Op pad in Haïti en de Dominicaanse Republiek
Door: Margot de Greef
Blijf op de hoogte en volg Margot
18 Mei 2019 | Haïti, Pétionville
De volgende dag splitsten we op. Patrick ging toezicht houden op de bouw van 5 huizen, terwijl Anouce en ik per motor naar KABM gingen in Corail. Het kost wat spierkracht om zittend te blijven achterop de motor op onverharde, steile wegen vol gaten en kuilen. Bij corporatie KABM werd grond gezeefd om zakjes te vullen waarin zaden geplaatst werden voor de boomkwekerij. Mangoboompjes groeiden al. Verder komt er citroen, koffie en cacao. Hiermee hoopt men de vroegere productie van koffie en cacao weer op gang te krijgen.
We liepen de bergen in naar een helling die uitgesleten is door erosie. Een groep mensen was aan het werk om stenen muren te bouwen over de breedte van de helling en zo de kracht van regenwater te verminderen en erosie tegen te gaan. Voorafgaand hieraan is er een training gehouden over erosie en bodembescherming. Mannen en vrouwen droegen stenen in stapels op het hoofd en in de handen, die met hamers op hun plaats gemept werden in de muren. We woonden tevens een introductie bij van een training over erosie en bodembescherming voor een tweede groep mensen die mee zou doen aan de activiteiten. Met dit werk hoopt de corporatie verliezen van gewassen en dieren in de toekomst te verminderen.
Vandaar reden we naar KRCLJ in Lamontay. We zaten te wachten op de veranda van het kantoor. Algauw klonk er luid geroep en gehuil. Er bleek net een jongeman overleden te zijn. Volgens de traditie liep het dorp gelijk uit naar de familie van de overledene. Dat betekende automatisch dat onze afspraak niet doorging. Drie man voegden zich desondanks even bij ons, maar administratieve gegevens konden niet bekeken worden. De overledene was de nacht ervoor te voet vanuit Jean Rabel naar Lamontay gedragen, op een provisorische brancard. Dat is een urenlange wandeling.
Woensdag waren we bij AGHEPMDNG in Vieille Terre om een plan te bespreken dat ze hebben ingediend bij CWS en Misereor over landbouw. ’s Middags gingen we naar KPPG in Ti Rivyè Glasi om een financieel verslag over huizenbouw te bespreken. Het vervoer van de ene plaats naar de andere plaats klinkt allemaal makkelijker dan het is, aangezien de wegen in zeer slechte staat verkeren en het tempo daardoor erg laag ligt.
Donderdag had ik de gelegenheid om de vijf huizen te bezoeken die gebouwd worden met financiering vanuit de christelijke gereformeerde kerken, in Cotes de Fer. Bij een van de huizen werd gewerkt aan een houten raamwerk om het dak te plaatsen. Bij een ander huis was de eigenaar betonblokken aan het sjouwen vanaf de doorgaande weg naar zijn huis. Twee metselaars waren bezig met het bouwen van de muren en een ander was zand aan het zeven voor cement. Ik luisterde naar de discussies tussen de bouwlieden, die van politiek naar elektriciteit naar zombies ging. Elders werden muren bepleisterd. Weer ergens anders werd het golfplaten dak geplaatst. Inmiddels zijn de huizen afgerond. Vijf gezinnen hebben nu een veilig onderkomen en kunnen met een gerust hart slapen.
Deze huizen zijn gebouwd met GRADAID. We spraken het team op hun kantoor in Mare Rouge met enkele vragen over een aantal verslagen. Vervolgens reden we naar Bombardopolis. De uitzichten blijven geweldig mooi, over de bergen en de zee in de verte. De rotsen in de weg maken dat de rit diverse uren duurt.
Na een nacht tussen de muggen doorgebracht te hebben in Bombardopolis, reden we de volgende ochtend vroeg naar Citerne Remi, om wat boeken af te geven over kinderrechten bij KOKAS. Vervolgens door naar KOEB. Patrick ging een verslag bespreken met het comité en ik werd door drie man meegenomen om het bodembeschermingswerk te bezoeken. Ik volgde de heren te voet een ravijn door bergopwaarts. De begroeiing bestaat uit laaggroeiende struiken, die mijn benen vol schrammen tekenden, wat het nodige commentaar opriep van de heren. Bovenaan de helling waren twee groepen mensen aan het werk om stenen muren te bouwen. Net als bij KABM werden ook hier stenen aangedragen en gerangschikt om muren te bouwen om erosie tegen te gaan. Het is duidelijk dat de kale omgeving dat nodig heeft. Kale bergen voor zover het oog strekt. Geen landbouwgebied, er grazen enkel dieren. KOEB heeft ook een boomkwekerij, met papaja, citroen, olijf, flamboyant en ‘cesalpina’. We liepen via een andere route terug, door de heuvels in plaats van het ravijn.
Van Baie-de-Henne reden we naar Gonaïves en vandaar, na onze enige maaltijd van de dag, verder naar huis. Diezelfde week is de burgemeester van Pestel gearresteerd, met wie we samenwerken voor schoolbouw. Zijn arrestatie is onderdeel van een politieke strijd om de positie van afgevaardigde van de gemeente Pestel.
Die zaterdag ging ik mee om twee jonge kinderen naar het vliegveld te brengen, die zich eindelijk bij hun ouders in Brazilië zouden voegen, die ze al sinds 2015 en 2017 niet hadden gezien. Zoveel Haïtianen zien vertrekken als enige oplossing. Zoveel verscheurde families, kinderen die achtergelaten worden. En zo weinig begrip van dat wat ze te wachten staat in een ander land. Een grens oversteken lost geen problemen op. Elk land heeft z’n goed en slechte dingen, z’n goed en slechte mensen. Problemen neem je mee, ook een grens over.
In het weekend kreeg ik bezoek van collega Wisly, op de motor. Tijdens een ander weekend ging ik op bezoek bij mijn petekind Djoulissa en haar zusje en ouders. Ook daar werd de omvang van problemen weer duidelijk. De moeder was hoogzwanger en heeft inmiddels een derde dochter gebaard. Het begrip ‘blijde verwachting’ heeft hier soms een zure bijsmaak. Ze vertelde dat haar schoonzus ook zwanger is maar dat zowel zij als haar man huilden toen ze daar achter kwamen. Ik ken het gezin en weet dat ze van hun twee kinderen houden. Hun reactie was een uiting van onmacht en onzekerheid over hoe ze voor een derde kind kunnen zorgen. De oudste is al naar een andere, goedkopere school overgeplaatst. Hun vader is een hardwerkende, goudeerlijke maan die lange dagen draait, elke dag om 6 uur begint en vaak niet voor 6 uur ’s avonds naar huis kan, en dat 6 dagen in de week. Daarvoor krijgt hij zo’n schamel loon dat hij niet in het levensonderhoud van zijn gezin kan voorzien. Dat zijn de situaties waar ik niet tegen kan. Dat spreekt van zo’n onrecht. Elk hardwerkend mens verdient het om zonder zorgen in het levensonderhoud van zijn/haar gezin te kunnen voorzien. Zulke situaties kunnen me ’s nachts lang wakker houden.
Zaterdag 30 maart reisde ik naar Pestel. Ik legde de reis dit keer alleen af. Drie collega’s waren al in Pestel. Ik zou het nuttige met het aangename combineren door op zondag een conferentie bij te wonen van Eglise de Dieu, district Corail en de andere dagen werkafspraken. De conferentie viel echter letterlijk in het water en werd wegens regen een week uitgesteld. De regen was van harte welkom want Pestel had te lijden onder grote droogte. ’s Ochtends voor vertrek eerst nog naar Tirezone om de banden van de auto te laten uitbalanceren en vervolgens van de ene kust naar de andere kust; van Port-au-Prince naar Les Cayes en verder naar Pestel, waar ik me bij collega’s Elondieu en Steven voegde.
Dat weekend werd de betonvloer gestort van twee lokalen van de basisschool in Cassavon. Geweldig om daarbij te kunnen zijn en te observeren hoe er met man en macht gewerkt werd. Aan de ene kant was een groep bezig om handmatig cement, water en zand te mixen. Het water werd in emmers op het hoofd aangedragen. Aan de andere kant draaide een betonmolen. Het beton werd in de emmers geschept, die in een rij werden doorgegeven van de een naar de ander. ‘Emmer, emmer!’ klonk het als de emmers in rap tempo overgegooid werden. ‘Beton, beton!’ als er nieuw beton moest komen. Langzaam verdween het betonijzer onder de betonvloer. Het droogde snel en de volgende dag al werd er begonnen met het metselen van de betonblokken muren. Ik maakte van de gelegenheid gebruik om ingenieurs en bouwvakkers te interviewen op video, voor communicatie doeleinden.
De school van Cassavon wordt gefinancierd door de christelijke gereformeerde kerken. Er is eveneens een huis in aanbouw in de omgeving van Pestel dat gefinancierd wordt door de christelijke gereformeerde kerken. Een huis van een grootvader, z’n zoon en twee kleinzoons. Hun stenen woning is volledig met de grond gelijk gemaakt. Brokken muur tonen nog aan waar de vroegere vertrekken waren. Ze hebben een klein vertrek met zeildoek omsloten om daarin te slapen. Er werd gewerkt aan de stenen fundering. Inmiddels is de vloer gelegd, zijn de muren gebouwd en is het dak geplaatst.
Ik ging in gesprek met OJEDEP, de organisatie waarmee we 15 huizen voor docenten van diverse basis- en middelbare scholen in de omgeving van Pestel hebben herbouwd. Gezamenlijk bespraken we het financiële verslag van de huizenbouw. Samen met Steven reed ik naar Roseaux, om daar een verslag te bespreken met FAEGA over de bouw van 3 huizen. FAEGA is onderdeel van een docentenvakbond. Van Pestel reden we naar Corail, ons wederom verbazend over het feit dat daar huizen in zee gebouwd worden, tussen de mangroves. Vandaar verder naar Roseaux. We hadden afgesproken bij een school maar de naam klopte niet, dus gingen we naar een andere school met de juiste naam. Vandaar werden we weer teruggestuurd naar de eerste school, om er vervolgens achter te komen dat degene met wie we een afspraak hadden, niet op kwam dagen. We hadden de drie huizen al bezocht en keerden onverrichterzake terug naar Pestel, twee uur rijden enkele reis.
Woensdag 3 april vertrok ik weer naar Port-au-Prince, met een tussenstop in Les Cayes om opheldering te vragen bij de bouwmarkt waar we de meeste van onze bouwmaterialen kopen.
Diezelfde week vond er een training plaats in het Noordwesten. We werken samen met Fondasyon Limyè Lavi, een stichting gespecialiseerd in kinderrechten. Zij geven training aan de corporaties. De inhoud is soms erg confronterend voor de ouders. Er wordt gesproken over het behandelen van kinderen, dat alle kinderen gelijke rechten hebben, dat de beste plaats voor een kind om op te groeien is bij z’n eigen vader en moeder. Daarmee wordt het fenomeen ‘restavèk’ ontmoedigd, waarbij kinderen naar de stad worden gestuurd en vaak als huishoudslaaf misbruikt worden. Ook wordt er gediscussieerd over het slaan van kinderen. IBESR, onderdeel van het Ministerie van Sociale Zaken, organiseerde een workshop over zorg voor kinderen en tegen het fenomeen ‘weeshuizen’, waarvan er teveel zijn in Haïti en bovendien zijn de meeste kinderen geen wezen.
Ik had een gesprek bij MCC om ideeën uit te wisselen over thema’s waarmee we momentaal aan het werk zijn. MCC bracht me in contact met InnovEd, bij wie ik vervolgens een zeer interessant gesprek gehad heb. InnovEd is onderdeel van de universiteit Quisqueya. We zijn al jaren bezig met pogingen om een samenwerking tot stand te brengen met het Ministerie van Onderwijs, niet alleen voor bouw van scholen maar ook om docenten te laten deelnemen aan training volgens het plan van het Ministerie. Dit heeft echter tot nu toe nog niks concreets opgeleverd. Het was daarom een opluchting om InnovEd te ontmoeten en een ware motivatie om verder te gaan met dit thema. InnovEd is een erkend partner van het Ministerie van Onderwijs voor het geven van training aan docenten. We zijn weliswaar scholen aan het bouwen, maar een schrikbarend hoog percentage van docenten (73-87%) heeft niet het onderwijs genoten om de juiste vaardigheden te leren als docent. Vandaar dat we behalve een goed gebouw ook willen bijdragen aan verbetering van de kwaliteit van het onderwijs door het trainen van docenten. Samen met InnovEd gaan we nu bekijken hoe we dit vorm kunnen geven.
Ook sprak ik met iemand van Avina, een organisatie gevestigd in Peru en geïnteresseerd om hun werk in Haïti uit te breiden, ondanks het feit dat een delegatie van de organisatie recent is aangevallen in Croix-des-Bouquets. Toen nog een gesprek met Growing Hope Globally, een van onze donateurs, over plannen voor het komende jaar omtrent landbouw.
De reizen volgden zich in vlot tempo op in maart en april. Dinsdag 9 april vertrok ik met Rony en Patrick naar de Dominicaanse Republiek. Er gaat een voorbereiding van een aantal weken aan vooraf om met onze auto, Toyota Hilux, de grens over te kunnen steken. Eerst met een brief van de organisatie/eigenaar van de auto, een bewijs van aankoop van de auto, paspoort en rijbewijs naar een verkeerskantoor voor een test en vergunning. Dan met naar de notaris voor een handtekening en zegel. Vervolgens naar het paleis van justitie voor nog weer een ander document. Tot slot naar de douane. Tussen elke stap zit een paar dagen tijd.
Een collega van SSID die regelmatig de grens oversteekt, was zo vriendelijk om ons te helpen aangezien we alle drie weinig zin hadden in de intimiderende omstandigheden van de oversteek. Aan de Haïtiaanse zijde was de eerste stop. De auto uit om de paspoorten te stempelen. Vervolgens naar de politie, waar de autopapieren werden gecontroleerd, inclusief alle brieven en vergunningen, om de grens met de Hilux over te mogen steken. Ook moesten we daar onze bagage uit de auto halen en laten controleren. Toen een eerste van een stuk of vijf poorten door. Bij elke poort controle van papieren, rijbewijs, paspoorten. Hier 100 peso betalen, zonder factuur en zonder reden waar dat geld toe dient. Daar een autoverzekering afsluiten voor de Dominicaanse Republiek. Vervolgens in een ellenlange rij gaan staan om een formulier in te vullen, toeristenkaart te kopen en paspoort te stempelen om de Dominicaanse Republiek binnen te gaan. Een kakafonie van geluiden, foeterende mensen die vechten om hun plaats te behouden, mannen die geld vragen om je vooraan in de rij te plaatsen, etc. Tegelijk moesten we daar ook nog weer nieuwe papieren halen voor de auto. Half ontmoedigd om het land in te gaan, konden we uiteindelijk onze weg vervolgen door de Dominicaanse Republiek, waar we nog een keer of zeven werden aangehouden om onze paspoorten te laten zien en met de vraag wat we vervoerden.
Mijn collega’s blijken in Haïti heel wat mans te zijn als chauffeurs, maar zodra ze de grens over zijn, laten ze het rijden aan mij over. Dat was een verbazingwekkende ontdekking. Dus ik reed ons de hele week rond van hot naar her. De bestemming die dag was hotel El Beaterio in Santo Domingo, Zona Colonial. De collega’s afgezet en de auto naar een parkeergarage gebracht. We waren op uitnodiging van mijn leidinggevende Martín naar Santo Domingo gekomen. Zijn vrouw was er ook, beide uit Argentinië, evenals twee collega’s uit Amerika. Die avond liepen we met z’n allen naar het plein bij de oude kathedraal (de oudste van heel het continent Amerika, daterend uit 1512), om daar onder het genot van een maaltijd in een wirwar van Engels, Spaans en Creools met elkaar te converseren.
De volgende dag gingen we naar CWS partner Caminante in Boca Chica. Er zijn twee dingen waar ik een hekel aan heb in het verkeer in de Dominicaanse Republiek: in de eerste plaats respecteert men geen verkeerslichten. Dat is nog tot daar aan toe, maar wat lastiger is, is dat ze pertinent weigeren om iemand voor te laten. Invoegen is dus een halsbrekende toer. Ze rijden je liever van je sokken dan dat ze je er tussen laten. Dus het vereist nogal wat gemanoeuvreer om er toch, zonder geraakt te worden, tussen te komen.
Bij Caminante bezochten we het beroepsonderwijs dat ze aanbieden. We gingen in gesprek met een groep jongeren, van wie sommige op dit moment hulp krijgen van Caminante, terwijl andere inmiddels werkzaam zijn bij Caminante. Verhalen van jongeren die als kind al jong op straat schoenen poetsten of snoep verkochten om geld te verdienen. Sommigen werden door een stiefvader de straat op gestuurd en hoefden zonder geld niet thuis te komen. Caminante bood hulp. Indringende verhalen, veel bereikt in de loop der jaren. Wij vertelden over ons huidge werk in Haïti. Caminante is meermalen bij ons in Haïti geweest en ook zijn partners uit Haïti bij Caminante geweest. We blijven zoeken naar dingen om van elkaar te leren bij zulke uitwisselingen. Zo is in navolging van het voorbeeld van Caminante, onze partner FOPJ in Haïti begonnen met beroepsonderwijs aanbieden (voor kapper, schoonheidssalon, metselaar, loodgieter, naaister, kok, etc.).
Aansluitend reden we naar het centrum van Boca Chica, voor een wandeling door de straten waar de staf veelal actief is. Vaak zijn ze op het strand of in het toeristische centrum te vinden, waar de kinderen van hun doelgroep vooral te vinden zijn. We zagen waar kinderen buiten slapen. We zagen Caminante’s interactie met de kinderen. We zagen oudere mannen aan het strand met ogenschijnlijk minderjarige meisjes. We zagen hoe deze plaats een trekpleister is voor seks toerisme. Toen streken we neer in restaurant Sony’s, een van de eerste kinderen die werd geholpen door Caminante en nu z’n eigen restaurant heeft. Het restaurant staat op het strand, pal aan zee, waar vreugdevol gebadderd werd. Een plaats met twee kanten.
Die avond weer met een groep collega’s ergens eten en praten. Het zijn lange dagen bij zulke programma’s. Donderdag waren we op kantoor bij SSID, waar Rony een financiële controle deed, terwijl Patrick en ik deelnamen aan een workshop gehouden door Help Age over het betrekken van ouderen in plannen van organisaties zoals SSID of Church World Service. We werkten in groepn om te identificeren tegen welke problemen ouderen aanlopen en een plan op te stellen om de doelgroep van ouderen in op te nemen. ’s Avonds een etentje met collega’s van CWS, SSID en Caminante. De volgende dag vertrokken de collega’s uit Amerika. Wij waren wederom bij SSID, eerst voor een gesprek met staf van SSID over de huizenbouw in Haïti en vervolgens voor een gesprek met Martín over het strategisch plan voor de komende jaren en andere onderwerpen. Aan het einde van die dag waren de heren zo afgepeigerd dat ze enkel neerploften in hun hotelkamer en niks meer wouden. Ik ging in m’n eentje een ommetje maken door het oude stadsdeel. Ik liep langs de oude gebouwen, over pleinen, luisterde naar muzikanten op een podium tegenover het huis van Columbus. Even op adem komen.
Zaterdag hadden we besloten om een dagje ‘cultureel uitje’ vast te plakken aan de intensieve werkweek. Dat liep echter wat anders dan verwacht. We zouden eerst een aantal auto-onderdelen kopen bij de Volkswagen dealer. Die stuurde ons naar een locatie aan de andere kant van de stad. Intussen vroeg Josue van SSID ons om eerst naar hem thuis te komen om onze bagage daar te brengen want daar zouden we overnachten. Ik reed naar zijn huis, waar we niemand aantroffen. Hij bleek recent verhuisd te zijn en dat had hij niet vermeld. Na even wachten, kwam hij ons halen en reed ons voor naar de nieuwe woning. Vervolgens reden we naar een Chevrolet dealer. De tijd begon al te dringen want ze sluiten vroeg op zaterdag, dus splitsten we op en gingen wij alvast naar de tweede vestiging van Volkswagen. Die zeiden net als de eerste dat de onderdelen daar niet zijn en stuurden ons terug naar een derde locatie, vlakbij de eerste. Het kost echter veel tijd om je een weg te banen door het hectische verkeer van Santo Domingo. We kwamen er om twee minuten over half één aan en om half één sloten ze. Oftewel: een hele ochtend voor niks van hot naar her gereden, want hoewel we binnen konden komen, was het systeem al afgesloten dus kon men niks meer voor ons doen.
Zo was de halve dag al voorbij voordat we eindelijk de stad verlieten. We zouden naar Jarabacoa, maar Josue sloeg af naar Constanza. De omgeving veranderde en voerde ons berg op, berg af, door een omgeving rijk aan landbouw, met irrigatiesystemen, kassen en mooie uitzichten. Vanuit Constanza reden we alsnog naar Jarabacoa, maar het was al zo laat dat de watervallen die we hadden willen bezoeken, niet meer toegankelijk waren. Uiteindelijk konden we toch nog naar een waterval lopen, Salto de Baiguate. Even rustig op een rots zitten kijken naar een mooie waterval.
Het was inmiddels al avond en toen moesten we nog weer drie uur terugrijden. Na een overnachting bij Josue reisden we de volgende dag naar Port-au-Prince. We namen afscheid met het lezen van Psalm 121. Hele gesprekken onderweg, er komt van alles aan bod tijdens zo’n reis, van universiteiten naar werkgelegenheid, kerken en voetbal. De grens oversteken ging dit keer makkelijker, omdat we nu Haïti weer binnen kwamen en onze auto een Haïitiaans nummerbord heeft. Wel kwam weer iedereen op ons af om zogenaamd te helpen. Er stond een enorme rij voor ‘binnenkomst’ maar niemand bij ‘vertrek’ uit de Dominicaanse Republiek, dus we vulden vlot ons formulier in, paspoorten werden gestempeld en autopapieren ingeleverd. Ik moest echter opeens geld betalen, zowel bij vertrek uit de Dominicaanse Republiek als binnenkomst van Haïti, wat nieuw was. Mijn collega’s betaalden toen we de Dominicaanse Republiek binnenkwamen en ik bij vertrek. Zodra je de grens over bent, is de weg onverhard, langs het grote, mooie meer (Azuei).
Op een maandagochtend reed ik naar de Honda dealer om nieuwe banden te halen voor onze motor in het Noordwesten. Toen ik na de aankoop het parkeerterrein wilde vertalen, stond ik gelijk in de file. Het verkeer stond muurvast, terwijl er op de heenreis niks aan de hand was. Na een lange tijd stilgestaan te hebben, kon ik uiteindelijk een zijstraat inslaan en binnendoor uit de file komen. Terug op kantoor kwam ik erachter dat de weg geblokkeerd was met brandende autobanden, even voorbij de Honda dealer. Dat verklaarde de verkeersopstopping.
Deze maand loopt de huidige samenwerking met partner SKDE af. Na 15 jaar is het tijd voor een andere richting. Dit nieuws brachten we aan SKDE tijdens een vergadering, wat uiteraard niet welkom ontvangen werd.
Verder zijn er verhalen die ik liever niet vertel. Als de wijk Carrefour Feuilles wordt opgeschrikt door een bende die in het wilde weg begint te schieten en 20 slachtoffers maakt, vlakbij onze partner FOPJ. Als de neef van Amost wordt neergeschoten nadat hij geld heeft opgenomen bij de bank en door hevig bloedverlies na een operatie sterft. Als de minister president nog steeds niet door het senaat is gestemd. Als politici worden beschuldigd van samenwerking met gewelddadige bendes. Het zijn deze negatieve berichten die vooral het nieuws in het buitenland bereiken. Niet de berichten over de hardwerkende man die weinig te makken heeft maar toch denkt aan degene die het net iets minder heeft. Over de jongelui die een kamp plannen voor de kerkjeugd. Over de ondergaande zon dat dit prachtige land in een stralend licht zet. Alles heeft twee kanten.
Reageer op dit reisverslag
Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley