Noordwesten en nieuwjaar
Door: Margot de Greef
Blijf op de hoogte en volg Margot
03 Januari 2023 | Haïti, Kenscoff
Dinsdag 13 december ben ik eindelijk teruggekeerd naar het Noordwesten. Voorheen was ik er vaak. Het was nu lang geleden en ik ben heel dankbaar dat ik de gelegenheid had om eindelijk weer te reizen. Aangezien Canaan nog steeds te riskant is om langs te rijden, in verband met overvallen en ontvoeringen, zijn we van Port-au-Prince naar Gonaïves gevlogen. We reisden met z’n drieën: Robest, Jackson en ik. Jackson en ik begaven ons per motor (met z’n tweeën achterop) naar Robest en vandaar bracht iemand ons met de auto naar het vliegveld. Daar stond weer een grote file bij een benzinepomp waar brandstof beschikbaar was.
Onze vlucht zou om half 12 vertrekken, maar dat werd anderhalf uur later. We volgden iemand naar buiten en kregen elk oordempers overhandigd. Een grote helikopter stond klaar, met aan beide kanten een lange bank, waarop we naast elkaar plaats namen. Het was de eerste keer vliegen voor Robest en de eerste keer in een helikopter voor ons alle drie. Een nieuwe ervaring. We landden midden in de savanne, op een onverharde strook zand en stenen, het stof hoog opwaaiend. De motor van de helikopter ging niet uit. Een politieauto staat standaard bij de baan als er een helikopter komt/vertrekt. Degene die ons op zou halen, was er niet. Behalve wijzelf stonden er nog drie personen te wachten, ambulancepersoneel. De politieauto keerde en maakte aanstalten om te vertrekken, dus we spraken hen aan en ze gingen akkoord om te wachten totdat we allemaal opgehaald waren. Op die ‘baan’ is niks te vinden. Geen enkel gebouw, we staan gewoon buiten in de zon te wachten.
Uiteindelijk verscheen dan toch de auto van KED, die tot onze beschikking werd gesteld deze week. Eerst de tank vullen, wat niet eenvoudig was, aangezien er geen enkele benzinepomp open was. Het brandstofprobleem is duidelijk niet opgelost. In Port-au-Prince staan er wederom lange files bij een pomp als die open is. Dan ziet het zwart van de motoren, mensen met een gele gallon in hun handen, een rij auto’s. En de overheid blijft beweren dat er geen brandstoftekort is. In andere provincies is het probleem nog groter en krijgen pompen helemaal geen aanvoer van brandstof. We moesten dus bij iemand thuis diesel halen.
Het was mooi om vele leerlingen op straat te zien, maar jammer om te horen dat alleen de privéscholen open waren en niet de overheidsscholen. Zelfs vele restaurants zijn gesloten, vanwege de gestegen prijzen. We vonden toch een restaurant dat open was, waar ik werd afgezet, terwijl de heren water en andere boodschappen probeerden te halen. Dat was ook niet eenvoudig, want de weinige winkeltjes hadden weinig in de schappen. Zelf stuitte ik op een grote menigte in het restaurant, de blikken gericht op een televisiescherm. Voetbalwedstrijd Argentinië-Kroatië... Het was interessanter om de reacties van de mensen te bekijken dan de wedstrijd zelf. Haïtianen zijn fanatieke aanhangers van Argentinië en/of Brazilië. Ja, dat betekent dat er gejuicht werd toen Argentinië won van Nederland...
Al met al was het vier uur toen we Gonaïves achter ons lieten. Onze route leidde eerst richting Anse Rouge en bij Coridon bogen we af naar l’Arbre, Atrel en verder naar Passe Catabois. Een prachtige ondergaande zon boven de zee. Zo nu en dan vroegen we ons af of dit echt een weg was. Het werd ook algauw donker, wat het navigeren er niet makkelijker op maakte. Via Gros Morne zou korter zijn, maar langs die route vinden nogal eens overvallen plaats, dus vandaar de keus voor een omweg. Om half negen ’s avonds waren we in Passe Catabois. We verbleven in exact hetzelfde gebouw waar ik sliep toen ik in 2007 met World Servants naar Haïti kwam. Hier was mijn eerste nacht ooit in Haïti. En nu werk ik voor World Servants. Kan de cirkel nog ronder?
Het doel van ons verblijf in Passe Catabois was tweeledig. Diaconaat van de Christelijke Gereformeerde Kerken steunt hier twee projecten, het ene gericht op het mogelijk maken van basis- en middelbaar onderwijs door het betalen van schoolgeld voor leerlingen, het andere bedoeld om bij te dragen aan gezondheid door de bouw van latrines. Wij kwamen namens de kerk beide projecten bezoeken. De schoolsteun wordt geleid door Rob Hulshuizen. De volgende dag begonnen we daarom met een gesprek met hem. Het gaat om het betalen van schoolgeld voor kinderen die op de basis- of middelbare school zitten, plus materialen zoals uniform, schoenen, schriften, boeken.
We brachten een bezoek aan École Évangélique Baptiste Nazareth de Passe Catabois, een van de scholen waarvan een aantal leerlingen schoolsteun ontvangen. Dit is een basisschool, privéschool. We gingen in gesprek met de directeur en een docent/administrateur. Daarna spraken we de leerlingen die steun ontvangen. Robest leidt de kinderdienst in de kerk (we gaan naar dezelfde kerk), dus hij voelde zich helemaal op z’n plaats temidden van de kinderen. Sommige kinderen lopen een uur om bij school te komen. Op deze school krijgen ze een maaltijd, wat een groot verschil maakt. Zonder eten is het moeilijk om het hoofd bij een les te houden. Aansluitend spraken we enkele leerlingen afzonderlijk en bezochten we een gezin thuis. De situatie is overal moeilijk. Ouders zijn afhankelijk van landbouw, maar door droogte is er weinig oogst. Bovendien zijn alle prijzen de afgelopen maanden sinds de brandstofcricis enorm gestegen en blijft de gourde (munteenheid) waarde verliezen. Onderwijs biedt hoop voor de toekomst.
Na een middagmaal gingen we in gesprek met ongeveer 70 ouders, van wie één of meerdere kinderen schoolsteun ontvangen. Het gesprek vond plaats in de wachtruimte van het ziekenhuis in Passe Catabois, dat gesloten was. Een moeder van 9 kinderen droeg een toepasselijk t-shirt, met daarop de tekst: “strong like mom” (sterk als moeder). We spraken enkele ouders afzonderlijk. Een van hen vertelde dat ze voorheen in Port-au-Prince producten kocht om die in Passe Catabois te verkopen, maar tijdens een busreis zijn de passagiers bestolen van al hun geld en goederen. Dus er is geen handel meer en wel een schuld. Daarna bekeken we het ziekenhuis, met operatiezaal, ruimte voor consultatie, laboratorium, apotheek, ziekenzalen, administratie. Het ziekenhuis wordt gerund door Anne-Marie Wessels.
Vanaf onze verblijfplaats een mooi uitzicht op een rivier in de diepte. ’s Avonds een prachtige sterrenlucht, met zoveel sterren die elders niet zichtbaar zijn. ’s Nachts klonk er tromgeroffel van ceremonies.
Donderdagochtend liepen we naar een gezin. Uitzicht op de rivier, bananenplantages. We liepen langs de sorghum velden van de familie. Overal was het dor en droog, het heeft al lang niet geregend. In de tuin groeiden ook katoenplanten. We hadden een van de dochters van de familie ontmoet in de school van Nazareth. Een ander heeft de middelbare school afgerond. Ze wil graag landbouwkunde studeren, maar er zijn geen financiële middelen om universiteit of beroepsonderwijs te betalen. Bovendien zijn die opleidingen in Port-de-Paix, wat zou betekenen dat er onderdak gezocht moet worden, want dagelijks op en neer reizen is geen optie. Door schaarse oogst worden dieren verkocht om schoolgeld te betalen, maar die zijn er niet meer in dit gezin. Daarom produceren veel families houtskool, om toch een inkomstenbron te hebben, hoewel de ontbossing nog grotere problemen met zich meebrengt en tot nog minder regen leidt. De vrouw des huizes maakt ezelstassen. Ze verkoopt ze voor € 1,67 per stuk, terwijl het drie dagen werk is en ze € 0,67 aan materialen koopt.
Aansluitend begaven we ons naar Lycée Etzer Vilaire, een overheidsschool, middelbare school. Wederom goed gesprek. Herkenbare problematiek, met docenten die niet door het Ministerie van Onderwijs zijn benoemd en daardoor geen salaris ontvangen. Het gebouw verkeert in slechte staat.
We rondden ons bezoek aan het schoolproject af met een gesprek met enkele personen die betrokken zijn bij de selectie van leerlingen. We spraken nog een leerlinge van de school van Nazareth. Haar beide ouders zijn overleden. Toen we vroegen hoe oud ze was, zei ze dat ze die dag 14 jaar was geworden, dus we hebben gelijk voor haar gezongen. Het feit dat ze deze dag mocht beleven, was voor haar genoeg, zei ze.
Toen we eten gingen halen, kwamen we zowaar een bekende tegen, de directeur van de school in Fond Ramadou, waar Church World Service mee samenwerkt. Een mooie ontmoeting. Daarna vervolgden we ons programma met AJNODR. We ontmoetten het comité in het gebouw van een basisschool, overheidsschool. AJNODR heeft besloten om latrines te bouwen om het aantal ziektes gerelateerd aan hygiëneproblemen te verminderen (zoals cholera en tyfus).
Vrijdag begeleidden een aantal van de comitéleden ons bij een bezoek aan 9 gezinnen voor wie ze latrines gebouwd hebben. Er is ook een training gegeven over hygiëne. Daarbij werd aandacht besteed aan besmettingsgevaar, afstand tussen latrine en keuken, onderhoud/schoonmaken van de latrine, handenwassen, etc. De latrines hebben een betonplaats als ondergrond, waarbij twee betonnen potten zijn: een voor volwassenen en een voor kinderen. De wanden bestaan uit golfplaat. Bij een van de huizen was het erf netjes ingericht en in de doucheruimte stonden planten die water krijgen als iemand doucht. Voorheen maakten de gezinnen gebruik van de latrine van buren, of groeven ze een gat, of gingen ze in de bosjes, of ze maakten zelf een latrine, met houten planken als ondergrond.
Een van de vrouwen verduidelijke: “Het is niet dat we geen latrine willen hebben. Het voelt niet goed om met een machette een gat te moeten graven, of naar de buren te gaan. Nu hoef ik ’s nachts niet meer naar de buren.” Ze zijn ook graag bereid om hun latrine voor een bezoeker beschikbaar te stellen. Iemand anders zei zelfs: “Ik maak de latrine zo goed schoon, dat ik erin kan slapen als het moet.” Een tiener voegde toe: “Nu hoef ik niet meer ver te rennen.”
We waren in de buurt van Puits Cousin, dus ik vroeg of we een bezoek konden brengen aan de school waar World Servants in 2007 een waterreservoir heeft gebouwd. Tot mijn verbazing was er weinig veranderd. De school is nog steeds hetzelfde, inclusief de blauwe deuren en ramen, zoals wij die toen geverfd hebben. Zelfs de dieren die we erop geschilderd hebben, staan er nog. De school was gesloten, maar het reservoir was gevuld met water. Heel bemoedigend.
We vervolgden onze bezoeken aan de gezinnen. Bij het laatste gezin troffen we een jongedame die een gezwel in haar buik heeft, dat steeds verder groeit, maar er is geen geld voor de operatie. Dat zijn machteloze, moeilijke dingen. De vrouw des huizes zei: “Een latrine is belangrijk. Je kunt beter geen keuken hebben dan geen latrine.” Ze was zich er goed van bewust dat microbes van uitwerpselen in eten terecht kunnen komen en ziekte kunnen overdragen. En ze gaf toe dat er gezinnen zijn die het bouwen van latrines verwaarlozen. Een latrine hoeft niet uit beton en golfplaat te bestaan. We hebben ook voorbeelden gezien van houten ondergrond en lakens als wanden. Men kan latrines bouwen, met beschikbare middelen.
Tot slot bezochten we Nan Galata. Jackson en ik wachtten in de auto, terwijl Robest een heuvel beklom met AJNODR. Ze bezochten enkele gezinnen die geen onderdeel uitmaakten van het project. Om geen verwachtingen te wekken, bleef ik achter. Robest bracht verslag uit van een bezoek aan mensen die onder moeilijke omstandigheden wonen. In een gezin van 14 personen gaat niemand naar school. 20 personen in een huis vol gaten in de lemen muren. 3 van de 11 kinderen zijn reeds overleden. Geen van de kinderen gaat naar school. Jonge meiden zwanger. Geen latrines, geen kennis over hygiëne, geen water in de buurt. Als ze hun behoefte doen in de bosjes, kan het gebeuren dat ze een verkeerd blad pakken als ‘wc papier’, waardoor ze een brandende uitslag krijgen.
Zaterdagochtend sloten we af met een gesprek met AJNODR. Na een bezoek aan de bakkerij waar het deeg klaarlag in de ‘troggen’ en vuur in de oven gestookt werd, verlieten we Passe Catabois. Eerst een slecht pad naar de doorgaande weg Port-de-Paix/Jean Rabel. Zo nu en dan langs diep uitgesleten delen. Vogelverschrikkers op het land. Het zag er droog uit allemaal. Maar ik genoot ervan om in het Noordwesten te zijn, eindelijk weer.
We reden door Jean Rabel en stopten in Vieille Terre, om Mercidieu en z’n gezin te bezoeken, die we kennen via AGEHPMDNG, partnerorganisatie van CWS. Ik mocht kennismaken met hun dochter Tabina. Er werd gelijk vis voor ons bereid, met gekookte plantaan en yam. Ook andere bekenden kwamen ons gedag zeggen. We spraken af om de volgende dag met hen naar de kerk te gaan.
We vervolgden onze rit naar Mare Rouge. Bekend terrein, bekende mensen. Anouce wachtte ons op in Damé. We reden naar zijn huis, in Dos d’Âne. Eindelijk weer, heerlijk. Ik heb naar een prachtige, oranje, rode, roze, paarse zonsondergang staan kijken. En ik kon weer lekker slapen in ‘mijn kamer’.
Zondag ontbeten we met z’n vieren; gekookte plantaan, gebakken ei, thee. Hoewel er honger is in het Noordwesten, werden wij overal verwelkomd met een maaltijd. Anouce ging preken in zijn kerk, wij drieën gingen naar de kerk van Mercidieu. Onderweg kwamen we allemaal net geklede mensen tegen, die onderweg waren naar een kerk. Dit was een klein gebouw, een kleine gemeente. Mercidieu was bezig met Bijbelstudie toen we aankwamen. Daarna begon de dienst. Robest en ik kregen de gelegenheid om iets te zeggen. Deze gemeente heeft veel voor me gebeden in de afgelopen anderhalf jaar en het was goed om bij ze te kunnen zijn en hen te bedanken. We zongen toepasselijke liederen voor deze moeilijke tijden: “Heer, leid mij elke dag, waar U wilt dat ik gaan zal, maak mij Uw wil bekend, laat me zien wat ik moet doen.” “Geef me moed in gevaar.” “Als mijn werk zwaar lijkt te zijn, help me dan om doorzettingsvermogen te hebben. Geef me moed en geduld, in lijden en ziekte.” Maar ook: “Red, Heer, zegen ons geliefde Haïti.” “Zijn liefde geneest mijn pijn, zijn hand veegt mijn tranen weg.”
Elke zondag eet deze gemeente samen, dus we kregen een bord rijst met erwten en geitenvlees voordat we vertrokken. We brachten de familie van Mercidieu thuis en reden naar Jean Rabel, om bij het gemeentehuis een grote zeef op te halen. De heren luisterden via de radio naar de wedstrijd tussen Argentinië en Frankrijk. Onze vrienden in Argentinië zijn blij.
We reden terug naar Mare Rouge, waar Anouce ons opwachtte. We reden boven Mare Rouge langs, met een prachtig uitzicht op de bergen en in de verte de zee. Het laatste stuk ging te voet, een berghelling af, naar het huis van Oxinal. Hij is eerder dit jaar compleet onverwacht overleden en was onze contactpersoon bij corporatie KABM. We bezochten zijn vrouw, die duidelijk nog steeds volledig verslagen is. Het gaat niet goed met haar. Ze heeft drie jonge kinderen, van 15, 6 en 1. Sinds het overlijden van hun man en vader zijn ze veel ziek geweest. Het was goed om hen te bezoeken, dat soort dingen zijn belangrijk. Natuurlijk mochten we niet weggaan zonder een kokosnoot gedronken te hebben.
In Mare Rouge gingen we nog op bezoek bij Katiana, die we kennen van GRADAID. Ook zij had al wat voor ons bereid; geitenvlees en gebakken plantanen, die we meekregen. De heren hebben er heerlijk van zitten smullen toen we later terug waren bij Anouce. William kwam vlak na ons aan, vanuit Port-de-Paix. We aten met z’n allen (bouillon, labouyi) en het was een gezellige boel. Heerlijk genieten om ‘mijn mannen’ weer eens bij elkaar te hebben.
Maandag hadden we met z’n vieren een planning: William, Jackson, Robest en ik. Na een ontbijt van warme chocolademelk, brood en bananen reden we naar de school in Dos d’Âne. Eindelijk kon ik er weer zijn! In augustus is de sloop van het oude schoolgebouw verricht, maar helaas is direct daarna alles tot stilstand gekomen. Tot op heden zijn bouwmaterialen slecht te krijgen en is transport onmogelijk. Dus op dit moment worden de plaatselijke materialen voorbereid. Daarvoor hadden we de grote zeef mee, zodat het rivierzand gezeefd kan worden. Ook wordt van stenen gravel gemaakt. In de tussentijd wordt gebruik gemaakt van een gebouw van plywood.
Het was een goed weerzien met de directeur en administrateur. De Christelijke Gereformeerde Kerken hebben het grootste deel van de financiering voor de bouw van de school bijgedragen, dus ik kwam namens hen, maar ook namens CWS, aangezien Patrick me gevraagd had wat punten met hen te bespreken. De handenwasgelegenheid die is geïnstalleerd, wordt goed gebruikt. De school heeft recent geiten ontvangen, voor docenten en leerlingen. Geld van de bank halen hiervoor was een groot probleem, want de bank is maar drie halve dagen in de week open en heeft een (zeer lage) limiet qua bedrag dat mensen op kunnen nemen.
Dit schooljaar is begonnen op 14 november, al zijn nog lang niet alle leerlingen er. Ouders kunnen zelfs het geld voor een schrift of schoenen niet bijeen krijgen, noch het schoolgeld (€ 3,33 per leerling voor basisschool, € 10 euro voor middelbare school). Dit heeft opnieuw te maken met droogte maar vooral ook gestegen prijzen. Gelukkig verstrekt de school maaltijden aan de leerlingen.
We spraken over de bouw en dingen die daarvoor geregeld moeten worden. Ook introduceerden we Robest als stagiaire/assistent-ingenieur, die William zal bijstaan in zijn taken als ingenieur. De schoolboeken die vorig jaar zijn verstrekt, zijn netjes allemaal weer ingeleverd, om dit jaar opnieuw verstrekt te worden. De rugzakken waren van goede kwaliteit en de leerlingen zijn er weer mee teruggekomen naar school. Tot slot mochten we nog het goede nieuws delen dat Stichting van der Honing-Hoitinga de salarissen van de docenten dit schooljaar zal betalen, wat elk jaar een groot probleem is. De opluchting en vreugde straalde van de gezichten af. Blijdschap, zeiden ze zelf dankbaar. Robest, Jackson en ik hebben zelfs nog staan scheppen, om zand te zeven... Kunnen ze niet zeggen dat we niet letterlijk een steentje hebben bijgedragen... Daarna hebben we nog de grond bezocht waar stenen worden gezocht voor de bouw.
’s Middags waren we bij corporatie KED, in Dupre, namens CWS. Ook hier goed weerzien met oude bekenden. Er komen nog steeds maandelijks nieuwe leden bij deze corporatie. Ook hier is de situatie moeilijk, met vele kinderen die nog niet naar school kunnen. De schapen en varkens die eerder door CWS zijn verstrekt, zijn daarom een belangrijke aanvulling. De eerstgeborenen worden doorgegeven aan andere gezinnen, terwijl alle verdere nakomelingen voor het gezin zelf zijn. Er worden nog steeds microkredieten verstrekt, ook voor beroepsopleidingen. Een van de drie stagiaires die ze hadden, is gebleven als administrateur. Ons bezoek was specifiek gericht op het verhelderen van onduidelijkheden omtrent het waterreservoir dat hier nog gebouwd moet worden.
Aan het einde van ons samenzijn spraken diverse mensen woorden van dank en zelfs werd er een fles champagne geopend, nu ik toch nog weer in hun midden was, al is mijn contract bij CWS verlopen. De woorden en dit teken van waardering raakten me. We hebben jarenlang met elkaar samengewerkt en opgetrokken, we zijn zelfs met elkaar naar de Dominicaanse Republiek geweest, we hebben elkaar gesteund ten tijde van rouw en moeite en verdriet, we hebben van elkaar geleerd, we hebben samen een lange weg afgelegd.
Ik ben ontzettend dankbaar dat ik de gelegenheid had om in het Noordwesten te zijn. Het was eveneens mooi om de door CWS gebouwde huizen weer te zien. Mooi werk, tastbare resultaten. De vluchten zijn mogelijk gemaakt door CWS, want die worden verzorgd door de Verenigde Naties, voor staf van humanitaire organisaties, dus we reisden op naam van CWS. De auto is beschikbaar gesteld door KED. Anouce ontving ons opnieuw gastvrij in zijn huis, overal werden we hartelijk verwelkomd, ondanks de moeilijke omstandigheden. Na terugkomst vroeg Patrick ons wat voor tekenen van hoop we hebben gezien. De situatie is zo moeilijk, dat we daar bijna geen antwoord op konden vinden.
’s Avonds nog een gezamenlijke maaltijd bij Anouce, van rijst met ‘pigeon peas’, aangezien die in het seizoen zijn, Haïtiaanse kip (ja, die is anders dan buitenlandse...), sap. We hebben onze reis op een hele mooie manier samen afgesloten. Met z’n allen zaten we om de tafel en samen zongen we twee liederen en spraken we een gebed uit. Ik had me geen betere afsluiting kunnen wensen. We schudden elkaar de hand en wensten elkaar welterusten.
Dinsdag 20 december om 5 uur ‘s ochtends trommelden de heren me al uit m’n bed. Het was nog donker en de steelpan was helder te zien aan de sterrenlucht. Om 6 uur vertrokken we met z’n vieren naar Gonaïves; William, Jackson, Robest en ik. We legden de ons zo bekende route af. We hadden brood gekocht in de bakkerij in Dupre, dus ontbijt was aanwezig. In Gonaïves pikten we iemand op die de auto van ons overnam nadat we uitgestapt waren bij de ‘vliegbaan’. We zetten onze bagage op een muurtje dat daar tussen de struiken staat en wachtten in de zon, in de rimboe. De directeur van de school Antoinette Dessalines kwam ons daar nog tegemoet, met wie ik nog iets bespreken moest voor CWS.
Een vliegtuigje cirkelde over ons heen, draaide en landde. Even later landde er ook een helikopter. Aan de deur van het vliegtuig werd gekeken of onze namen op de passagierslijst stonden, waarna we konden instappen. Heen per helikopter en terug dus per vliegtuig. In beide is plaats voor ongeveer 20 passagiers. Robest zat naast me. Hij wou helemaal niet naar buiten kijken, hij vond het veel te hoog, hoger dan in de helikopter... Een IJslandse piloot heette ons welkom. In tegenstelling tot Robest vond ik het mooi om naar buiten te kijken. We kregen een grote koptelefoon op allemaal (tegen de herrie) en keken zo de cockpit in. De beide piloten gaven samen gas om van de grond te komen, met beide handen aan een hendel.
Tegen twaalven landden we in Port-au-Prince. Steven en Elondieu zouden een uur later landen, vanuit Les Cayes. Wij wachtten op hen, om met z’n allen tegelijk opgehaald te worden. Hun vlucht had echter behoorlijk vertraging. Van een van de andere vluchten kwam iemand op me afgelopen, een oude bekende. Uiteindelijk landden de beide heren pas om half vier. Dat was volgens hen geen vertraging, maar meer een bijna niet meer komen... Ze dachten dat we ons geduld inmiddels verloren hadden, maar dat was niet het geval. We vertrokken met z’n allen, brachten Elondieu thuis en gingen verder naar Robest en Steven. Er wachtte hen (en ons) een enthousiast welkom. Aryann strekte z’n armen uit om opgetild te worden. Iedereen was blij dat de beide heren weer veilig thuis waren. Jackson en ik moesten en zouden mee-eten; rijst met groente, varkensvlees, verse sap. Daarna gingen wij samen per motor verder naar huis. Tegen zessen was ik weer thuis. Ik ging de buren melden dat ik er weer was. Hardy zei: ik heb je gemist. Een beter welkom kun je je toch niet wensen. Ik heb enorm genoten van ons verblijf in het Noordwesten. Onze toekomst en onze levens zijn in Zijn handen.
De volgende dag belde Jackson me. Bij thuiskomst wachtte hem zeer slecht nieuws. Zijn broer is ontvoerd op zondag 18 december. Hij is chauffeur en reed de auto van z’n werk, samen met een collega. Zowel de auto als de beide personen zijn meegenomen. De familie is in onderhandeling over de vrijlating, maar helaas is hij twee weken later nog steeds in handen van de gijzelaars. Geen goede kerst voor hen, geen goede manier om een nieuw jaar in te gaan. Twijfel, zenuwslopend wachten, onzekerheid, trauma, angst, bezorgdheid. We blijven bidden voor een veilige vrijlating.
Kerst en oud en nieuw. Het waren mooie dagen. Zondag 25 december klonken de prachtige stemmen van twee mannen die de leiding hadden over de zang (Patrick en Ulrick). Ze spraken over het afgelopen jaar, een moeilijk jaar, waarin alle kans bestond dat we niet langer in leven zouden zijn, gezien de onveiligheid. Desondanks werd ons gevraagd om aan iets buitengewoons te denken, om God te danken. Beide heren hebben in 2022 een broer dan wel een zus moeten begraven, beide jonge mensen. En toch kunnen ze zingen over het goede, omdat alles gebeurt voor een reden, al weten we niet waarom. Heb vertrouwen. Een hele goede dienst. De preek sloot goed aan bij de zang: erkenning/dankbaarheid. Dankbaar onder alle omstandigheden, ook bij ontslag of ziekte (Thessalonicenzen 5:18). Aan het geklap en gelach in de naastgelegen ruimte te horen, vermaakten de kinderen zich ook prima. Deze dag waren er voor hen culturele activiteiten, met dans, zang, voordracht, en grappen. Hier trouwen veel mensen in december. Een stel dat op 24 december was getrouwd, werd officieel gepresenteerd op 25 december. Na afloop van de dienst mee naar familie Nelson. Met een brandweerauto spelen, rondjes rennen om de tafel... Op bezoek bij familie van Wisly. Onderweg kwam ik zowaar allemaal andere bekenden tegen.
Vorige week woensdag in gesprek met Agro Bel Production en APKDL, twee organisaties hier in Kenscoff. Met steun van Stichting van der Honing-Hoitinga kan hier binnenkort begonnen worden met training over technieken van groenteproductie. Ook zullen er zaden verstrekt worden voor het verbouwen van groente, die na de oogst teruggegeven worden, zodat ze voor een volgend seizoen beschikbaar blijven. Gezien de huidige prijzen zijn zaden voor velen onbetaalbaar, terwijl landbouw de belangrijkste bron van inkomsten is.
Afgelopen vrijdag kwamen Patrick en Robest bij me op bezoek om na te spreken over onze reis naar het Noordwesten. Fijn om beide heren te kunnen ontvangen. Deze dagen eveneens de nodige tijd besteed aan het uitwerken van verslagen, waarbij ik CWS op de achtergrond nog een handje mag helpen. Ik ben blij dat ik zo nog de kans krijg om op de hoogte te blijven. Samuel heeft in Grand Anse training gegegeven aan organisaties en scholen waaraan geiten verstrekt worden. De beide psychologen geven individuele psychologische steun maar ook in groepsverband. De crisissituatie van de afgelopen maanden heeft grote impact op de mentale gezondheid van mensen. De ingenieurs gaan door met het bouwen van huizen en waterreservoirs, hoewel de aanvoer van bouwmaterialen een groot probleem is, aangezien er nauwelijks transport te vinden is.
Zondag 1 januari 2023 werden er vele handen geschud en omhelzingen gegeven bij de kerk, met de beste wensen, gezondheid, goede strijd. Het eerste lied dat gezongen werd: neem mijn leven laat het Heer toegewijd zijn tot Uw dienst en eer. Toepasselijk. Mooi lied. En vervolgens wederom: Tel uw zegeningen. Opnieuw waren het Patrick en Ulrick die de dienst leidden. Ze spraken over de vele redenen die we hebben om God te danken, maar ook over het vernieuwen van onze relatie met God. 2023 is een nieuw boek, met 365 pagina’s. We beginnen opnieuw. Het was wederom een mooie, gezegende dienst. De preek ging over Psalm 100, eveneens over dankbaarheid.
Aansluitend aan de dienst mee met familie Nelson. Traditiegetrouw op 1 januari pompoensoep gegeten, onafhankelijkheidsdag. Nog elders gelukkig nieuwjaar wezen wensen voordat ik naar huis ging en daarna naar de buren. Mijn buurjongetje viel laatst bij me in slaap toen hij aan tafel tekenfilms zat te kijken.
2022 zit erop. Er valt zoveel over te zeggen en te schrijven. Wat een wervelwind. Vanaf dag 1 een moeilijk jaar, want direct op 1 januari kregen we te maken met een sterfgeval, en dat werden er steeds meer in de loop van het jaar. Ontvoeringen, onveiligheid, onzekerheid, angst, ziekte, ontslag. Laat 2023 een beter jaar mogen worden voor Haïti. Laat een ieder toch weer zonder angst en beven de straat op kunnen gaan. Laat kinderen naar school kunnen gaan, zieken naar ziekenhuizen, laat mensen kunnen werken, op eerlijke wijze. Laat ontvoerden bevrijd worden, bendes hun wapens neerleggen. Een ieder de beste wensen voor 2023.
Als op ’s levens zee de stormwind om u loeit,
als gij tevergeefs uw arme hart vermoeit,
tel dan al uw zegeningen één voor één,
en gij zegt verwonderd: God liet nooit alleen!
Tel uw zegeningen één voor één,
tel ze alle en vergeet er geen.
Tel ze alle, noem ze één voor één,
en gij ziet Gods liefde dan door alles heen.
-
03 Januari 2023 - 22:10
Alice Poortman:
Lieve Margot,
Bedankt dat je ons al deze jaren een inkijkje hebt gegeven in je leven in Haïti. Zoveel mooie gebeurtenissen, zoveel verdrietige. Maar steeds weer ging je in de kracht van Jezus, vertrouwend op Zijn beloftes!! Ik heb diep respect voor alles wat je hebt gedaan voor je medemens in Haiti en ik weet dat je het niet in eigen kracht of voor je eigen doel hebt gedaan, maar tot eer van Hem, in Zijn opdracht om onze naaste lief te hebben als jezelf.
Ik wens je veel sterkte tijdens je laatste dagen in Haïti, afscheid nemen is een beetje sterven wordt er wel gezegd. Tot ziens in Friesland.
Hartelijke groeten van Alice[e-2763]️
Reageer op dit reisverslag
Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley