Verkiezingen, grensperikelen en gezondheidszorg - Reisverslag uit Pétionville, Haïti van Margot Greef - WaarBenJij.nu Verkiezingen, grensperikelen en gezondheidszorg - Reisverslag uit Pétionville, Haïti van Margot Greef - WaarBenJij.nu

Verkiezingen, grensperikelen en gezondheidszorg

Door: Margot de Greef

Blijf op de hoogte en volg Margot

28 Oktober 2015 | Haïti, Pétionville

Muren, palen, hekken en vangrails; overal hangen posters, in grote getale en van een keur aan kandidaten voor de post van president, senator, gedeputeerde, of burgemeester. Afgelopen zondag, 25 oktober, vond de eerste verkiezingsronde plaats voor president en tegelijk de tweede ronde voor de overige posities. Dankzij een actieve rol van de politie en ruim 200 arrestaties zijn de verkiezingen dit keer gelukkig vrij rustig verlopen, anders dan de vorige ronde op 9 augustus. Hoewel Haïti officieel een democratie kent, lijkt de werking ervan beperkt te zijn als slechts een minderheid van stemgerechtigden een stem uitbrengt (rond de 30%), de verkiezingen grotendeels door het buitenland gefinancierd (en gecontroleerd) worden en stembiljetten deels al ingevuld op de stemkantoren aankomen. Geen land kan functioneren zonder regering. Al honderden jaren lijkt de regering het zwakke punt te zijn van Haïti. We blijven hopen op verandering.

Het mandaat van de VN is weer met een jaar verlengd, zoals elk jaar in oktober sinds 2004. De witte auto’s met in zwarte letters ‘UN’ erop blijven rondrijden, soldaten uit Brazilië en andere landen met hun blauwe helmen en geweren in de aanslag. Een unit van Nepal wordt ervan beschuldigd vijf jaar geleden cholera ingevoerd te hebben in Haïti, door het lozen van rioleringsafval in een rivier. Deze maand werd er opnieuw speciale aandacht gevraagd voor de slachtoffers van cholera; 745.000 zieken en bijna 9.000 doden in deze vijf jaar tijd. Ook CWS besteedde aandacht aan het thema via websites en andere media. Zie hier voor een artikel dat ik mocht schrijven over het belang van water, voedselveiligheid, droogte en cholera ter gelegenheid van Wereldvoedseldag: http://www.cwslac.org/en/index.php?cat=202

Over water gesproken: het lang verwachte regenseizoen is eindelijk aangebroken. Een van de akkers in Guibert die dienst doet als voetbalveld als er niet geplant wordt, is inmiddels weer bewerkt en klaar om gezaaid te worden. Toen we laatst van kantoor vertrokken regende het op Delmas nog niet, maar in het hoger gelegen Pétion-Ville al wel. Het water kwam al in stromen langs de weg naar beneden, waardoor een vrouw die wilde oversteken verschrikt achteruit de stoep opsprong, toen er plotseling een waterstroom voor haar voeten verscheen.

Aangezien ik in een prachtige omgeving woon waar ik zo vanuit huis de bergen in kan wandelen, maak ik daar graag in het weekend zo nu en dan gebruik van. Zo besloot ik laatst binnendoor naar mijn petekind te wandelen in Fort Jacques. Eerst bergaf, toen de tegenoverliggende helling op, met uitzicht op de akkers op de hellingen, begeleid door het geloei van koeien, meer bergreeksen in de verte, de kerk van afstand in beeld. Ik volgde het pad tot Calbasse en klom daar de volgende helling op. Mijn petekind liet me zien hoe ze leert A en O schrijven. Er bleek een activiteit van de kerk te zijn, waarbij ze elk weekend naar een andere buurt gaan om te evangeliseren. De instrumenten moesten opgezet worden en ik werd mee uitgenodigd. Soms is het echter te vermoeiend om buitenlander te zijn, als er teveel commentaar komt. Ik had mijn limiet bereikt voor de dag en ging naar huis.

Elk jaar in oktober vindt er een speciale activiteit plaats in het suikerrietmuseum, waarbij een keur aan mooie, lokale kunstvoorwerpen wordt gepresenteerd: houten meubels, bamboe meubels, handgemaakte lampen, tassen, textiel, voorwerpen van koeienhoorn, gekleurde klei voorwerpen, ijzerwerk, schilderijen, steen, sieraden, enz. Talenten die het verdienen geëxporteerd te worden.

Een van mijn collega’s vroeg een dag vrijaf voor een begrafenis van een jonge vrouw, slechts 29 jaar, moeder van 2 kinderen. Ze zei dat ze hartproblemen hard en dat haar gezegd was dat de enige mogelijkheid om te overleven was dat ze haar hart zouden vervangen, maar dat ze veel geld nodig had om een ander hart te kopen. Ik legde uit dat het illegaal is om organen te kopen en verkopen. Zo werd het echter wel gepresenteerd. Diep droevig. Geld mag geen reden zijn dat iemand sterft.

Een andere begrafenis zorgde voor veel vertraging tijdens onze rit naar kantoor; een motor taxi naar de doorgaande weg, een taptap die niet wilde vertrekken, een andere motor taxi naar Fermathe, op een houten krukje tussen de achterste stoelen in een busje, meer dan een uur in de file, een taptap in Pétion-Ville. Tot mijn verrassing werd er in deze taptap ook iets te koop aangeboden, wat meestal meer op langere ritten gebeurt: het Woord van God, de Bijbel.

Voor financiering van de programma’s van CWS moeten fondsen benaderd worden van andere organisaties en kerken. Toen een van onze donateurs een voorstel beantwoordde met meer dan 49 gedetailleerde vragen, leek het me beter die rechtstreeks met de betreffende partnerorganisatie te gaan beantwoorden, in dit geval SSID. Op naar de Dominicaanse Republiek dus. Ik moest om 8 uur op het busstation zijn, maar toen ik verscheen zat het kantoor nog dicht en was er nog geen medewerker van Capital Coach Line te zien. Ik zat te lezen en uiteindelijk verscheen er een verbaasde medewerker, die verwoed aan het bellen ging. In plaats van een bus verscheen er een privé auto, bestuurd door de chauffeur die de bus naar Santo Domingo zou rijden, een Dominicaan die me vertelde hoe slecht Haïtianen rijden... Ik kan niet zeggen dat ik het Dominicaanse verkeer minder chaotisch vind. Hij bracht me naar het station in Tabarre, waar ik incheckte en gelijk onze paspoorten werden gestempeld voor vertrek uit Haïti. Voor me in de rij stond een jongedame wier paspoort verlopen was en die dus niet werd toegelaten door de douanebeambte. Twee jongemannen gingen voor haar lobbyen en namen letterlijk hun pet af. De beambte zwichtte en liet haar door.

Ik ging buiten zitten wachten bij de andere passagiers en zat te lezen, totdat ik hoorde zeggen dat Malpasse geblokkeerd was, de plaats waar wij de grens over moesten. Ik vroeg verder en ze zeiden dat er problemen waren met de transportunies, dus dat we via een andere grensovergang zouden oversteken. Er werd niets officieel medegedeeld. Toen de bus eindelijk om half elf vertrok, constateerde ik inderdaad dat hij niet de weg naar Ganthier insloeg, maar in plaats daarvan Mon Kabrit beklom (Berg Geit). De bus moest er flink aan trekken om de bergen op te komen. Het is een mooie route, dus genoeg te zien in Plato Santral met z’n bergen, groen, houten huizen, hier en daar mensen rustig bij elkaar gezeten. Twee en een half uur later waren we bij de grens in Belladere, een stuk noordelijker dan Malpasse en een van de in totaal vier officiële grensovergangen.

De bus die om 8:00 uit Port-au-Prince was vertrokken stond nog bij de grens toen wij er aankwamen. Alle koffers werden opengemaakt en alle Haïtianen moesten op de foto en hun vingerafdrukken werden genomen; dat is iets nieuws en tijdrovend. Ik kon al die tijd in de bus blijven zitten, totdat ik al m’n leesvoer uit had. Mijn collega was intussen met MCC in Anse-à-Pitres voor een distributie van blikken vlees, dekens, baby kits en hygiëne kits.

Na twee en een half uur wachten konden we eindelijk verder. Ook deze grens is afgesloten middels een hek op de weg, houten huisjes aan de kant. Anders dan andere grensovergangen staat hier aan beide kanten een indrukwekkend gebouw met een poort, waaronder het verkeer het land ingaat of uitrijdt.

Verder ging het door de grensplaats Comendador naar San Juan de Maguana. De chauffeur was niet zo bekend met deze route, dus zo nu en dan werd de weg gevraagd of achteruit gereden. Al met al waren we pas om half acht ’s avonds bij het busstation in Santo Domingo. Daar hoorde ik dat Capital Coach Line de enige maatschappij was die reed die dag; de beide andere busmaatschappijen hadden hun ritten geannuleerd.

Na een poosje wachten werd ik opgehaald, om wederom gastvrij ontvangen te worden bij Josue, in de hitte van de stad, anders dan Kenscoff waar het ’s nachts afkoelt (relatief).

De volgende dag naar kantoor van SSID, deelgenomen aan hun wekelijkse devotie en verder brachten we de dag gezamenlijk door, ons buigend over de vele vragen van een potentiële donateur. Een korte onderbreking voor lunch van rijst met groente en vlees en een soort deegrol met kool erin, anders dan in Haïti. Het gaat niet goed in Ganthier en Boen, waar dit programma plaatsvindt. Gewapende bandieten vallen ’s nachts huizen binnen om geiten of koeien te stelen en vrouwen te verkrachten. Zelfs de nonnen moesten het ontgelden.

’s Avonds onderweg naar huis langs een winkelcentrum. Elke keer weer als ik in de Dominicaanse Republiek ben, vallen de grote verschillen me op. Twee parkeerverdiepingen, vier verdiepingen van winkels en banken, een verdieping met restaurants. Een trein, tunnels, andere muziek, kleding, taal, eten. Twee landen, één eiland. Helaas blijft de spanning tussen beide landen hoog en de harmonie ver te zoeken. Mijn leidinggevende heeft een hypothetisch artikel geschreven, over hoe het in zijn dromen zou zijn tussen deze beide landen. Laten we hopen dat die harmonie eens waarheid wordt.

Die dag reden er helemaal geen bussen van Haïti naar de Dominicaanse Republiek. Ook alle markten aan de grens lagen plat. De Dominicaanse Republiek is het niet eens met de maatregel van Haïti om invoer van 23 producten per land te verbieden en ze naar zee of luchtvervoer te verwijzen, om op die manier belastingontduiking en illegale handel tegen te gaan. Via mijn collega kreeg ik bericht dat hij met enige spoed Anse-à-Pitres had verlaten, na afloop van de distributie, aangezien er oproer was. Twee vrachtauto’s met bloem wilden Haïti binnenkomen, maar bloem is een van de 23 producten die niet per land ingevoerd mag worden. De douane had de trucks dus in beslag genomen, wat tot protesten leidde van inwoners van Anse-à-Pitres, die honger leden en kwaad het kantoor van douane en migratie in brand staken en de weg blokkeerden met brandende autobanden. De trucks werden teruggestuurd naar de Dominicaanse Republiek.

Wij waren van plan om de volgende dag via Anse-à-Pitres naar Haïti te reizen, maar gezien alle perikelen aan alle vier de grensovergangen en dreigementen om noch goederen, noch verkeer, noch mensen door te laten, besloten we onze reis uit te stellen. Dinsdag vond er een ontmoeting plaats tussen beide presidenten, die na een urenlang overleg nog geen akkoord hadden gevonden. Helaas is zelfs binnen Haïti en de Dominicaanse Republiek het nieuws negatiever dan de werkelijkheid, dus nadat we dinsdag de nodige inlichtingen hadden ingewonnen, zijn we ’s middags toch vertrokken.

Toen we naar huis gingen om onze tassen te halen, was ook daar de weg geblokkeerd door brandende autobanden; waarschijnlijk protesten om de water of stroomvoorziening, zei Josue. We reden die dag tot Barahona. Het eerste hotel waar we binnen liepen, bleek zowaar vol te zijn. Bij de tweede was wel plaats, dus ik dacht dat we daar zouden blijven, maar Josue nam een kaartje mee en we gingen verder. Hij wilde op onderzoek uit, de stad bezoeken, kijken wat er allemaal was, niet gelijk binnen zitten, voor het geval we vaker in Barahona belanden... Dus naar een derde hotel, dat vrij nieuw leek. Toen een vierde en vijfde. Bij elke receptie had hij een vriendelijk woord voor de receptionist en maakte hij ze aan het lachen. Een gave om mensen blij te maken. Tot slot een zesde hotel, gelegen aan zee. Ik dacht dat die wel veel duurder zou zijn, maar ze waren allemaal dezelfde prijs, vele malen goedkoper dan in Haïti. We kozen voor de laatste, Guarocuya hotel, met de geur van de zee en zicht op een zwembad achter het hotel omringd door palmbomen aan zee. Toen terug de stad in om eten te halen bij ‘de beste sandwich van Barahona’ en verse ananassap.

De volgende ochtend konden we bij licht het uitzicht zien, met de bergen achter de zee, waarop vrachtschepen begonnen te varen. We reden van Barahona naar Pedernales, een prachtige route. Je zou bijna vergeten dat je die weg volgt om naar mensen te gaan in kampen, onder onmenselijke omstandigheden. Het is een kustroute; de weg slingert door de bergen, nu eens laag bij zee, dan in de hoogte neerkijkend op het water dat op de rotsen slaat, of op zandstranden, verscheidene tinten blauw. Prachtig, wat mooi, genieten. Een keer of vijf afremmen voor een kudde koeien. Vele vlinders fladderden boven de weg. We kwamen ook hier een zwarte baan tegen op de weg en rook; nogmaals brandende autobanden, maar ze lagen aan de linkerkant van de weg, dus ik kon erlangs rijden.

In Pedernales kochten we een ‘empenada’ als ontbijt (deeg met kaas), regelden autopapieren aan de Dominicaanse zijde en togen toen naar migratie. Het was voor mij de eerste keer dat ik hier de grens overstak, de meest zuidelijke van de vier officiële grensovergangen. De migratie is gehuisvest in een zeecontainer. We waren de eersten die overstaken deze dag (al was het al na tienen); de stempels moesten nog van het slot en op de juiste datum gezet worden. De grens is gelegen aan een rivierbedding/ravijn, waar wel een voetgangersbrug is maar geen brug voor auto's. Het hek ging van het slot en we konden de rivierbedding doorrijden. Direct aan de overkant van de rivierbedding staat een zeecontainer voor douane en migratie van Haïti. Die was dus een dag eerder in brand gestoken. De agenten zaten onder een boom voor de container, naast twee auto's. We gingen iemand van migratie zoeken, die zei: “Ze hebben ons kantoor verbrand.” Hij nam onze paspoorten aan en stempelde ze op de motorkap van een van de auto's voor de container.

We reden het dorp door op zoek naar het politiebureau, om de autopapieren voor Haïti te regelen. Het bureau bleek gevestigd te zijn aan het eind van een weg die uitkomt bij zee. Prachtig gezicht daar aan zee, alweer de diverse tinten blauw, lichtblauw bij de kust, vissers die netten aan het repareren waren, houten bootjes op de kant getrokken. We namen gedrieën plaats op een bankje in het politiebureau, waar zowel de Nationale Politie van Haïti als de VN politie gevestigd is. Mijn collega had een paar dagen eerder hulp gekregen van de agenten om orde te houden tijdens de distributie van de hulpmaterialen met MCC. In de ruimte stond één bureau en er kwamen drie cellen op uit. Een agent gezeten aan het bureau nam alle papieren door, maar scheen er niet echt wegwijs uit te worden. In een van de cellen zat een vrouw op de grond, in de andere stond een man. Toen de agent even weg was, vertelde de man dat hij om 5 uur 's ochtends uit bed gelicht was, aangewezen door iemand anders, beschuldigd van diefstal, ook al waren de spullen al teruggevonden. Hij maakte zich gereed om die dag naar Jacmel gebracht worden, de hoofdstad van de provincie en de plaats waar de rechtbank gevestigd is. De vrouw zat met een zo intens droeve blik op haar gezicht, berustend, stil, sprak met een zachte stem, zei dat ze ’s avonds een kleine handel drijft. Ik kon niet horen waarom ze haar vastgezet hebben. Ze zat daar sinds zaterdag, met een gepijnigd gezicht. Josue en ik moesten denken aan de Bijbeltekst waarin Jezus van ons vraagt er voor gevangenen te zijn. Er zitten veel mensen jarenlang gevangen, zonder proces, onschuldig vaak, soms doordat een agent is omgekocht.

Al met al brachten we een uur op het politiebureau door voordat we verder konden. De gevangene was inmiddels geboeid achterin een pick-up truck neergezet, omringd door vier gewapende agenten die zo dik aangekleed waren dat het zweet ons spontaan uitbrak, in die hitte.

Anse-à-Pitres is maar een klein dorp. We zochten het gemeentehuis op en belden degene met wie we eigenlijk de dag ervoor een afspraak hadden. We bedankten hem voor de samenwerking van de gemeente in de distributie die had plaatsgevonden, waarbij ze zowel mensen als ruimte beschikbaar hadden gesteld; de trucks hadden de nacht doorgebracht bij het gemeentehuis. We spraken ook over de mogelijkheid om hulp te bieden in transport voor de bewoners van de kampen naar hun geboorteplaats, of juridische bijstand voor mensen die recht hebben op de Dominicaanse nationaliteit. We kregen contactgegevens van de provincie Zuidoost om onze plannen te coördineren met de provinciale plannen. Dit zijn ingewikkelde situaties. Zoals de vertegenwoordiger van de provincie zei: het is belangrijk om op alle niveaus corruptie te voorkomen. Dat was mijn collega ook al duidelijk geworden, die had opgemerkt dat de vertegenwoordigers hem toegewezen om te helpen met de distributie kaarten hadden geschreven op naam van personen die niet op de lijst stonden en geen kaart hadden geschreven voor een aantal mensen die wel op de lijst stonden.

Vlak buiten Anse-à-Pitres zijn de kampen Parc Cadeau 1 en 2, met onderkomens opgetrokken uit karton en doek. We stopten niet bij de kampen, maar reden verder over de slechte, onverharde weg, met veel gehobbel en gebobbel, gaten en stenen. De omgeving is mooi; van de kust de bergen in, eerst droog met cactussen en later groener. Vergezichten met aan de ene kant de kust en aan de andere kant de bergen. Zo kwamen we na anderhalf uur via Banane in Thiotte, waar we rijst met bonensaus aten om vervolgens verder te rijden naar Foret des Pins. Daar verandert de omgeving in dennenbomen. Zo'n klein land, maar zo'n diversiteit aan landschappen en klimaat, zelfs binnen één provincie. Laaghangende mist, regen, mensen gekleed in jassen en truien.

Josue z'n ouders komen uit die omgeving en hij heeft er als kind een paar jaar gewoond. Nu we toch in de buurt waren, wilde hij graag even langs bij familie in Ma Bef. Een dominee uit Foret des Pins reed met ons mee en wees de weg. Dat was wel nodig. Ik zat ingeklemd tussen de bagage en de dominee; door al het gebonk kwamen de koffers langzaam maar zeker steeds meer mijn richting op. Het pad naar Ma Bef was een bospad, dwars tussen de dennenbomen door. Doordat het net geregend had (en nog miezerde), was het glad en modderig, de auto botste op boomstronken en door kuilen. Dat is me weer een rit. Zo stonden we dan onaangekondigd bij een nicht van Josue op de stoep, die hem uiteraard niet herkende; het is 35 jaar geleden dat hij daar voor het laatst was. Het was bijzonder om getuige te mogen zijn van dit weerzien, om de herinneringen terug te zien komen bij Josue die als kind in deze bergen speelde en door de bossen naar school liep. Er klonken uitroepen van verbazing, er moest maïs en piepers en uien en avocado’s gehaald worden om aan ons mee te geven.

Het was echter al laat in de middag en we moesten nog ver. We hotsten en botsten en stuiterden dus terug naar Foret des Pins en verder de rivierbedding door bij Fonds Verrettes, naar Fonds Parisien. De lage bewolking met de ondergaande zon zorgde voor een bijzonder schouwspel boven de bergen en het meer aan de grens. Ik moet zeggen dat ik wel blij was toen we eindelijk weer op asfalt uitkwamen. Het werd laat die dag; om negen uur was ik thuis, na een onvriendelijke ontvangst door de buurman op kantoor die dreigde de politie te bellen terwijl hij onze deur blokkeerde.

Intussen op kantoor bezig met verslagen, rekeningen, financiën, een vergadering met OCHA voor coördinatie van interventies in Anse-à-Pitres, met de grote handicap dat de overheid nog steeds geen plan ontworpen heeft. Een andere vergadering bij OCHA van humanitair forum voor algemene coördinatie. Een bijeenkomst met de leden van ASR om het verslag van de externe audit te delen. Een reis naar het Noordwesten moest worden uitgesteld vanwege de verkiezingen.

KDRe is begonnen met de bouw van nog een huis in samenwerking met GADCOBEM in Duvier. Wegens goed management was er een klein bedrag overgebleven van de fondsen die Woord en Daad beschikbaar had gesteld voor de vorige zes huizen. Dat bedrag hebben we aangevuld om een zevende huis te kunnen bouwen. Intussen vond in Houten een Woord en Daad dag plaats, waar ook het comité dat KDRe in Haïti steunt aanwezig was. Zelfs de kinderen hielpen enthousiast mee. Het team van KDRe in Haïti neemt de pet af voor het comité in Nederland.

In Mayonbe gaat het herbebossingsprogramma verder. Er zijn dit jaar 28 ‘kleine bossen’ aangelegd en ook is dit jaar begonnen met bodembescherming door het bouwen van dammen die erosie tegen moeten gaan. De dammen bestaan uit stenen en gras. De stenen moeten van ver komen en worden op hoofd en schouders naar de werkplaatsen gebracht.

Een algemeen probleem waar we zowel bij CWS als KDRe tegenaan lopen is dat veel gemeenschappen beheerst worden door één leider, vaak een predikant, die er niet voor open staan om de leiding te delen, maar alles zelf onder controle willen houden. Valt de leider weg, dan valt daarmee ook vaak een organisatie of project uit elkaar. Om die afhankelijkheid van één persoon te voorkomen, wordt er veel geïnvesteerd in training en comités, om de verantwoordelijkheid te delen. Vaak is dat echter een zeer moeizaam en lang proces. In juni is de leider van Ganthier plotseling gestorven. Sindsdien hebben de ruim tweehonderd kippen die deel uitmaken van een gemeenschapsproject geen ei meer gelegd, aangezien ze verkeerd voedsel krijgen. Een voorbeeld van hoe het niet hoort. Dat zijn zeer ontmoedigende gebeurtenissen.

Vorige week zondag bracht ik voor kerktijd mijn kitten naar het predikantsgezin waar mijn poes vandaan komt. Hun poes is inmiddels dood, dus het eerste kleintje is voor hen. Z’n baasje gaf het beestje dezelfde naam als z’n moeder: Krich.

De dienst werd die dag geleid door een groep predikantsvrouwen, die zowel de zang als gebed en preek op zich namen. De predikant deed voorbede voor twee zieke gemeenteleden en hield een extra collecte om de ziektekosten te kunnen betalen. Dat blijft voor mij een gevoelig punt, om machteloos te staan tegenover de gebrekkige gezondheidszorg, of te moeten zien hoe mensen het geld niet hebben om medische kosten te betalen. De predikant stond voorin de kerk met de collecteschaal. Hij legde uit dat een van de zieken bloedtransfusie nodig had, maar een zeldzame bloedgroep heeft en ze nergens bloed konden vinden. Uiteindelijk hadden ze ergens een zakje kunnen vinden. Toen ik mijn bijdrage in de schaal legde, herinnerde ik de predikant eraan dat ik diezelfde bloedgroep heb. De dag voor de aardbeving in 2010 zijn hij en ik samen naar het Rode Kruis geweest voor bloeddonatie van een ander gemeentelid, dat daarna alsnog is gestorven. Het Rode Kruis gebouw stortte de volgende dag in.

Een paar dagen later belde de predikant me; de zieke had meer bloed nodig, of ik wel bloed wou geven. Een afspraak viel uit, dus ik reed naar het Rode Kruis gebouw. Onderweg merkte ik iets ongewoons aan een achterband; lekke band. Ik stapte uit en meteen kwam er iemand naar me toe die mijn probleem zag; hij zei dat om de hoek een ‘autobanden man’ was. Hoewel ik er vaak moeite mee heb om er als blanke uit te springen, is het absoluut zo dat Haïtianen over het algemeen zeer behulpzaam zijn. Zo ook nu weer. De band was dus snel verwisseld met het reservewiel en ik kon verder.

Het Rode Kruis is gevestigd op de bovenverdieping van een telecommunicatiebedrijf. Ik liep achter een man en vrouw aan de trap op, die elk een koelbox droegen. Bloed wordt niet door ziekenhuizen geleverd, maar moet door familie of vrienden van de patiënt worden opgehaald en ook geleverd; je krijgt pas bloed mee als je mensen meebrengt die bloed komen geven. Na de nodige vragen kon ik plaatsnemen en melden voor wie ik bloed kwam doneren. Vanuit het vertrek kijk je uit op de tegenoverliggende berghelling en de vlaggen van het naastgelegen hotel. Dan gaan je gedachten vele kanten op. Naar dit gemeentelid, naar gezondheidszorg, naar de onrechtvaardige verdeling op deze wereld. Na afloop belde ik de predikant, die zelf met z’n schoonzus in het ziekenhuis was, die behandeling zocht voor borstkanker.

Ik hoop en bid voor algemene toegang tot goede gezondheidszorg, voor een regering die zich inzet voor het volk, die het vertrouwen heeft van het volk, in wie het volk vertrouwen heeft en voor wie ze stemmen.

  • 15 November 2015 - 03:22

    Jefa:

    hey Tijger!!

    Wat een verhaal weer! Petje af hoor, dat je het volhoudt!
    Ik kan me voorstellen dat je af en toe zat wordt van alle 'bemoeidingen' omdat je een buitenlander bent....
    Zucht....

    Heel moedig dat je ook weer bloed hebt gegeven. Wat handig zo'n rare bloedgroep ;-)

    Hou je taai!! Love you!

    Jefa

Reageer op dit reisverslag

Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley

Margot

Micha 6:8 Hij heeft u bekendgemaakt, o mens, wat goed is en wat de HEERE van u vraagt: niet anders dan recht te doen en getrouwheid lief te hebben, en ootmoedig te wandelen met uw God.

Actief sinds 20 Maart 2008
Verslag gelezen: 614
Totaal aantal bezoekers 589642

Voorgaande reizen:

12 April 2008 - 30 November -0001

Mijn eerste reis

Landen bezocht: