Landbouw, koeien, melkfabriek, dierenrijk in Kenia - Reisverslag uit Pétionville, Haïti van Margot Greef - WaarBenJij.nu Landbouw, koeien, melkfabriek, dierenrijk in Kenia - Reisverslag uit Pétionville, Haïti van Margot Greef - WaarBenJij.nu
VIP-Report

Landbouw, koeien, melkfabriek, dierenrijk in Kenia

Door: Margot de Greef

Blijf op de hoogte en volg Margot

18 Augustus 2016 | Haïti, Pétionville

De tweede en derde week van mijn verblijf in Kenia maakte ik deel uit van een groep van Foods Resource Bank (FRB). Dit is een interessante organisatie van ‘boeren voor boeren’. Ik ontvang zo nu en dan groepen van FRB in Haïti en nu was het mijn beurt om mee te doen aan een uitwisseling. FRB is een donateur van CWS en financiert een aantal van onze voedselveiligheidsprogramma’s in Haïti en de Dominicaanse Republiek, maar ook in Centraal Amerika en de Chaco/Zuid-Amerika. Hun fondsenwerving gebeurt vooral middels kerken en boeren, die een deel van hun land beschikbaar stellen voor FRB. Zij reserveren bijvoorbeeld een deel van de tarweoogst, of soja bonen, voor FRB. Dat wil zeggen dat de volledige opbrengst van dat deel naar FRB gaat. Er zijn ook melkboeren die een deel van hun melkproductie toewijzen aan FRB. De programma’s die ze hiermee steunen, via 16 leden wereldwijd (waarvan CWS er een is), zijn allemaal gericht op landbouw en voedselveiligheid.

Onze groep bestond uit 10 personen: de Afrika coördinator en de CEO van FRB, een boerengezin van vier uit Kansas, nog een boer uit Kansas (die tarwe, soja en sorghum verbouwt), een boer uit Missouri (gepensioneerd, plant nu druiven), en een John Deere dealer uit Kansas.

Het programma begon maandag 11 juli met World Renew, die ons op kwam halen uit Nairobi om gezamenlijk naar Meru te reizen. Een korte stop in een van de vele malls en toen in noordwestelijke richting de stad uit. Thika buiten de stad, met vele appartementengebouwen, een bewolkte dag, het werd wat glooiender en groener. Er verschenen kassen in zicht; Kenia is een van de belangrijkste bloemen exporteerders ter wereld.

Het kantoor van World Renew is in Nairobi en telt 10 medewerkers. Net als CWS werkt World Renew met partnerorganisaties. In Kenia zijn dat er 5. Een van die partners is Anglican Development Services of Mount Kenya East (ADS). We bereikten het gebied van Mount Kenya, een van de hoogste bergen in Afrika, die niet zichtbaar was door de bewolkte dag. In Kerugoya stopten we bij het kantoor van ADS, die maar liefst 150 stafleden in dienst hebben. We werden ontvangen met thee en fruit en kregen een inleiding over World Renew en ADS.

Drie kwart van het gebied waar ADS werkt in deze regio bestaat uit droog gebied. Hun door FRB gefinancierde programma is recent begonnen; in februari van dit jaar, om weerbaarheid op te bouwen in 7 gemeenschappen in Tigania, met 200 gezinnen. In gebieden waar zowel landbouw is als veeteelt, zorgen de dieren vaak voor problemen in de gewassen. Ook water is schaars.

We vertrokken naar een nabije gelegenheid voor een tradionele Kikuyu maaltijd: ugali (gemalen maïs) met kip in een pittige spinaziesoep, plus een gerecht dat eenvoudig ‘eten’ wordt genoemd: een mengelmoes van bonen, maïs, pompoen, etc. Vervolgens reden we verder naar Meru, langs rijstvelden en in de bergen, die later droger werden. Ontzettend veel verkeersdrempels, soms 4 direct achter elkaar. Scholen, motoren, rare inhaalpogingen, geiten, koeien. We kwamen door een grotere plaats, Embu en maakten een korte stop bij een kliniek van ADS, waar tevens een trainingscentrum is voor boeren (over water, leningen, landbouwtechnieken) en een demonstratietuin met bonen, passiefruit, maïs, etc. Vandaar ging het langs uitgestrekte bananenvelden verder naar Meru, zo’n 280 kilometer van Nairobi, waar we in het donker aankwamen bij Meru Slopes Hotel. Een passende naam, aangezien het hotel zicht biedt op de omringende berghellingen.

Na een overnachting in Meru reden we de volgende ochtend naar Kinjai, op bezoek bij boerin Elizabeth, die ‘conservation agriculture’ technieken toepast (oftewel duurzame landbouw). In 2013 heeft ze deelgenomen aan een training over ‘conservation agriculture'. Ze heeft geleerd om bladeren te verzamelen voor ‘mulch’ (bodembedekking), wat vocht vasthoudt in de grond, waardoor toevoeging van water of kustmest niet nodig is en onkruid minder snel groeit. Het onkruid dat groeit, wordt enkel losgetrokken en kan op de grond blijven liggen. Met deze techniek is de oogst van erwten en maïs toegenomen. De buren zijn jaloers op de gewassen, maar denken dat het teveel werk is, of dat er iets anders achter zit (mystiek).

Vandaar splitsten we op in twee groepen. Onze groep volgde een onverhard pad naar Autubeiga, waar we in een boomkwekerij werden opgewacht door 9 vrouwen en 4 mannen die de Meru taal spraken. Weer een tolk dus. Deze groep is in 2013 begonnen en past ook ‘conservation agriculture’ technieken toe. Daarnaast verstrekken ze microkredieten. De groep is begonnen met boompjes produceren, planten en verkopen. ‘Conservation agriculture’ heeft erosie helpen verminderen en bodemvruchtbaarheid (‘soil fertility’) doen toenemen. Hoewel er een plastic watertank in de kwekerij staat, zit er geen water in en moet de groep ver lopen om water te halen voor de boompjes. Met de leningen heeft de jeugd winkeltjes geopend, ze verkopen kleding en investeren in het planten van tomaten, uien, groente, etc. Ze hebben ook geiten, koeien en kippen en het is een opgave om die van de gewassen weg te houden. De groepsleden hebben training gevolgd over het planten van maïs, het fokken van kippen en varkens, etc. De Amerikaanse boeren in ons gezelschap deelden eveneens iets van wat zij doen en hoe ze maïs, sojabonen en tarwe verbouwen. Zo is het tweerichtingsverkeer; geen kruisverhoor naar de groep toe, maar ook vragen voor onze groep.

Vandaar reden we naar Kitheo, waar we zingend werden ontvangen, in de Meru taal. We namen plaats rondom de boompjes in de kwekerij en spraken met een groep van zo’n 15 vrouwen en 5 mannen. De groep is opgericht toen een drietal vrouwen een probleem observeerden, namelijk dat sommige mensen niet genoeg te eten hadden of geen huishoudelijke en keukenwaren. Ze besloten een comité te vormen, aangezien ze zich realiseerden dat er niet veel was dat ze konden doen met het beetje geld in hun eigen zak, maar meer als ze het geld samenvoegden. Interessant: de groep heeft 5 sub-groepen, waaronder een speciaal gericht op integratie van mensen met een handicap. Ook deze groep verstrekt leningen en neemt deel aan trainingen over bodembescherming door bodembedekken (‘mulching’), wat leidt tot een hogere opbrengst en minder arbeid.

De groepsleden vertelden wat ze met de leningen doen; een vrouw heeft het dak van haar huis gerepareerd, een andere vrouw kocht 2 geiten om te melken, waarmee ze schoolgeld kon betalen. Een man kocht boompjes, plantte ze op zijn grond, kocht kippen voor eieren en vlees. Een andere vrouw was in staat om haar handel op de markt uit te breiden. Ze liet ons haar handel zien en leerde een van onze reisgenoten (een tienermeisje) gelijk hoe ze erwten moest doppen. Weer een andere vrouw handelt in bananen. De voorzitter concludeerde dat ze voor zichzelf kunnen zorgen en levensomstandigheden verbeteren, wat het doel was van hun groep; armoede verminderen.

Een enthousiaste groep en goede sfeer. De andere groep van FRB voegde zich bij ons en we kregen allemaal een wortelgewas in de hand gedrukt, een yam, een banaan en een kop thee. Vandaar keerden we terug naar Meru, door een groene omgeving. Interessant schouwspel van de dag: onderweg zagen we hoe een (levende) koe achterop een motor werd gebonden. Dat is geen gemakkelijke opgave... Ook bankstellen zien we voorbijkomen op motoren.

Woensdag verlieten we Meru, nu via een andere route terug naar Nairobi. Een interessante, mooie route, op en neer door de bergen, via de universiteitsplaats Chuka. We reden langs thee en koffievelden, de thee voor export en lokaal gebruik. Een panoramische route. Een groene omgeving, bergen en dalen, bananenbomen, rijstvelden, en nabij Nairobi ananas voor Delmonte. We zagen het Evenaar bord toen we de evenaar overgingen van noordelijk naar zuidelijk halfrond. Anders dan in Ecuador wordt daar in Kenia weinig ophef over gemaakt, je moet goed zoeken om het bord te zien. Weer door Embu, een korte stop bij Isaac Welton, lunch bij Nice en eenmaal in Nairobi rechtstreeks naar het vliegveld, Jomo Kenyatta. Bij de poortjes moeten alle passagiers de auto’s uit en door controle, terwijl de chauffeur alleen verder rijdt en verderop de passagiers weer oppikt.

’s Ochtends bleek dat er twee tickets te weinig waren geboekt voor onze groep van 10: de coördinator van FRB en ik waren vergeten. Gelukkig viel er op het laatste moment nog wat te regelen, alleen hadden wij een andere vlucht. We reisden samen met Jambojet van Kenya Airways naar Eldoret, waar we werden opgewacht door iemand van TechnoServe. Wij tweeën kwamen eerder aan dan de rest, dus wachtten we totdat we weer compleet waren, waarop we (in de regen en in het donker) naar Boma Inn konden rijden, een hotel waarvan de opbrengsten naar het Rode Kruis van Kenia gaan (en waar ik een week eerder met CWS ook al had gegeten).

De reis naar Kenia was gesponsord door John Deere, die eveneens FRB financiert. Op verzoek van John Deere bezochten we TechnoServe, geen directe partner van FRB, maar wel van John Deere. Eldoret is een van de 5 grootste steden in het land. Het gebied produceert onder andere maïs, tarwe en melk. TechnoServe is sinds 1973 werkzaam in Kenia en promoot ‘entrepreneurial solutions to poverty’, oftewel een ondernemende aanpak tot armoede. Het project dat wij bezochten, wordt gefinancierd door John Deere en richt zich op training van boeren en het bulken/samenvoegen van hun melkproductie. Ze gebruiken een experimenteel trainingplatform over maïs en melkproductie, door middel van een mobiele traineenheid; een video truck die van dorp tot dorp gaat. TechnoServe verschaft eveneens training aan de raad van bestuur van de boeren bedrijfsorganisaties. Zo hebben ze in 3 jaar tijd al 18.000 boeren in hun trainingsessies gehad.

Na een kennismaking en introductie in Eldoret, reden we naar Kabiyet. Onderweg zagen we al melkbussen langs de weg staan en eenmaal in Kabiyet kwamen motoren, auto’s en dieren aluminium melkflessen brengen, die na te zijn getest werden leegegoten en vervolgens opgeslagen in een grote koeltank. De gemiddelde leverancier bezit 3 koeien, de grootste boeren hebben er 10 tot 15.

We kregen een rondleiding door het gebouw en zagen achter het pand een systeem op zonnepanelen om water te verwamen. In een naburig gebouwtje is de ‘Kabiyet circle society’ gehuisvest, een financiële dienstverlening verbonden aan de melkfabriek. Zij betalen de boeren aan het eind van elke maand, geven voorschotten of leningen, helpen studenten schoolgeld betalen, etc. De boeren betalen om lid te worden en kunnen er geld sparen en lenen (tot 3 keer het gespaarde bedrag). De cirkel telt 3.500 leden, ongeveer de helft van de melk leveranciers. Zo’n 90% is koeienboer en anderen verbouwen thee. Ook andere omwonenden kunnen lid worden; zakenmensen, studenten, enz.

Onder het genot van weer een kop thee met melk spraken we het bestuur van de melkfabriek. Alle bestuursleden zijn zelf ook boeren. Deze melkfabriek is opgericht in 2008, beginnend met het organiseren van boeren om een groep te vormen. De boeren hebben zelf 40% van de kosten van de melkkoeltank ingezameld, zochten een gebouw en renoveerden het als melkfabriek. In 2009 begon men met het inzamelen van melk, wat snel groeide. De melk wordt gekocht door twee melkverwerkers. Sindsdien is de fabriek gegroeid van 4 naar 76 medewerkers. Ook zijn er banen ontstaan voor transport van melk; mensen kunnen kiezen of ze zelf de melk komen brengen, of het laten ophalen. De fabriek telt nu 6 voertuigen. De financiële cirkel is in 2010 begonnen.

Daarnaast heeft de melkfabriek een Agrovet shop geopend, waar boeren benodigdheden kunnen kopen zoals laarzen, zaden, kunstmest, medicijnen voor koeien, enz. In 2014/2015 zijn ze eveneens begonnen met het zelf produceren van voedsel voor koeien. Ook wordt er training verschaft aan de boeren over nieuwe technologieën. Naast deze melkfabriek zijn er meerdere andere centra waar de melk ontvangen wordt. Een ervan heeft een koeltank die op zonne-energie loopt. De melkfabriek telt nu 6.000 actieve leveranciers en 1.500 aandeelhouders. De boeren krijgen via de melkfabriek een betere melkprijs betaald dan voorheen.

Ik was onder de indruk door de snelle groei van de melkfabriek en moest denken aan de melkfabriek in Jean Rabel, Haïti, die nog niet van de grond lijkt te kunnen komen. Ik vroeg de bestuursleden advies voor groei van een melkfabriek. Hun antwoord: bied de juiste service aan de boeren, betaal ze een goede prijs, train ze, geef ze toegang tot microkrediet, laat ze andere boeren bezoeken en zorg voor een goed bestuur. Daarnaast speelt de vraag naar melk natuurlijk ook een rol en daaraan is in Kenia geen gebrek. Het is een van de grootste melk consumerende landen.

Een heel interessant gesprek en bezoek. We reden naar een nabij gelegen Agrovet shop, waar mensen melkkannen kunnen kopen, medicijnen, kunstmest, voedsel voor de koeien, enz. Vervolgens bezochten we een kleinschalige boerderij van alweer een boerin Elizabeth, op haar best gekleed om ons te ontvangen. Elizabeth heeft deelgenomen aan trainingen en toegepast wat ze heeft geleerd. Ze liet ons zien hoe ze voedsel samenstelt voor de koeien en hoe ze de uitwerpselen van de koeien vermengt met water, wat in een tank gaat om biogas te produceren waarop ze kookt in haar keuken. Ze heeft 3 koeien en een kalf, dat geboren is door middel van kunstmatige bevruchting, wat ze ook via training heeft leren kennen.

Vandaar reden we naar een veld waar die dag een mobiele training plaatsvond. De eigenaar van de grond heeft grond beschikbaar gesteld voor een demonstratie, terwijl zadenfabrieken de zaden beschikbaar stellen. In dit geval was een stuk land in tweeën gedeeld, met de ene helft maïs geplant en bewerkt op traditionele wijze, en de andere helft een nieuwe wijze. Voor de maïsvelden zijn zaaibedden aangelegd, waardoor de boeren leren om zelf voedsel voor hun dieren te produceren.

De conventionele wijze bestaat uit tweemaal ploegen en onkruid wieden. De andere methode is het gebruik van kunstmest en herbicide/onkruidverdelger om het onkruid te verwijderen voor en na het planten. In tegenstelling tot CWS promoot TechnoServe het gebruik van chemisch kunstmest. Ze gaven zelf echter al toe dat dit geen realistische optie is voor kleinschalige boeren, van wie niemand op dit moment in staat is om deze methode toe te passen. De nieuwe methode is duurder, maar minder arbeidsintensief. In dit gebeid weer een andere taal: Kalenjin, ook wel Nandi genoemd.

Een van de leden van de bezochte melkfabriek, die ons de hele dag vergezelde, wilde ons laten zien waar hij woont, dus reden we naar zijn huis, waar hij kippen en koeien heeft. Vol trots liet hij zijn woning (recent gebouwd) en dieren zien. Tegenover zijn huis staat een middelbare school, waar jongelui aan het volleyballen waren. De kinderen van onze groep voegden zich bij hen en ook de volwassenen volgden. De leerlingen namen hen mee naar hun klaslokalen. Wij haalden ze weer op toen de thee klaar was, want uiteraard konden we niet vertrekken voordat we een kop heerlijke thee op hadden, met hele verse melk, van een koe die net een uur eerder was gemolken. Ze koken alles samen; de melk, water, thee en suiker. Interessant verhaal: onze gastheer vertelde dat hij een voormalig hardloper is en dat zijn vader aan de Olympische Spelen heeft deelgenomen.

Langs theevelden en over rode grond reden we over onverharde paden en asfalt terug naar Eldoret. De lucht werd donkergrijs en het begon te stortregenen. Inmiddels begon het duidelijk te worden dat de deelnemers van de groep aan het denken gezet werden door al wat ze zagen en hoorden. Het was een goede groep, wat het samenzijn aangenaam maakte. Er zijn ook goede vragen gesteld.

De volgende dag reden we naar Lessos, via de weg die naar Nairobi leidt en door een gebied dat Burned Forest heet (Verbrand Bos), zo genoemd omdat bos in vlammen opging in politiek geweld. Nu de overheid centraliseert naar de counties, kunnen de counties investeren in wegen en andere infrastructuur.

In Lessos spraken we opnieuw met een boeren bedrijfsorganisatie. Een kar getrokken door twee ezels stond voor de melkfabriek, geladen met aluminium melkkannen. Ook hier is een koeltank, financiële dienstverlening en een Agrovet winkel. Deze vestiging is pas in 2015 geopend, als inzamelcentrum aanvullend op de hoofdvestiging. We spraken met het bestuur van de melkfabriek, die vertelden dat de fabriek al in 1962 begon om de melk van kleinschalige boeren samen te brengen, maar toen de melkverwerkers nalieten de boeren te betalen, moest de fabriek haar deuren sluiten. In 2003 zijn ze opnieuw van start gegaan, met moeite de loyaliteit van de boeren terugwinnend, voornamelijk door andere diensten aan te bieden, inclusief de financiële dienstverlening, Agrovet shop en kunstmatige bevruchtiging, maar ook door prompte betaling en de mogelijkheid om aandelen te kopen in de fabriek. Sindsdien is de productie en het ledenaantal weer toegenomen en ook zijn er andere activiteiten toegevoegd, zoals training over productie van dierenvoeder en het toepassen van die training door voeder te produceren en op te slaan, maar ook training voor het bestuur en de leden.

Vandaar reden we naar een boerderij in Kapagara waar begonnen is met het produceren van veevoeder. Een mooie omgeving, heel groen en glooiend. Het laatste stuk op onverharde, rode grond. Ons busje raakte vast in de modder, dus liepen we verder terwijl de chauffeur pogingen verrichtte om los te komen. Hier bezochten we een stuk land waar boma gras is geplant voor productie van hooi. De grond wordt voor een periode van 5 jaar van de boer geleend en dient als een soort veldschool, waar groepen komen om te leren over hooiproductie. Het hooi wordt verkocht aan zowel leden als niet-leden.

Toen we terugkwamen bij het busje, bleek die nog steeds vast te zitten in de modder. Uiteindelijk werd hij met vereende krachten losgeduwd. Vervolgens reden we naar een nabijgelegen plaats waar die dag een training plaatsvond met de mobilie traineenheid. Een groep boeren had zich verzameld onder een luifel en wij kwamen erbij zitten om een demo video mee te kijken. In Kiswahili weliswaar, maar desondanks erg interessant. De video wordt vertoond in een truck met een groot scherm erin en legt uit hoe veevoeder geproduceerd wordt.

Na een tussenstop in Eldoret vertrokken we naar een grote boerderij, waar diverse loodsen staan opgetrokken. We werden ontvangen door de eigenaar van de familieboerderij (een kleinzoon van de oprichter), die op verschillende vestigingen thee en maïs verbouwt en melk produceert. Een van de redenen dat ze de maïs tot bloem verwerken, is voor stabiliteit van prijzen. De machine die de maïs tot bloem verwerkt, was draaiende en een zestal dames vulde zakken met de bloem, die in supermarkten verkocht wordt.

Van een kleinschalige boerin met 3 koeien ging het naar een boerderij met 300 koeien. Minder dan 1% van de boeren in Kenia is van deze omvang en gezamenlijk zorgen ze voor 20% van de productie. De koeien werden net gemolken. Deze boerderij was een van de eerste met een geautomatiseerd melksysteem in de jaren 80.

Daarmee sloten we deze reeks bezoeken af en keerden terug naar het hotel, met rijen boomkwekerijen langs de weg. Het verkeer in Eldoret was weer chaos. Terug bij het hotel een nabespreking met TechnoServe en een gezamenlijke maaltijd met een pittige rundvleessoep en lamsvlees, een van de weinig diersoorten die we nog niet hadden gehad; varken, koe, kip, vis, geit.

Het weekend stond er een safari gepland. In alle vroegte vertrokken we van Eldoret naar Maasai Mara nationaal park, een rit van zo’n 385 km. We verlieten de county Nandi; ‘de bron van kampioenen’, zoals er bij binnenkomst geschreven staat, verwijzend naar de vele hardlopers uit dit gebied. Onderweg zagen we veel mensen trainen langs de weg. Onze chauffeur wees ons op een grijze kroonkraan (oftewel kroonkraanvogel), boegbeeld van Oeganda, en andere adelaars. We zijn de evenaar weer overgestoken naar het zuidelijk halfrond.

Het was een erg mooie route. Eerst rijen theevelden, toen suikerriet, maïs geplant op allersteilste velden, vervolgens weer thee. Marktdag in verschillende plaatsen; fruit, tweedehands kleding, huis en keukenwaren, kippen, enz. We reden door Kapsabat en Keritchu. De omgeving blijft interessant; een fiets op een motor, een sofa op een motor. Overal slagerijen, met grote lappen vlees in de etalages. Bavianen langs de weg. Hele mooie omgeving dus, hellingen vol theevelden, mensen die thee aan het plukken/oogsten waren, arbeiderswoningen, groene bergen en dalen. Uiteindelijk sloegen we af van de asfaltweg, een onverharde weg in, met veel rotsen, stenen, stof, hobbels, kuilen en bobbels. Het werd aanzienlijk droger. De hooglanden gingen over in laaglanden. Naarmate we Maasai Mara nationaal park inreden, verschenen er algauw giraffes. Wat een prachtige beesten. Giraffe, zebra, kraanvogels, antilopes, wrattenzwijnen, wildebeest, gazelles; mooie, slanke dieren. En natuurlijk kuddes koeien en schapen en geiten, vaak vergezeld door jonge jongens. De kledij gaat over naar traditionele kledij, zowel bij mannen als vrouwen; kleurrijke kleden. De herders een speer in de hand.

Halverwege de midag kwamen we aan bij Tipilikwani Mara Camp, nabij Talek, in Maasai Mara nationaal park. Daar verbleven we in (luxe) tenten, die we dicht moesten houden om te voorkomen dat apen naar binnen kwamen. In het donker zijn er diverse bewakers in het kamp, aangezien er geen omheining is en hyena’s en andere dieren dus bij de tenten kunnen komen.

Die middag vertrokken we voor onze eerste safari rit. Wat een enorm en nederig voorrecht om Gods schepping in de natuurlijke habitat te mogen aanschouwen! Het dak van de auto’s gaat open, dus konden we staand om ons heen kijken. Wat een uitgestrekte vlaktes. Al zonder dieren is het indrukwekkend. Gazelles; zulke mooie, slanke en snelle beesten. Wildebeest, in grote getallen. Onder een aantal struiken lagen 4 cheetahs. Wat bijzonder, daar wordt de mens stil van, met geen pen te omschrijven. Er gaat een nieuwe wereld voor me open, een wereld die Afrika heet. Een heel ander soort stuk natuur nu. Toen we bij de cheetahs wegreden zagen we 3 giraffes lopen. Ook dat zijn imposante dieren. Een dronk melk bij de moeder. Daarna nog veel meer wildebeest, zebra’s ertussen, de cheetahs kwamen overeind. Nog meer wildebeest, gazelles en terug naar het kamp grote kuddes koeien en schapen die door de in rode kleden geklede Maasai herders terug werden gebracht voor de nacht, in de omheining bij hun eenvoudige woningen van aarde en takken; een nomadenvolk. We reden door het dorp Talek terug naar het kamp. Het was mooi helder, met hier en daar een wolk, prachtige stralen achter de wolken in de lucht, een ondergaande zon die een roze gloed aan de lucht verspreidde, de wit verschijnende maan.

De volgende dag waren we de hele dag onderweg in twee auto’s. Een van onze gidsen/chauffeurs was zelf Maasai, gekleed in traditionele rode kledij (van grote afstand zichtbaar). We reden langs grote kuddes koeien van de Maasai (die de gelijknamige taal Maasai spreken). We begonnen met gazelles en andere slanke, mooie dieren van dezelfde antilope familie, waaronder impala. Algauw zagen we een olifant. Wat een imposant dier, groot en grijs met z’n mooie ivoren tanden en slurf waarmee hij gras omhoog brengt. Op een tegenoverliggende helling sloeg een kudde wildebeest aan het rennen. Er zijn honderden wildebeest. Dit is het seizoen van migratie. Dit nationaal park grenst aan Tanzania, waar het park nog vele malen groter is; de Serengeti. Ook dit is Rift Valley. Zebra’s met hun wit-zwarte strepen, ook al van die mooie dieren. Zij lijken zich meer onder andere dieren te mengen, wat meer vrienden misschien... Wrattenzwijnen, kleinere dieren. Een hyena. Vier cheetahs in de schaduw onder een boom, met hun zwarte stippen, zich net als een huiskat uitstrekkend en de nagels in een boomstam zettend. Ze rolden door het gras, stonden op, liepen wat verder om op de uitkijk te staan. Parelhoenders. Twee giraffes in de verte. Een karkas van een wildebeest. Een kudde buffalo’s. Een mannelijke impala met een heel gezelschap vrouwtjes; het mannetje heeft hoorns en eet niet, maar staat op de uitkijk tegen eventuele rivalen, net zolang totdat hij zo verzwakt is dat hij wordt vervangen door een ander mannetje. Verderop een hele groep vrijgezelle mannelijke empala’s, zonder vrouwtjes.

We reden naar de rivier, waar het topdrukte was, ondanks dat het toerisme verminderd is sinds de terroristische aanslagen in Kenia. Aan beide oevers stonden kuddes wildebeest en zebra’s te wachten om de oversteek te wagen. Uiteindelijk besloten de zebra’s over te steken. De stroming was sterk en ze gingen bijna volledig onder, dreven af, klommen de oever weer op. Wat een prachtig gezicht. Maar ook de gevaren werden duidelijk: een van de zebra’s werd gegrepen door een krokodil, die de zebra zonder pardon verslond. Ook dobberden er een tiental nijlpaarden in het water; grote, logge beesten die lang onder water kunnen blijven en dan even boven komen. Een aantal wildebeest volgden de zebra’s de rivier over. Vreemd genoeg gingen ze beide kanten op. Waarom dan het risico nemen? Het gras bij de buren is altijd groener… Verderop lag een zestal krokodillen te wachten. Nog twee zebra’s staken over en de laatste van de twee kreeg een doodsstrijd te leveren; hij werd gegrepen door een krokodil, spartelde, vocht voor z’n leven, ging onder, kwam weer boven, maar moest het afleggen tegen de krokodil. Dat ze toch zo’n groot dier kunnen doden en verslinden.

Wat een natuur… We reden een stukje verder en stopten aan de oever van Mara rivier voor lunch met zicht op nijlpaarden die gedurig blazend bovenkwamen. De gidsen spreidden een kleed uit en presenteerden een maaltijd van witte rijst, saus met erwten en wortels en vlees, kip, chapatti, banaan. Wat een picknick locatie…

Vandaar weer verder op pad. Gieren in de bomen, in de buurt van karkassen. Struisvogels. Nog een olifant, onder de modder; de modder doet dienst als zonnebrandcrème. Water oversteken, met gazelles aan de ene kant, nijlpaarden in het water en bavianen van tak tot tak springend in de bomen. Buffalo’s met vogels op hun rug. Nog meer giraffes, met hun lange nekken boven de struiken uitstekend. Zebra’s naast de giraffes. Een rivier door, waar onze auto vastraakte in verschuivende stenen in de rotsachtige rivier. We konden niet meer vooruit noch achteruit. En dat met nijlpaarden in de rivier… Een andere auto kwam eraan en trok ons los, waarna de Maasai gids ons de rivier uitkreeg.

Een kudde elanden. Een baviaan op een prachtige zetel; een rots die mooi als uitkijkpunt diende, vanwaar hij alles overzag. Giraffes; kijk, een giraffe, en nog een en nog een! Wel 30 giraffes al met al, sommige staand in een geul, over de rand uitkijkend. Wat een bijzondere dieren. Een schildpad in het autospoor. Een viertal olifanten. Een uil. Een secretarisvogel. Een prachtige blauwe vogel; vorkstaartscharrelaar.

De omgeving is overweldigend. Uitgestrekte vlaktes, grasvelden hier hoog, daar laag. Een enkel boompje aan de hele horizon. Er lijkt geen eind aan te komen. Prachtig. En toen: leeuwen. Een mannetje en een vrouwtje (broer en zus), die samen in het gras lagen. De mannelijke leeuw opende zijn enorme bek en gaapte. Hij stond op en ging naast z’n zus liggen. Vandaar ging het terug richting Tipilikwani Mara Camp. Vlakbij het kamp zagen we nog 3 hyena’s.

Wat een dag! Rood en warm van de zon, veel natuurschoon gezien, dit keer niet alleen qua landschap, maar vooral qua dierenrijk. Wat geweldig om deze dieren in aantallen te mogen zien en in hun natuurlijke habitat. Heel imposant en indrukwekkend.

Na de safari zou een deel van onze groep Kenia verlaten. Op onze laatste avond samen, deelde ik een presentatie over Church World Service in Haïti, een inleiding op onze afsluitende discussie van onze week samen. We sloten ons samenzijn met z’n tienen af, een week die een ware ‘eye-opener’ is geweest voor de deelnemers, een nieuw perspectief en ook een ander begrip van ‘helpen’.

De ochtend van ons vertrek ontbeten we met zicht op een kudde wildebeest en giraffes op de tegenoverliggende helling. Daar kwam een lange nek achter de struiken tevoorschijn, en toen nog een en nog een en nog een en nog drie. Ze kwamen gedag zeggen... Wat een mooie afsluiting, ontbijten met giraffes en wildebeest.

Terug naar Nairobi. De eerste uren onverhard en nog dieren spotten; zebra’s, wildebeest, gazelles, wrattenzwijn, nog 2 giraffes. De Maasai in hun rode kleden met kuddes schapen, koeien en geiten. Kleurrijke kleren. Kinderen die naar school lopen. In het hele land heel veel scholen, ook veel kostscholen en scholen gescheiden voor jongens en meisjes. Van de uitgestrekte vlaktes ging het naar asfaltweg en van droog ging het naar landbouw; maïs, tarwe. Uitgestrekte tarwevelden, een lust voor het oog van de tarweboeren uit Kansas in ons gezelschap. Hellingen. Een John Deere dealer in Narok. Bavianen langs de weg. We stegen nu helling op en daalden helling af. Vervolgens werd het weer droger, met cactus bomen. Een stop voor een laatste lunch samen. Daar zeiden we mekaar gedag. Vijf vertrokken rechtstreeks naar het vliegveld en de rest van ons reed weer naar Amani Gardens Inn, door de Rift Valley met mooi uitzicht over de vallei. Nog meer bavianen langs de weg, met hun roze achterste en eentje net aangereden. Deze weg is een belangrijke verbindingsweg, die in 1942 is aangelegd door Italiaanse krijsgevangenen. De weg slingert door groene berghellingen met weids zicht op de vallei.

In de loop van de middag waren we weer bij Amani Gardens Inn, Westlands, Nairobi. Eerst moest alle bagage grondig afgestoft worden, want alles zat onder een dikke laag stof. Al met al honderden kilometers afgelegd in de weken in Kenia, van nabij de grens met Oeganda naar nabij de grens met Tanzania. Volle, mooie en bijzondere weken, wat een indrukken.

  • 19 Augustus 2016 - 21:44

    Trudy:

    Mooi, mooi, mooi!!!!!

Reageer op dit reisverslag

Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley

VIP-member
Margot

Micha 6:8 Hij heeft u bekendgemaakt, o mens, wat goed is en wat de HEERE van u vraagt: niet anders dan recht te doen en getrouwheid lief te hebben, en ootmoedig te wandelen met uw God.

Actief sinds 20 Maart 2008
Verslag gelezen: 974
Totaal aantal bezoekers 590651

Voorgaande reizen:

12 April 2008 - 30 November -0001

Mijn eerste reis

Landen bezocht: