Het land door
Door: Margot de Greef
Blijf op de hoogte en volg Margot
24 Juni 2011 | Haïti, Port-au-Prince
Ik heb kennis gemaakt met een huidarts. Ik had een serie bulten op m’n hand en voeten, die verschijnen op plaatsen waar ik een wond heb gehad en alleen maar uitbreiden. Dus uiteindelijk verwees een collega me naar een polikliniek. Hij was zo vriendelijk voor mij ’s ochtends vroeg een nummer te gaan halen. Om half acht zette hij me af en gaf me m’n nummer; nummer 1! Niet lang wachten dus. Het bleek een wratten virus te zijn. Ik kreeg op drie plaatsen op m’n linkerhand verdoving en vervolgens brandde de arts vijf bulten weg. Ik lag intussen het rommelige kantoor te bestuderen en wat dingen te overdenken. Na twee weken is mijn hand nu eindelijk weer bruikbaar en beginnen de wonden te helen.
Op een zaterdag zijn we naar een blinde veiling geweest bij de Canadese ambassade. Dat zijn zo’n beetje onze overburen, die twee huizen hebben gekocht die ze met de grond gelijk zullen maken om er iets nieuws te bouwen. Nu verkochten ze van alles daar; matrassen, stereo’s, koelkasten, banken, eethoeken, noem maar op. Ik heb nergens genoeg op geboden blijkbaar, want ben niet gebeld. Wat ik wel heb gekregen is op maat gemaakte kleren. Uiterlijk is ontzettend belangrijk hier. De komende tijd heb ik diverse bijzondere gelegenheden en daarom hadden enkele vriendinnen gezegd dat ik maar nieuwe kleren moest laten maken en een naaister naar me toe gestuurd. Dus zo gezegd zo gedaan.
Vorige week zondag had collega Joseph me uitgenodigd om met hem mee te gaan naar de kerk. Eens per maand preekt hij in een kerk bij hem in de buurt. Het bleek een kleine gemeente te zijn, enkele tientallen mensen, die bijeenkomt in een woonhuis. We kwamen binnen tijdens zondagschool. Dat is niet voor kinderen, zoals wij dat kennen in Nederland, maar voor heel de gemeente. Iemand bespreekt een Bijbelgedeelte en er worden vragen gesteld. Vervolgens de dienst met zang, gebed, preek, mededelingen, schriftlezing. Er werd gevraagd aan de gemeente om de tekst te lezen in een Creoolse Bijbel. Blijkbaar was ik de enige die niet een Franstalige Bijbel in handen had maar Creools, dus heb ik de schriftlezing verzorgd. Vervolgens naar mijn prekende collega geluisterd en na de dienst met hem mee naar huis, op bezoek bij z’n gezin. ’s Middags reden we met nog drie collega’s naar Desarmes, om daar de volgende ochtend om 4 uur ’s ochtends klaar te staan om te assisteren bij een boomdistributie. Dus in alle vroegte reden we naar Bosou, waar mensen zich in een rij opstelden met emmers, manden en teilen. Er werd een stukje motivatie en uitleg gegeven over het verzorgen van bomen en vervolgens ontving iedere aanwezige, na registratie, een hoeveelheid bomen. De wuivende boompjes vertrokken op de hoofden van de aanwezigen, om direct thuis geplant te worden.
Vanuit Desarmes reed ik met collega Anne en haar vriend David die op bezoek was, richting noorden in plaats van terug naar het zuiden. Eerst via enkele paden door het platteland naar Petite Rivière de l’Artibonite, een verrassend grote plaats na een rit langs een hoog staande rivier en zowaar een sluis. Daar bezochten we een kunstenaar die houten vissen en eenden beschildert. We waren weer op pad om interviews af te leggen met kunstenaars voor CAH. Vandaar reden we via Gonaïves en Anse Rouge naar Jean Rabel, waar we overnachtten. De volgende ochtend om zes uur werden we uit bed getrommeld omdat er iemand bij ons langs kwam voor een interview. Ze was onderweg naar de markt om te verkopen en had haast. Dus gauw de slaap uit de ogen wrijven en een vrouw interviewen die manden en tassen weeft van materialen afkomstig van een lokaal soort palmboom, die veel in het Noordwesten groeit. Ze vertelde ook dat haar zoon die in Port-au-Prince op school zat, is overleden in de aardbeving. Droevige verhalen die vaak terugkomen. Zo zijn ook vele mensen van elders in het land slachtoffer geworden, noodgedwongen naar Port-au-Prince getrokken omdat daar het onderwijs geconcentreerd is.
Ons tweede contact in Jean Rabel was Atelier Thevenet, een atelier opgezet door enkele Europese zusters/nonnen en werk verschaffend aan tientallen vrouwen. Er wordt met naaimachines en met de hand genaaid; schorten, tassen, jurken, poppen, tafelkleden, servetten, enz. Ook worden er houten kruizen beschilderd, evenals waaiers, dienbladen, onderzetters, etc. Werkelijk waar een indrukwekkende creativiteit daar in de Noordwest punt van Haïti. Helaas is door de slechte wegen transport en afzetmarkt een probleem.
Van Jean Rabel reden we via Mare Rouge naar Bombardopolis. De rode aarde was door de regen in een plakkerige modder veranderd en temidden daarvan kregen we een lekke band, in het dorp. Algauw hadden zich enkele tientallen toeschouwers om ons heen geschaard en werden ons de spullen uit handen genomen. Helaas deden de helpers meer kennis en ervaring voorkomen dan ze hadden, maar na enige tijd lag er dan toch een andere band om. Vervolgens konden we naar onze afspraak in deze plaats, waar we met enkele mannen spraken die manden, onderzetters etc. maken van ‘latanyen’, afkomstig van een lokale palmsoort. Ook zij benadrukten het probleem van transport. Het is jammer dat zulke talenten maar zo weinig plaatsen kunnen bereiken.
We vervolgden onze reis en wilden diezelfde dag nog in Gonaïves komen. Voor we zover waren, kregen we echter nog een lekke band. De eerste was inmiddels gerepareerd (en met de hand opgepompt), dus die kon er weer om. Hoewel we dit keer niet in een dorp stilstonden, hadden we ook hier algauw een aantal bezoekers die ons enigszins op de zenuwen werkten. Want ook hier pakte men ons de spullen uit handen en deed alsof men wist wat men deed, maar liet intussen wel de auto van de krik vallen. Toen we eindelijk verder konden, begon het al gauw donker te worden. Ik zette de lichten aan maar zag geen verschil. Zonder lichten moesten we dus in Gonaïves zien te komen, de dichtstbijzijnde plaats om te overnachten. Op de veelal uitgestorven weg, hadden we het geluk achter een andere auto te belanden, die we tot de stad gevolgd zijn, gebruik makend van zijn lichten. In de stad aangekomen luid toeterend naar een hotel gereden, in het kader van ‘als ze ons dan niet zien, laat ze ons dan in ieder geval horen en gewaarschuwd zijn’. Opgelucht en dankbaar voor een behouden aankomst parkeerden we daar ’s avonds om half acht. We hadden weer een mooie rit achter de rug, door de bergen, via smalle paden, langs zoutvlaktes en latanyen bomen, door modder en water, door het worstelende departement Noordwest. De auto maakte nogal een rammelend geluid linksvoor en ook de ruitenwisservloeistof werkte niet, dus konden we het raam niet schoon krijgen. Na in Gonaïves overnacht te hebben en daar de band weer gerepareerd te hebben, reden we de volgende dag terug naar Port-au-Prince, waar de auto direct de garage is ingegaan. We hadden eigenlijk nog naar Marmelade gemoeten in het Noorden, maar de betreffende persoon bleek op dat moment in Port-au-Prince te zijn. Plannen en contact krijgen met de mensen blijft moeilijk.
Verder hebben we zo onze reguliere vergaderingen, ben ik bezig met het uitwerken van de interviews met de kunstenaars, hebben we een vervolgbezoek gebracht aan de wijk waar we in mei met een WAL team hebben gewerkt, zijn we bezig met de jaarlijkse bestelling van hulpgoederen, etc. Vanuit Miami ontvingen we bijzonder goed nieuws; op 15 juni is Clarence uit het ziekenhuis ontslagen! Dit was de datum waarop hij eigenlijk geboren had moeten worden. Dus na drie maanden in het ziekenhuis is de kleine man nu herenigd met zijn ouders Gary en Myriam. Binnenkort hopen ze door te reizen naar California, waar ze zich eindelijk bij hun familie zullen kunnen voegen.
Ik ben geen stadsmens en geniet als ik de bergen in kan. Afgelopen zaterdag ging ik mee naar Kenscoff, waar we via een korte bergwandeling op een rustige plaats komen vanwaar we een schitterend uitzicht hebben op de bergen rondom. Een geliefde plaats onder de buitenlandse staf van MCC, die ironisch genoeg voor ons plezier deze wandeltocht ondernemen, een onbegrijpelijk iets voor de lokale bevolking die met zware lasten op het hoofd het pad op en afgaat. Op de terugweg bleken de remmen van de auto het te begeven. Gelukkig voor ons konden we nog veilig en wel terug komen. De rest van de week heb ik op de motor de stad doorgetoerd. Gaat toch een stuk vlotter, tussen het verkeer door.
Zaterdag in Kenscoff en zondag in Duvier. Daar zijn we eerst naar de kerk geweest en hebben vervolgens bij familie en vrienden zitten praten. Ik heb heerlijk rondgewandeld in de omgeving, genietend van rust, kalmte, natuur, kijkend naar de moestuinen en landbouwactiviteiten, maar ook de golfplaten woningen en restanten stenen van wat eens woonhuizen waren. Vriendelijk groetend loop ik rond in een mooie omgeving die me wat tot rust doet komen. Zo dichtbij de stad in afstand, maar zo anders.
Eergisteren was ik uitgenodigd bij de ‘graduation’ van Dave. Na drie jaar ‘kleuterschool’ (schoolsysteem hier is nogal anders dan in Nederland) namen zijn klasgenoten en hij afscheid om na de zomervakantie naar de basisschool te gaan. Daar gaat een hele ceremonie mee gepaard en ik heb genoten van prachtige dans, zang en poëzie voordrachten van de kinderen die verkleed waren als katten, konijnen, honden, paarden, enz. Ik was diep onder de indruk van hun talenten en opvoering en stiekem ook best trots op de jongens die ik ken die deelnamen.
Gisteren was een nationale vrije dag in Haïti; fèt Dye. Volgens de collega’s meer een katholiek feest, wat prompt tot een heftige discussie leidde over protestanten en katholieken, die hier niet met elkaar door één deur kunnen. Hoe dan ook, een dag om watertonnen schoon te maken, water te halen (dat kostte een halve vrije dag, om het als vanzelfsprekend beschikbare water weer wat meer te waarderen), en een bezoek aan een boekenbeurs. Daar was ik voor uitgenodigd door iemand die had opgemerkt dat ik vaak met mijn neus in de boeken zit. Eens per jaar hebben ze een activiteit voor Haïtiaanse schrijvers en worden boeken met korting aangeboden. Het zag zwart van de mensen. Was weer een interessante belevenis. Jammer genoeg waren de boeken die wij wilden kopen al niet meer op voorraad.
Vanochtend zaten we buiten voor een vergadering en ik voelde de aarde schudden. Ook aan mijn collega’s ontging het niet. Op politiek gebied is er ook nog volop beweging; de door president Martelly voorgestelde minister president is niet geaccepteerd door het parlement. We wachten af.
-
28 Juni 2011 - 07:10
Nicolien:
Tsjonge wat een hoop lekke banden en spannende belevenissen met de auto weer!! Knap (en fijn!!) dat je toch steeds de weg naar huis weer veilig vindt!!
Wat fijn dat Clarence nu uit het ziekenhuis is!!! En Dave gefeliciteerd!!
xnic
Reageer op dit reisverslag
Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley