Terug naar het Noordwesten - Reisverslag uit Pétionville, Haïti van Margot Greef - WaarBenJij.nu Terug naar het Noordwesten - Reisverslag uit Pétionville, Haïti van Margot Greef - WaarBenJij.nu

Terug naar het Noordwesten

Door: Margot de Greef

Blijf op de hoogte en volg Margot

24 Mei 2021 | Haïti, Pétionville

Eindelijk weer naar het Noordwesten. Maandag 3 mei nog een dag op kantoor. Terwijl ik naar kantoor reed, had ik de radio aan. Ik begreep waarom mensen geen nieuws meer willen luisteren, omdat je enkel droevig wordt van alle ontvoeringen en moorden. Gesprek gevoerd met Misereor (Duitsland) en Action de Carême Suisse (Zwitserland) over gezamenlijke partners en de mogelijkheid om gedrieën een programma te financieren. Ik schakelde over van Frans op Spaans voor een geseprek met ACT in de regio Latijns Amerika en de Cariben over het benoemen van een afgevaardigde van de regio. Thuis mango muffins gebakken voor de reis, dankzij een hoeveelheid mango’s die ik van de buren had ontvangen.

Na een korte nacht vertrokken we dinsdag 4 mei naar Port-de-Paix. Het doorkruisen van de stad alleen al duurt meerdere uren, al helemaal tijdens spitsuur. We vertrokken gedrieën (Samuel, Jackson en ik) en haalden bij Croix-des-Bouquets Elondieu op. Volop gesprekken en een goede sfeer onderweg. In Gonaïves werden we aangehouden door de politie, die enkel vroeg of alles in orde was (en of de buitenlander een paspoort heeft) en ons door liet rijden. Elondieu komt uit Gros Morne. Aangezien dat op onze route lag, hebben we een bezoekje gebracht aan zijn ouders in Tricotte. Z’n moeder zat op de veranda pinda’s te pellen. Een mooie omgeving, temidden van mooie bergen.

We reden via een rivierbedding terug naar de doorgaande weg. Om acht uur Nederlandse tijd (twee uur ’s middags hier), hebben we twee minuten stilgestaan langs de kant van de (onverharde) weg. Ik had de heren uitgelegd dat het dodenherdenking was in Nederland. Ze stelden spontaan voor om twee minuten te stoppen. Bijzonder om zo gevieren twee minuten stil te zijn in de auto aan de kant van de weg in Haïti. Een traditie die de moeite waard is om in stand te houden.

In Bassin Bleu was het markt die dag, wat goed uitkwam, want ik was vergeten schriften en pennen mee te nemen. In de buurt van Chansolme troffen we oud-collega William aan, die daar voor de overheid bezig is met wegwerkzaamheden. De weg is verbeterd en deels geasfalteerd, hoewel er zonder budget gewerkt wordt en waterafvoer niet in de plannen was opgenomen.

Onze bestemming van die dag was Port-de-Paix. We zochten een copy shop om een paar afdrukken in kleur te maken. Ik zette de foto’s op USB. Hoewel de handel de naam ‘excellente services’ droeg, liet die service te wensen over. In de eerste plaats leek ze niet duidelijk te zijn hoe een plaatje in kleur afgedrukt moet worden, dus dat legden we uit. Vervolgens bleek de inkt op te zijn. Met enige strategie lukte het na een uur om vier pagina’s te printen.

Toen konden we op zoek naar een hotel. Na drie pogingen kwamen we terecht bij Eloyim, gelegen aan zee. Het was inmiddels al zeven uur ’s avonds. Ik constateerde dat het hotel, net als de naastgelegen panden, deels in de zee gebouwd was, en die helft was ernstig beschadigd, met gescheurde muren. Wij kregen kamers in een ander deel, maar met een gerust hart slapen deden we niet. Het uitzicht was wel mooi, aan de kust van Port-de-Paix, met zicht op Ile de la Tortue en schepen in zee. Er was geen elektriciteit, de generator had problemen. Uiteindelijk werd die gerepareerd.

Mooie zonsondergang over zee. William kwam naar ons toe zodat we eindelijk weer eens een deel van ons oude team bijeen hadden en met elkaar een maaltijd konden nuttigen en bijpraten.

Het was een interessant hotel, om het zacht uit te drukken. Het licht op mijn kamer kon niet uit; er was geen schakelaar en me werd gezegd dat er een probleempje was. De pit zat te hoog om los te draaien. Dus verplicht met licht aan slapen. Ik had geen laken. Het was erg warm en de muggen waren ook blij ons te zien. Er stond een vreemd apparaat te loeien op mijn kamer, waaruit warme lucht kwam. Rond 6 uur, half 7 ging de generator uit en hield de stroom op. Bij Elondieu hing een onaangename toiletgeur in z’n kamer en het enige stopcontact zat zo hoog, dat hij z’n telefoon in een plastic zakje zou moeten vastbinden om die op te kunnen laden. Hij had stromend water, ik had een emmer water. Mijn toilet was kapot, had geen wc-bril en geen klep. Overdag was er geen stroom, maar wel stond er luide muziek aan. Om 7 uur zou er ontbijt zijn. Dat was er niet, dus Jackson en Samuel vertrokken zonder ontbijt naar Anse-à-Foleur. Ik werd om half 9 opgehaald door de coördinator van GACIDD, een organisatie die contact met ons had opgenomen. Tegen die tijd was er nog steeds geen ontbijt dus ook ik vertrok zonder.

De coördinator reed me op zijn scooter door Port-de-Paix naar hun kantoor (waarbij hij een voetganger raakte). GACIDD is een jonge organisatie, opgericht in 2017. Ze werken in de gemeente van Port-de-Paix en op het eiland La Tortue. Ze hadden een plan bij ons ingediend voor de bouw van waterreservoirs op La Tortue, waar water schaars goed is, ironisch genoeg. Een eiland omringd door water, zonder water. Er zijn geen rivieren op het eiland en ook geen waterputten. Er waren aanwezigen van diverse leeftijden, maar het was vooral de coördinator die sprak.

Na afloop werd ik teruggebracht naar het hotel. Elondieu stond buiten te wachten op de motor die hem kwam halen om naar Jean Rabel te reizen. Hij had uiteindelijk na 10 uur ontbijt gekregen. Mijn afspraak van die middag ging niet door, dus besteedde ik de middag aan het voorbereiden van de vergaderingen van de daaropvolgende dagen en het schrijven van verslagen. Ik zat eerst op het balkon, vanwaar ik mooi uitzicht had op zee, maar de herrie van de muziek was teveel en ik verhuisde naar de hitte van mijn kamer.

Aangezien de bereiding van het het ontbijt meer dan 3 uur duurde, verwachtte ik dat de lunch ook lang op zich zou laten wachten, maar die werd me zowaar al na een half uur geleverd. Toen Samuel en Jackson terug waren, zaten we gedrieën aan zee naar de mooie zonsondergang te kijken.

Donderdagochtend vertrokken we om half 8. We vroegen waar het kantoor van burgerbescherming is. De coördinator daarvan nam de telefoon niet op. We reden de ons gewezen richting uit, waarop de coördinator ons belde en vroeg naar zijn huis te komen, dus terug de andere kant op. Een open iemand met wie we al vaker gesproken hebben. Burgerbescherming maakt deel uit van de overheid. We vroegen hem advies over een apotheek voor medicijnen voor dieren, onderzoek naar water, een handel voor zaden en andere landbouwbenodigdheden. Ook spraken we met hem over migratie en klimaatverandering.

Samuel bleef met hem in gesprek, terwijl ik me naar de volgende vergadering begaf, op het provinciale kantoor van het Ministerie van Landbouw. Hoewel ik het gesprek had aangevraagd, ging het een heel andere richting op dan verwacht. De directeur werd vergezeld door twee collega’s en gedrieën ondervroegen ze me gedurende 2.5 uur. Ze hadden via het nationale Ministerie van Landbouw ons verzoek om registratie ontvangen en vroegen me veel over onze aanpak, manier van werken, waar we werken, wat we doen, waarom we het zo doen, enz. We spraken over water, en ook hier vroeg ik advies over dezelfde onderwerpen als bij Burgerbescherming. Ik vroeg naar de prioriteiten van het Ministerie van Landbouw zodat we ons daarbij kunnen aansluiten. Ze benadrukten het belang van een permanente oplossing voor problemen en voor het vinden van resultaten en verandering. Het waren goede vragen, maar ze kwamen onverwacht.

Inmiddels hadden Samuel en Jackson een lekke band gerepareerd. We reden richting Jean Rabel. Bij Lacoma zetten we Samuel af. Ik ging door naar Jean Rabel voor een afspraak met ADEMA. Jackson reed direct weer terug naar Lacoma. Toen ik vroeg naar degene met wie ik een afspraak had, kreeg ik te horen dat de afspraak in Bombardopolis was en niet in Jean Rabel. Dat is een paar uur verder rijden, dus dat ging niet door. In ieder geval bevond ik me op bekend terrein want we hebben vaak overnacht in het gastenverblijf bij ADEMA. Dus ik groette bekenden en kon daar een poosje werken. Aangezien ik die dag nog niks had gegeten, liep ik het dorp in om eten te zoeken.

Vervolgens liep ik naar het kantoor van GRADD, nog een organisatie die contact met ons had gezocht. Een heel andere setting. Deze organisatie bestaat uit een groep universitair opgeleiden; landbouwdeskundigen, advocaten, economen. Interessant dat ze allemaal hun geboortegrond hadden verlaten om te studeren maar terugkeerden om te proberen een verandering teweeg te brengen. GRADD is opgericht in 2006. In samenwerking met de gemeente en ADEMA zorgen ze voor afvalverwerking. Verder richten ze zich op milieubescherming, burgerbewustzijn, klimaatverandering, en duurzame ontwikkeling. Hun documenten waren goed voor elkaar.

Jackson en Samuel waren inmiddels ook gearriveerd en we vervolgden onze rit. Bij AGEHPMDNG in Vieille Terre en bij GRADAID in Mare Rouge gaven we wat af. Tegen half negen waren we eindelijk bij huize Anouce in Dos d’Ane. Anouce ontving ons opnieuw gastvrij en bood ons onderdak voor de rest van ons verblijf. Een heldere sterrenlucht, de steelpan stak scherp af.

Die vrijdag hadden we voor het eerst een dag van uitwisseling met drie partners: AGEHPMDNG, GRADAID, KED. Elk kwam met een aantal afgevaardigden naar het kantoor van GRADAID in Mare Rouge. Onderweg kwamen we een begrafenisstoet tegen. Een orkest speelde en de kist werd aan de hand gedragen. Ze moesten nog een eind lopen om op de plaats van bestemming te komen.

Uiteraard begonnen we een uur te laat. Na een korte introductie door elke organisatie, lazen we een beleid over kinderbescherming. Tot mijn aangename verrassing werd het een actief gesprek, volop interactie, deelname en vragen. Er was grote belangstelling voor het onderwerp. De discussies waren interessant en gingen alle kanten op, van de rol van de overheid naar de rol van de kerk, de school en het gezin. Er werd gesproken over confidentialiteit, klachten indienen, psychosociale impact, eerlijke conversaties met kinderen. Er werden persoonlijke verhalen gedeeld, waarbij ouders niet geloofden dat hun kind verkracht was, buren hun kind slaan, ouders zich bewust worden van hoe ze hun eigen kinderen misbruiken. Ook kinderen moeten leren wat hun rechten zijn, wat misbruik is.

Na een korte pauze leidde een van de deelnemers ons in een korte animatie, waarbij iedereen moest lachen. We gingen verder met het bespreken van een gedragscode. We spraken over het gebruik van foto’s en toestemming daarvoor, fraude, corruptie, ethiek. Er werd nagedacht over een manier om anoniem klachten te ontvangen. We spraken over de procedure om staf aan te nemen, organigram en evaluatiegesprekken. Gezamenlijk lazen we een kort document opgesteld door CWS over ‘voor jezelf zorgen’. Het punt over goed eten en slapen luidde tot gelach. Dat schiet er nogal eens bij in. Tot slot bespraken we onderwerpen voor trainingen, zowel voor de staf van onze partners als voor gezinnen met wie ze werken. Het laatste gaat om het verschaffen van een bron van inkomsten, gebaseerd op lokaal beschikbare producten, zoals aloë vera, fruit, Ricinus Communis, of zeep.

De deelnemers gaven aan dat het een mooi initiatief was, met interessante onderwerpen, een geslaagde dag. Ze waarderen de aanpak van CWS naar hen, onze partners. Er heerste een goede sfeer. Tevreden dus. Toen ik de volgende dag een van de deelnemers sprak, zei hij dat het de mooiste dag van het jaar was tot nu toe. Dat is mooi om te horen.

Terug in Dos d’Ane zat ik aan tafel te werken. Ik trok een lange broek en sokken aan onder m’n jurk en zelfs een regenjas, want ik werd gek van de muggen die zich tegoed deden aan mijn bloed en irritant om me heen zwermden.

Ook in het weekend ging het werk door. Ik kon lopend naar de eerste afspraak van die dag, naar het kantoor van OPFSLDIBH, nog een organisatie die ons een brief had gestuurd. Ze bestaan sinds 2007 en hebben 297 leden. Er waren aanwezigen van alle drie de comités. De organisatie werkt op het gebied van landbouw, veeteelt, milieu, microkrediet, kinderrechten en onderwijs. Ook hebben ze een aantal huizen gebouwd. En ook hier is toegang tot water beperkt en een prioriteit. Het was een goed gesprek, waaraan iedereen meedeed.

Vandaar reed Anouce me op de motor naar Rivyè Galet, Damé. We daalden bergen af, op een slecht pad vol stenen. Uiteindelijk kwamen we bij een kerk, waar we werden opgewacht door RIDAS, nog een organisatie die ons had geschreven. Deze organisatie wordt bestuurd door een groep jonge mensen. Ze werken samen met andere lokale organisaties, bieden steun aan een dorpsschool en zijn recent een microkrediet initiatief gestart. Dit gebied heeft behoorlijke schade opgelopen aan huizen, scholen, veeteelt en landbouw tijdens orkaan Matthew. Hoewel er mango’s en avocado’s groeien, is transport moeilijk en dus kunnen de producten slecht naar de markt vervoerd worden. De omringende bergen waren heel groen, een mooie omgeving. Ik liep het eerste stukje het pad op en stapte daarna achterop de motor, toen het pad iets beter (lees: minder slecht) werd.

Elondieu voegde zich die middag bij ons. Een team van het laboratorium SICOD was onderweg van Port-au-Prince naar de school in Dos d’Ane. Elondieu en ik reden naar de school, waar het team een seismisch onderzoek verrichtte. Dit als onderdeel van bodemonderzoek om te kijken of en zoja, hoe, de school herbouwd kan worden.

Zondag ging ik in het hoekje van de tuin staan waar telefoonbereik is om mijn moeder te bellen, want het was moederdag in Nederland (hier is het zondag 30 mei moederdag). Anderhalf jaar lang al heb ik mijn ouders niet kunnen zien. Ongeacht hoe groot de afstand is of hoe lang het duurt voordat we elkaar weer zien, mijn ouders blijven mijn grootste steun.

Het gebeurt niet zo vaak dat we een zondag in het Noordwesten doorbrengen. Anouce nam ons mee naar de kerk, de Baptistenkerk van Dos d’Ane. Samuel en Jackson hadden ons al van ontbijt voorzien. Zij kookten eten tijdens ons verblijf, ik vulde tonnen met water. Twee honden stonden telkens met hun neus vooraan als ze merkten dat er eten bereid werd in de keuken. We schoven in de schoolbanken die dienst doen als kerkbanken. Elke tweede zondag van de maand is het daar zondag van de jeugd, dus het was een jongedame die ons in zang leidde. Een mooie dienst. Aan het eind van de dienst werd aan ons bezoekers gevraagd om te gaan staan en de gemeente te groeten. Zowel kinderen als volwassenen schudden ons de hand.

Maandag zetten Samuel en Jackson me af bij AGEHPMDNG in Vieille Terre, waarna zijzelf direct doorreden naar Fond Ramadou. Overdag hadden we elk ons eigen programma, we overnachtten alleen op dezelfde plaats. Deze dag stond voor mij in het teken van het bespreken van verslagen. ’s Ochtends met AGEHPMDNG, ’s middags met GRADAID in Mare Rouge, waar iemand van AGEHPMDNG me per motor bracht. Elke drie maanden schrijven zij een verslag en elke zes maanden leveren wij een verslag in bij Growing Hope Globally, die het programma mede financiert. Aan het eind van de dag haalden Jackson en Samuel me op in Mare Rouge en gedrieën keerden we terug naar Dos d’Ane.

De volgende dag bracht ik opnieuw door met AGEHPMDNG. Jackson en Samuel reden door naar Dessources. Zowel de school in Fond Ramadou als Dessources heeft een hoeveelheid schapen ontvangen voor docenten en leerlingen. Voor mij was het een dag van het werk met eigen ogen zien, bezoeken afleggen. Met z’n vieren waren we op pad, op twee motoren. Eerst naar Diondion. We bezochten een gezin bij wie een waterreservoir gebouwd wordt. Het is de bedoeling dat er dakgoten aan het golfplaten dak geïnstalleerd worden om regenwater op te vangen en daarmee het reservoir te vullen. Het water zal gebruikt worden voor een moestuin en andere huishoudelijke benodigdheden. Het gezin haalt op dit moment hun water uit rivier La Source, een uur lopen. Het gezin heeft ook een schaap en bonen ontvangen. Ze zijn van plan het water te delen met de buren. Het was de eerste keer dat ze het formaat betonblokken zagen dat gebruikt wordt om de reservoirs te bouwen.

Daarna bezochten we de boomkwekerij in Diondion, waar een groepje bezig was met het bereiden van het juiste mengsel van aarde, zand en compost. Hiermee werden zakjes gevuld, waarin de zaden geplaatst worden. Deze dag werd er ‘breadfruit’ gezaaid. De boomkwekerij van vorig jaar was een succes. De boompjes brengen voldoende tijd door in de kwekerij om sterk genoeg te zijn om daarna uitgeplant te worden. Er zullen 7.500 boompjes gekweekt worden, zowel fruitsoorten als houtsoorten.

Vandaar begaven we ons naar de grond van een lid van AGEHPMDNG waar twee weken lang bodembeschermingswerk werd verricht. Vijf groepen van elk 11 personen waren die dag bezig met pikhouwelen en scheppen om stenen muren en kanalen aan te leggen op de hellingen. De eigenares legde uit dat de grond weinig kan produceren. Deze technieken helpen om de productie te vergroten, erosie tegen te gaan, en water vast te houden. Dat is ook de ervaring van de mannen die aan het werk waren. De afstand tussen de muren/kanalen wordt bepaald door de steilte van de helling.

Vervolgens bezochtten we de dierenarts. Bij hem thuis wordt ook een waterreservoir gebouwd. Hij vertelde dat er tegenwoordig veel meer vraag is naar zijn diensten dan voorheen. Hij geeft goede service, maar mensen begrijpen nu ook beter het belang van goede zorg voor de dieren. “Voorheen lieten mensen de dieren enkel aan hen diensten verschaffen, maar nu zorgen ze ook voor de dieren.” Verder heerste er de overtuiging dat ziekte van dieren een mystieke oorzaak had. Nu ziet men dat met medicijnen diarree kan stoppen. “Voorheen was men tegen op vaccinatie, omdat ze dachten dat het de dieren zou doden. Nu houden ze me staande als ik onderweg ben, om hun dieren te vaccineren.” Ook zijn de medicijnen nu dichterbij verkrijgbaar, aangezien AGEHPMDNG een voorraad ontvangen heeft. Er zijn eveneens vijf dierenartsen in training.

Nadat we voorzien waren van kokosnoten die voor ons van de boom gehaald werden, keken we bij een stier die is aangeschaft voor het kruisen met de koeien. Daar vlakbij is nog een waterreservoir in aanbouw. We werden door een breed glimlachende vrouw ontvangen, die uitkijkt naar de dag dat ze een emmer water uit haar reservoir kan halen. Voorheen had ze een moestuin bij huis, maar tegenwoordig regent het minder dan vroeger en het water is te ver weg om per emmer te halen. Met het reservoir heeft ze weer hoop dat ze groentes kan verbouwen.

Na een korte stop bij kantoor reden we verder naar Fond Ramadou. Een man vertelde ons enthousiast over alles wat hij leert bij AGEHPMDNG. Ze krijgen training en passen de geleerde kennis toe. Zo heeft hij twee gaten gegraven, één voor compost en één voor niet-organisch afval. Dankzij de compost groeien z’n bananen nu beter. Ook ligt er geen afval meer op de grond, waardoor de planten beter groeien, want als die op plastic in de grond stuitten, stopt hun groei. Verder hebben z’n geiten nu een onderkomen, want hij heeft geleerd een onderdak voor ze te bouwen. In de hete zon brengt hij ze onderdak en ook beschermt het hen tegen wind en regen. “Net als wij mensen hebben de dieren last van de hitte, alleen kunnen zij het niet zeggen,” zei hij. De geiten zijn een inkomstenbron en kan hij verkopen om het schoolgeld van zijn dochters te betalen.

Een vrouw daar niet ver vandaan zei ook dat haar dieren nu ‘hun eigen huis’ hebben en er geen afval meer op de grond gegooid wordt. Het was mooi om te zien dat in haar groentetuin een irrigatiesysteem is aangelegd met gebruik van lege waterflessen. Dat heeft ze bij een training geleerd. Goed om te zien dat ze de training niet alleen bijwonen, maar ook toepassen. Een andere vrouw was bezig met het doppen van bonen toen we bij haar aankwamen. Ze liet ons de koe zien die haar gezin heeft onvangen via het programma. Ook voor de koe is een onderdak gebouwd. Dit is niet iets wat mensen gewend waren te doen. En het mooie is dat er nu grotere onderkomens worden gebouwd, niet alleen voor de dieren die ze ontvangen als deel van het programma (en waarvoor het een verplichting is), maar ook voor hun andere dieren, omdat ze merken dat het hun dieren beschermt.

We haalden een andere vrouw in, die we gingen bezoeken. Ze liep met een emmer water op haar hoofd en een ezel aan de hand, die nog eens vier tonnen water droeg. Ook zij verwerkt nu haar afval, waardoor er minder muggen zijn, de tuin schoner is, de planten beter groeien, en er minder kans op ziekte is. Tot slot spraken we met iemand die zorgt voor de boomkwekerij.

We sloten de dag af op kantoor bij AGEHPMDNG met het ondertekenen van een contract voor het installeren van handenwasgelegenheden op de scholen van Fond Ramadou en Dessources en het bespreken van het beheer van medicijnen, het opzetten van een winkel met zaden en andere landbouwbenodigdheden, en plannen voor de komende jaren.

Jackson en Samuel waren inmiddels gearriveerd en ik kon met hen mee terugrijden naar huize Anouce. Voor mij was het prettig om even een paar weken niet elke dag alleen thuis te zijn en nu eens in slaap te vallen met op de achtergrond het gelach en gepraat van de mannen, die elke dag nieuwe onderwerpen vonden om over te discussiëren.

De volgende dag bracht ik door bij GRADAID in Mare Rouge. We begonnen met een gesprek over diverse onderwerpen. Naar aanleiding van COVID-19 zijn hier zaden verstrekt en voedsel voor een maand en ook schoolspullen aan leerlingen (gefinancierd door de Christelijke Gereformeerde Kerk). Ook hier ontvangen gezinnen varkens en schapen. GRADAID heeft twee stagiaires. Een van hen heeft deelgenomen als enquêteur aan het onderzoek naar klimaatverandering en migratie.

’s Middags gingen we op pad. Aangezien de chauffeur er niet was, vroegen ze of ik hun auto kon rijden. Dat kon. Er volgden een aantal moeilijke bezoeken. We bezochten een drietal gezinnen die gedurende een maand voedsel hebben ontvangen. De eerste was een oudere man die verzorgd wordt door zijn dochter en al jarenlang een catheter heeft, die niet regelmatig wordt vervangen. De tweede was een vrouw die opstond om me te laten zien dat ze zeer slecht loopt; haar benen zijn op latere leeftijd vervormd. In het ziekenhuis kunnen ze haar niet zeggen wat er aan de hand is. De zorg voor hun enige kind komt daarom op haar man neer. Ze was positief over de ontvangen hulp: “Ook al bevind ik me in deze situatie, dat wil niet zeggen dat ik niet kan eten. God is voor ons neergedaald.”

Na deze twee gezinnen in Mare Rouge, liepen we binnen bij een man in Roldophe. Hij is 81 jaar en sinds 7 jaar blind, wederom om onbekende reden. Hij was eerst nog goed ter been maar deze week was zijn hele lichaam stijf en het lukte hem niet om op te staan. Ze schertsten wat over het eten dat ze hadden ontvangen, dat de één geen maïs lust en de ander geen tarwe. De man gaf een moedeloze indruk. Toen we weggingen, legde ik mijn hand tussen zijn handen. Hij pakte mijn hand stevig vast en vroeg ook de hand van degene die bij me was. Het is moeilijk om in zulke omstandigheden de juiste woorden te vinden. Het zette me ook weer erg aan het denken over de gebrekkige gezondheidszorg hier. In hun woonomgeving zijn weinig ziekenhuizen. Ze moeten ver reizen maar dan nog is de zorg beperkt en krijgen ze geen duidelijke antwoorden noch behandeling. Ook is er vaak geen geld voor de benodigde medicijnen of operaties.

In Roldophe liepen we met een van de leden van de groep daar over zijn land. Of beter gezegd: we klommen over zijn land, want dat ligt op een helling. De grond is niet eenvoudig te bewerken. De bodembeschermingstechnieken en het aanleggen van muren helpen om de vruchtbaarheid te vergroten en gaan erosie tegen. Groepsleden helpen hem (en elkaar) om de grond te verbouwen, waardoor ze meer kunnen produceren. We bezochten een ander lid van de groep, die liet zien dat hij een gat heeft gegraven voor niet-organisch afval. “Plastic is niet goed voor de grond en voor de dieren. Er zijn nu ook minder muggen.” Ook op zijn grond zijn muren gebouwd zodat het water wordt vastgehouden en geen vernieling veroorzaakt. Het was mooi om te zien dat de bonen die hij heeft ontvangen goed groeiden, hoewel de pinda’s niet zijn geslaagd. Hopelijk kan de oogst van de bonen hem helpen om het schoolgeld van zijn kinderen te betalen, want dat is hij nog verschuldigd. Deze man heeft eveneens sinaasappel en grapefruit boompjes geplant, die afkomstig zijn uit de boomkwekerij waar de families samen aan hebben gewerkt. Daarnaast heeft hij twee varkens ontvangen. Elders zijn tomaten en peper geplant. We bezochten nog iemand op wiens land eveneens bodembeschermingswerk is verricht. Hij gaf aan dat de muren helpen om de kracht van het water te verminderen en erosie tegen te gaan.

Toen naar Folin, waar we een aantal mensen bezochten die gaten gegraven hebben voor niet-organisch afval en pinda’s en bonen verbouwd hebben. Ze gaven aan dat ze voorheen het afval gewoon op de grond gooiden. Ook zijn er schapen en varkens verstrekt. Een paar mensen hebben eveneens groentes verbouwd. De oogst van pinda’s en bonen is niet overal goed geslaagd. Tot slot ook hier een gezin bezocht dat gedurende een maand voedsel had ontvangen. Opnieuw een blinde man, nog van jongere leeftijd. Samen met zijn vrouw heeft hij zes kinderen. Hij is pas na de geboorte van hun kinderen blind geworden. Zijn vrouw probeert nu van de landbouw een inkomen te verschaffen. Het leven hier is al moeilijk, maar voor iemand met een handicap is het nog vele malen moeilijker.

Terug in Roldophe bezochten we de koffieplantage. Onderweg daar naartoe was het pad versperd door een boom die net omgehakt werd. In rap tempo werd die met een manchet aan de kant gehaald zodat we erlangs konden. Om half zeven waren we terug bij het kantoor van GRADAID, waar Samuel en Jackson al een poos geduldig op me stonden te wachten.

Donderdag en vrijdag was ik bij KED in Dupre. Ze hadden vacatures voor drie stagiaires. Net als de stagiaires van GRADAID worden die posities gefinancierd door CWS in het kader van migratie/klimaatverandering. Een van de redenen dat de jeugd zich gedwongen ziet om hun geboortegrond te verlaten is wegens het gebrek aan werkgelegenheid. Met de stages willen we jongelui een kans bieden om ervaring op te doen in hun eigen thuisomgeving, zodat ze hun kennis kunnen delen en tegelijk kunnen leren. KED had me gevraagd om deel te nemen aan de sollicitatiegesprekken. Dus ik ging met Anouce op de motor naar KED. Eerst een tussenstop bij de school in Dos d’Ane, waar een hele groep kinderen buiten de poort stond, omdat ze te laat waren. Sommige van hen moeten lang lopen om op school te komen.

Er waren drie vacatures: stagiaires voor accountant, assistent voor beheer microkrediet, administrateur. Met z’n drieën legden we de gesprekken af. Donderdag interviewden we vijf kandidaten voor accountant en twee voor microkrediet. Het was mooi om te zien dat kandidaten voldeden aan het profiel van jongelui uit het dorp die veelal in Gonaïves gestudeerd hebben en nu een gelegenheid zoeken om zich in te zetten voor hun dorp.

Het laboratorium team van SICOD was terug bij Dos d’Ane dus aan het eind van de middag kon ik het bodemonderzoek bijwonen. Op drie plaatsen werd met een apparaat een ijzeren paal de grond ingeslagen om te meten hoe vaak er geslagen wordt om de grond in te komen. Hoe makkelijker dat gaat, hoe minder goed de grond. Daarnaast werden drie putten gegraven van zo’n 2.5 meter diep, om een monster van de grond mee te nemen en te onderzoeken in het laboratorium. Twee leerlingen van de school werkten hard en vlot om de gaten te graven. Het was mooi om het onderzoek bij te kunnen wonen. Als het onderzoek een positief resultaat oplevert, dan hopen we deze school te kunnen herbouwen.

Intussen kwam de directeur van de school Antoinette Dessalines bij me om een contract te tekenen voor het installeren van een handenwasgelegenheid bij hun school. Patrick hield me op de hoogte van het wel en wee in Port-au-Prince en zei dat het wat rustiger was qua ontvoeringen, omdat er een akkoord is gevonden tussen de overheid en de bendes, tenminste voor een maand. Een vreemd verhaal. Om telefoonbereik te krijgen, moest ik een helling opklimmen: daar onder die mangoboom, wees de directeur.

Vrijdag zou het team van SICOD vroeg beginnen dus we stonden al vroeg buiten, maar ze hadden een probleem met het apparaat, dat eerst verholpen moest worden. Gevieren reden we naar de school van Dos d’Ane, waar de vlag net was gehesen. Dat is een dagelijks ritueel. Ook hier een contract getekend voor het installeren van een handenwasgelegenheid. En ook hier een moeilijke situatie voor de docenten. Van de 19 docenten zijn slechts 8 benoemd door de overheid, wat betekent dat er voor de rest geen salaris is.

SICOD verscheen pas toen wij alweer moesten vertrekken, om op tijd te zijn voor de volgende reeks sollicitatiegesprekken. Nog één kandidaat voor beheer van microkrediet die dag en vier voor administrateur. Het was wel zorgelijk dat jongelui na het afsluiten van een universitaire studie nog steeds weinig notie leken te hebben van hun vakgebied en van hun beroep. We sloten de dag af met een gesprek met het comité van KED. Direct verslag uitgebracht van de sollicitatiegesprekken en drie kandidaten voorgedragen voor de drie vacatures. We spraken over de plannen van het nieuwe comité, prioriteiten voor de komende jaren. Ook hier zijn schapen en varkens verstrekt. Microkrediet voor onderwijs loopt nog door, met momenteel 12 studenten die een lening hiervoor hebben ontvangen. Anouce liet z’n broer lopend naar huis gaan, zodat hij en ik op de motor terug konden...

Daarmee zat het programma erop. De twee weken in het Noordwesten zijn goed verlopen. Zaterdag 15 mei keerden we terug naar Port-au-Prince. Jackson had al vroeg een ontbijt klaar. De terugreis verliep zonder problemen. We namen een alternatieve route die ons vlak langs de zoutvlaktes leidde. Het pad daar is beter dan de doorgaande weg (zolang het niet regent). In Gonaïves gaven we ‘gigit’ af, een soort koek van kokosnoot en suikerriet, gemaakt in de bakkerij bij KED. Onderweg twee begrafenisoptochten, een trouwerij en een ongeluk. In Montrouis kregen we letterlijk een kruiwagen vol mango’s mee. Terug in Port-au-Prince kostte het veel tijd om de stad te doorkruisen. Al met al waren we om half zes ’s middags thuis, tien uur na vertrek uit Dos d’Ane.

Eindelijk zijn de bouwwerkzaamheden aan mijn huis afgerond, tijdens mijn afwezigheid. Alles zat onder een dikke laag stof dus kon ik gelijk gaan schoonmaken. 18 mei is hier vlaggendag, een vrije dag. Dat kwam goed uit, zo kon ik het hele huis van boven tot onder grondig schoonmaken. Mijn buurjongen kwam kijken wat de oorzaak was van de stofwolken die uit mijn tuin omhoog stegen. Hij nam de bezem van me over en hielp me met de rest van het erf. Toen ik zei dat ik de bezem wel weer over kon nemen, antwoordde hij: “Je lijkt niet erg goed in het ontvangen van hulp.” Daar moest ik wel om lachen. De hulpverlener heeft moeite met hulp ontvangen! Dus ik heb de hulp dankbaar aanvaard.

Ondanks het akkoord tussen de overheid en bendes, is er de afgelopen periode een kind van 6 jaar ontvoerd uit zijn ouderlijke woning in Croix-des-Bouquets. Inmiddels is hij gelukkig weer terug bij z’n ouders. Vier agenten hebben een 31-jarige man gedood die was gedeporteerd uit de Dominicaanse Republiek. Hij zei geen geld voor de terugreis naar zijn woonplaats te hebben, dus klom hij op een bus. De inzittenden haalden de politie erbij, die de man hebben doodgeslagen.

Een boot is gezonken tussen het eiland La Gonave en Carries, waarbij diverse doden zijn gevallen. Een benzinepomp bij Delmas 32 is ontploft. En nu is er strijd uitgebroken tussen bendes in Laboule 12, waar ik naar de kerk ga. Gisterochtend zag ik dat er geen enkele motor noch openbaar transport op de normale plaats stond. De Bijbelstudies in de kerk gaan deze weken over de waarde van werk, samenwerken, ijdelheid, luiheid, en ‘ga naar de mier, luiaard, zie zijn wegen en word wijs’ (Spreuken 6:6). Een mooie oproep om niet bij te pakken neer te gaan zitten.

Reageer op dit reisverslag

Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley

Margot

Micha 6:8 Hij heeft u bekendgemaakt, o mens, wat goed is en wat de HEERE van u vraagt: niet anders dan recht te doen en getrouwheid lief te hebben, en ootmoedig te wandelen met uw God.

Actief sinds 20 Maart 2008
Verslag gelezen: 362
Totaal aantal bezoekers 589990

Voorgaande reizen:

12 April 2008 - 30 November -0001

Mijn eerste reis

Landen bezocht: