Met FRB in Amerika - Reisverslag uit Pétionville, Haïti van Margot Greef - WaarBenJij.nu Met FRB in Amerika - Reisverslag uit Pétionville, Haïti van Margot Greef - WaarBenJij.nu
VIP-Report

Met FRB in Amerika

Door: Margot de Greef

Blijf op de hoogte en volg Margot

28 Augustus 2017 | Haïti, Pétionville

Op 10 juli brak het volgende deel van de reis door Amerika aan. Op het vliegveld van Indianapolis, Indiana, werd ik opgewacht door Alex van onze partner organisatie Foods Resource Bank (FRB). Zij financieren een deel van onze voedselveiligheidsprogramma’s in het Noordwesten van Haïti en ook in andere landen in Latijns Amerika en het Caribisch gebied. Hij bracht me gelijk naar Mariott convention center voor een diner met Global Ministries, als onderdeel van de jaarvergadering van Disciples of Christ. Alex reed terug naar het vliegveld om mijn collega Rony op te halen. Intussen werd ik aan een tafel gezet in een grote zaal met honderden mensen. Overweldigend. Ik luisterde naar een toespraak van iemand uit Cuba over christelijke eenheid. Er werden prijzen uitgereikt aan verschillende organisaties uit elk continent. Interessant om te horen wat anderen doen, onder andere met vluchtelingen in Italië, klimaatverandering en oecumenisch werk.

Het was de eerste keer dat Rony en ik samen in Amerika waren, op uitnodiging van FRB, om te vertellen over ons werk in Haïti. Het programma begon gelijk goed. Dinsdag 11 juli liepen we om half zeven al naar de eerste activiteit. In totaal waren er zo’n 6.000 mensen aanwezig voor de vergadering van Disciples of Christ. We namen deel aan het Week of Compassion ontbijt. Tijdens het ontbijt was er een welkomstwoord en een update over het werk van Week of Compassion, een van de donateurs van CWS. Vervolgens kwam een jonge vrouw aan het woord die dochter is van Syrische vluchtelingen en oprichtster van een organisatie. Aansluitend namen we deel aan een workshop over innovatie in kerken. Intussen regende en stormde het en werden er waarschuwingen afgegeven voor overstromingen.

De rest van de dag bemanden we een stand in een hal waar FRB en CWS stonden, evenals vele andere organisaties die actief zijn over de hele wereld, maar ook theologische universiteiten, milieubescherming, lokaal gemaakte producten uit diverse landen, en andere instanties. We testten een spel gemaakt met vragen over corporaties in Haïti. De hele dag door mensen ontmoeten, vele gesprekken, waaronder een boeiende kennismaking met de schoonouders van Alex die een soort zorgboerderij hebben opgericht omdat hun zoon autisme heeft. In Amerika moeten gehandicapten tot hun 22e naar school. Daarna zijn er niet zoveel opties en vandaar dat zij zelf een zorgboerderij hebben opgericht.

’s Avonds aten we met de familie van Alex en aansluitend woonden we ‘worship’ bij (een soort kerkdienst) in een hal met plaats voor 4.000-5.000 mensen. Indrukwekkend. Er werd begonnen met zang en toen werd de video vertoond die in december in Haïti is gefilmd. Er werd gepreekt over eenheid, uit Johannes 17:18-21. Vervolgens liepen we naar Rock Bottom Brewery voor de volgende activiteit; een ‘story telling event’. Ik was gevraagd als een van de acht sprekers van die avond, op uitnodiging van Week of Compassion. Een ieder van ons vertelde een verhaal over iets waarvoor we opkomen in ons leven. Langzaam liep de zaal vol en uiteindelijk moesten mensen staan of op de grond zitten. Een informele setting; de luisteraars dronken bier en de sprekers vertelden. Ten overstaan van zo’n tweehonderd personen vertelde ik over de aardbeving en orkaan Matthew in Haïti, hoe wij in CWS opkomen voor het recht op een goede woning. Herinneringen die veel bij me losmaken. Ik overhandigde een geschenk aan de directeur van Week of Compassion, die na de orkaan onze grootste donateur zijn geweest.

Het was al na elven toen er gepauzeerd werd na de eerste vier sprekers. De dag was lang geweest en we liepen terug naar het hotel. In de donkere nacht vingen we een glimp op van het capitool in downtown Indianapolis.

Na een korte nacht vertrokken we de volgende ochtend uit Indianapolis. We reden naar Elanco in Greenfield, een farmaceutisch bedrijf en dochterbedrijf van Eli Lilly. Een enorm bedrijf, met een paar duizend werknemers. We werden ontvangen door een bescheiden man die betrokken is bij FRB, zijn kerk en meer. Stricte veiligheidsvoorschriften in het bedrijf. Elanco ontwikkelt medicijnen voor allerlei soorten dieren; koeien, varkens, kippen, vissen, huisdieren, enz. Sinds 2007 hebben ze het werk van FRB gesteund. De president van Elanco maakte een kwartier voor ons vrij, zodat we een update over Haïti en FRB plannen konden delen. Vervolgens hielden Rony en ik een presentatie over het werk van CWS in het Noordwesten van Haïti (voedselveiligheid) en na orkaan Matthew (reparatie van huizen en scholen en distributie van zaden) voor diverse medewerkers van Elanco. We eindigden onze presentatie met foto’s van de mooie natuur en cultuur van Haïti. Elanco organiseert met regelmaat een boerenmarkt op het bedrijf en andere activiteiten om fondsen te werven voor FRB. Elk jaar in oktober houden ze een dag van dienstbaarheid. Na een interessante interactie aten we gezamenlijk in het cafetaria van Elanco, waarna we een rondleiding kregen door het bedrijf. Elanco is een van de toonaangevende organisaties op het gebied van dierlijke farmaceutica.

Onze gastheer had gevraagd of we na afloop tijd hadden om mee te rijden naar een ‘girls get away’ van zijn kerk. Dus volgden we hem langs akkers vol maïs en soja bonen om 31 meisjes te bezoeken van de St Michael’s church in Greenfield. De meiden en een aantal moeders waren vier dagen bijeen om verschillende diensten te verrichten, zoals voedsel verpakken, of in de tuin werken bij een bejaardentehuis. Een heel interessant initatief en mooi om dat te doen als kerkjeugd. Ze hadden net gesproken over missies en dienstbaarheid en vroegen mij hoe ik in Haïti ben terechtgekomen. Rony en ik vertelden ver Haïti en Rony zong in het Creools en Frans voor de meiden. Een bijzondere ontmoeting met mooie vragen van de meisjes.

De jeugd vertrok en wij liepen naar een akker met zoet maïs. Vandaar reden we naar een familie in de buurt van Arlington/Morristown. Lange, volle dagen. De dochter van het gezin bij wie we te gast waren, heeft een gift van FRB en John Deere gekregen om een stier te kopen. Het kostte ons enige tijd en moeite om het idee te begrijpen, aangezien we niet gewend zijn aan het mooi maken van een stier om die te presenteren. Maar dat is dus wat zij doet en daar heeft ze prijzen mee gewonnen bij verschillende shows. Het is een manier om jeugd betrokken te krijgen bij boerenwerk. De opbrengsten worden verdeeld onder FRB, de boeren organisatie en de jeugd. We kregen een zeer smakelijk avondmaal met vers geslacht rundvlees en leerden onze maïskolf door boter te rollen. Na dit samenzijn reden we langs boerderijen en akkers naar Columbus, Indiana om daar de nacht door te brengen.

De volgende ochtend hadden we even tijd voor onszelf, dus konden we onze ingenieur spreken in Haïti. Vervolgens reden we naar Bloomington, waar de grootste universiteit van Indiana staat. Daar aten we in een Tibetaans restaurant met heel vriendelijk personeel en inspirerende teksten van de Dalai Lama aan de muren. Vandaar ging het verder naar Paoli. Hier was het iets heuvelachtiger, met bossen en rotsen, en wederom rijen maïs en soja bonen, evenals vossen, eekhoorns, kalkoenen en ander gevogelte. Onze bestemming was de Mennonite Fellowship kerk van Paoli. Leden van de kerk brachten eten mee voor een gezamenlijke maaltijd; van gegrild vlees tot bonen en salades en zelfgemaakte fruittaarten. Aansluitend gaven Rony en ik wederom een presentatie over ons werk in Haïti. Het werk van FRB wordt vooral gesteund door boeren die een deel van hun oogst apart zetten voor FRB. Soms krijgen ze de mantijd of de zaden gratis. Sommige mensen doneren de opbrengst van maïs, andere bonen. Deze kerk tapt daarnaast siroop van de esdoorns rondom de kerk om maple syrup/ahornsiroop te maken en voor FRB te verkopen. Ze maken ook tomatenpasta, kinderen hebben eieren verkocht en verzamelen kleingeld. Ook verkopen ze houtblokken. Interessante deelname dus.

Die avond waren we te gast bij leden van de gemeente. Alex en Rony gingen naar een gezin en ik werd ontvangen door een ander gezin, nabij Hardinsburg. Alex en Rony kwamen me daar de volgende ochtend ophalen en gedrieën reden we naar de volgende staat; Louisville in Kentucky. Daar werden we ontvangen bij Just Faith. Een aangenaam gesprek met een mooi gezelschap; staf van Just Faith, ouders en een Cubaans/Venezolaans echtpaar recent geïmmigreerd. Just Faith werkt aan migratie en honger en evangelisatie rondom de christelijke reactie op armoede en leven in solidariteit. Ze willen Amerikanen inspirereren om eenvoudiger te leven zodat ze hun bronnen kunnen delen. Een fijn samenzijn.

Van Louisville reden we naar Mammoth Cave National Park, de langste grot van Amerika. Tot nu toe is er maar liefst 648 kilometer in kaart gebracht. Indrukwekkend. Er zijn diverse toers beschikbaar. We liepen we een brede grot in, uitgesleten door een voormalige ondergrondse rivier. Er is daar gemijnd en ook hebben er tuberculosepatiënten gewoond. Blijft interessant, zo’n grot. En koud. Toepasselijk moment om een grot te bezoeken, want het was dat weekend ‘grottenfestival’ in Haïti. We wandelden door het bos rondom de grot en langs de Green River, naar een andere ingang van de grot, bezochten een museum over de grot en reden toen naar Owensboro. Een interessante rit. Er stond een bord langs de weg met daarop: ‘weg eindigt in water’. Vervogens kwamen we uit bij een ferry die aan kabels vastzit en auto’s heen en weer over de Green River zet. Verbaasd reden we de ferry op, om vervolgens om te draaien en weer het water over te gaan... Het leek ons een goed idee voor de rivieren in Haïti die geen bruggen hebben. Via een onverharde weg tussen de bossen kwamen we uit op de Kentucky scenic byway, een mooie route.

We verbleven in een hotel aan de Ohio River in Owensboro, waar we gratis te gast waren omdat FRB de eigenaar kent. ’s Avonds waren we bij hem thuis te gast. Een makelaar die vele panden bezit en een actieve rol heeft gespeeld in het ontwerp van het park en een conferentiecentrum in Owensboro. Hij komt over als een bescheiden man. Er waren een stuk of twaalf mensen te gast in zijn huis. Overal krijgen we de lokale specialiteit gepresenteerd. Veel fruit/bessen en in dit geval schapenvlees en barbecue-saus-soep. Ook hier vertelden we over Haïti. We kregen vragen over water, gezondheidszorg, overheid, communicatie, enz. De kerk van onze gastheer heeft meerdere malen jeugd meegenomen op internationale reizen.

Ook in het weekend gingen de activiteiten door. Zaterdagochtend vroeg even een korte wandeling langs de rivier en vervolgens reden we weer naar Indianapolis. Vandaar vlogen we naar Kansas City. Daar woont Alex, dus kwam z’n vrouw ons van het vliegveld halen. Wij trekken echter pech aan en nadat ze ons bij het hotel hadden afgezet, hield de auto er mee op... Die middag kon ik eindelijk een eindje wandelen. De mensen om ons heen bewegen zich van airconditioning gekoelde huizen naar airconditioning gekoelde auto’s en klaagden over de hitte. Ik vond het fijn om eindelijk even buiten te zijn.

Alex en z’n vrouw kwamen ons weer ophalen en we reden naar een boerderij niet ver buiten Kansas City. Verrassend het verschil. Zo snel de stad uit en dan in uitgestrekte velden en rust. We zagen de enorme silo’s van een familiebedrijf waar meerdere generaties werken. Voor mij een weerzien met mensen met wie ik vorig jaar in Kenia heb gereisd. Bijzonder, precies een jaar later. Toen we elkaar vorig jaar gedag zeiden in Kenia, had ik niet kunnen weten dat ik hen een jaar later thuis zou bezoeken. Er waren meerdere gezinnen en gasten aanwezig, zo’n 26 personen. We keken uit op velden vol soja bonen en verderop maïs. Rony en ik vertelden weer over ons werk in Haïti, inclusief de gevolgen van Amerikaanse beleidsvoering voor Haïti. Een goed gesprek, met vele vragen over huizenbouw, zaden, boeren, water, familie, religie, enz. Interessante betrokkenheid. Deze families zijn al lange tijd betrokken bij FRB en doneren een deel van de opbrengst van hun oogst. De zon ging onder aan een prachtige roze lucht. Luchtballonnen waren eerder al verschenen. Een priester die ook aanwezig was, sloot af met gebed en toen gingen de gesprekken nog voort. Een goede sfeer en fijne avond.

De volgende dag werd een mooie dag. We begonnen de dag bij Saint Andrew Christian Church, de Disciples of Christ kerk van Alex en zijn vrouw. Daar gaven we een presentatie voorafgaand aan de dienst. Rony was vooral onder de indruk van de sociale missie en betrokkenheid van de kerken die we bezochten. Aan de muur hing een reeks posters waaruit duidelijk werd dat het een actieve gemeente is. Immigranten verkochten groentes bij de kerk. Daarna begon de dienst. Een band met gitaar, drumstel en zang was aan het spelen. Na het openingslied schudden we elkaar de hand om vrede te wensen. De kinderen kwamen naar voren. Het was een bijzondere dienst; drie tieners werden gedoopt. Ze hadden lessen gevolgd en de stap tot doop gezet. Er werd gepreekt uit Psalm 65: 1-10 en daarna verhuisde iedereen naar buiten, waar de jongens ondergedompeld werden in het water. Aansluitend was er een gezamenlijke maaltijd.

Vandaar reden we naar Hillside Christian Church, waar een Haïtiaanse gemeente bijeenkomt. De kerk ging net uit en de gemeenteleden kwamen bijeen voor een gezamenlijke maaltijd. Wij spraken een aantal mensen en moesten algauw weer weg.

Onze volgende bestemming was Happy Rock Park, waar we enthousisat verwelkomd werden door Cristie, die vorig jaar met FRB in Haïti is geweest. Ze had een ‘kickball event’ georganiseerd, waar zo’n 60 personen aan deelnamen. Dat was de derde keer, maar de eerste keer in de zomer en mensen klaagden over de hitte. We werden gelijk het veld opgestuurd om mee te spelen, maar Rony en ik kenden de spelregels niet. Het lijkt op slagbal, alleen wordt de bal dan geschopt in plaats van geslagen. Het was in ieder geval erg leuk en een spel dat iedereen kan spelen. Ouders en kinderen speelden samen. Wij verloren, maar het was erg leuk en motiverend. Alex zei dat we beter zijn in presentaties geven dan in deze sport... Indrukwekkend wat een organisatie eraan vooraf was gegaan. Er was eveneens een ijscokraam en er werden hotdogs en broodjes verkocht en er vond een veiling plaats. De opbrengst van deze activiteit was voor het werk van CWS in het Noordwesten van Haïti. Tijdens onze reis hebben we meerdere mensen ontmoet die zich nederig en dienstbaar inzetten. Mooie voorbeelden.

Na een mooie dag reden we mee naar het huis van Cristie en haar man, waar Rony en ik die avond te gast waren. De volgende ochtend wandelde ik een eindje door de woonwijk. We hadden een fijn gesprek met onze gastheer en vrouw, die verrassend persoonlijke vragen stelden maar op een warme en betrokken manier. Voordat we vertrokken, wilden ze met ons bidden. Geraakt zeiden we het gezin gedag.

Op naar onze volgende afspraak; Church of the Nazarene, Global Ministry Center. Vooral voor Rony bijzonder, die zelf aan de ‘Nazarene seminary’ in Haïti theologie heeft gestudeerd. We hielden opnieuw onze presentatie over Haïti. Zelf werken ze via de kerk van de Nazarener aan hulpverlening en ontwikkelingswerk. Ze houden zich o.a. bezig met voedselveiligheid, voorbereiden voor natuurrampen, water en sanitair en onderwijs. We kregen een uitgebreide toer van het hoofdkantoor, inclusief de geschiedenis van de kerk van de Nazarener, een kapel, een oud traporgel, enz. Er werken daar ongeveer 180 mensen.

Aansluitend hadden we een telefoongesprek met Rise Against Hunger, vertellend over ons werk in voedselveiligheid. Zij maken een overstap van voedseldistributies naar lange termijn programma’s.

’s Middags een gesprek met de veiligheidsadviseur van CWS en zowaar een wandeling kunnen maken door ‘de stad van fonteinen’; Kansas City, Missouri. Een stad gesplitst in twee staten en met twee centra, een in Kansas en een in Missouri. Ik liep door Mill Creek Park langs JC Nichols Memorial Fountain. De Emmanuel Cleaver 2 Boulevard is een mooie straat met winkeltjes en mooie gebouwen. ‘s Avonds namen Alex en zijn vrouw ons mee om ‘barbecue’ te eten, de specialiteit van Kansas City.

Dinsdag begonnen we de dag met een bezoek aan Kansas City Zoo. Het was het eerste dierentuin bezoek ooit voor mijn collega Rony, dus die heeft heel wat indrukken opgedaan en voor hem nieuwe/onbekende dieren gezien. Een moeder gorilla sloeg liefdevol haar arm om een baby gorilla die melk kwam drinken en vervolgens een handstand probeerde te doen. Met een treintje reden we naar ‘Afrika’ waar we jachtluipaarden, luipaarden, steenbokken, enorme schildpadden, giraffes, zebra’s en olifanten zagen. De meeste dieren werden net gevoerd, dus de apen zaten op sla te knagen en de olifanten grepen naar het hooi en wilden niet met anderen delen. De pinguïns kregen elk een vis in hun snavel geduwd. Een ijsbeer liep te ijsberen. We hebben vele soorten vogels gezien en gingen met een skilift over de dieren heen, neerkijkend op struisvogels, neushoorns, giraffes en andere dieren. Ook zeehonden, krokodillen, dromedarissen en kangoeroes waren te zien. Een grote dierentuin in de stad.

Na een maaltijd bij Alex thuis verlieten we Kansas City. We reden naar McPherson, via Flint Hills. Buiten McPherson verzamelden we ons op de boerderij van nog een boer die vorig jaar mee was naar Kenia. Hij liet ons het land zien waar ze de afgelopen 10 jaar gewassen hebben verbouwd voor FRB. Dit jaar zijn er sojabonen geplant. In vorige jaren groeide er maïs, sorghum en tarwe. Ze hebben diverse landen en programma’s gefinancierd in de loop der jaren. Het is een samenwerking tussen vier kerken. In een daarvan spraken Rony en ik die avond; Monitor Church of the Brethren. Mensen uit alle vier de kerken waren aanwezig. We kregen weer interessante vragen na onze uiteenzetting, uiteenlopend van het dagelijkse leven tot orkaan, zaden, gezondheidszorg en overheid. Op de vraag wat het belangrijkste is dat veranderd moet worden, antwoordde Rony: mentaliteit. Onder het genot van ijs en koekjes spraken we na met de aanwezigen.

De volgende ochtend verlieten we McPherson weer. Elke dag een ander bed en een andere plaats... We reden naar Cowgill, waar we werden ontvangen door een echtpaar dat 10 jaar lang FRB gesteund heeft door om en om maïs en soja bonen te planten op een stuk grond dat gedoneerd werd. We spraken en aten met hen en reden toen weer naar Kansas City. Buiten de stad ontmoetten we iemand van een vooraanstaande familie met een indrukwekkende hoeveelheid aan activiteiten, initiatieven en ideeën. We reden over een landgoed met bossen en meren, waar regelmatig kampen worden gehouden voor kinderen uit de stad. Rendieren sprongen voor ons langs. We bezochten een wijnmakerij in wording; paardenstallen zijn omgebouwd tot een prachtige, houten ruimte die een trouwlocatie zal worden. Toen reden we naar weer een ander terrein, een wetenschappelijk onderzoekspark waar zo’n 250-300 wetenschappers werken die onderzoek doen naar de invloed van kunstmest op dieren en mensen. Aan het eind van dat terrein hangen witte en rode druiven voor de wijnmakerij. We zagen laboratoria in de gebouwen, aquariums waar hele ecosystemen nagebootst kunnen worden. We stonden perplex van wat we allemaal zagen. Duidelijk een hardwerkende familie. En wederom werden we ontvangen door een vriendelijke, nederige dienaar die met beide benen op de grond staat. Een zo totaal andere wereld dan Haïti. Rony en ik keken elkaar meerdere malen aan. Dit is een andere realiteit.

De volgende dag, donderdag, verlieten we Kansas City. We reden naar Fairfax, Missouri, waar we wederom hartelijk ontvangen werden door een echtpaar en andere gasten. Onze gastheer vertelde ons het verhaal van zijn ‘wonder land’. 11 jaar geleden begonnen ze te planten voor FRB. Voordat ze begonnen, wijdden ze de grond aan God. Dat jaar werd het land twee keer overstroomd en toen raasde er een storm overheen. Het maïs rondom hun stuk land lag plat, maar het maïs op hun stuk land stond overeind. Dat is inderdaad wonderbaarlijk. Onze gastheer werd er nog emotioneel van. Sinds dat eerste jaar is de opbrengst alleen maar toegenomen. Hij nam ons mee de schuren in om de machines te laten zien; tractors, een maaidorser voor de oogst, een andere machine voor het zaaien. Rony en ik keken elkaar weer aan; opnieuw een andere realiteit. Zoveel indrukken, we hadden het ene nog niet verwerkt of het volgende kwam er al weer aan. Het valt niet met elkaar te rijmen, die enorme machines die in no time planten en oogsten, vergeleken met het pikhouweel van een boer in het Noordwesten van Haïti. Onze gastheer nam Rony mee op een John Deere Gator en Rony kwam zelf terugrijden. We kregen weer een smakelijke maaltijd en deelden opnieuw onze presentatie, waarna we de akker bezochten waar ze dit jaar maïs verbouwen.

Van Fairfax reden we naar Rock Valley, Iowa. Dat is een gebied waar veel Nederlanders naartoe zijn geëmigreerd, wat duidelijk te zien is aan de namen langs de weg van bedrijven en kerken. Wederom zagen we akkers vol maïs en bonen die dag. Het was zowaar iets meer heuvelachtig. In Rock Valley verbleven we bij een andere medewerker van FRB.

Vrijdagochtend liep ik in de regen naar het postkantoor om een kaart te sturen naar een zieke collega. Een frisse lucht zo na/in de regen. Ik liep gelijk langs een aantal van de 11 kerken in deze plaats met 3.000 inwoners. Van Rock Valley reden we naar Sioux Falls, South Dakota voor een afspraak met Poet, die 28 ethanol fabrieken hebben. In 2014 hebben ze ‘seeds of change’ opgericht om te investeren in onderwijs, milieu en landbouw. Ze werken ook in Haïti, waar ze ethanol fornuizen verkopen. We spraken over hun werk en ons werk, over training en demonstratietuinen, uitwisselingen, openheid om nieuwe technieken te leren, etc. Te zijner tijd hopen we hun werk in Haïti te bezoeken.

Van Sioux Falls volgden we kilometerslang weg 90 oostwaarts, die ons uren door Minnesota bracht, de hele tijd rechtdoor, langs meer maïs en bonen. Onze bestemming voor die avond was Conrad, Iowa. Opnieuw waren we te gast bij een echtpaar dat een ‘groei project’ heeft (benaming voor een project waarmee geld ingezameld wordt voor FRB). De gastheer was eveneens voormalig board member van FRB. We werden gelijk mee op sleeptouw genomen om de moestuin te zien die kinderen en gezinnen van hun kerk onderhouden; ze verbouwen groentes die worden verkocht in de plaatselijke supermarkt en via de kerk. Een mooie manier om de jeugd erbij te betrekken, evenals andere leeftijden. Het is een samenwerking tussen drie kerken. Een lid van een van de kerken stelt de grond beschikbaar. Er groeien tomaten, peper, bonen, pompoenen. Daar vlakbij woont een zoon van ons gastgezin en daar kon Rony meerijden op een John Deere trekker. Ik keek toe hoe ze vertrokken bij het licht van een prachtige zonsondergang. Toen ze terugkwamen, zat Rony met een brede lach achter het stuur. Een nieuwe ervaring. Mijn gastheer wou Rony al van me overnemen om hem straks bij het oogsten aan het werk te zetten... We keken nog bij een wei waar koeien met kalveren staan en bij een stal met nog meer koeien. Tot slot langs een akker met zoet maïs, waarvan de opbrengst eveneens bestemd is voor FRB.

Laat in de avond terug in de keuken van ons gastgezin. De volgende ochtend vertrokken we met z’n allen naar Strawberry Point, Iowa. Daar vond die zaterdag een regiobijeenkomst plaats van de groei projecten van Iowa, bij Camp Ewalu. Er waren nog meer medewerkers van FRB en zo’n zestig mensen van verschillende projecten. De dag werd op een beeldende manier ingeleid; voor elke persoon in voedeselonveiligheid gesteund door de groei projecten van Iowa werd 1 maïskorrel op een tafel gelegd. Alex schepte er lustig op los, totdat er 10 volle bakken op tafel stonden, symbool voor 98.919 mensen. De directeur van FRB vertelde over de 46 groei projecten van Iowa die sinds 1999 $ 6.7 miljoen dollar hebben opgehaald. Hij sprak over de vraag ‘denk je over jezelf als een antwoord op gebed’. In totaal zijn er 187 groei projecten in Amerika. FRB werkt via 16 partners/leden, van wie CWS er een is.

Vervolgens maakten we in groepjes nader kennis met elkaar en hoorden we over de verschillende groei projecten. Na de lunch kregen Rony en ik het woord. Ik begon dit keer met een vertaling van een lied over de liefde van God en een verwijzing naar de kaarten die aan de muren geplaatst waren, waarop de lijnen stonden tussen de groei projecten in Iowa en de landen in de wereld die zijn gesteund via FRB. Het is tweerichtingsverkeer. God geeft ieder van ons iets wat we kunnen gebruiken en in dienst stellen van anderen. Net als op andere plaatsen, reikten we ook hier geschenken uit. Terwijl de foto’s van de schoonheid van Haïti voorbij gingen, kregen we vragen over elektriciteit, bouw van scholen, belang van samenwerken, onderwijs, toegang tot water, voedsel, cultuur, huizenbouw, klimaatverandering, enz.

Toen namen we afscheid van Alex, na twee weken lang 24 uur per dag met elkaar opgetrokken te zijn. Een joviale jongeman die alles goed gergeld had en veel kennis bezit. Hij reed terug naar Kansas City en wij reden met een andere collega van FRB mee naar Bellevue, waar we samen met onze gastgezinnen van die avond aten aan de oever van de Mississippi River. Een mooie locatie aan de rivier en zowaar een heuvelachtige omgeving onderweg er naartoe. Rony kreeg vragen over de rol van de man in een gezin in Haïti en kreeg een gratis drankje aangeboden door het restaurant. Die avond sliepen we in verschillende huizen. Rony ging met een gezin mee en ik met een ander gezin. Onze gastvrouw Brenda is vorig jaar in Haïti geweest en nu was ik bij haar en haar man te gast in Preston, Iowa. We liepen een ronde door het kleine dorp en Brenda liet ons de voormalige brandweerkazerne zien die ze omgebouwd hebben tot een museum. Het uit 1907 daterende pand ziet er prachtig uit, mooi opgeknapt en ingericht. Ik maakte gebruik van hun wasmachine om met schone was terug te gaan naar Haïti.

Zondag 23 juli waren onze laatste presentaties. We begonnen bij St John’s Evangelical Lutheran Church in Preston, waar die dag een oecumenische dienst plaatsvond. Verschillende gemeentes kwamen bijeen voor een gezamenlijke dienst; presbyteriaans, luthers en katholiek. Een mooie kerk. De jonge dominee ontving ons hartelijk en legde op een mooie manier aan de kinderen uit wat FRB is en dat boeren elders soms wat steun nodig hebben om te kunnen boeren, zoals water of zaden, en hoe je iets van je oogst kunt delen met anderen. Toen kregen wij het woord, om tijdens de dienst te vertellen over Hïiti. Daarna moesten wij algauw weg, omdat er nog een kerk op ons wachtte; First United Presbyterian Church in Miles. Eens in de maand houden zij hun dienst in de zaal beneden de kerk. De plaatsvervangende dominee gaf een heel treffende inleiding over liefde en delen en dat het in de kleine dingen zit. Als onderdeel van ‘wat God doet deze dagen’ kregen Rony en ik het woord. Het was duidelijk dat mensen geraakt waren, door uitroepen en stille opmerkingen.

Na die dienst reden we terug naar de eerste kerk voor een gezamenlijke maaltijd. De leden hadden eten meegebracht. De mannen deden de vaat en Rony en ik kregen elk een bijzonder cadeau overhandigd: een fotoalbum met foto’s van het groei project van deze vier samenwerkende gemeentes.

Daarmee zat onze ‘speaking tour’ erop. Rony en ik reden samen met de FRB collega naar Chicago, Illinois. Bij Sabula reden we als het ware door de Mississippi River. In Chicago eindigde ons reis. Eindelijk waren Rony en ik even samen, al was het maar kort. We liepen door Des Plaines en spraken over deze twee weken in Amerika, die veel energie vergden, maar tegelijk ook motiverend werkten en energie gaven. Nu was hij soms de enige zwarte, in plaats van ik de enige blanke... Het was goed om dit samen te doen en tegelijk konden we vertrouwen op onze collega Patrick die CWS in Haïti draaiend hield tijdens onze afwezigheid. We zijn twee weken lang continu aan de praat gehouden, in bijeenkomsten in kerken, bedrijven, bij mensen thuis, in de auto. Ik hoop dat het goed geweest is dat we deze twee weken in Amerika waren. We hebben gedeeld over het werk dat we doen in Haïti en we hebben geleerd wat mensen doen om fondsen te werven voor ons werk in Haïti en elders. Er zijn veel mensen die aan ons denken, we staan er niet alleen voor.

Vanuit de hotelkamer keek ik naar de roze zonsondergang en de binnenkomende vliegtuigen. Nog even goed werkend internet, 24 uur per dag elektriciteit en stromend, warm water. De volgende ochtend vroeg vloog ik van Chicago naar Fort Lauderdale, binnenkomend over de Everglades met bijzonder zicht op het natuurgebied en daarna de grote huizen met zwembaden. Van Fort Lauderdale ging het naar Port-au-Prince. Wat een wereld van verschil. Geen grote villa’s aan het water, maar kleine, slecht gebouwde huizen. Patrick kwam me ophalen van het vliegveld. Thuis werd ik verwelkomd door de drie poezen; moeder en haar twee kinders.

11 staten en 19 verschillende bedden in 3 weken tijd. Nu weer terug in hetet land dat de reden is dat ik in Amerika was. We hebben weer gezien hoeveel moeite mensen doen om geld te werven voor ons werk. Dit geld wordt ons toevertrouwd en wij horen het goed te investeren en te verantwoorden. Soms is het moeilijk om te weten waar je goed aan doet, wat wijs is. Juist daarom mag het ons kracht geven te weten dat er zoveel mensen op zoveel plaatsen op deze wereld met ons verbonden zijn, in gedachten en gebed.

  • 31 Augustus 2017 - 21:53

    Trudy:

    Wauw...

Reageer op dit reisverslag

Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley

VIP-member
Margot

Micha 6:8 Hij heeft u bekendgemaakt, o mens, wat goed is en wat de HEERE van u vraagt: niet anders dan recht te doen en getrouwheid lief te hebben, en ootmoedig te wandelen met uw God.

Actief sinds 20 Maart 2008
Verslag gelezen: 777
Totaal aantal bezoekers 609581

Voorgaande reizen:

12 April 2008 - 30 November -0001

Mijn eerste reis

Landen bezocht: