Te gast, te land, ter zee in het Noordwesten - Reisverslag uit Pétionville, Haïti van Margot Greef - WaarBenJij.nu Te gast, te land, ter zee in het Noordwesten - Reisverslag uit Pétionville, Haïti van Margot Greef - WaarBenJij.nu

Te gast, te land, ter zee in het Noordwesten

Door: Margot de Greef

Blijf op de hoogte en volg Margot

07 April 2014 | Haïti, Pétionville

De afgelopen twee weken stonden in het teken van evaluatie bezoeken elders in het land.

Maandag 24 maart waren we om kwart voor zes 's ochtends al op pad naar het Noordwesten; mijn collega, iemand van onze partner organisatie en ikzelf. De eerste bestemming was Baie-de-Henne, corporatie KOEB. Deze corporatie heeft kort geleden de bouw van een kantoor afgerond, dat we kwamen bezoeken. We spraken met een aantal van de leden, die ons eveneens meenamen naar hun huizen en land. Een vrouw die thuis handel drijft, wat haar helpt om haar 7 kinderen naar school te sturen. Een andere, energieke vrouw neemt ons mee naar haar land. Het land ligt er droog bij; na maanden zonder regen zijn een deel van de bananen, bonen en maïs verloren gegaan. De uien zijn bijna gereed voor de oogst. Een leraar laat ons eveneens zijn land zien. Iedereen is landbouwer.
Ons bezoek is een evaluatie ter gelegenheid van het einde van het fiscale jaar en een voorbereiding op nieuwe projecten. Bij de volgende corporatie, CRPB in Bombardopolis, bespreken we een project dat binnenkort van start zal gaan: een gemeenschapswinkel die gerund wordt vanuit het kantoor. Een deel van het kantoor wordt gebruikt voor opslag van pinda's.
We sturen de auto over een pad waar mijn collega voor het eerst komt; twee smalle stroken voor de wielen, in het midden een berm. Goed het stuur recht houden dus. Uiteindelijk komen we om negen uur 's avonds aan in Mare Rouge, waar we de nacht doorbrengen.

De volgende dag beginnen we in Jean Rabel, bij KOFEJ. Ook daar zal binnenkort een gemeenschapswinkel opgestart worden, zodat mensen niet meer ver hoeven te reizen voor bepaalde basisbehoeften en niet het risico lopen om overvallen te worden onderweg. We bezoeken een tuin die besproeid wordt met water, wat een duidelijk verschil oplevert ten opzicht van de andere tuinen. De bananen groeien, suikerriet en bonen zijn geplant. Een vrouw ontvangt ons in haar boetiek, waar van alles te koop is, van levensmiddelen tot sanitaire producten. Dankzij de corporatie kunnen haar 8 kinderen naar school en doordat haar kinderen naar school gaan, kunnen zij hun moeder helpen met de boetiek. Een andere vrouw heet ons ook welkom in haar boetiek en vertelt eveneens dat lid zijn van de corporatie haar helpt met het onderwijs van haar kinderen, maar ook om een huis te bouwen.
We rijden verder naar KRCLJ in Lamontay, een gemeenschap die haar naam eer aandoet; vele bergen moeten opgereden worden voordat we ter plaatse zijn. Hier zal binnenkort een bakkerij gebouwd en geopend worden. Als we luisteren naar de inwoners over het belang van een bakkerij, horen we hoe de vrouwen nu 2 nachten van huis zijn om brood te bakken; de eerste nacht om te lopen naar de dichtstbijzijnde bakkerij, overdag om een plaats te bemachtigen in de lange rij belangstellenden die gebruik willen maken van de bakkerij en met hun eigen ingrediënten komen om brood te bakken, wat soms tot conflicten leidt. Dan de tweede nacht om terug te lopen naar huis.
De meeste vrouwen zijn deze dag naar de markt om te verkopen. De mannen nemen ons mee naar hun land; de wortels blijven klein, doordat ook hier weinig regen valt. Interessant om te zien dat ze ook een gemeenschappelijk stuk grond hebben, dat beplant wordt door de leden samen, opbrengst bestemd voor de corporatie. Ze werken met compost en iemand heeft zelfs een systeem geïnstalleerd om zijn tuin water te geven, met water dat van ver uit een bron gehaald wordt.

We slapen wederom in Mare Rouge, om woensdagochtend naar KPPG te rijden in Ti Rivyè Glasy. Ook daar is een nieuw kantoor gebouwd met drie vertrekken. Dat geeft de corporatie een heel ander aanzien in de omgeving en de leden hoeven niet langer bijeen te komen in de school/kerk.
We rijden verder naar KEPK in La Reserve, om het derde en laatste kantoor te bezoeken, waarvan één vertrek al in gebruik is genomen als gezondheidscentrum. Een van de leden van KEPK is verpleegkundige en heeft een aantal medicijnen opgeslagen in de afgesloten ruimte, aangezien het dichtstbijzijnde ziekenhuis op grote afstand is. Ook hier biedt de eigen ruimte meer vrijheid dan het gebruik van een kerk. Bovendien dient het kantoor als toevlucht in geval van noodweer. Het is een erfstuk voor de leden. Andere associaties kunnen eveneens gebruik maken van de kantoorruimte voor het organiseren van trainingen of andere bijeenkomsten.
In La Reserve heeft het net geregend, een paar dagen voor onze komst. De inwoners hebben daarom algauw hun zaden tevoorschijn gehaald om te gaan planten en gebruik te maken van de regen. Een van de leden had zijn bonen al klaarstaan om te gaan planten, maar had tijd vrijgemaakt voor de bijeenkomst. Met z'n allen liepen we naar zijn land en er ontstond spontaan een samenwerking; er werden pikhouwelen en machetes tevoorschijn gehaald, de grond werd bewerkt, bonen gezaaid, er klonk gezang, de sfeer zat er goed in. Prachtig.
CWS heeft in La Reserve eveneens een school gebouwd, dus we brachten een kort bezoek aan de school nu we in de buurt waren, waarna we verder reden naar Lacoma, onderweg iemand ophalend in Jean Rabel. Daar in gesprek over een potentieel nieuw programma. Vervolgens verder via Port-de-Paix naar La Pointe, waar we de nacht doorbrachten.

Donderdag gingen we met z'n vieren naar Saint Louis du Nord. Deze dag stond een bezoek aan Ile de la Tortue op het programma; Schildpadden eiland. We parkeerden de auto bij een bekende en liepen naar de kust. Van een haven is geen sprake. We informeren en zoeken waar we de boot moeten nemen. Iemand belooft ons een comfortabele boot, waar we languit kunnen liggen. Een poosje later verschijnt er een houten sloep, een kleine, open zijlboot. Een latrine die boven zee gebouwd is, dient als afvalcontainer en vervolgens ook als boei om het touw aan vast te leggen. Er is echter geen steiger en de boot dobbert een meter of tien verderop in het water. Hoe worden wij geacht aan boord te komen? Het antwoord op deze vraag: klim op de schouders van een sterke man... Voor twee van ons was het de eerste keer in een boot, op zee en voor de andere twee was de manier waarop absoluut een eerste. Dus gehoorzaam klommen we op de schouders van de mannen en lieten ons aan boord zetten, waar we op het dek plaatsnamen (op de grond). Een paar andere passagiers werden aan boord gedragen en algauw waren we op zee. Er stond een harde wind en de golven waren hoog. De boot helde continu over naar een kant; alle passagiers en zandzakken werden aan de andere kant geplaatst. De zeildoeken bevestigd aan onbewerkte stammen stonden bol in de wind. Gedurig schepten we water. Een van de andere passagiers werd zeeziek. Ongeveer een uur later meerden we aan in Cayonne, Ile de la Tortue. Toen moesten we nog in Haute Palmiste zien te komen. We kregen een lift achterin een pick-up, het smalle, steile pad op. De baai verdween steeds verder in de diepte.
In Haute Palmiste hadden we een gesprek met 4 plaatselijke associaties, waaronder 3 vrouwen groepen. Het is een geïsoleerde wereld. Organisaties komen er niet, die willen de oversteek niet maken. Veel kinderen hebben hun ouders verloren in illegale boot overtochten naar Miami of de Bahamas. Ook hier heeft ontbossing desastreuze gevolgen en ontbreekt infrastructuur om een afzetmarkt te vinden voor producten als jam, pindakaas, naaiwerk, vis, etc.

Zelfs op Ile de la Tortue heeft een van mijn reisgenoten een zwager wonen (voor ons alle vier is het de eerste keer op het eiland), die ons hartelijk verwelkomt en gastvrij ontvangt in zijn kleine, lemen woning. Zijn vrouw heeft al een kip geslacht en op het vuur gezet, met platanen uit eigen tuin. Mijn collega, opgegroeid in de stad, is onder de indruk van de gastvrijheid. Voordat het eten klaar is, worden er eerst een aantal kokosnoten van de boom gehaald om ons van kokosmelk te voorzien.
We zijn weer een bijzondere ervaring rijker. Twee motoren brengen ons terug naar Cayonne. Dat vereist enig vertrouwen in de chauffeurs, die elk met twee van ons achterop het steile, onverharde pad afrijden, terwijl het ook nog net geregend heeft.
De boten varen echter maar één keer heen en weer; alleen 's ochtends. We hebben dus speciaal onze schipper moeten verzoeken om ons nog dezelfde dag terug te brengen. 's Middags staat er echter nog meer wind dan 's ochtends. De schipper probeert een motorboot te lenen, maar dat lukt niet. Hij maakt zijn zijlboot klaar en daar gaan we weer, de golven nog hoger dan 's ochtends, hoog boven de boot komen ze uit, de zee nog onstuimiger; het zeewater slaat zo hoog op dat we allemaal kletsnat raken. De schipper kent zijn vak en brengt ons veilig en wel aan de overkant. Het aanmeren kost moeite; de zee is wild. De mannen dragen ons weer aan de kust en als we Saint Louis du Nord doorlopen naar de auto, hoor ik mensen zeggen: die komen net van La Tortue. Onze natte, vieze kleren spreken boekdelen...

We komen veilig en wel terug in La Pointe, wassen het zilte zeewater van ons af en brengen er nog een nacht door, om de volgende dag vroeg naar Pandu, La Pierre te vertrekken. Daar blijkt het al een paar dagen flink geregend te hebben. De rivier is gestegen en de stenen waar we normaalgesproken op springen om aan de overkant te komen, staan nu onder water. Schoenen uit en op blote voeten de rivier oversteken dus. Na een dag op zee beleven we nu een dag van wandelen in de bergen. Eerst naar Mayonbe, waar zich een aantal leden van corporatie KAMM verzameld hebben. Normaalgesproken komen we bijeen met de leden in Mayonbe, maar vandaag bezoeken we een aantal leden thuis en op hun land. In dit gebied wordt veel prei en andere kruiden geplant. Een man neemt ons mee naar zijn grond, waar een variëteit aan producten groeit; peterselie, paprika, bananen, koffie, tijm. Een hoogzwangere vrouw heeft een moestuin naast haar huis. Ergens anders wordt knoflook verbouwd. Dan komen we bij het huis van een vrouw van 61 die ons allerhartelijkst ontvangt en verwelkomt. Haar stenen huis is gebouwd na de aardbeving, als onderdeel van een project gefinancierd door CWS. Haar microkrediet lening van de corporatie gebruikt ze om zoete koek te bakken, maar ook vlees, platanen en paté, die ze verkoopt op een kleine markt vlakbij haar huis. Op deze dag zitten er slechts twee vrouwen op de 'markt', die suiker, rijst, brood en andere levensmiddelen verkopen. Een van hen is ook lid van de corporatie. Veel van de kinderen zitten op school in Gonaïves en Port-au-Prince.

Een van de mannen nam ons mee een stuk land op waar bananen groeien en yam verbouwd wordt. Hij groef een aantal yam op, die gelijk ergens afgegeven werden om te roosteren.
Verder liepen we, berg op en af; op bepaalde hellingen waren de gevolgen van erosie duidelijk te zien, waarbij de grond naar beneden spoelt naar zee. De zon scheen fel, hoewel in de verte een donkere lucht dreigde. Wat een bergen. En wat een modder... De regen had de wandelpaden in glibberige modder veranderd, dus onze voeten en schoenen zagen bruin van de modder. De school is twee dagen dicht geweest vanwege de regen.
Uiteindelijk klommen we een laatste berghelling op, waar een van de vrouwelijke leden van de corporatie woont met haar man, kinderen en kleinkinderen, geïsoleerd, zonder andere huizen in de buurt. We kregen een kokosnoot overhandigd om wat te drinken. De vrouw vertelde en vertelde over de verandering die de corporatie teweeg heeft gebracht in haar leven. Niet alleen in het kunnen verkrijgen van een kleine handel, een golfplaten dak voor haar huis, onderwijs voor haar kinderen en een moestuin, maar ook in haar gedrag; voorheen was ze bot en ongeduldig in haar omgang met mensen, maar nu is ze rustiger geworden en staat ze mensen fatsoenlijk te woord, zonder conflicten te zoeken.
Het was mooi om verhalen te horen, om met eigen ogen de tuinen en de handel te zien, om de leden thuis te bezoeken, om ook te zien hoe ver zij lopen om naar een bijeenkomst te komen.
We liepen via een andere route terug, bezochten een ziek lid, een andere man en nog een echtpaar, die de yam geroosterd hadden die onder ons allemaal verdeeld werd. Toen terug naar Mayonbe. Verschillende leden vergezelden ons. Aan het eind van de middag waren we pas terug. We aten gezamenlijk, producten vers uit de tuin. Uiteindelijk de afdaling ingezet. Een jongen liep mee met een mand yam op z'n hoofd en een meisje met een zak zoete aardappels. Van Pandu reden we verder naar Gonaïves, waar we de nacht doorbrachten. Zaterdag legden we het laatste stuk af, terug naar Port-au-Prince / Pétion-Ville.

Vorige week maandag naar het kantoor van IBESR, een overheidsinstantie, tak van het ministerie van sociale zaken, die zich o.a. bezighoudt met bescherming van kinderen. Onze partnerorganisatie ASR heeft een protocol geschreven in nauwe samenwerking met IBESR, die bescherming van kinderen moet coördineren. Het was goed om te luisteren naar IBESR, hoewel de verhalen soms moeilijk aan te horen zijn.

Dinsdag opnieuw vertrokken naar het Noordwesten, dit keer in gezelschap van 3 afgevaardigden van ASR, mijn collega en zijn vrouw, plus een van onze ingenieurs. We reden naar Mole St Nicolas, een historische plaats aan de kust. Voor vier van de reisgenoten de eerste keer naar dit gebied. We kwamen tegen de avond aan en overnachtten aan zee, slapen met het geluid van de golven op het strand. Met z'n allen het water in, de ingenieur ingraven in het zand, zwemmen in zee (hoewel maar weinig mensen kunnen zwemmen), verse vis eten.
De volgende dag reden we naar La Reserve, voor het doel van deze reis: opening van de laatste van de vier scholen die CWS heeft helpen bouwen. De eerste keer dat ik bij ICEDNO kwam in La Reserve, kregen de kinderen les onder zeildoeken. Nu staat er een prachtig schoolgebouw met 6 lokalen. De kinderen stelden zich in twee rijen op bij de vlaggenmast, de directie er tegenover. Terwijl het volkslied werd gezongen, ging de vlag langzaam omhoog; twee kinderen hielden het touw vast. Daarna vroeg de directeur aan alle kinderen om ons te begroeten; een kus voor de vrouwen, een handdruk voor de mannen. En zo kwamen er een veertigtal kinderen op me af, me elk een kus op de wang drukkend.
We namen plaats op de veranda van de school, terwijl de kinderen tegenover ons zaten. Een vrouw en een dominee begonnen de ceremonie met zang, gebed en schriftlezing. Daarna kwamen de kinderen in drie groepen de veranda op, met een lied of tekst. Vervolgens werden alle kinderen in drie rijen als een koor opgesteld. Ze zongen een aantal liederen voor ons, inclusief bewegingen, heetten ons welkom, de voorste rij kwam ons de hand schudden. Het was mooi om te zien dat de kinderen er goed bij betrokken werden. De school is tenslotte voor hen. Daar stonden ze voor ons, in hun wijnrode broeken en rokken, een witte blouse of t-shirt erboven, veelal geïmproviseerde uniforms. Mijn blik viel op een van de meisjes; haar haar was rossig/rood, vaak een teken van ondervoeding. Mijn ogen gingen naar haar armen, die mager onder haar uniform uitstaken, de botten duidelijk zichtbaar. De vrouw van mijn collega, die zelf bij het ministerie van onderwijs werkt maar meer papieren ziet dan de realiteit en geraakt was door wat ze zag, vroeg me of ik niet huilde toen ik voor het eerst bij ICEDNO kwam. Nee, tranen vielen er niet, maar een brok wil je wel in de keel schieten, emoties bovenkomen, gedachten door je hoofd malen.

Er werden toespraken gehouden door schooldirectie, ingenieur, CWS, ASR en lokale autoriteiten. Andere schooldirecteuren die aanwezig waren, waren onder de indruk van het gebouw, dat nu verreweg het beste is in de omgeving. De sleutels werden symbolisch overhandigd en na het middaguur werd het officiële gedeelte afgerond met een maaltijd. De activiteiten gingen de rest van de dag nog door, met muziek en een cultureel programma, maar wij vingen de terugweg aan naar Port-au-Prince. Weken van veel luisteren, zien, ervaringen, informatie, verhalen. Goede weken.

  • 08 April 2014 - 21:02

    Trudy:

    Fijn om langs deze weg wat op de hoogte te blijven van waar jij mee bezig bent. Nog fijner dat ik je binnenkort weer 'live' ga zien!!!!
    (doet je whatsapp het trouwens nog wel?)

    Liefs uit Apeldoorn!

Reageer op dit reisverslag

Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley

Margot

Micha 6:8 Hij heeft u bekendgemaakt, o mens, wat goed is en wat de HEERE van u vraagt: niet anders dan recht te doen en getrouwheid lief te hebben, en ootmoedig te wandelen met uw God.

Actief sinds 20 Maart 2008
Verslag gelezen: 658
Totaal aantal bezoekers 589925

Voorgaande reizen:

12 April 2008 - 30 November -0001

Mijn eerste reis

Landen bezocht: