson ging als eerste en trok ons omhoog. Piten zelf is een hoge, smalle straal water die met kracht neervalt. Toen moesten we de steile rotswand weer af. Jackson ving ons op. Ze gingen nog een keer zwemmen. Ik heb heerlijk genoten. Ze wisten niet dat ik jarig was maar zonder het te weten hebben ze me een hele mooie middag bezorgd.
We liepen terug door de rivierbedding en nu de helling op. Nu het later was, waren de kleuren van de bergen veranderd. Echt een ontzettend mooi uitzicht. Zo dichtbij de stad maar zo heel anders opgroeien, met de mogelijkheid om vrijuit rond te lopen. Van huis uit lopend naar de waterval, geweldig toch. Heel mooi. Toen we terug waren, heb ik ze bedankt voor dit mooie cadeau voor mijn verjaardag.
Weer thuis werd ik verrast met bezoek van Patrick. Even later voegde Amost zich ook bij ons, die met het bataljon nog in Guibert was. Aangezien beide heren actief zijn in hun kerk, werd het een samenzijn met religieuze discussies. Twee personen die veel voor me betekenen. Een mooie dag dus.
Maandag 12 augustus vertrokken Rony en ik naar het Noordwesten. Het team was goed verdeeld; 2 man in Grand Anse, 2 in het Noordwesten, 2 vrij. Via Gonaïves reden we naar Mare Rouge, met hele gesprekken onderweg. We stopten in Dos d’Ane om Anouce en z’n gezin te groeten. Het was lang geleden dat we in het gastenverblijf in Mare Rouge hadden verbleven. De reservering was niet goed overgekomen. Ik kreeg een kamer met een slot zonder sleutel, aan kakkerlakken geen gebrek, geen water in de badkamer.
Dinsdag reden we naar KED in Dupre. Anouce ging met ons mee. We liepen naar een waterbron, van steen tot steen springend. Bij een eerste bron waren vrouwen aan het wassen. Dit is een natuurlijke waterbron. KED heeft er een soort reservoir gebouwd waar het water door kan stromen, zodat het niet meer over de grond loopt en dus schoner wordt. Verderop waren 7 mannen bezig met priemen, pikhouwelen en voorhamers om grote stukken rots weg te slaan om de waterpijpen op de gewenste diepte in de grond te kunnen leggen. Grote stukken steen kwamen naar beneden. De heren kregen zonnebrillen ter bescherming van hun ogen. We volgden de leiding, die verderop al in de grond lag, flink diep, naar de tweede waterbron. Ook daar is een reservoir gebouwd om het water doorheen te leiden. In het reservoir verzamelt het water kracht, waarna het de leiding ingaat. De leiding moet een totale lengte van ongeveer twee kilometer krijgen, naar een ander stuk land waar een waterreservoir gebouwd gaat worden. Vanaf dat reservoir wordt het water verbonden met twee kranen/waterpunten.
Een indrukwekkend staaltje werk. Het was duidelijk dat de heren hard moesten werken om de leiding aan te leggen, door het gesteente. Ze werken elke dag van 7:00 tot 16:00 uur. Deze week was er geen eten beschikbaar. Dat is onmogelijk, zulk zwaar lichamelijk werk zonder eten. We liepen naar het stuk grond waar het reservoir gebouwd gaat worden. Een vrouw stond te douchen onder een straal water die ergens uit de grond kwam. Het kan allemaal. Bij het kantoor van KED spraken we met comitéleden. Een van hen verwees naar Psalm 133; er is geen zegen als we niet samenwerken. Het werd een mooi gesprek, ondanks moeilijke omstandigheden.
’s Middags hadden we een afspraak met de drie onderwijsinspecteurs van de vier gemeentes van het Lage Noordwesten; Bombardopolis en Baie-de-Henne samen, Jean Rabel, Mole Saint Nicolas. De drie mannen die wij spraken, zijn de hoofd-inspecteurs. Daarnaast zou elke gemeente regio-inspecteurs moeten hebben, maar dat is nog niet het geval voor alle gemeentes. Tot februari 2017 vielen ze allemaal onder Jean Rabel. De scholen liggen ver bij elkaar vandaan. Sommige inspecteurs hebben 50 scholen onder hun hoede, wat het moeilijk maakt om ze regelmatig te bezoeken. Bovendien hebben ze geen transportmiddelen. Dit gaat alleen om basisscholen. We legden ze uit wat voor werk CWS heeft gedaan op het gebied van onderwijs en spraken over training voor docenten. Een van de inspecteurs was zeer negatief over organisaties, zeggend dat ze niks serieus doen. Ik nodigde hem uit om de scholen te bezoeken die we hebben herbouwd zodat hij met eigen ogen kan zien of we niks serieus gedaan hebben. De komende tijd hopen we te bekijken hoe we training aan docenten mogelijk kunnen maken in samenwerking met de inspecteurs en het provinciale bureau van het Ministerie van Onderwijs. In het kader hiervan heeft Rony deelgenomen aan een twee-daagse training over ‘positieve discipline’ met InnovEd om kennis te maken met hun manier van aanpak. Hopelijk gaat InnovEd de training voor docenten verschaffen.
Woensdag zou een intensieve dag worden, had GRADAID ons gewaarschuwd. Dat klopte wel aardig. We gingen op bezoek bij drie groepen/associaties met wie GRADAID wil gaan samenwerken, met financiering van CWS. Met een volle auto (9 personen) reden we vanuit Mare Rouge via Jean Rabel en Bord-de-Mer de Jean Rabel naar Rivière Cotes-de-Fer. Onderweg vonden er heftige, religieuze discussies plaats. We reden parallel aan de kust, door een dor en kaal ogend landschap met weinig begroeiing. Uiteindelijk parkeerden we de auto en liepen verder, neerkijkend op de zee en een inham. We daalden een helling af over rotsen en nu bleek dat we naar de inham gingen die we van bovenaf zagen. Een kleine inham tussen de rotsen, met zeestrand en flinke golven. De houten kano’s en bootjes waren grotendeels op het droge getrokken. Er waren nog een paar op zee, die de inham binnenkwamen. De bootjes bestaan uit drie houten planken, waar ze op zitten met beide benen in het water.
Mannen waren bezig met netten sorteren. Twee andere mannen waren bezig een fuik dicht te naaien. Vrouwen waren bezig met vis schoonmaken en zouten om te conserveren/bewaren. Twee vrouwen waren bezig een schild van een schildpad af te halen met een machete. Ze zeiden dat het een karetschildpad is. Ik vond het maar luguber. De grote poten en kop werden losgemaakt en de ingewanden eruitgeschraapt, met blote handen. Er zaten een heleboel eieren in, gele, ronde eieren. Ze vertelden dat de eieren niet alleen van de karetschildpad zijn, maar ook van andere soorten vissen. Bijzonder.
De vissers werden bijeengeroepen en we zaten buiten in de schaduw om kennis te maken met de Associatie Vissers van Cotes-de-Fer (APKF). Er waren een man of 35 aanwezig. APKF is in 2004 opgericht. Ze leven van de visserij om hun kinderen naar school te sturen en dagelijks eten op tafel te zetten. APKF heeft nog niet eerder met een organisatie samengewerkt maar is al een tijdje in gesprek met GRADAID en heeft van GRADAID adviezen ontvangen over het functioneren als associatie. APKF telt 56 leden. Ze gaven aan dat de vissen vaak bederven, omdat ze geen conserveringsmiddelen hebben. De enige manier om ze te behouden is door ze te zouten, maar daardoor dalen ze in waarde. Voor het vissen zelf zijn ze afhankelijk van de kano’s (uitgeholde boomstammen) en bootjes van drie planken, wat betekent dat ze dichtbij de kust moeten blijven en niet naar dieper zeewater kunnen. Hierdoor krijgen de vissen nabij de kust niet eens de kans zich te ontwikkelen en worden al jong (en dus klein) gevangen, terwijl er in dieper zeewater mogelijkheden zijn om grotere vissen te vangen.
Alle leden doen hun best om hun kinderen naar school te laten gaan. Wat tevens interessant is; er is een groot gevoel van solidariteit, samenwerking en op elkaar letten. Elk bootje wordt door meerdere mensen bemand. Een van hen verkoopt de vangst en deelt de winst met de anderen. De vissers die terugkomen naar de haven, wachten totdat de laatste visser binnengekomen is. Ze helpen om de bootjes op het land te trekken. Pas als de laatste visser terug is, gaat iedereen naar huis. Mochten ze iemand missen, dan gaan ze op zoek. De groep kwam over als een hechte groep.
Een interessant gesprek in een mooie omgeving. Genieten van het landschap en een goed gesprek. We zullen verder bespreken met GRADAID wat de mogelijkheden zijn om deze associatie te voorzien van een motorboot om naar dieper water te varen, een visaantrekkende voorziening (die scholen vissen aantrekt) en vriezers met zonnepanelen om de vissen te conserveren. Voor ons vertrek kregen we gekookte plantaan met vis. Superverse vis, net gevangen. Zulke vis krijg je niet vaak.
We liepen terug naar de auto en reden dezelfde route terug via Jean Rabel. Voor Vieille Terre sloegen we af naar een binnenweg die rechtstreeks naar Cotes de Fer leidt. Wederom prachtig uitzicht over een bruin dal. Over de lengte van een helling loopt een pad. Die helling ligt naast de zee.
In Rodolf, Cotes de Fer, hadden we een gesprek met 15 leden van de Groep van Agro-ecologische Families van Rodolf. Een jonge groep, die in november 2018 is opgericht. Het is een groep van 22 landbouwers, die elkaar helpen. De ene dag werken ze samen op het land van de een, een volgende dag op het land van een ander. Ze spraken tevens over koffie en fruitbomen die voorheen groeiden in de omgeving en een goede bron van inkomsten waren. Er is materieel beschikbaar voor fruittransformatie, maar momenteel niet in gebruik.
Vandaar reden we naar Folen, waar we met de Groep van Agro-ecologische Families van Folen spraken. Net als in Rodolf is dit een groep van 25 landbouwers die elkaar helpen met het bewerken van hun land. Deze groep bestaat pas sinds februari 2019. In Folen is de grot Princeton gelegen. De enige waterbron in de omgeving is gelegen in de grot. Daar komt het water vandaan om te drinken, voor de dieren, voor het douchen, voor het wassen, voor het eten koken, voor de landbouw, enz. De groep wil graag een pomp installeren en een waterreservoir en kiosk bouwen zodat het water buiten de grot beschikbaar zal zijn. Dat kan ook gelijk helpen om de grot af te sluiten en dus beter te beschermen, als toeristische bestemming.
Bij alle groepen vroegen we naar toegang tot onderwijs. De meeste kinderen gaan wel naar de basisschool, hoewel ze ze niet allemaal afmaken. Toegang tot onderwijs na de middelbare school is het moeilijkst. Er zijn maar weinig mensen die de kans hebben om de middelbare school af te ronden en dan door te gaan met beroepsonderwijs of universiteit.
We keerden terug naar Mare Rouge, voor nog een kort gesprek met het team van GRADAID. ’s Avonds kwam GRADAID ons een soort zoete pap (‘labouyi)’ gemaakt van plantanen brengen. Het werd er niet beter op in het gastenverblijf. Er was geen wc papier en vervuild water.
De volgende dag waren we op pad met AGEHPMDNG, eveneens om kennis te maken met de organisaties waarmee zij willen samenwerken als onderdeel van een nieuw programma. Eerst reden we naar Digé, voor een gesprek met OFVDD; Organisatie van Sterke Vrouwen voor de Ontwikkeling van Digé. Het was de eerste keer dat ik met een groep dames in gesprek was, voor zover ik me kan herinneren. Ze waren maïs van kolven aan het halen, om een maaltijd genaamd ‘tchaka’ te bereiden. OFVDD is opgericht in 2007, om verkrachting en huiselijk geweld tegen te gaan. De dames kunnen geld lenen via OFVDD voor kleinschalige handel. Ze hebben niet veel dieren over, aangezien die verloren zijn gegaan aan ziekte en droogte. Tevens gaven ze aan dat er een gebrek is aan latrines. Heel goed, want meestal wordt dat onderwerp vermeden.
Vandaar reden we naar ADPVM, Associatie voor de Ontwikkeling van Boeren in Vieille Terre Mare Rouge. Dit was een heel ander soort organisatie, die al vele malen zaden en andere producten heeft onvangen van diverse organisaties. Ze hebben een eigen gebouw, waar silo’s en molens voor transformatie van pinda’s en maïs beschikbaar zijn. Ze hebben gewerkt aan bodembescherming, fokken van geiten en kippen, alfabetisering, boomkwekerijen, microkrediet en latrines.
Tussendoor aten we bij AGEHPMDNG, huize Mercidieu, bij wie we altijd gastvrij verwelkomd worden, dit keer met rijst, geit, plantaan, salade. Vervolgens reden we naar Fond Ramadou, door een plantage van plantanen. Het leek overal maar dor en droog. We ontmoetten OPDF; Organisatie van Boeren voor de Ontwikkeling van Fond Ramadou. Ze vierden het 10 jarig bestaan van hun organisatie. Samen hebben ze aan de toegangsweg gewerkt en ze helpen elkaar op het land, inclusief ouderen die het lichamelijke werk niet meer goed kunnen doen. Een aantal landbouwdeskundigen onder de leden geven adviezen aan de overige leden. Ze hebben tevens palmbomen geplant langs de weg en een hangar gebouwd waar we samenkwamen. Het was de eerste organisatie die we ontmoetten die aangaf een actieplan te hebben. De leden hebben onderling een spaar- en leensysteem opgezet. Ze helpen de kinderen met bijles en schoolspullen. Ook wordt er training gegeven. Een aantal problemen waar ze mee te maken hebben, zijn toegang tot water, slechte kwaliteit zaden, erosie, gebrek aan medicijnen voor dieren. We hadden een goede indruk van deze organisatie, die nog geen ervaring heeft met externe financiering maar al heel wat gepresteerd heeft.
Tot slot reden we naar Korosol voor een ontmoeting met MAD, Beweging Actie voor Ontwikkeling, opgericht in 2011. Ze werken aan de onverharde weg om gaten te vullen en helpen elkaar op het land. Ook hebben ze gezamenlijk grond gehuurd om gewassen te verbouwen. De opbrengst van de oogst is bestemd voor MAD, die daarop leningen of giften verstrekt aan leden om handel op te zetten, bijvoorbeeld het verkopen van beltegoed, houtskool, of het kopen van bomen om planken van te zagen. Ook hier werd gesproken over de kwaliteit van zaden om te planten en toegang tot water. Eveneens gaf men aan dat de huizen van slechte kwaliteit zijn; alleen geschikt als de zon schijnt, maar nat als het regent.
Via de rivierbedding reden we terug naar Vieille Terre, voor een nabespreking met de staf van AGEHPMDNG. De volgende dag, vrijdag, keerden we terug naar Port-au-Prince. We haalden een schoonzus van Anouce op in Dos d’Ane, die met ons meereed naar Gonaïves. Onderweg nog een korte stop bij KED. Het valt voor de leiders niet altijd mee om de moed erin te houden. Vaak worden ze beschuldigd van eigenbelang, of als ze een auto of motor kopen wordt er gezegd dat het gedaan is met geld dat bestemd was voor ander werk. Het vereist grote mentale kracht om tegen zulke beschuldigingen bestand te zijn. Niet leuk. Jaloezie is overal aanwezig. Helaas bestaat er bij een ‘project’ vaak het verkeerde idee dat er veel geld beschikbaar is en alles betaald wordt. Maar er wordt een eigen bijdrage verwacht en dat komt momenteel op de leiders neer.
Het had geredend, dus we reden door heel wat water en modder. We kwamen bij een rivierbedding waar een truck met zakken houtskool dezelfde richting als wij uitging en een truck en bus ingegraven waren in de rivierbedding, komend uit de andere richting. We konden gelukkig wel passeren. Toen we weer een grote waterplas overstaken, bleven we vastzitten in de modder. Als de weg onder water staat, is moeilijk te zien waar een kuil zit. Een motorrijder kwam voorbij, zette z’n passagier op de grond en kwam gelijk onze voorwielen in de vierwielaandrijving zetten. Vaak hoor ik Haïtianen zeer negatief praten over hun eigen volk, maar dit is een mooi voorbeeld van het goede in de mens. De chauffeur hielp ons zonder dralen en zonder gevraagd te worden. Wij stonden in het water dus we zouden natte voeten krijgen als we uit de auto moesten. Hij kroop half over onze motorkap om bij de voorwielen te kunnen. Dat zijn van die kleine dingen die van grote waarde zijn.
Onderweg hoorden we dat GRADAID bijna een busongeluk had gehad, omdat de bouten uit de wielen van de bus draaiden waarin de staf zich bevond. Rony kreeg een telefoontje van een koorlid wier man gewond was geraakt in een schietpartij. GRADAID had al te maken gehad met motorongelukken van hun staf. Zo lijkt er telkens weer wat te gebeuren.
In de regen kwam ik ’s avonds thuis. Het werk aan de weg in Guibert heeft weinig effect gehad. Integendeel, de weg is nu nog gladder in de regen omdat het verandert in een modderbaan. De volgende ochtend de auto gewassen, wat hard nodig was na alle modder. ’s Middags op bezoek bij Smith, die nog steeds z’n knie niet kan buigen sinds zijn motorongeluk van nu bijna 3 jaar geleden.
Zondag ging de zondagschool over gebed. In de tijd van de vroegere Christenen kwam men bijeen voor onderwijs, broederlijke gemeenschap, Avondmaal en gebed; communicatie met God. Ronald preekte uit Mattheüs 22:34-40, een oproep om elkaar lief te hebben.
Sinds juli delen we een kantoor met de Canadese organisatie SUCO. We maken nader kennis met elkaar. Zij werken vooral in het Zuiden van het land, met financiering vanuit Quebec. Ze zijn net een programma van 5 jaar begonnen voor het werken op het gebeid van mango en groenteproductie, gelijkheid tussen mannen en vrouwen, milieu, microkrediet en handel.
Begin augustus was ik bloed wezen doneren bij het Rode Kruis en twee weken later moest ik terugkomen voor resultaten en een kaart als vrijwillige donateur. Na lange tijd wachten, kreeg ik enkel te horen dat alles goed was en dat degene die me de kaart moest geven op vakantie was. Daar gaat weer 2 uur tijd voor niks...
Ook het kantoor kreeg veel regen te verwerken in augustus. Op een middag begon het te stortregenen, met harde wind. Algauw stond het balkon blank en stroomde het water naar binnen, de trap af. Kinderen stonden buiten in de regen te douchen. Patrick ging met een bezem het regenwater binnen te lijf. Met zulke regen duurt het twee uur om thuis te komen. Op een van die dagen regende het zo keihard dat het zicht slecht was en de weg volledig onder water stond, het was net een rivier. Een motorrijder stond te sjorren aan z’n motor die half onder water stond in een geul. Bij Place Saint Pierre liep een man broodjes te verkopen en hij gebruikte daarbij een schilderij als paraplu; met de bovenkant naar boven lag het schilderij op z’n hoofd. Zou dat van de schilderijenverkoper mogen? Stenen lagen op de weg. Het regende zo hard dat het water zelfs de auto inliep, door de achterdeuren. Dat heb ik nog niet eerder meegemaakt.
De buren bij kantoor hebben regelmatig luide muziek aan. Het maakt niet uit hoe vaak we er iets van zeggen, elke keer gaat het volume weer omhoog. Ik zit gelukkig aan de andere kant van het pand, maar aan die kant hebben de buren meerdere honden die vaak tegen elkaar lopen te blaffen en dagelijks een pak slaag krijgen.
Patrick is in augustus begonnen met deelname aan ACT advocacy academy, een online cursus over lobby, met deelnemers wereldwijd. Dit wordt georganiseerd door ACT Alliance, waarvan CWS lid is. De cursus duurt tot december. Vaardigheden leren voor lobby, wat belangijk is als onderdeel van alle programma’s. Ten slotte is het noodzakelijk dat de overheid haar verantwoordelijkheid neemt.
Rony ging twee dagen training geven in Ganthier over financieel management aan leden van comités met wie we de afgelopen jaren hebben samengewerkt. Ook heeft een training gehouden voor ASR over financieel management en administratie. Op deze manier hopen we bij te dragen aan de capaciteiten van de organisaties waarmee we samenwerken.
Steeds leer ik weer nieuwe dingen. Ik wist niet dat in de vorige generatie meisjes niet naar school gingen. Ze bleven thuis om te leren wassen en koken en wachtten op een man om hun hand te vragen. De ouders van het meisje keken daarbij naar de handen van de man. Als zijn handen eeltig waren, betekende het dat hij een harde werker was. Een van mijn collega’s komt uit een gezin van zes kinderen. Alle zes gaan of gingen naar de universiteit. Hun ouders hechten groot belang aan onderwijs, terwijl hun moeder nooit naar school is geweest en hun vader de middelbare school niet heeft afgerond. Er wordt hier erg naar sociaal niveau gekeken. Helaas wordt er minder waarde gehecht aan beroepsonderwijs. Er is maar één niveau middelbaar onderwijs en van mensen die het lukt om de middelbare school af te ronden, wordt min of meer verwacht dat ze naar de universiteit gaan en niet naar beroepsonderwijs.
In het kader van een zoektocht naar nieuwe bronnen van financiering, had ik een gesprek met OFDA bij de Amerikaanse ambassade. Wegens een brandstoftekort stond er een lange file bij een benzinepomp die wel brandstof beschikbaar had. Ik moest de auto daarom elders parkeren en het laatste eind lopen om op tijd te komen, aangezien het verkeer muurvast stond. Na een controle en het inleveren van alle elektronica, werd ik opgehaald door een escorte. OFDA werkt aan het verminderen van risico’s van rampen door onder andere training aan civiele bescherming, schoonmaken van kanalen en verstrekken van contanten. We spraken over bodembescherming, latrines en kinderrechten. Als onderdeel van werk na orkaan Matthew hebben ze gewerkt aan reparatie van huizen, WASH/cholera, water, mobilisatie, mobilie klinieken en hulpgoederen.
Na afloop van het gespek stak ik de weg over naar Valerio Canez om een prijs op te vragen voor stoelen en tafels voor kantoor. Vandaar liep ik naar MSC Plus waar ik de auto had geparkeerd. Een mekkerende geit aan een touw liep naast een man op de stoep. In de stad. Het kan allemaal. Bij MSC Plus een tafel gekocht voor de keuken op kantoor. Zaterdag prijsopgaven gehaald bij Casami en tafels en stoelen bekeken bij een andere vestiging van Valerio Canez. Akelig verkeer, waarbij op de auto geslagen werd en me gezegd werd te keren op de weg. Uiteindelijk hebben we bij Valerio Canez stoelen en tafels gekocht zodat het kantoor weer wat is ingercht.
De volgende zondag ging de zondagschool over broederlijke gemeenschap; deel uitmaken van het Lichaam van Christus, relaties met elkaar, spirituele eenheid, harmonie, nederigheid, geduld, liefde, verdraagzaamheid, elkaar helpen, waarheid spreken. Mooie, leerzame momenten. Steven preekte over de missie van christenen. Mooi om mijn collega’s ook op die manier actief te zien en van ze te leren.
Na de dienst bracht ik wat kinderkleren naar mijn petekind en haar zusjes in Fort Jacques. Ik had eveneens spulletjes bij me die mijn nichtje Ariane had meegegeven, waarvan een deel zelfgemaakt. Bijzonder. Hoewel ik onaangekondigd kwam en kort bleef, mocht ik niet weg zonder iets gegeten en gedronken te hebben. Ik legde Djoulissa uit hoe een memory spel werkt.
Diezelfde middag hield het interkerkelijk koor waar Rony lid van is een concert (Agapè Theou). Ik reed naar Pétion-Ville. Op de bergweg kwam een truck de bocht omscheuren, volledig op mijn weghelft. Ik toeterde en remde en ging zo ver mogelijk naar rechts rijden. Ik dacht dat ik er frontaal op zou botsen. Op het laatste moment gaf hij een ruk aan z’n stuur de andere kant op. Dat is wat ze noemen ‘het hart klopt me in de keel’. De opbrengst van het concert was bestemd voor het betalen van schoolgeld, uniformen en schoolspullen voor kinderen wier ouders dat niet kunnen opbrengen. Het concert begon een uur en een kwratier later dan aangekondigd en het volume was oorverdovend. Een professor sprak over onderwijs, wat helaas niet goed ontvangen werd door de aanwezigen, die enkel muziek wilden horen. Zeer beschamend. Ik kreeg uiteindelijk niet veel mee van het concert want ik wilde voor donker naar huis.
In augustus zijn de contracten van het resterende personeel afgelopen dat betrokken was bij het werk na orkaan Matthew. 29 augustus was Elondieu jarig. Die dag waren ze op kantoor om wat dingen af te ronden, dus hadden we de gelegenheid om gezamenlijk een maaltijd en taart te nuttigen. Het is moeilijk om ze te laten gaan. Stuk voor stuk getalenteerde mensen. Het valt niet mee om ander werk te vinden. Ik ben zeer dankbaar voor elk van de mannen in mijn team, voor hun inzet, respect en eerlijkheid, voor de manier waarom ze met elkaar en met de bouwlieden en huiseigenaren omgaan. Zonder hen zou dit bijzondere werk niet mogelijk geweest zijn. In totaal hebben we na orkaan Matthew 10 huizen kunnen repareren, 132 huizen herbouwd en 4 basisscholen gerepareerd/herbouwd. Grote dankbaarheid! 142 gezinnen en honderden leerlingen hebben nu een veilig onderkomen en hoeven niet bang te zijn voor een volgende orkaan of aardbeving.
De afgelopen periode hebben we het eindverslag over de bouw van de school in Cassavon ingediend bij CGK Diaconaat, die de school gefinancierd heeft. Eveneens zijn we bezig met het schrijven van een plan in samenwerking met GRADAID en AGEHPMDNG, voor landbouw en visserij. Ook is er een verslag geschreven over de bouw van de school van Mentor. Tegelijk wordt er gewerkt aan de plannen voor het nieuwe fiscale jaar, evenals een strategisch plan voor de komende drie jaar.
Op een zaterdag had ik afgesproken met Ezechiel om bij te praten. Toen ik naar huis reed, stond ik stil in een file naast agenten die motoren aanhielden. Elke benzinepomp die brandstof heeft, veroorzaakt tegenwoordig files. De motorchauffeurs gingen nogal tekeer. Ik snap niet dat ze zo agenten beantwoorden. Maar ik snapte ook niet dat een agent de zonnebril van een van de mannen van z’n hoofd pakte en op de grond gooide.
De eerste zondag van de maand is het hier Heilig Avondmaal. Daar ging ook de zondagschool over. Mackenley had de leiding over de zang. Zes jongelui werden bevestigd als medewerkers voor de kinderdienst. Er werden eveneens twee nieuwe leden welkom geheten. Voor alles wordt een formulier gelezen, gezongen, gebeden en olie op het voorhoofd aangebracht. Mooie diensten. De eerste zondag van de maand preekt de predikant zelf. Dit keer ging het over communie tussen God en Jezus Christus. Hij sprak eveneens over de aardbeving, waarin zijn oudste zoon stierf.
Orkaan Dorian heeft de Bahamas flink geraakt, vooral de eilanden Abaco en Grand Bahama. CWS werkt niet direct op de Bahamas, maar heeft wel deelgenomen als lid van ACT Alliance aan een evaluatiebezoek aan de eilanden om de schade op te nemen. Aangezien het in onze regio ligt, ben ik ook betrokken bij de gesprekken over eventuele plannen.
De onveiligheid in Martissant lijkt met de dag toe te nemen. Zonder reden worden er mensen neergeschoten. In Delmas werd een vrouw voor de ogen van haar man en zoon neergeschoten, vanwege een bedrag van 1000 euro dat ze net van de bank hadden gehaald. Duizend euro! Is een mensenleven niet meer waard dan dat? Regelmatig hoor ik mensen positief praten over de tijd dat Duvalier regeerde. Het was weliswaar een dictatuur, maar er was veiligheid en elektriciteit en orde. De keerzijde en de reden daarvoor was echter dat er zware straf stond op tegenspraak (lees: de dood).
Ik zou op bezoek bij m’n petekind in Gressier maar moest dat afzeggen wegens de situatie in Martissant. Op 5 september zou de school van Cassavon formeel geopend worden. Elke dag komen er mensen de school bezoeken, om met eigen ogen te zien of het waar is dat er zo’n goede kwaliteit school is gebouwd, wat ze hebben horen zeggen. Zelfs in Les Cayes hebben ze niet zulke goede scholen, zei er iemand. We mogen trots zijn op dit goede werk.
Voor het eerst in de geschiedenis van Haïti is de president beschuldigd van hoogverraad en het overtreden van 25 artikelen van de grondwet. Dit is de enige manier om een president af te zetten. In de sessie in het senaat kreeg de president echter geen motie van wantrouwen, waardoor hij kan blijven regeren. Er is nog steeds geen minister president officieel erkend. De vorige die ontslag heeft genomen, ondertekent nog steeds de documenten. In september zijn de gedeputeerden vertrokken, in januari vertrekt 2/3 van de senatoren. Er zijn nog geen verkiezingen gepland. Per januari zal de president per decreet regeren, oftewel het alleenrecht voeren.
Sinds de tweede helft van augustus is er niet of nauwelijks brandstof beschikbaar. Zowel wegens de situatie in Martissant als het brandstoftekort, kon de opening van de school in Cassavon niet doorgaan. Achteraf maar goed ook, want op de geplande dag hadden we inderdaad niet kunnen reizen. Die dag waren de wegen op meerdere plaatsen geblokkeerd.
Als ik van een moeder hoor dat ze haar pasgeboren zoon ter adoptie op wil geven omdat ze niet inziet hoe ze hem zelfs melk kan geven, dan breekt mijn hart. Als iemand die drie studies heeft gedaan geen werk heeft en geen geld om zelfs maar eten te kopen, dan gaat me dat door merg en been. Als er op straat gevochten wordt, wegen geblokkeerd worden, brandende autobanden de kruispunten blokkeren, stenen gegooid worden, dan creëert dat angst en onzekerheid. Dit begon maandag 2 september rond 10 uur ’s ochtends, zomaar spontaan. De meeste benzinepompen zijn gesloten. Zo kan het openbaar vervoer ook niet functioneren. Als er niet gewerkt wordt, zijn er ook geen inkomsten. De scholen zijn op 9 september geopend, maar zeer beperkt. Veel kinderen kunnen nog niet naar school. Het schoolgeld is nog niet bijeen. Op klaarlichte dag, een middag toen we op kantoor waren, werden twee dames op de stoep bij onze buren beroofd van hun tas door een motorrijder, nadat ze uit de bank waren gekomen. Docenten hebben al maandenlang niet betaald gekregen. Zelfs artsen krijgen niet meer elke maand betaald.
Zaterdag 7 september ben ik naar Cuba gereisd om deel te nemen aan een training. Dinsdag 17 september zou ik terugkeren naar Haïti. Zondag 15 september zijn er echter weer protesten begonnen. Er werd een nieuwe ‘afsluiting van het land’ aangekondigd. Slechts één week na de start van het schooljaar, moesten de scholen hun deuren weer sluiten. Ook ons kantoor is de hele week gesloten geweest. Wegen zijn onbegaanbaar wegens wegblokkades. Iemand die het wel waagt om met de auto de weg op te gaan, is automatisch een doelwit. Mijn collega nam daarom een motortaxi maar de chauffeur slipte in de regen en viel. De volgende dag ging mijn collega langs drie klinieken, op zoek naar een arts. Alle drie waren ze gesloten wegens de onveilige situatie. Pas een dag later kon hij terecht bij een arts, die constateerde dat een gewrichtsband in zijn knie is gescheurd. In diezelfde week kreeg zijn 25-jarige nicht een toeval. Ze kon niet naar het ziekenhuis gebracht worden en stierf. Een vrouw met weeën werd door haar man naar het ziekenhuis gebracht. Hij kwam zonder benzine te staan, aangezien er nog steeds nauwelijks brandstof verkrijgbaar is. Er zijn maar weinig ambulances in Haïti. Hij belde de ambulancedienst, maar ook de ambulances hadden geen benzine. Uiteindelijk heeft de burgemeester een auto gestuurd.
Ik maak me zorgen. We zien nog geen uitweg. Mijn collega’s zitten thuis opgesloten en ik kan het land niet binnenkomen. Ik heb eerst een aantal dagen in Miami doorgebracht, waar ik een tussenstop had. Inmiddels ben ik doorgevlogen naar de Dominicaanse Republiek, om hier verder af te wachten. In ieder geval ben ik nu dichterbij, weer op het eiland, met meer mogelijkheden om te reizen. Het raakt me. De onzekerheid is slopend. Hoe lang nog, Haïti?
-
26 September 2019 - 23:07
Fam. Alma:
Ik ga voor Haiti bidden, en voor jou en ieder die je dierbaar is.
Groeten Jannie
Reageer op dit reisverslag
Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley