Carnaval, huizen en water
Door: Margot de Greef
Blijf op de hoogte en volg Margot
03 Maart 2009 | Haïti, Port-au-Prince
Volgens de statistieken leeft 78% van de bevolking hier met minder dan $ 2 per dag. Ik vroeg iemand laatst hoe dat mogelijk is en hoe het dan kan dat ook mijn Haïtiaanse collega’s, die wel lage salarissen ontvangen, maar toch meer dan $ 2 per dag, moeite hebben om het hoofd boven water te houden. Iedereen vecht, het leven is een continue strijd tot overleven. Een ieder heeft voor een familie te zorgen. En degene die een iets hoger salaris heeft in de familie (of die sowieso werk heeft), wordt geacht ook voor de verdere familie te zorgen. Dus niet alleen het eigen gezin, maar ook de gezinnen van de broers en zussen, de ouders.
Ik ben momenteel verwoed op huizenjacht. Het is namelijk de bedoeling dat ik uit het guesthouse trek. Het is weer een hele leerzame ervaring, hoewel ook vrij frustrerend. Er zijn diverse manieren om een woning te zoeken. In elke zone zijn wel mensen te vinden die er hun beroep van gemaakt hebben om mensen wegwijs te maken in leegstaande huizen. Een andere manier is om zelf wat rond te lopen in de zone waar je een woning zoekt en daar rond te vragen. En dan is er nog een soort ‘makelaarskantoor’, dat gebruik maakt van de lokale ‘wegwijzers’. Maar ja, tot nu toe zijn de meeste woningen te duur, te ver weg, of niet veilig genoeg. In Haïti is het niet gebruikelijk om op jezelf te wonen. Kinderen blijven bij hun ouders wonen totdat ze gaan trouwen, of eventueel als ze vanwege hun werk moeten verhuizen. En dan trekken ze vaak ook weer bij familie in. Bovendien zijn er altijd mensen die onderdak nodig hebben en dat zelf niet kunnen betalen, dus die vinden een plaatsje bij anderen. Overal waar we kijken, wordt extra gelet of het wel veilig is voor mij, een jongedame, een buitenlander, en iemand die alleen is. Wat ik tot nu toe gezien heb varieert van eenvoudige tweekamer woningen en appartementen tot een luxe, grote villa compleet met bar en zwembad. Dat was natuurlijk niet serieus van onze kant, hoewel die man vast dacht dat ik een hoop geld te besteden heb. Ik ben tenslotte blank. Blank ja, niet bank. De meeste woningen zijn echter wat meer bescheiden, maar nog steeds vrij voornaam voor hier. Meerdere vertrekken, badkamer, keuken. Gemiddeld twee minuten nadat ik een huis binnenkom, wordt me gevraagd: En, neem je het? Vind je het wat? Veel bedenktijd wordt me dus niet gegund. Maar goed, tot nu toe nog niets geschikts gevonden.
Ook op een andere manier staan de afgelopen weken in het teken van huizen. Afgelopen zondag hebben we een bezoek gebracht aan de omgeving van Duvier, een gebied waar enkele tientallen woningen zijn gerepareerd dankzij een gift van de christelijke gereformeerde kerken in Nederland. Nu de herbouw is afgerond, gingen we terug voor een evaluatie. We hebben urenlang gewandeld over smalle bergpaadjes, in dit gebied zonder wegen. Ik keek om me heen naar de schitterende omgeving. Heel in de verte, in het dal, lag Port-au-Prince. Daar ver boven was het fijn vertoeven in de rust van het platteland en de natuur. De voornaamste bron van inkomsten bestaat daar uit landbouw. Maar ja, van mooie natuur alleen kan men niet leven. Dat is de andere kant van het verhaal. Wat hebben we weer veel armoede gezien. Wat buitelen er dan een indrukken door me heen, wat razen de gedachten. De meeste woningen in dit gebied zijn gebouwd met stenen/rotsblokken. Bij sommige woningen is geholpen met het herbouwen van ingestorte muren, het storten van een nieuwe betonnen vloer, een nieuw golfplaten dak, of cement voor het bouwen/afwerken van binnen- en buitenmuren. Andere woningen zijn compleet opnieuw opgebouwd.
Ergens voor een woning zat een vrouw zich te ‘douchen’ met een emmer water. Op de opmerking waarom ze zich niet ergens anders douchte, antwoordde ze “We hebben geen badkamer.” Geen badkamers, geen keukens. Enkel een open vuur op een paar stenen, buiten of onder een afdak. Geen stromend water, maar emmers vullen bij een bron. Geen elektriciteit. Enkel twee kleine vertrekken, voornamelijk dienend om te slapen. Verscheidene huizen hebben lekkende daken, dus als het regent kan men niet slapen. Er is nog zoveel nood, zoveel werk te verrichten. Op een bepaalde manier kan dat je terneer drukken, maar op een bepaalde manier mag het ook een troost zijn om te weten dat we in ieder geval een druppel op de gloeiende plaat teweeg hebben kunnen brengen. Al is het niet meer dan een druppel, het is toch een druppel!
Op veel plaatsen lagen net gewassen kleren te drogen, alle versleten en vol gaten. Bijna bij elk gezin was iemand overleden; de moeder, de vader, een kind, twee kinderen. Van de kinderen gingen hooguit enkele naar school. Er is geen geld om ze allemaal onderwijs te bieden. Ook op de school die in Duvier staat, is gebrek aan middelen. Een docent heeft maar liefst 60 kleuters in de klas, omdat er geen geld is om meer leraren te betalen. Ze hebben helemaal geen speelgoed of spelletjes. Er wordt voor het eerst sinds het 35 jarige bestaan van de school geen eten verstrekt, de situatie verslechtert. 200 van de 600 leerlingen hebben het schoolgeld van € 20 niet kunnen betalen afgelopen jaar.
Dagen als deze laten de realiteit weer zien. En in alles stelt men zich afhankelijk van God.
Verder de afgelopen weken wat vergaderingen gehad (raad van bestuur van Défi Michée, regio directeur van Tearfund Engeland), ons verder verdiept in de hiv/aids problematiek en in de schoolbanken plaatsgenomen. Dat laatste was om een test Frans af te nemen (lezen, luisteren, schrijven). Ik ga namelijk beginnen met een cursus Frans, aangezien bij Défi Michée veel communicatie in het Frans plaatsvindt. Dus mijn kennis van het Frans moet wat bijgespijkerd worden.
Het was carnaval afgelopen week (22 t/m 25 februari), dat wil zeggen nationale feestdagen. Geen werk dus. Van de festiviteiten zelf heb ik weinig tot niets meegekregen, aangezien ik me niet in het stadscentrum gewaagd heb. Er zijn optochten, gemaskerde personen, muziek, etc. En helaas is er ook veel geweld en vallen er elk jaar doden. Waarschijnlijk een universeel verschijnsel dat van oudsher culturele feesten eindigen in zuip- en vechtpartijen, wegens een minderheid die de rust verstoort voor de meerderheid. Kerken sporen hun leden aan om zich verre te houden van carnaval activiteiten. Daarom organiseren ze gedurende dezelfde periode vaak uitjes/kampen. Zo ook de Baptisten kerken uit de regio Fermathe. Ik was uitgenodigd om zondag mee te komen naar het ‘kamp’ van deze kerken. We laadden drie gezinnen en mijzelf in de auto en reden langs de kust richting het noorden. Na anderhalf tot twee uur rijden kwamen we bij een terrein van de Baptist Haiti Mission, waar zich o.a. een kerk bevindt. We woonden de kerkdienst bij, die ging over het thema van het kamp: als jong christen de ogen gericht houden op Jezus Christus. Na de kerkdienst dook de hele meute in zee. Heerlijk ontspannen ronddobberen in de golven, uitkijkend op de bergen, de palmbomen aan het strand, een eiland in de verte. De zon schittert op de zee. Er staat een maaltijd van rijst met bonen en kip voor ons klaar. We spelen met een bal in het water, de groep varieert telkens van formatie. Wie mee wil doen doet mee, bekend of onbekend. Wat heerlijk om zo samen te zijn. Aan het eind van de dag neem ik plaats in de laadbak van de pick-up truck. De wind wappert vrolijk om ons heen. Haïti.
De volgende dag ga ik oppassen. Het begint rustig; beide kinderen liggen nog te slapen. Als ze wakker worden kruipen ze eerst bij me op schoot om de slaap uit hun ogen te wrijven. Dan eten en daarna ‘fè dezòd’; gek doen. Ik ben bij een paar bevriende gezinnen op bezoek geweest. Uiteraard kan ik nergens weg komen zonder te eten. Ik bracht zelf koekjes mee die ik gebakken had. Dinsdag togen we naar Furcy, omhoog de bergen in. We zochten een rustig plaatsje op, bij een weide waar we naar hartelust rond konden rennen (met de kinderen). Picknicken, balspel doen, lachen en plezier hebben. Na werken ontspannen.
Gistermiddag zou er iemand van MCC in Haïti arriveren die verantwoordelijk is voor de regio Latijns Amerika (weer een stapje hoger in de hiërarchie), voor een kort verblijf hier. Zijn vlucht was drie uur vertraagd. Mijn collega Kurt zou hem eigenlijk ophalen, maar drie uur later regende het pijpenstelen, waardoor hij niet op de motor naar MCC kon komen om de auto te halen. Dus ik nam z’n taak over. Collega Joseph belde me dat hij vast zat in school. Als het zo hard regent, rijden er geen taptaps, dus hij kon niet naar huis komen. Ik rende naar de auto en reed naar z’n school. De weg stond blank. Mensen waadden enkeldiep over de straten. Het water sleurt afval mee, dat overal op straat wordt gegooid. In brede banen stroomde het water de berghelling af. Joseph stapte in en reed met me mee naar het vliegveld. Het was donker (het was avond) en het water stond zo hoog dat stoepranden en gaten in de weg niet te onderscheiden waren. Het water spoot in hoge banen omhoog, over de motorkap. Al met al duurde de rit naar het vliegveld langer dan normaal. Eenmaal aangekomen bij het vliegveld bleek ook daar het water hoog te staan. Joseph nam het stuur over en ik stapte uit. Algauw waadde ik door kniediep water. Ik banjerde naar de uitgang van het vliegveld, waar een groep wachtenden tot hun knieën in het water stond. De deuren waren gesloten en ook binnen stond water. Het vliegtuig was gearriveerd, maar de passagiers werden niet van het vliegveld af gelaten, zo werd er gezegd. Even later hoorde ik dat Air France gearriveerd was, niet American Airlines, waar ik op wachtte. American Airlines week uit naar Santo Domingo, maar zou misschien later op de avond alsnog arriveren. Ik stond met wat mensen te praten, die me voor de grap vroegen of ik ging zwemmen. Blijkbaar wel een samenbindende gebeurtenis, met elkaar in het water staan. Ze zeiden dat het diep droevig was, deze situatie. Elke keer als het zo hard regent, overstroomt het vliegveld. Er volgde een tirade op de overheid die z’n verantwoordelijkheid niet neemt qua infrastructuur, kanalisering, waterafvoer. Na nog wat langer wachten kreeg ik nieuwe informatie: het vliegtuig ging toch niet landen in Santo Domingo, maar maakte rechtsomkeert naar Miami... Compleet doorweekt nam ik weer plaats in de auto naast Joseph. Onze ‘gwo chèf’ (grote baas) kwam vandaag alsnog gezond en wel aan. En ook vanavond regent het weer. Een nat Port-au-Prince met wateroverlast.
-
04 Maart 2009 - 02:23
Anny:
Nou, hoop dat je snel een huisje vindt, en een zwembad, ach dat heb je toch ook niet nodig als je zo een mooii zee tot je beschikking hebt.....
Mooie foto's weer zeg!
Wat een verhaal over het ophalen van dat mannetje op het vliegveld, maar een ding is zeker, jij hebt geen saai leven!!
Groetjes, -
04 Maart 2009 - 12:39
Johan Deil:
he margot eindelijk weer eens een bericht van mij,wil niet zeggen dat ik niet aanje denk. Je maak weer een hoop mee, is de grond dan zo hard of regent het zoveel in een keer dat het water niet weg kan? lijkt me ook niet helemaal gezond water waar van alles in spoelt en in ligt en mee drijft. Denk ook aan je zelf een infectie is er zo. Succes met het zoeken naar een huis als het groot genoeg is heb je wel vaak bezoek (uit holland) denk ik, hihihihi. he meisje hou je haaks en sterkte met je werk daar, denk aan je
Reageer op dit reisverslag
Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley