Overheid, forten in Dessalines en Del Peche - Reisverslag uit Pétionville, Haïti van Margot Greef - WaarBenJij.nu Overheid, forten in Dessalines en Del Peche - Reisverslag uit Pétionville, Haïti van Margot Greef - WaarBenJij.nu
VIP-Report

Overheid, forten in Dessalines en Del Peche

Door: Margot de Greef

Blijf op de hoogte en volg Margot

15 Mei 2015 | Haïti, Pétionville

Vaak wordt in Haïti de vinger beschuldigend uitgestoken naar de overheid; "Ik kan er niks aan doen, de overheid neemt haar verantwoordelijkheid niet." Organisaties en kerken nemen de rol van de overheid over, zetten scholen op, bouwen ziekenhuizen, leggen wegen aan, enz. In theorie zou dit moeten gebeuren op een manier die de overheid sterker maakt/capaciteiten vergroot, zodat op den duur de organisaties kunnen vertrekken en de overheid haar rol kan uitvoeren. Veel organisaties werken echter zonder coördinatie met de overheid. CWS probeert op de hoogte te blijven van overheidsplannen en zo mogelijk daarbij aan te sluiten.

In het kader daarvan ontmoetten we de directeur van de Nationale Coördinatie voor Voedselveiligheid/CNSA. Hij vertelde ons over een bemoedigend initiatief: een nationaal plan voor voedselveiligheid. Organisaties klagen vaak dat de overheid geen overkoepelend plan heeft, zei hij, dus willen ze een landelijk plan ontwikkelen dat onderverdeeld is per departement (provincie) en commune (gemeente), gebaseerd op de specifieke landbouwproductie van elke commune. In elk van de 10 departementen wordt een reeks bijeenkomsten georganiseerd met plaatselijke vertegenwoordigers van de overheid en van organisaties werkzaam op het gebied van voedselveiligheid, om gezamenlijk na te denken over de problemen die in elk gebied bestaan en over mogelijke oplossingen. Na het schrijven van het plan komt uiteraard het belangrijkste deel: promotie om het uit te voeren, in samenwerking met overheid en organisaties; een gecoördineerd gebeuren in plaats van dat ieder z'n eigen ding doet. Een positieve ontwikkeling.

Ook de Amerikaanse overheid speelt een belangrijke rol in Haïti. Als vervolg op onze gesprekken in Washington DC in februari, waren we in contact gebracht met iemand werkzaam op het gebied van mensenhandel bij de Amerikaanse ambassade in Port-au-Prince. Hij vertelde ons voornamelijk over de wet tegen mensenhandel die in 2014 is aangenomen door de Haïtiaanse regering. Ze houden training sessies voor rechters en hopen dat er spoedig meer rechtszaken zullen komen op basis van deze wet. Een andere collega voegde zich bij ons, die zich bezighoudt met mensenrechten in het algemeen. Beiden heel open voor contact.

We kwamen eveneens opnieuw bijeen met een groep organisaties die vorig jaar heeft deelgenomen aan een conferentie in Washington DC over woningsituatie in Haïti. Samen bespraken we het nationale beleidsplan van de overheidsinstantie UCLBP, de Eenheid voor Bouw van Huizen en Publieke Gebouwen.

Ook met andere organisaties proberen we onze werkzaamheden te coördineren. In het kader hiervan zijn we lid van ACT Alliance, een netwerk van christelijke organisaties die elke maand bijeenkomst. Op het gebied van kinderbescherming ontmoet onze collega diverse instanties. Laatst kwam hij terug op kantoor met een relaas over pasgeboren kinderen die achtergelaten worden in ziekenhuizen. Sommige ouders laten hun baby's achter omdat ze ziek of gehandicapt zijn, anderen omdat ze jonge moeders zijn en niet voor het kind kunnen zorgen. Een groep kwetsbare kinderen van wie je niet veel hoort.

Vrijdag 1 mei was het dag van de arbeid. In het kader hiervan werd gedurende drie dagen een markt gehouden op Champs Mars, het centrum van Port-au-Prince, met allerlei kramen met een diversiteit aan lokale producten; traditionele gerechten, bewerkt metaal, sieraden, kleding, houten schalen, fotolijsten of andere attributen, gekleurde klei bewerkingen, zelfs bedden. Opnieuw bijzonder om te zien wat voor mooie dingen er gemaakt worden. Veel talenten. Het was warm in de stad; 35°C.

Ik was uitgenodigd voor een speciale dienst ter gelegenheid van het 15 jarig bestaan van een koor in Sarthe, voorbij Fort Jacques. Een goede dienst. Een groep dames bracht iets ten uitvoer wat ik nog niet eerder in die vorm heb gezien: ze zongen, deden er bewegingen bij, afgewisseld met theater met een boodschap. Heel mooi gedaan. Daarna zong het jarige koor Gloria een aantal liederen. Er zong nog een andere groep en nog een ander koor. Garly was uitgenodigd als prediker (je hoeft hier geen predikant te zijn om te preken) over 'Ik ken je werken'. Ik werd naar voren geroepen om de prediker een cadeau te overhandigen. Daar sta je dan samen voorin een volle kerk.

Bevrijdingsdag was voor mij een lange dag; al om 5 uur 's ochtends stond ik naast m'n bed. We vertrokken vroeg naar Port-de-Paix, met z'n drieën. Het reed vlot in de vroegte, zonder files in de stad. 'De zon kan iemand niet wekken in bed', zegt men hier. Dat gebeurde deze dag inderdaad niet. Onderweg komt er van alles aan de orde; van politiek tot werk. In Gonaïves ontbeten we en vandaar ging het verder via Gros Morne, Bassin Bleu, Chansolme naar Port-de-Paix, over de hobbelige en stoffige wegen langs de bergen en rivieren, waar druk gebouwd wordt aan bruggen zodat verkeer niet langer door het water hoeft te rijden. Het was marktdag in Chansolme. Het is mangoseizoen, dus overal worden nu mango's verkocht.

Om vijf voor twee parkeerden we voor het kantoor van IBESR in Port-de-Paix; goede timing, voor een vergadering om twee uur. IBESR is het Instituut voor Sociaal Welzijn en Onderzoek, onderdeel van het Ministerie van Sociale Zaken. Deze instantie houdt zich bezig met kinderbescherming. Degene met wie we een afspraak hadden, kwam net uit het tribunaal waar een rechtszaak speelde tussen twee minderjarigen. Goed gesprek gehad, heel open. Hij noemde als een van de grootste problemen in Port-de-Paix/Noordwest verkrachting en jongeren die een wetsovertreding begaan. Er is geen kinderrechter in Port-de-Paix, noch een centrum voor minderjarigen. We kregen een aantal harde verhalen uit de realiteit te horen, van een kind dat aan z'n oog geopereerd moest worden zo hardhandig was hij tegen een trap gegooid, van straatkinderen, verkrachting, enz. Ook over hun budget waren ze open: ze zijn afhankelijk van mensen die trouwen in de gemeente en krijgen een kwart van die inkomsten ter besteding voor onkosten. Zo kan een overheidsinstantie niet functioneren. IBESR werkt aan bescherming van minderjarigen, sociale diensten, inspecteren van kindertehuizen, re-integratie van kinderen in hun families, ze bezoeken bordelen om te controleren of er geen kinderen zijn, bieden bijstand aan minderjarigen die de wet hebben overtreden, etc.

Vandaar ging het naar het Ministerie van Onderwijs, waar de ontvangst heel anders was. Ze hadden ons een afspraak gegeven om half zes, na afloop van een voetbalwedstrijd... Zodra de wedstrijd was afgelopen, kregen we een telefoontje dat we konden komen (het was nog geen vijf uur). Onze contactpersoon leidde ons naar het kantoor van de directeur, die ons zeer achterdochtig en onverwelkomend ontving, als spionnen, zo zeiden mijn collega's later. Onze bedoeling met het bezoeken van deze instanties is om aansluiting te zoeken bij de overheid. Eerder hebben we de centrale kantoren in de hoofdstad bezocht, die ons contacten hebben gegeven voor hun kantoren in het Noordwesten, waar onze prioriteit ligt. Om te zorgen dat we geen dingen doen die niet in het plan van de overheid passen, wilden we contact met hen leggen. In dit geval ging het specifiek om een reformatieplan van onderwijs en om het gratis onderwijs programma van de huidige regering. Van het laatste horen wij veel negatieve dingen van organisaties en scholen, maar we wilden graag ook het perspectief van de overheid horen. We kregen echter te horen dat we naar het centrale kantoor moeten en werden scherp ondervraagd wie we zijn en ons werd verweten dat we zomaar onaangekondigd na kantooruren kwamen (terwijl ze ons zelf dit tijdstip hadden voorgesteld). Ze wilden geen informatie delen, dus stonden we algauw weer buiten. Twee heel verschillende ervaringen.

Na een overnachting in La Pointe des Palmistes, werden we woensdagochtend hartelijk en open ontvangen door 3 agronomen van de Nationale Coördinatie voor Voedselveiligheid in het Noordwesten/CNSA, een groot verschil met het ministerie van onderwijs. Ze deelden veel nuttige informatie met ons over het werk van CNSA in het Noordwesten op het gebied van beschikbaarheid van voedsel, toegang tot voedsel, en gebruik van voedsel. Ze verzamelen data over marktprijzen, landbouw, huidige en verwachte situatie. Ze spraken over de werkgroep die elke maand bijeenkomt, over een nieuwsbrief die ze uitgeven. Ook deelden ze eerlijk hun zorgen en ideeën over prioriteiten in het Noordwesten, zowel geografisch als qua domein; toegang tot water, dieren fokkerij, visserij. In maart hebben de landbouwers het land bewerkt, maar sindsdien heeft het niet meer geregend, dus de oogst is nu al voor 60-70% verloren. Ze benadrukten het belang van investeren in een duurzaam beleid in plaats van voedseldistributie. We werden uitgenodigd voor een vergadering op 12 mei.

Na een goed gesprek reden we van Port-de-Paix naar Colen/La Reserve. Daar bezochten we de corporatie KEPK. Het werd een gesprek met diverse onderwerpen. Steeds meer mensen kwamen binnen, vooral veel vrouwen, die geïnteresseerd deelnamen aan het gesprek. Ook hier zeiden ze dat de bonen en maïs die ze geplant hebben, verloren zijn gegaan doordat het niet meer regent, de enige waterbron voor het land. De dames zeiden dat het ook met de verkoop niet goed gaat; er wordt minder verkocht. We spraken over kinderen die elders wonen; een vrouw met 6 kinderen heeft een huis voor ze gehuurd in Port-au-Prince, waar ze op school zitten. Ze werkt hard voor hun onderwijs. Een andere vrouw heeft 14 kinderen, van wie er 3 in Port-au-Prince zijn, maar ze weet niet waar of hoe en wat en ze zitten niet op school. 2 andere kinderen zijn in de Dominicaanse Republiek, op zoek naar 'een beter leven'. Zo waren er nog veel meer mensen die kinderen in het buurland of in de hoofdstad hebben. We spraken over gehandicapten in de omgeving en belandden zelfs bij het onderwerp van familieplanning. Veel grote gezinnen, terwijl de ouders vaak niet de middelen hebben om voor zoveel kinderen te zorgen. Goede sfeer. We sloten af met een lied.

Vervolgens slecht nieuws: we reden naar Ti Rivyè Glasi om de pas gebouwde bakkerij te bekijken. Het gebouw is opgetrokken uit betonblokken muren. In een hoek is de oven gebouwd, met baksteen, siroop, grond, etc. Op de avond dat voor het eerst vuur is aangestoken om de oven te testen, is de oven volledig ingestort. Oftewel: ze kunnen weer opnieuw beginnen. De mogelijke oorzaak: het gebruik van een lading slecht zand.

Vandaar reden we naar Jean Rabel. Onderweg kwamen we een rouwstoet tegen, waarbij vier mensen al dansend de kist droegen. Je vraagt je af hoe het mogelijk is dat de kist ze niet uit handen valt. Het viel onderweg weer op hoe droog het Noordwesten is, heel anders dan de naburige departementen/provincies Noord en Noordoost, die veel groener en vruchtbaarder zijn. Gesprekken als die met de corporatie KEPK motiveren aan de ene kant, maar maken aan de andere kant triest. Het motiveert om te blijven werken met en voor deze mensen, in de provincie met de meeste voedselonveiligheid. Maar het maakt triest om de strijd om te overleven te zien en te horen, ja, de enorme armoede.

De volgende ochtend waren we al vroeg onderweg want om 7 uur moesten we in Lacoma zijn. ADRUH heeft drie partners, waaronder CWS en Misereor, een Duitse organisatie. De vertegenwoordiger van Misereor was in het land, die ik vorig jaar in Duitsland ontmoet heb. We hadden afgesproken om gezamenlijk een bezoek te brengen aan ADRUH. We spraken met de agronomen en technici, over de realiteit van bomen planten; dat er geen hoog percentage van slaagt. Ook hier kwam het probleem van water ter sprake. We bezochten met elkaar Paul Atrel, waar het verschil duidelijk zichtbaar was tussen het land van iemand die agro-ecologische technieken toepast en z'n buurman die dat niet doet. Het land van de tweede lag er een stuk droger bij, terwijl op het land van de eerste maniok en bonen groeiden. Terug in Lacoma spraken we verder met het team, met wie we goed contact hebben. Vandaar vingen we de terugreis aan.

Die avond kwamen we niet verder dan Marchand Dessalines. Als het een uur of zeven is, wordt het tijd om onderdak te zoeken, want dan is het donker en niet meer aan te raden om te reizen. We overnachtten dit keer in de voormalige hoofdstad van Haïti, om ons werkbezoek te combineren met een cultureel bezoek. Het hotel was matig; het duurde lang voordat de generator aanging en daarmee het licht, wc papier liet ook lang op zich wachten, de wc spoelde niet door en de volgende ochtend kwam er geen water meer uit de douche. Toen ik daar naar wilde gaan vragen, rende er voor m'n voeten een enorme spin weg. Bovendien was het erg warm, dus van slapen kwam weinig terecht.

Maar goed, Marchand Dessalines was de moeite waard. Op het stadsplein staat een beeld van Dessalines, de eerste president van Haïti. Verderop staat eveneens een piepklein lemen huisje op de plaats waar Dessalines met anderen bijeenkwam. We reden naar Fort La Source, ook wel Fort Culbute genoemd, buiten de stad; een fort dat rondom water is gebouwd, om de watertoevoer van de stad te beschermen. Het water heet Felicite, vernoemd naar de vrouw van Dessalines. Mensen waren er aan het baden en wassen, er brandden kaarsen en binnen in het fort worden wekelijks voodoo ceremonies gehouden. De forten rondom Marchand Dessalines zijn gebouwd in 1804, direct na het behalen van de onafhankelijkheid. De kanonnen liggen nog in het fort.

Er tegenover loopt een pad de berg op naar Fort Decide, een driehoekig fort, vanwaar je een mooi uitzicht hebt op de plaats Marchand Dessalines, de groene valleien met rijstvelden, op de tegenoverliggende, kale, droge bergen nog vier forten, vlakbij elkaar, elk op een bergtop. Mooie stukken cultuur en geschiedenis, jammer dat ze niet meer beschermd of gevaloriseerd worden. Het blijft bijzonder, zulke oude bouwwerken en nog goed intact. Binnenin een soort bakkerij en een reservoir.

We daalden rustig weer af en reden toen naar grot Zing, ook vlakbij. Langs de weg zaten meerdere vrouwen met hamers rotsblokken in kleine stenen te slaan die gebruikt worden voor de bouw; zwaar werk. Iemand zei dat er een onderaardse gang van deze grot gaat helemaal naar Gonaïves, wat ons sterk leek. Dat er meer onder de grond zit dan het zicht biedt, was wel duidelijk, want ook bij het beklimmen van de helling konden we tussen de rotsen door diep naar beneden kijken. De grot zelf is een halfopen ruimte, met duiven tussen de stalagmieten langs het plafond. Het stinkt er naar urine en het is niet heel groot, niet iets waar je rond kunt lopen. Ook dit is bij uitstek een plaats voor mystiek; de offerplaats was duidelijk te herkennen. Hoewel Haïti een christelijk land is, maakt mystiek ook onlosmakelijk deel uit van de cultuur. Het motto van deze reis: een andere realiteit...

Een mooi stukje 'ontdekkingstocht' dus. Van Marchand Dessalines reden we binnendoor naar Pont Sonde, langs de maïs- en rijstvelden, met een groot contrast tussen de groene, vruchtbare valleien en de kale, droge bergen. Aan het eind van de middag kwamen we terug in Port-au-Prince.

De volgende dag, afgelopen zaterdag, gingen we op 'persoonlijke ontdekkingstocht'. Een dagje vrijaf, even weg van werk, genieten van het moois en de rijkdommen die Haïti te bieden heeft aan natuur en cultuur en historie. In de kustplaats Williamson sloegen we af door een markt de bergen in; vandaar ging het enkel nog omhoog. We klommen een pad op van witte rotsen in droge, kale bergen. Een slecht pad, waar motoren afdaalden met telkens vijf personen erop; de chauffeur, 3 passagiers achter de chauffeur, plus zijdelings iemand op de tank. Er was zelfs iemand met een baby in z'n armen op de tank, die zich dus nergens aan vast kon houden. Hoe hoger we kwamen, hoe weidser het uitzicht werd. Op Williamson aan zee, op het achter ons liggende, slingerende pad, op de bergen, waar op de hellingen steeds meer grijze rotsen uitstaken en naarmate we hoger kwamen, waren de hellingen vol geplant met bonen. Uiteindelijk kwamen we in een gebeid dat Chinchurin heet en vandaar ging het verder naar Fond Baptiste. Ik keek vol belangstelling om me heen. De omgeving werd steeds groener. Het klimaat van Fond Baptiste is ongeveer gelijk aan dat van Kenscoff, maar ook daar is het probleem dat het niet regent.

Ik raakte niet uitgekeken op de prachtige omgeving; contrast van groene bonen geplant in de bruine aarde langs het pad, en in de verte kale bergketens. Hier was de aarde rood. Op een gegeven moment werd het pad zo onduidelijk dat niet meer te zien was welke kant het opging. We kwamen langs een oud fort, waarvan niet meer over is dan ruïnes, met ook daaromheen allemaal bonen geplant. Het pad eindigde bij Fort del Peche, genoemd naar het gebied: Del Peche. Dit fort is nog in oude en goede staat en is gebouwd voor de onafhankelijkheid. Vier punten steken elk een richting op, op de top van een berg. Heel rustig, paarden stonden naast een paar naastgelegen ruïnes, gras op de hellingen, enorm wijds uitzicht rondom op bergen na bergen. Dit is het hoogste punt; tot hier waren we continu aan het klimmen. We klommen een venster door het fort in. Nog meer ongerepte natuur, een cultureel en historisch erfgoed dat beschermd zou moeten worden en toegankelijk voor bezoekers. Er zijn zoveel forten waarvan veel mensen het bestaan niet eens afweten. Kanonnen staan voor vensters en buiten langs de muur. Er liggen een aantal binnenruimtes binnen de muren van het fort, erbuiten een reservoir/diep gat. Prachtig, wat een mooie, rustige, bijzondere omgeving. Jammer om weg te gaan.

We reden terug richting Fond Baptiste, zagen nu op een andere helling nog een derde fort/ruïnes liggen. We volgden een ander pad dat rechtstreeks naar Montrouis leidt, met een vierde fort op de top van een berg: Fort Guibert. Nu ging het bergafwaarts en ook hier weer prachtige omgeving en vergezichten, tussen de bergen door zicht op de zee in de verte, bijzondere vormen, bijzondere kleuren, heel mooi; genieten. De weg was slecht en vol rotsen, dus snel ging het niet. Montrouis kwam in zicht, aan zee. Het pad kwam uit op de markt van Montrouis, wat altijd een uitdaging is om doorheen te rijden, met het verkeer geblokkeerd door alle manden en koopwaar op de grond. Een truck kwam ons tegemoet, dus konden we de hele markt weer achteruit terugrijden.

Eenmaal in Montrouis bezochten we een huis in aanbouw en daarna reden we naar Obama beach. Van de hoogte van de bergen ging het naar de laagte van de zee. We hebben nog fijn even in het water gedobberd en gezwommen. Een ontspannen, fijne, goede dag, een mooie gelegenheid om dit mooie land te ontdekken, met zoveel natuurschoon, natuurlijke, culturele en historische rijkdommen, potentieel.

  • 18 Mei 2015 - 20:01

    Mireille:

    Wederom een indrukwekkend verhaal dat goed weergeeft hoe moeilijk en ingewikkeld het is om het land en haar inwoners te helpen.

    Dank,

    Mireille Caubo

Reageer op dit reisverslag

Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley

VIP-member
Margot

Micha 6:8 Hij heeft u bekendgemaakt, o mens, wat goed is en wat de HEERE van u vraagt: niet anders dan recht te doen en getrouwheid lief te hebben, en ootmoedig te wandelen met uw God.

Actief sinds 20 Maart 2008
Verslag gelezen: 610
Totaal aantal bezoekers 609005

Voorgaande reizen:

12 April 2008 - 30 November -0001

Mijn eerste reis

Landen bezocht: