Akkerbouw in bateyes in de Dominicaanse Republiek - Reisverslag uit San Pedro de Macorís, Dominicaanse Republiek van Margot Greef - WaarBenJij.nu Akkerbouw in bateyes in de Dominicaanse Republiek - Reisverslag uit San Pedro de Macorís, Dominicaanse Republiek van Margot Greef - WaarBenJij.nu
VIP-Report

Akkerbouw in bateyes in de Dominicaanse Republiek

Door: Margot de Greef

Blijf op de hoogte en volg Margot

16 Februari 2016 | Dominicaanse Republiek, San Pedro de Macorís

Vrijdag 22 januari staken we de grens over naar de Dominicaanse Republiek, waar het een uur later was. In Jimaní een lunchstop en vervolgens verder naar Barahona en Paraíso, waar we een reservering hadden bij Apart hotel Pontevedra. De deur zat echter op slot, dus besloten we maar verder te rijden naar Los Patos. Onderweg stopten we bij diverse hotels zodat Alex en Laura konden informeren of er kamers beschikbaar waren, blij dat ze weer de taal konden verstaan en zelf communiceren. Sommige hotels zaten vol, andere hadden alle staf vrij gegeven wegens een lang weekend. Een had geen stroom, een ander oorverdovende muziek. Nergens waren drie kamers beschikbaar. De route was in ieder geval mooi, een kustroute met groene bergen en vergezichten op zee, waarlangs de weg de ene keer op zeeniveau loopt en de andere keer hoog in de bergen. Het werd echter inmiddels donker en we waren wel toe aan het vinden van een hotel. Uiteindelijk kwamen we weer terug bij Pontevedra, waar nu licht brandde. De deur zat nog steeds op slot, maar we vonden een bewaker en toen werd de receptie geopend. Ze hadden m'n email ontvangen ja, maar nee, geen reservering gemaakt. Uiteindelijk bleken er twee kamers beschikbaar te zijn, of beter gezegd twee appartementen. Met enige verbouwing en slepen van bed naar keuken, hadden we toch elk een slaapkamer.

We schaarden ons aan tafel in het restaurant bij het zwembad en de zee, een mooie omgeving. Net toen we zaten, begon het te stortregenen. Het bleek dat de receptionist lag te slapen toen we eerder voor de dichte deur stonden. Hoe kan een hotel zo functioneren, vroegen we ons af. Vervolgens had de receptionist erg veel moeite om te begrijpen dat we met z'n vieren waren en drie kamers nodig hadden. Toen bleek de airconditioning niet te functioneren en kwamen ze langs met een stapel afstandsbiedingen, die ze vervolgens meenamen terwijl ze de temperatuur op 17°C lieten staan. In het restaurant klonk luide muziek, die plotseling overging op christelijke muziek. We vroegen wat er te drinken was; enkel Presidente light (bier) en welgeteld één 7up... Terwijl we ons nog wat meer verwonderden over het functioneren van dit hotel viel het licht uit. Dat was de druppel en we barstten alle vier in een schaterlach uit. Welkom in de Dominicaanse Republiek.

Na weken van elke dag veel autorijden en bezoeken, deden we het in het weekend iets rustiger aan. De volgende dag na het ontbijt wilde ik op onze kamer gebruik maken van de computer en internet, maar er was geen stroom. Ik liep terug naar de balie om te vragen of er een probleem was. Nee hoor, 's ochtends doen ze de stroom eraf. "Heb je dat nodig dan?" Dat lijkt me wel handig ja. Zowaar werd het een paar minuten later weer aangezet, voor even althans.

Er kwam een bericht binnen van mijn collega: de verkiezingen die 24 januari gehouden zouden worden, waren opnieuw uitgesteld, o.a. wegens brandstichting in diverse stembureaus. Dit omdat men niet akkoord gaat met de nummer 1 kandidaat, die via fraude op de eerste plaats geëindigd lijkt te zijn.

's Middags reden we naar Paraíso. We volgden de kustroute langs de zee en de groene bergen, stopten bij een uitzichtpunt en reden door het dorp Paraíso verder naar los Patos (over een natte asfaltweg). Dat dorp ligt pal aan zee. We parkeerden de auto en namen plaats onder een strooien afdak op het strand. Er lagen bootjes omgekeerd op het steenstrand. De golven zijn woest en hoog hier. Groene bergen op de achtergrond. Mooi. Uiteindelijk kwam onze vis, octopus en schelpdier, met rijst en gebakken plantanen. Terug bij het hotel een eindje lopen langs het strand, vol grind en met hoge golven. Een groepje jongens zwom in de golven, heen en weer gegooid door het woeste water. Een mooi uitzicht vanaf het restaurant aan het zwembad, met de palmbomen en de zee erachter. Het was een hele mooie avond, met een volle maan tussen de wolken door, licht verspreidend op de zee en palmbomen.

De volgende dag 'on the road again'; langs de kust naar Barahona en verder via Azua, Baní en San Cristobal naar Santo Domingo, inclusief twee militaire controles. Een grijze lucht, hier en daar wat water op de weg, langs suikerrietvelden en kraampjes met houten stampers. Halverwege de middag installeerden we ons in hotel El Beaterio in Santo Domingo. Een fijne, rustige, mooie plaats. We liepen gelijk de Conde in, naar Bon, ijsje eten en een ronde langs de kathedraal en door een mooi straatje achter het park bij het hotel.

Eenmaal in de Dominicaanse Republiek hoefde er niet meer vertaald te worden. Wel bleven we kilometers vreten. We lazen in het nieuws dat er een aantal cruiseschepen naar Labadie geannuleerd waren wegens manifestaties op het water, vlak na ons bezoek aldaar. Vele manifestaties in Port-au-Prince en overal in het land. Het volk geloofde niet in deze verkiezingen. Nu is het nog steeds afwachten wie er uiteindelijk naar de volgende ronde gaat. Diverse vertegenwoordigers van de kiesraad zijn opgestapt.

's Avonds uit eten met de directeur van SSID en z'n vrouw, aan zee, een traditionele soep met vlees en kruiden (sancocho). De volgende ochtend kwam een delegatie van SSID ons ophalen. Die week stond in het teken van een evaluatie halverwege het huidige 3 jaren programma van CWS met SSID op het gebied van voedselveiligheid in diverse gemeenschappen in de Dominicaanse Republiek. Het regende, een bewolkte, natte dag, met een mooie regenboog. In de loop van de ochtend kwamen we aan bij het regiokantoor van SSID in Sabana Grande de Boya. Met een man of twintig spraken we over het thema migratie. Voornamelijk personeel van SSID, maar ook een vertegenwoordiger van CEA, Consejo Estatal de Azúcar, oftewel de overheidsinstantie van suiker. Het bleef regenen en het was koud en lawaaierig, pal aan de straat met de herrie van langsrijdende motoren. Na een gezamenlijke maaltijd van rijst met rundvlees, verse vruchtensap (passiefruit van het project) en eigengemaakte sinaasappel zoetigheid vertrokken we met z'n allen naar Batey Carmona.

De meerderheid van de bewoners van de 'bateyes', voormalige suikerrietgemeenschappen, hebben Haïtiaanse voorouders. In de tijd dat de Dominicaanse overheid mensen nodig had voor hun suikerrietproductie, werden er veel Haïtianen naar het buurland gehaald. We spraken met ze over de gevolgen van het regularisatie- en nationalisatieplan. De meerderheid had hun documenten al ingevuld en SSID had geholpen met het verkrijgen van geboortebewijzen uit Haïti. Nadat de suikerrietindustrie geprivatiseerd werd, heeft SSID een akkoord getekend met CEA om voor onbepaalde tijd grond beschikbaar te stellen voor andere landbouwdoeleinden. De inwoners van de 'bateyes' produceren nog steeds suikerriet, maar verbouwen daarnaast ook andere producten. SSID heeft een team agronomen in dienst, van wie een aantal gedetacheerd zijn door het Ministerie van Landbouw. Een mooie samenwerking. Recent hebben ze hun productie van vooral maïs, yuca en zoete aardappelen uitgebreid naar kersen, plantanen, grenadine en passiefruit. We bezochten een aantal akkers in de gemeenschap, waarbij we een modderig stuk weg opreden en allemaal door de bagger naar het land liepen. In een mengelmoes van Creools en Spaans kregen we uitleg over de productie. Een mooie akker, met passiefruit, 'okra' en grenadine. Ook de Dominicaanse Republiek heeft te lijden van droogte. Wij brachten echter de zegen van regen tijdens ons bezoek, zo zeiden ze.

We overnachtten in Monte Plata. De volgende ochtend vertrokken we naar La Maya. De Dominicaanse Republiek is een stuk minder bergachtig dan Haïti. De wegen zijn over het algemeen vele malen beter, maar nu reden we over onverharde wegen en stopten voor een katholieke kerk, waar we plaatsnamen onder een golfplaten afdak, in gesprek met de plaatselijke associatie van landbouwers, die geiten en varkens fokken en cacao en passiefruit planten. Het thema voor vandaag was grondbezit. Een van de agronomen gaf een interessante uiteenzetting over land beschikbaar voor wonen en werken. In het tribunaal is vele malen meer land geregistreerd dan het totale oppervlak van de Dominicaanse Republiek. Ook hier is hetzelfde stuk grond dus meerdere keren geregistreerd. Eén Italiaanse familie bezit 20% van alle beschikbare grond. De volgende stap voor SSID is om de grond die ze in gebruik hebben te kopen. Transportkosten voor de jongelui naar school zijn hoog. Ze willen studeren, maar niet vertrekken uit hun dorp. De slechte wegen zijn een probleem, vooral als het regent is het dorp geïsoleerd. Het gaat maar om 13 kilometer weg. Er is water en stroom. Een heel andere context dan het Noordwesten van Haïti en een stuk dichter bij de stad. Het gesprek werd onderbroken om kokosnoten open te hakken, kokosmelk te drinken en kokos te eten.

Een dikke bui zorgde voor regen en toen was het gelijk weer droog. We aten met z'n allen naast de kerk; rijst met een soort erwten, yuca, kip, passiefruitsap en kokos zoetigheid (ook onderdeel van het project, waarbij vrouwen leren om lokale producten te transformeren in koek, snoep, jam, enz.). Vervolgens bezochten we een grote loods van een coöperatie met capaciteit om 10 liter oregano olie te produceren per dag. Ze hebben ook apparatuur om oregano poeder te produceren. Er zijn momenteel zo'n 300 oreganoproducenten die aan de corporatie leveren, die op haar beurt doorverkoopt. Heel interessant.

Vervolgens naar een kippenproject voor de productie van eieren. Ik kreeg gelijk uitleg over een 'compost latrine' waar we net de eerste van hebben gebouwd in Ganthier. Op plaatsen waar het grondwaterniveau hoog is kan geen gewone latrine gegraven worden. Een 'compost latrine' is een mooi alternatief en produceert gelijk compost. Verandering is echter moeilijk en in Ganthier werd de eerste latrine van deze soort met erg veel argwaan ontvangen.

We liepen over akkers vol cacao planten, met daartussen plantanen en fruitbomen. Hier wordt vooral de productie van cacao en passiefruit gepromoot. Slechts 5% van de bloemen/vruchten die ontspruiten aan een cacaoboom volgroeien. We liepen langs een prachtige yuca akker en toen langs mandarijnenbomen en ranken vol passiefruit. Maar ook hier zijn ze afhankelijk van regen en was veel droogte afgelopen jaar.

Terug glibberden we een helling af door een watertje. We leerden wel weer onze grenzen kennen in de regen en op modderbanen. Al met al waren we pas laat in de middag in Bermejo. Veel houten huisjes, in allerlei kleuren geschilderd. Mooie scholen, overal in dezelfde stijl gebouwd. Een groene omgeving. Er kwam net een truck aan in Bermejo om zakken passiefruit te laden. We spraken met landbouwers op akkers waar wederom cacao wordt verbouwd, plantanen, passiefruit, etc.

De tweede nacht in Monte Plata ging gepaard met veel herrie op straat. De volgende dag kwam ik erachter dat er een baseball wedstrijd was geweest en de overwinning werd gevierd. Baseball is de voornaamste sport in de Dominicaanse Republiek.

Vandaar ging het naar Euskarduna, eerst over asfaltwegen en toen tussen suikerrietvelden op onverharde paden. Toen we aankwamen, waren vrouwen bezig bij het water. Een van de vrouwen trok haar slippers uit en stapte in een teil water, om op een deken te stampen, die op die manier gewassen wordt. Het thema hier was water, we spraken over waterverbruik en toegang tot water, kwantiteit en kwaliteit, maar ook over voedselveiligheid en droogte. In deze gemeenschap wordt yuca geplant, plantanen, erwten, etc. Tijdens de droogte adviseren de technici om andere producten te planten, zoals passiefruit of okra die minder water nodig hebben, om irrigatie te improviseren, en ze geven uitleg over speciale planttechnieken. We moeten alternatieven zoeken, was de conclusie. We liepen over akkers met erwten, maïs, plantanen, etc. Ernaast velden vol suikerriet. Toen we vertrokken, begon het te regenen. We blijven de zegen van regen meebrengen...

Van Euskarduna ging het naar Monte Coca om te eten in een gemeenschapscentrum; witte rijst met bonensaus, kip en salade. Toen verder naar batey Amistad-Barrancon, een heel ander soort batey, vooral vanwege de grootte en voorzieningen. Een hele kleine batey, met slechts 18 families en niet aangesloten op elektriciteit. We kwamen weer aan met regen, door de modder en over een pad met aan beide kanten hoge, uitgestrekte suikerrietvelden, de lange, groene stengels wuivend in de wind. De opbrengst van de oogst helpt mensen om kleren te kopen, schooluniformen te maken en te voorzien in andere dagelijkse behoeften.

Sinds 8 jaar heeft SSID voedselveiligheidsprogramma's, inclusief een gezondheidsaspect door het regelmatig meten van gewicht en lengte van jonge kinderen, alfabetisering voor volwassenen, onderwijs voor peuters. Ook in deze gemeenschap wordt gewerkt aan de papieren voor het regularisatie- en nationalisatieplan. Er zijn nog geen jongeren uit het dorp die in de dichtstbijzijnde stad studeren. Er is een tekort aan water voor het land, waar ze passiefruit gezaaid hebben, yuca en erwten. In het golfplaten kerkje waar we bijeenkwamen lagen handgemaakte instrumenten; trommels van hout en metaal, met vel er strak over gespannen, tamboerijnen handgemaakt met kromgetrokken hout, een vel erover en vastgezet met spijkers, een soort metalen rasp en rammelaars.

We reden weer tussen de suikerrietvelden door naar akkers waar struiken vol passiefruit hingen. Die kunnen het hele jaar door fruit geven, als ze water hebben. Ze kunnen ongeveer 4 jaar bloeien. Uit een bloem volgt een vrucht. Er waren passiefruit struiken in alle stadia; pas geplant, andere volop in bloei. Passiefruit kan niet geplukt worden, maar men wacht totdat de vruchten op de grond vallen en dan worden ze opgeraapt. Een truck komt de zakken met passiefruit ophalen. Sommigen planten er ook yuca tussen, alles voor zowel verkoop als eigen consumptie.

Tegelijk spraken we ook met de jeugd in de diverse bateyes. Jonge meiden die de vergadering bijwoonden hadden allemaal kinderen op schoot. Een 21 jarige was de enige van haar leeftijd die nog geen kinderen had, sommigen al met 13 jaar, anderen 15 jaar. Een 18 jarige met een kind van 1 op schoot, een 22 jarige die een zoon van 6 jaar heeft en net aangifte had gedaan van zijn geboorte, nadat ze zelf eindelijk vorig jaar mei haar identiteitsbewijs had gekregen, al is ze in de Dominicaanse Republiek geboren en getogen. Mannen hebben kinderen bij meerdere vrouwen, de jongelui maken hun school niet af, opvoeding komt neer op de grootouders.

Die avond overnachtten we in San Pedro de Macorís, een grote plaats. Na een uur rijden vanuit deze plaats, over asfaltwegen, stonden we voor een privé gemeenschap, anders dan de andere bateyes, omdat de grond hier van een privé organisatie is in plaats van de overheid. Een slagboom versperde de weg en we kregen te horen dat we toestemming nodig hadden, al hadden we personeel bij ons dat in deze gemeenschappen werkt en er regelmatig komt. Een van de auto's reed naar het kantoor en een uur later konden we eindelijk doorrijden, met het juiste document op zak. Kilometers en kilometers uitgestrekte suikerrietvelden, zover het oog reikt. Hier en daar stonden wagens vol suikerrietstengels, er loopt een spoor door de velden voor een trein die het suikerriet op komt halen. Uiteindelijk stopten we in een batey naast het spoor en een aantal huizen. Deze batey heet Amelia, net als mijn nichtje. Door de vertraging hadden we een heel kort gesprek met mensen. Net als in Haïti wordt elke bijeenkomst begonnen met gebed. Het leek alsof hier meer Creools klonk dan elders. Ook hier werd gesproken over de droogte, die heeft geleid tot verlies van bonen. Anders dan in de vorige batey zeiden ze hier dat iedereen in de suikerrietoogst werkt, ook de vrouwen. De privé organisatie heeft huizen gebouwd voor de mensen, maar er is geen elektriciteit, ook al lopen er lijnen vlakbij de huizen

We liepen naar een akker met aan de ene kant suikerriet en aan de andere kant yuca en erwten. De situatie is hier anders; mensen hebben veel meer grond tot hun beschikking. In het laagseizoen kunnen ze andere producten verbouwen dan suikerriet. Het zijn allemaal medewerkers van de organisatie. Er zijn 52 families in deze batey. Ze zijn daar net begonnen met het planten van passiefruit en tot nu toe is de nieuwe ervaring positief.

Vandaar vervolgden we onze weg op de onverharde paden tussen de suikerrietvelden naar een batey genaamd Santa Lucia. Ook hier geen elektriciteit. Bij de entree stond een bord met het minimumloon, maar bij navraag bleek dat het genoemde bedrag de helft is van het echte salaris en dat het bord enkel wordt opgehangen om te laten zien hoe goed de werkgevers zijn. Hier dubbele woningen, twee onder een kap. In deze batey zeiden de mensen weinig. Onderling wel, maar niet naar ons. De onderlinge gesprekken waren in het Creools, dus het lijkt erop dat ze moeite hadden met Spaans. Ze planten maïs, zoete aardappelen, erwten; van alles, voor zowel verkoop als consumptie. Ook hebben ze kippen voor de productie van eieren. Een van de vrouwen liet met haar meetstok zien hoe ze van de technici planttechnieken hebben geleerd voor diverse producten. Het water is ver en ook hier hebben ze last van droogte.

Een aantal spraken verder met de jeugd, terwijl de rest de akkers opging, waar yuca, erwten en suikerriet groeide, plus een tuintje uitgedroogde aubergine. De jongeren zeiden dat het moeilijk is om de gemeenschap uit te komen als het regent. Ze willen studeren, er is geen werk voor de vrouwen en ze willen niet suikerriet oogsten. Een van de jongelui had 2 kinderen en is 24 jaar. Ze was 13 toen ze haar eerste kind kreeg. Ik liep intussen naar de vrouwen en sprak hen in het Creools aan. Toen wouden ze wel praten, en lachen. Ze vertelden dat ze hebben leren naaien, zoetigheid maken/producten transformeren, een van hen heeft alfabetiseringscursussen gegeven voor mensen die willen leren lezen en schrijven.

Van deze laatste gemeenschap reden we naar Boca Chica, waarbij we langs een supergroot en mooi sportcomplex kwamen, van Amerikaanse teams. We reden naar de school van onze partnerorganisatie Caminante, waar we halverwege de middag aankwamen. De rest van de middag spraken we met de agronomen en andere aanwezigen na over het verloop van deze week, een nabespreking over de drie thema's nationaliteit/migratie, water, en land. Wat migratie betreft is er meer werk verricht dan we dachten, dus dat is positief. Er is echter nog steeds follow-up nodig en er zijn mensen die hun pas nog niet hebben opgehaald. Net als in Haïti is ook hier de beperkende factor water en ook hier zijn het vooral de ouderen die het land bewerken. Hoe ziet de toekomst eruit als de jongeren de akkers verlaten?

We zeiden het SSID team gedag en bleven met z'n vieren achter in Boca Chica. De volgende dag brachten we door met het team van Caminante, eerst op kantoor in Boca Chica en toen in de gemeenschap La Caleta, waar ze meestal met de jeugd in een park werken, maar vandaag in een kerk. Aan de ene kant zaten de kinderen, aan de andere kant volwassenen. We spraken met de volwassenen over hun papieren. De eerste vraag, aan welke taal ze de voorkeur vragen, Creools of Spaans, werd hartgrondig beantwoord met Creools. Het was duidelijk hoezeer het gesprek veranderde van animo met het wijzigen van de taal; ze voelden zich veel vrijer om zich in het Creools te uiten. Ze vertelden over hoe ze zonder respect, als honden behandeld worden, dat ze niet op het strand kunnen verkopen omdat de politie dan achter ze aankomt en hun spullen in beslag neemt. Sommigen zijn hier al sinds 2002, anderen 2013, sommigen met kinderen zowel in Haïti als de Dominicaanse Republiek, maar hun Spaans is zeer beperkt.

Vandaar reden we naar Soni, restaurant Boca Chica, een mooie locatie op het strand, pal aan zee. Eerst een stuk ondiep, rustig, helder zeewater, terwijl in de verte hogere golven beuken. Een mooie plaats, maar met een moeilijke rand: veel oudere Europeaanse mannen komen naar Boca Chica voor een jonge vrouw.

's Middags hadden we een gesprek met familieleden van gevangenen. Veel bekende gezichten van vorig jaar juli. Sindsdien hebben ze een bezoek gebracht aan de gevangenis La Victoria. Voor sommigen was het voor het eerst in 8 jaar dat ze die dag samen konden eten als familie. De bezoeken waren erg positief. Een van de gezinnen is helemaal naar Barahona gereisd om hun man en vader te bezoeken. Sommigen van de kinderen hadden hun vader in geen 2,5 jaar gezien. Een meisje van een jaar of vijf, zes kwam mee met haar oma van moederskant. Haar vader erkent haar niet en haar moeder zit in Turkije in de gevangenis voor 8 jaar wegens drugsgebruik. In La Victoria mag men slechts eenmaal per maand op bezoek komen, op een zondag. Die dag staat er een rij van een kilometer lang om naar binnen te kunnen. De kinderen hebben dromen om dokter, verpleegkundige, of marketing manager te worden, anders dan de jeugd van Santa Lucia, die in winkels of als huishoudelijke hulp willen werken, zolang het maar geen suikerrietindustrie is.

We bleven met z'n drieën over; Martín, Laura en ik. Samen reden we naar Juan Dolio, waar we incheckten bij Playa Esmeralda, dezelfde plaats waar we in 2013 onze team vergadering hadden. We troffen het met kamers met zicht op het zwembad en zee, naast elkaar, elk met terrasdeuren waardoor we konden buurten bij mekaar en bij het zwembad. Eventjes rust voor het vertrek van Martín en Laura, na drie weken van veel reizen en veel indrukken. Voor het eerst drie weken lang met m'n leidinggevende doorgebracht. Ook voor zijn vrouw was het een heel interessante tijd, hoewel ook zeer intensief, en een manier om het werk van haar man beter te begrijpen. We hebben een goede tijd gehad met elkaar.

Ik zette het bureau in de slaapkamer zo neer dat ik zicht had op zee. Zo kon ik in ieder geval werken met mooi uitzicht... Voor me lag een week van schrijven aan een tweejaren plan dat we moesten indienen bij een potentiële donateur. Tegen de avond het water in. Er is een barrière van rotsen aangelegd in zee, zodat de hoge golven in de verte daarop slaan en het bij het strand rustiger water is en ondiep. Een mooie zonsondergang, tussen de palmbomen aan het gele zand.

Het laatste weekend samen, twee nachten in Juan Dolio. De volgende middag nog even de zee in. Het water voelt er koeler aan dan in Haïti. Een laatste wandeling langs het strand, waar vele tafels en stoelen staan voor daggasten. Mooi om de vreugde en het plezier te zien, mensen genieten van wat hun land biedt. Een groep mensen speelde een spel, kinderen bouwden zandkastelen, jongeren smeerden zich in met zand om vervolgens af te spoelen in het water, ouders namen kinderen mee het water in.

Vanuit Juan Dolio bracht ik Martín en Laura naar het vliegveld, aan de kustweg richting Santo Domingo, met wuivende palmbomen langs de blauwe zee. We hebben het goed gehad met elkaar en zeiden mekaar tevreden gedag. Toen was ik weer alleen en reed naar Santo Domingo. Voor mij volgde er nog een week in Santo Domingo. Ik checkte in bij het volgende hotel en maakte de balans op voor de maand januari: 15 slaapplaatsen in een maand tijd. Een eindje wandelen in de mooie binnenstad, met balkonnetjes en oude gebouwen. Er vertrok net een groot schip uit de haven. Veel mensen op de pleinen en aan de wandel, activiteiten. Mooi dat dat kan, zo anders dan Haïti en Port-au-Prince.

Die hele week werkte ik op het kantoor van SSID. De eerste dagen werkten we hard aan het schrijven van een plan en opstellen voor een budget, om 130 huizen te bouwen in Ganthier, waarna alle gezinnen die in twee kampen woonden na de aardbeving een nieuw huis zullen hebben. Verder bestaat het programma uit landbouw en dieren (geiten, koeien, varkens, schapen), water, technische assistentie en training. Nadat we het plan en budget afgerond hadden en ingediend bij de potentiële donateur, konden we beginnen met een verslag over de huidige bouw van tien woningen in Ganthier en Boen. Geduld, doorzettingsvermogen, hard werken; zo komen we langzaam verder zegt mijn leidinggevende. Mijn collega was in dezelfde week in het Noordwesten, waar hij op zijn beurt geduld nodig had om met vier corporaties te werken aan financieel management.

Zaterdag 6 februari hoopte ik eindelijk terug te keren naar Kenscoff, na vier weken op pad te zijn geweest. We werden echter gewaarschuwd voor politieke problemen in Haïti, aangezien president Martelly de volgende dag de macht zou moeten overdragen, maar door de uitgestelde verkiezingen was er niemand om de macht aan over te dragen.

Een wandeling door Ciudad Colonial, even de gedachten verzetten. Een steegje met kleurige huizen en bomen die voor schaduw zorgen en veel elektriciteitslijnen aan de palen, mooie, paarse, groene en roze gebouwen met balkonnetjes en bloemen, langs de kathedraal en Parque Colon. Vele balkonnetjes aan gele en andere kleuren huizen. Een schip in het water, kanonnen voor de kantelen. Roze en paarse bloemen, standbeeld, huis van Columbus. Straten met trappen naar roze en groene huizen, de kerk Mercedes, nog meer rode, roze, gele, groene, paarse huizen en balkonnen, Parque Independencia, het Nationaal Paleis, een indrukwekkend, groot, crème/geel gebouw met een koepel. Het is een mooie stad en ze zijn goed bezig met opknapwerk van de oude gebouwen.

Samen met een predikant en voorzitter van de Lutheraanse kerken in Haïti verliet ik Santo Domingo, ons opnieuw verwonderend over het ongalante gedrag van Dominicanen die absoluut weigeren mensen ertussen te laten en ook weinig zin hebben om voor een rood verkeerslicht te stoppen. Interessante gesprekken onderweg, maar verder een moeizame reis. In Baní stopten we om een voor- en achterwiel om te wisselen, omdat de voorband problemen heeft en achter minder problemen zou veroorzaken. Na het omwisselen van de band begon het stuur echter nog harder te schudden, dus moesten we vaart minderen. Tijdens een lunchstop had ik internetbereik en kwam er een bericht binnen met de mededeling dat mijn collega Rony zich in een lastige situatie bevond. Hij was onderweg van het Noordwesten terug naar Port-au-Prince en in Arcahaie terechtgekomen bij een brandend politiebureau, een brandend busje en brandende autobanden.

Bezorgd over mijn collega en niet wetend wat onszelf nog te wachten stond, reden we verder. Voorbij Azua kwamen we in een grote menigte terecht, veel mensen op de been, rijen mensen aan beide kanten van de weg, met vlaggen zwaaiend, eerst geel/paars, later andere kleuren. Zulke luid knallende muziek uit boxen dat het door de hele auto dreunde. Wat bleek: president Danilo Medina was op verkiezingscampagne. In de Dominicaanse Republiek zijn in mei verkiezingen en in tegenstelling tot Haïti, is een president daar wel herverkiesbaar. Het was lastig door de menigte rijden en je weet nooit wat men doet in zo'n stemming. Het bleek niet bij dat ene dorp te blijven; de hele verdere route was het een probleem. Overal rijen mensen, drukte, menigte, auto's. Toen we eindelijk vrij baan hadden en gas konden geven, verscheen er plotseling een stoet auto's die midden op de weg reed. Ik gaf een ruk aan het stuur om de auto's te ontwijken, maar moest met 90 km per uur flink blijven sturen om de auto op de weg te houden en niet in de berm te belanden. Wat een rijstijl. Er volgden rijen auto's die de weg behandelden als eenrichtingsverkeer, zodat wij aan de kant stil moesten gaan staan.

Een man op een motor die ons tegemoet kwam had zichzelf voor de helft paars en de helft geel geschilderd. Verderop kwamen we een auto tegen met een levensgrote leeuw op het dak. Toen verschenen alle kleuren van de regenboog: blauwe shirts, groene vlaggen, oranje vlaggen, geel, paars, zwart; alles voor president Danilo. De verdere route bleef het zo doorgaan. In een volgend dorp stonden we weer vast in verkeer en menigte, waarbij we uiteindelijk achteruit baan moesten maken en een alternatieve route zoeken. Ergens aan de kant van de weg brandde vuur en stonden mensen; een motor was in de fik gevlogen. In ieder geval konden we niet zeggen dat het een saaie, oninteressante reis was...

Al met al duurde het zo een stuk langer voordat we eindelijk bij de grens waren. Collega Rony was inmiddels gelukkig veilig en wel thuisgekomen. We gingen door de Dominicaanse migratie, haalden de papieren voor het vertrek van de auto, reden de poort door en naar de Haïtiaanse politie, waar we op de heenreis papieren hadden afgegeven voor vertrek en nu kwamen melden dat we terugkwamen. De agent liep eens om de auto heen, constateerde 'de auto gaat naar huis, mevrouw gaat naar huis en neemt enkel wat huishoudelijke spullen mee'. Ik moest even nadenken en bedacht dat er een dweil en bezem en pannen en zo van mijn (mannelijke) passagier achterin lagen. Ik vroeg de agent hoe de situatie was, of de weg open was. Hij wendde zich tot mijn passagier en adviseerde ons binnendoor te rijden en vroeg hem mij de binnendoor route te wijzen. Toen zei hij dat we gauw verder moesten, voordat de poort dichtging. Standaard aannames: de huishoudelijke spullen zijn voor de vrouw en de man wijst de weg. Het was andersom: de huishoudelijke spullen waren voor de man en ik kende de binnendoorroute... Hoewel de Haïtiaanse migratie om 6 uur dichtgaat en het tien over half zes was, was het binnen al donker en de beambten waren al vertrokken. We vonden nog iemand, die ons gauw twee formulieren gaf en ons aanspoorde om snel snel te schrijven, de paspoorten stempelde en toen konden we verder.

Net als de vorige keer op avond zagen we ook nu hoe handel wordt gedreven met de VN: de soldaten staan op de muur van hun basis en verkoopsters gooien kleren en schoenen over de muur, die worden gekeurd en betaald of teruggegooid.

We hadden wat spullen bij ons die we naar kantoor moesten brengen. Mijn passagier moest lachen toen hij zag waar we naartoe gingen: ons huidige kantoor, waar we net zijn ingetrokken, is hetzelfde gebouw waar hij na 2010 zijn kantoor had. De wereld is klein... Vervolgens zette ik hem thuis af en nu was het aan mij de beurt om te lachen: hij blijkt pal naast twee ingenieurs te wonen die voorheen bij CWS werkten. Die keken raar op toen ik opeens bij ze voor de deur stond. De wereld wordt nog kleiner...

Toen eindelijk naar huis. Poes leek blij me te zien. Een lange reis, lang weggeweest en een late thuiskomst. Toen wist ik nog niet dat ik een week later alweer terug zou zijn in Santo Domingo.

  • 16 Februari 2016 - 20:54

    Nicole Van Den Broek:

    Hey Margot,

    Wow zeg, ik blijf iedere keer weer verbaasd staan. Al die jaren ben ik je trouw blijven volgen, ook al reageer ik zelden. Want ik ben zelf ook nog volop aan het reizen. Momenteel ben ik even in Eindhoven op vakantie en vertrek ik over twee weken naar Peru, Bolivia, Argentinië en daarna Brazilië. Maar jij bent pas echt goed bezig.

    Ik had al respect voor je, maar dat groeit met ieder reisverslag.
    Je bent een bijzonder mens. Dat wist je al, maar ik wilde het nog even een keer gezegd hebben.
    Keep up the good work en blijf gezond.
    Liefs,
    Nicole van den Broek

  • 16 Februari 2016 - 22:07

    Trudy:

    Pas goed op jezelf, lieve meid. Ren niet té hard...
    Liefs en een dikke knuffel!

Reageer op dit reisverslag

Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley

VIP-member
Margot

Micha 6:8 Hij heeft u bekendgemaakt, o mens, wat goed is en wat de HEERE van u vraagt: niet anders dan recht te doen en getrouwheid lief te hebben, en ootmoedig te wandelen met uw God.

Actief sinds 20 Maart 2008
Verslag gelezen: 487
Totaal aantal bezoekers 608828

Voorgaande reizen:

12 April 2008 - 30 November -0001

Mijn eerste reis

Landen bezocht: