
Training in Noordwesten/scholen zijn weer begonnen
Door: Margot de Greef
Blijf op de hoogte en volg Margot
05 Oktober 2013 | Haïti, Pétionville
De afgelopen weken is verdeeldheid versus eenheid weer meerdere keren ter sprake gekomen. Ik woonde een tweede dag bij van Religies voor Vrede, het Caribische inter-religie netwerk. Er werd gesproken over de rol van religieuze leiders in lobbyen voor de millenniumdoelen en het vervolg daarvan na 2015. Sprekers van de VN, UNICEF en Sociale Missie voor Haïtiaanse Kerken deelden hun gezichtspunt over migratie, millenniumdoelen in Haïti, etc. In groepen spraken we over het ‘verwelkomen van de ander door conflict preventie en transformatie, door burgerschap voor rechtvaardige en harmonieuze samenlevingen en regeringen, door ontwikkeling die de aarde respecteert’. Een samenwerking om actie te ondernemen, met waardering voor de verschillen, in plaats van veroordeling. Alle deelnemers stonden hand in hand in een kring, om af te sluiten met interreligieuze liederen, een moment van stilte om tot de God te bidden die ons allen verenigt.
In dezelfde week kwamen drie organisaties naar het CWS kantoor voor een gezamenlijk gesprek; FOKA, ASR en FOPJ, om te kijken hoe we elkaar kunnen aanvullen in wat we doen. Ik ging op bezoek bij SOS Villages d'Enfants, een organisatie die met kinderen werkt in drie 'dorpen' en daarbuiten; ze vangen kinderen op, werken met jeugd, integratie, ministerie van sociale zaken, enz. Een Italiaan stond me te woord.
Collega’s uit Amerika en Argentinië waren volop bezig met het plannen van een reis naar Haïti en de Dominicaanse Republiek in het kader van een evaluatie op het gebied van lobbyen en bescherming. De 'shutdown' van de Amerikaanse regering heeft de plannen echter uitgesteld, aangezien de verlenging van het visum van een van de collega's nu is stilgelegd. Een politieke impasse naar aanleiding van gezondheidszorg die grote gevolgen heeft. De collega's meldden eveneens de schietpartij die deze week plaatsvond vlak buiten het gebouw waar het CWS kantoor gevestigd is in Washington DC. Wat hopelijk nog wel door kan gaan, is een activiteit in Washington DC om te lobbyen bij de Amerikaanse regering voor betrokkenheid bij kinderbescherming in Haïti, waarbij een afgevaardigde vanuit Haïti aanwezig zal zijn.
Met een Dominicaanse organisatie werkte ik aan een gewijzigd voorstel voor huizenbouw en landbouw in de omgeving van Ganthier, waar we sinds de aardbeving samenwerken. Ook de Dominicaanse regering heeft voor onrust gezorgd, met het besluit om de Dominicaanse nationaliteit af te nemen van alle kinderen geboren van buitenlandse ouders die in transit waren of geen papieren hadden, met terugwerkende kracht sinds 1929. Vier generaties, 85 jaar. Dit is een groot probleem in de Dominicaanse Republiek; inwoners die geen enkele nationaliteit hebben.
Het is orkaanseizoen. Mede in het kader daarvan besloot SKDE een training te houden over omgeving en voorbereiding voor rampen. Gedurende acht dagen hebben we de negen corporaties in het Noordwesten bezocht. Dag 1 was voor de heenreis. Onderweg stopten we bij een strand waar we vaak langs gereden zijn en nu besloten we eens te gaan kijken waar dat bord met ‘Varisio Beach Gonaibo’ langs de weg naar verwees. Het bleek om een verlaten gebeuren te gaan. De gebouwen staan er leeg en vervallen bij. Het uitzicht is er niet minder mooi om, met de bergen de kust volgend. Een handvol kleine bootjes in zee, een visser die z’n netten binnenhaalde.
We reden maar verder naar Jean Rabel, waar we overnachtten. De volgende dag vond de eerste van de reeks trainingen plaats, bij KOFEJ buiten Jean Rabel (Beldoren). De ruim twintig aanwezigen verzamelden zich op houten schoolbanken in een ruimte van het pand van KOFEJ. SKDE heeft een kort boek samengesteld over omgeving, over gevaar en rampen, aardbevingen, orkanen. Zoals gewoonlijk was de deelname actief en enthousiast. In een groepsopdracht dachten de deelnemers na over wat de laatste ramp was in hun omgeving, wat voor schade die berokkende, en wat ze zelf kunnen aandragen als aanpak na een ramp. Na de training sprak ik met de comitéleden om een aantal gegevens te noteren over de situatie op dit moment, aangezien onze donororganisatie ons heeft gevraagd om elke 6 maanden verslag uit te brengen over wijzigingen/vooruitgang. We overhandigden ze eveneens een document om ze te helpen een evaluatie te doen na een ramp.
Dinsdag herhaalde dezelfde indeling zich bij KABM in Corail, eveneens niet ver bij Jean Rabel vandaan. Terwijl we de berg opreden waar Corail is gelegen, zagen we hoe een heel stuk grond van de helling is losgeraakt en de diepte in dreigt te storten. Precies op het losgeraakte stuk was iemand houtskool aan het maken. Een levendig voorbeeld van hoe je niet je leefomgeving beschermt (noch je eigen leven, door op zo’n gevaarlijk stuk grond aan het werk te zijn). De training bij KABM werd bijgewoond door twintig personen en twee kippen. Het boek werd doorgenomen, men sprak over wat ze praktisch met deze training kunnen gaan doen, over omgeving en vooral over dat “wijzelf, mensen die in de omgeving leven, wij kunnen samenwerken om de problemen van onze omgeving op te lossen”. Zo spraken we over latrines, ecosysteem, bodembescherming, herbebossing, het gebruik van meststof (natuurlijk in plaats van chemisch), Directie Civiele Bescherming en de rol van overheidsinstanties in geval van een ramp, groen, geel en rood alert, etc.
Woensdag werkten we verder weg, dus om 6 uur stonden we klaar voor vertrek. Onderweg in Dupre en Baie-de-Henne wat afgeven aan de corporaties ter plaatse ter voorbereiding van hun training. Een route over de toppen van de heuvels, ver vooruit zien we de weg leggen. Ze waren zowaar bezig met de weg; hier en daar werd beton gestort, waardoor het wat lastig begaanbaar was. De bestemming was Faligan, in de buurt van Bombardopolis. Hier, bij CRPB, waren meer vrouwen dan mannen aanwezig. Hetzelfde programma herhaalde zich, maar de inhoud en discussies zijn overal anders. Ze waren heel duidelijk in het beschrijven van hun omgeving; wat er mis is, wat er moet gebeuren, ook dat ze met de lokale autoriteiten in gesprek zouden moeten gaan. Overal komt het gesprek van bomen kappen aan de orde, een groot probleem. Iemand gaf een mooi voorbeeld van hoe de gemeenschap gezamenlijk besluit welk land gebruikt wordt voor landbouw en welk land voor veeteelt. Ook het aansluitende gesprek liep goed, met interessante antwoorden en ideeën over wat ze doen om voedselveiligheid te vergroten en problemen in de gemeenschap te helpen oplossen; conflicten helpen oplossen, schuld kwijtschelden, iemand uit de penarie helpen die in de gevangenis gegooid dreigde te worden wegens een schuld, geld geven in geval van dood (begrafenissen kosten erg veel geld) of huwelijk, dieren ter beschikking stellen van iemand die een huis aan het bouwen is, elkaar omstebeurt helpen met landbouw, enz. Ook blijven ze jongen doorgeven; ieder die een dier ontvangt, geeft het eerste, of de eerste twee, jongen aan iemand anders. Zo krijgen steeds meer mensen in de gemeenschap dieren.
We overnachtten in Bombardopolis. Er zijn in die regio niet zoveel slaapplaatsen en ook in dat dorp is maar één gastenverblijf, waar ik nog net een bed toegewezen kon krijgen op een kamer waar al drie andere vrouwen sliepen.
Donderdagochtend om half acht arriveerden we in Citerne Remy, waar ik eerst sprak met het comité van KOKAS. Er was net een jongen van een jaar of 15, 16 overleden, die op een truck was gesprongen zonder dat de chauffeur het wist en bij het eraf springen op z’n hoofd terecht was gekomen en overleden. De vrachtwagenchauffeur moest de begrafenis betalen, hoewel hij niet eens wist dat er iemand op en af z’n auto gesprongen was; dat hoorde hij pas toen hij al een eind verder was gereden.
Een delegatie van KOKAS ging mee naar Baie-de-Henne, waar een training gezamenlijk voor KOKAS en KOEB plaatsvond. Er werden houten banken uit de kerk gehaald en onder de boom gezet. Vanaf de overkant van de weg klonk een lied: “Ieder mens heeft een manier om te dansen en loven, zo is het.” Ieder mens z’n eigen manier, zo is het inderdaad. Na de training sprak ik met de comitéleden van KOEB. Baie-de-Henne is een van de weinige plaatsen waar dieren vrij rondlopen in plaats van vastgebonden te zijn, waardoor meer dieren sterven bij natuurrampen. Vanuit Baie-de-Henne reden we naar Dupre, waar dezelfde dag twee anderen dezelfde training gegeven hadden. Na afloop ging ik nog met het comité daar in gesprek.
We brachten de nacht opnieuw door in Jean Rabel. Vrijdagochtend reden we vandaar naar Lamontay. Onderweg kwamen we een groepje mannen tegen die een zieke, zwangere vrouw met bed en al naar Jean Rabel droegen. Toegang tot gezondheidszorg is niet eenvoudig.
In Lamontay gingen we eerst in gesprek met het comité van KRCLJ. Terwijl we buiten zaten, liep iemand langs met een zwarte geit aan een touw. Eten? vroeg ik. Het antwoord was bevestigend. Even later klonk een schril geschreeuw en toen werd het stil. Het middageten werd bereid voor de deelnemers aan de training.
Wij woonden alleen de eerste helft van de training bij, aangezien er ook in Ti Rivyè Glasy een training plaatsvond en we daar nog naartoe moesten. Terwijl de eerste regendruppels neervielen, reden we de berg op het dorp uit. Aan de andere kant eraf was de witte kleigrond al spekglad geworden. De auto glibberde alle kanten op, behalve daar waar wij naartoe wilden, en stond dwars op de weg. Ik stapte uit om de vierwielaandrijving op de wielen om te zetten. Zodra ik voet aan de grond zette, lag ik bijna onderuit. Ik moest me met beide handen aan de auto vasthouden om naar de wielen te schuifelen, zo glad was het. We gleden voorzichtig voort, totdat er een vrachtauto de weg blokkeerde. Die zat vast in de modder. Toen we er uiteindelijk voorbij waren, bleek er een paar honderd meter verderop een tweede vrachtauto vast te zitten. Nadat er een aantal struiken weggeslagen waren, konden we ook daar langs. Uiteindelijk kwamen we in Ti Rivyè Glasy, bij KPPG. Daar was men net in gesprek over aardbevingen. De training werd als gewoonlijk afgesloten met een oefening over het verschil tussen de termen risico-ramp-zwakte-gevaar.
Vrijdagavond voegden zich mijn collega en onze twee ingenieurs bij ons in Jean Rabel. CWS is een school aan het bouwen in La Reserve, de omgeving van Jean Rabel. Mijn collega's kwamen een evaluatie bezoek brengen tijdens het bouwproces bij ICEDNO. Ook wij waren zaterdag in La Reserve, op slechts drie minuten afstand van de school, waar zich de corporatie KEPK bevindt. De training vond plaats in het kerkgebouw, maar toen we arriveerden, was een grote menigte nog bijeen iets verderop. Wat bleek; al vanaf 4 uur ’s ochtends was een groep mensen bezig om een dak te leggen op een nieuw huis. Nadat het houten raamwerk van het huis gebouwd was, waren zij bezig met stro vlechten als dak, dat zo’n 15 jaar goed zal blijven en koeler is dan golfplaat.
Een aantal van de deelnemers kwam vervolgens naar de training. Ze spraken over hoe er vroeger veel meer schaduw was, mango bomen, eten voor de varkens, men kende het fenomeen houtskool nog niet. Tussendoor bracht ik een kort bezoek aan ICEDNO, om de vorderingen van het schoolgebouw te bekijken.
Aan het eind van de middag reden we naar Gonaïves. Onderweg kan er elk moment een geit of ezel of kip of mens de weg oversteken (wat ook regelmatig gebeurt), of een diep gat in de weg zitten, dus het blijft goed opletten. Een gezellige avond met z’n vijven in Gonaïves en de volgende ochtend een fors ontbijt van pompoensoep en een glas verse vruchtensap zo groot dat het rietje erin verdween, het leek wel een vaas.
Na een week weer thuis. Toen ik in de keuken ging zitten bij de huisgenoten, haalde mijn 3 jarig huisgenootje m’n elastiek uit m’n haar, pakte een kam en ging mijn haar doen (in de war, wel te verstaan, in plaats van uit de war). Een andere huisgenoot nam de kam over. Zij heeft me al jarenlang gevraagd of ze m’n haar eens mag vlechten en tot nu toe was mijn antwoord telkens ontwijkend. Nu kon ze eindelijk haar gang gaan. Over het eindresultaat kreeg ik o.a. de opmerking: eindelijk, blijkbaar kunnen buitenlanders hun haar niet doen, want ze dragen vaak enkel een staart of een vlecht, maar niet zulke invlechtingen als hier...
In de week dat ik weg was, is de richting van het verkeer in Pétionville veranderd en ook de taptaproutes. Eenrichtingsverkeer is omgedraaid van de ene naar de andere kant, of tweerichtingsverkeer is eenrichtingsverkeer geworden (liefst zonder borden) en de taptaps moeten nu vanaf het voormalig kerkhof vertrekken. Ook bleek de brug in Meyot gesloopt te zijn (die is te smal voor twee auto’s tegelijk); het verkeer wordt tijdelijk omgeleid door het ravijn. Dat zorgt dus voor files. Intussen blijft de auto de nodige problemen vertonen. Onderdelen zijn moeilijk verkrijgbaar en algauw twee keer zo duur als in buurland de Dominicaanse Republiek en nog weer duurder dan in Amerika.
Terwijl ik in het Noordwesten was, woonde mijn collega in Pétionville een training bij van ACT Alliance, eveneens op het gebied van voorbereiden voor eventuele rampen; een plan van aanpak, evaluatie en samenwerking beschikbaar hebben in geval van nood. Behalve de school in La Reserve is ook de bouw van twee andere scholen begonnen, in de wijken La Saline en Bicentenaire, beide in Port-au-Prince. Allebei zijn het niet de meest veilige wijken en de organisaties moeten dan ook een strategie verzinnen om te voorkomen dat bendes hun deel komen opeisen. De bouw brengt echter ook werkgelegenheid in de wijk; in La Saline zijn zoveel werklozen meer dan gretig om te komen werken, dat de directeur heeft moeten besluiten om elke werknemer voor drie dagen aan te nemen en dan iemand anders een kans te geven.
Wat een contrast om over te stappen van La Saline naar Club Indigo; ik had een tegoedbon cadeau gekregen voor een dagje Club Indigo. Samen met Sousoune heb ik een rustig dagje doorgebracht aan zee. Het zwembad was leeg, want er werd aan gewerkt, maar genoeg water in zee. Ook genoeg vissen, die om ons heen zwommen en langs onze benen streken.
Toen mijn huisgenoot een paar dagen weg was, ruilden de kinderen van ledikant; Olivier kwam bij mij slapen en Emmanuella verhuisde naar zijn bed. Ze vinden het beide heel mooi om nette kleren aan te krijgen en ‘weg’ te gaan, vooral naar hun favoriete neef die een jaartje jonger is. Dinsdag 1 oktober zijn de scholen weer begonnen en dat betekende voor hen beiden hun allereerste schooldag. Allebei het uniform aan van de Methodistenschool, Emmanuella bijpassende gele linten in haar haren, rugzak om, en zo stonden we bij de kleuterschool/kindergarten. Helemaal opgetogen bij vertrek, maar beduusd bij aankomst. Allemaal vreemd en nieuw. En het raarste was nog wel dat wij ze daar zomaar alleen lieten. Gelukkig zitten ze bij elkaar in de klas, hebben ze elkaar nog. De een net 3 geworden, de ander wordt in december 3; ze beginnen hier al jong met school. Kleuterschool duurt echter 3 jaar.
-
07 Oktober 2013 - 10:06
Nicolien:
Jo Margot!
Weer veel gedaan, gezien & meegemaakt zeg!! Blijft bijzonder!
En wat zitten je haren mooi:D
x
Reageer op dit reisverslag
Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley