Rondreis Grand Anse en Noordwest
Blijf op de hoogte en volg Margot
17 November 2018 | Haïti, Pétionville
Helaas had ik een verkeerde datum uitgezocht om aan te komen. 17 oktober is een nationale feestdag, ter herdenking van de dood van Dessalines. Het was tevens de dag waarop in het hele land honderdduizenden mensen de straat op gingen om te protesteren en verantwoording te eisen voor miljoenen dollars aan Petro Caribe geld waarvan niet bekend is waaraan het is besteed. Op zich prima als de bevolking verantwoording van de regering eist. Het viel dit keer gelukkig ook mee met vernielingen. Alleen betekende het wel dat vrijwel alle wegen waren geblokkeerd en afgesloten, waardoor verkeer onmogelijk was. Daardoor kon ik niet thuis komen en kon niemand me komen halen, dus heb ik vlakbij het vliegveld een hotel moeten zoeken. Zo rustig heb ik de weg niet eerder gezien, een ongebruikelijk leeg straatbeeld nabij het vliegveld, terwijl verderop duizenden mensen op de weg waren. Ik kwam terecht in een rustig hotel, Palm Inn hotel, tussen de palmbomen.
De volgende ochtend kwam Jackson me halen om me naar kantoor te brengen, voor een weerzien met de collega’s, die blij waren met stroopwafels en foto’s. We werkten gelijk aan een opzet om fondsen te werven voor de schade na de aardbeving van 6 oktober. Toen ik ’s avonds thuiskwam, werd de poort geblokkeerd door een grote berg groenafval, dus die kon ik eerst wegscheppen voordat ik naar binnen kon. Het huis was toe aan een grondige schoonmaakbeurt.
Zaterdag nieuwe banden onder de auto laten leggen. Zondag kon ik weer naar de kerk in Guibert. Ik maakte kennis met een nieuwgeboren baby bij de buren en ging eten bij familie Nelson. Een uitgebreide maaltijd bij een fijne familie, die me ook de dag voor mijn vertrek hadden uitgenodigd.
Maandagochtend haalde ik Steven op van huis, die samen met Elondieu en William naar Grand Anse vertrok. We dienden een plan in bij MCC voor distributie van hulpgoederen naar aanleiding van de aardbeving en werkten aan een verslag, eveneens voor MCC, over de voortgang van de scholenbouw. Dinsdag waren we voor het eerst weer met z’n drieën op kantoor, met Rony en Patrick, die tijdens mijn afwezigheid mijn taken hebben overgenomen. Diep respect voor beide heren, hun inzet, eerlijkheid en passie.
Woensdag 24 oktober kwam mijn leidinggevende Martín aan vanuit Argentinië. Na een gezamenlijke maaltijd op kantoor vertrokken we gelijk dezelfde dag naar Les Cayes, in het Zuiden van het land. De zee kleurde roze in de zonsondergang. In het hotel waar we verbleven, bleek ook de staf van onze partner organisatie SSID te zijn, die nu in het Zuiden werken aan huizenbouw, nadat het werk in Ganthier is afgerond.
Met een loeiende generator brachten we een warme nacht in Les Cayes door. Vroeg in de ochtend vertrokken we naar Kafou Zaboka, waar een delegatie van MCC op ons wachtte. Ik heb genoten van de prachtige natuur. Het was een heel heldere dag, dus de route was prachtig zichtbaar, een meer in de diepte, de bergen, heldere kleuren en vormen. Wat een gebergte. Samen met de staf van MCC reden we naar Desriveaux en Clement. Daar parkeerden we de auto’s om te voet de berg op te lopen naar Pavillon. De een wandelt zo omhoog, een ander zweet en hijgt. We volgden het pad vol stenen. Staf van Wozo was al ter plaatse. Gezamenlijk werd er uitleg gegeven aan MCC en Martín over het werk aan de bouw van de school, die bestaat uit een gebouw van twee lokalen en een gebouw van vier lokalen, plus een overdekte balustrade over de hele lengte van de school. Een enorme vooruitgang sinds mijn laatste bezoek. Er resteert alleen nog de afwerking, waaronder het bepleisteren van de muren (waar ze mee bezig waren tijdens ons bezoek) en schilderen. Twee lokalen zijn al in gebruik genomen. De school telt op dit moment 161 leerlingen. De jongste kinderen zongen ons toe en we maakten een praatje met de leerlingen en de directeur. De leerlingen vertelden dat ook zij meegeholpen hebben om zand, water en betonblokken van Clement naar Pavillon te dragen.
William voegde zich daar ook bij ons en vandaar reden we (met CWS staf) naar Mentor. Ook die school ziet er nu heel anders uit. Drie lokalen zijn er gerepareerd en ernaast zijn nu drie nieuwe lokalen gebouwd, in geel/roze kleuren geschilderd. De school was al uit, dus de kinderen waren naar huis. Dankbaar voor dit mooie werk. We bezochten gelijk het huis van de directeur, dat eveneens herbouwd wordt en bijna klaar is. Onderweg naar Pestel kwamen we langs andere huizen van docenten die in aanbouw zijn.
In Pestel waren we compleet; onze ingenieurs William, Elondieu en Steven, plus Martín, Rony, Patrick en ik. In dit hotel is geen stromend water, dus krijgen we emmers water om te douchen. Bedden zijn er ook niet; de matrassen liggen gewoon op de grond. We wachtten totdat het eten klaar was. Intussen kwam iemand een contract tekenen voor de bouw van een andere school. Volgens William ben ik ‘geel’ geworden in Nederland, maar de tropische zon heeft me gelijk weer rood verkleurd.
Na de maaltijd die zowel lunch als avondeten was (rijst, bonensaus, schelpdier en sap van passiefruit die we onderweg hadden gekregen) liep ik met Martín naar het dorpsplein van Pestel. Het was zijn eerste bezoek aan Grand Anse en hij genoot van de mooie natuur en was verrukt van het plein aan zee. Ik groette een aantal bekenden en samen keken we uit over de haven van Pestel, de voorbijvarende uitgeholde boomstammen/kano’s, het eiland Cayemites, en de roze kleurende zee. Toen we terugliepen naar het hotel, zaten we nog een poosje na te praten met elkaar. Eenmaal op mijn kamer hoorde ik nog het gelach van de heren. Dat is een van de dingen die Martín opviel, nu hij met ons meereisde. Het is een serieus en hardwerkend team, maar ook een team dat weet te relativeren en van humor houdt. Belangrijke eigenschappen.
Mijn collega’s zorgden voor alle logistiek en het autorijden, dus ik kon rustig beginnen en gewoon observeren. Wel hielp ik mee met vertalen, terugkerend naar de stand ‘toets 1 voor Creools, 2 voor Spaans, 3 voor Engels’. De talen wisselen elkaar af.
Vrijdag werd ik vroeg gewekt door een motor die claxoneerde om een gast op te halen in het hotel. De burgemeester van Pestel kwam naar ons toe, in het kader van onze samenwerking voor herbouw en reparatie van scholen. Vervolgens reden we naar Cassavon, niet ver bij Pestel vandaan. Daar is een nieuwe school in aanbouw. Dat die belangrijk is voor de gemeenschap, blijkt wel uit de manier waarop men zich inzet en samenwerkt om de bouw mogelijk te maken. Ze hebben flink werk verricht aan het toegangsgpad, waardoor auto’s nu vrij dichtbij de bouwplaats kunnen komen. De bouwmaterialen worden onderaan de laatste berghelling afgeleverd, vanwaar ze verder te voet naar de bouwplaats gedragen worden. Men liep op en neer met emmers zand en ook muilezels werden beladen.
De nieuwe school bestaat uit twee gebouwen, elk met drie klaslokalen. Dit is ter vervanging van de school die is vernield in orkaan Matthew. Het is een basisschool gerund door de overheid. Op dit moment krijgen de 222 leerlingen les in een onderkomen opgetrokken uit zeildoeken. Een groot contrast. Ik keek uit op de bouwplaats, waar een overweldigende hoeveelheid betonijzer uit de fundering omhoog stak en duidelijk maakte dat de bouw van deze school voldoet aan alle normen en eisen om te kunnen weerstaan tegen een aardbeving of orkaan. Achter al dat betonijzer hoorde ik de stemmen van de kinderen onder de zeildoeken vandaan komen. Voor mij is deze school extra bijzonder, omdat deze volledig gefinancierd wordt door de Christelijke Gereformeerde Kerk vanuit Nederland.
Voorafgaand aan de bouw heeft een laboratorium bodemonderzoek uitgevoerd, op basis waarvan aanbevelingen zijn gedaan voor de bouw. Zo wordt er in de fundering een ondergrondse, betonnen dwarsbalk aangelegd. Tijdens ons bezoek werd daarop een fundering van stenen gemetseld. Er werd hard gewerkt; hier werd beton gemixt (alles met de hand), daar werd beton gestort, een ander metselde stenen, weer een ander droeg grote stenen aan, een drietal mensen waren stenen tot grind aan het kapotslaan met een hamer, ook kinderen hielpen mee om kleine stenen te zoeken, en weer andere mensen kwamen van onder de berg met emmers zand en water op het hoofd aanlopen.
Het water is nog wel het grootste probleem. Aangezien Cassavon vlakbij zee ligt, is het grondwater zout en kan niet voor bouw worden gebruikt. Men is daarom volledig afhankelijk van regenwater, maar het heeft al een hele tijd niet geregend dus de waterreservoirs zijn leeg. Toen ik vroeg waar ze water halen, wees men naar een bergreeks een eind verderop gelegen. De gedeputeerde/afgevaardigde en burgemeester van Pestel hebben duidelijk laten blijken dat de school ook voor hen belangrijk is, door na ons bezoek een watertruck beschikbaar te stellen die water haalt uit de rivier Glas en daarmee de waterreservoirs vult. Deze rivier is een paar uur rijden (enkele reis) verwijderd van de bouwplaats.
Toen we de school verlieten, bezochten we gelijk het huis van een docent dat gerepareerd wordt; de muren zijn bepleisterd en er zit een nieuw dak op. We klommen een andere helling op om de directeur van de school van Cassavon te bezoeken, die een motorongeluk heeft gehad en anderhalve maand aan z’n bed gekluisterd is. Desondanks blijft hij telefonisch betrokken bij de bouw van de school. Positief om te merken dat het werk daar niet van één persoon afhangt. We kregen rijst met bonen, gekookte plantanen en vis bij de directeur thuis. De botten en resten veroorzaakten een oorlog tussen de poes, hond en kippen. Mooi uitzicht vanaf het huis, op de zee en het eiland Cayemites. Onze collega Wisly verblijft in het huis ernaast, bij de moeder van de directeur. Hij is dagelijks aanwezig op de bouwplaats en zorgt voor controle en beschikbaarheid van bouwmaterialen. We bezochten nog een andere docent, wiens huis recent is herbouwd.
Daarna brachten we een bezoek aan iemand wiens huis wellicht binnenkort kan worden herbouwd. Onderweg naar Les Cayes maakten we hier en daar een stop bij huizen in aanbouw. Daarbij kwamen we ook langs huizen van een andere organisatie, die met stenen en hout worden gebouwd en slechts 15 m2 meten. In Duchity bezochten we nog een huis, waar we spraken met de eigenares die lesgeeft in Tozia. Ze slapen al in hun nieuwe huis. Hun vorige huis staat er pal naast, vernield in orkaan Matthew.
’s Avonds kwamen we aan in Les Cayes, waar we overnachtten en de rode aarde van Cassavon van onze voeten en schoenen wasten. Diezelfde dag vond er in het Noordwesten een distributie plaats van MCC en onze partner organisatie AGEHPMDNG. Er zijn 200 emmers met toiletartikelen aan even zovele gezinnen verstrekt, plus waterzuiveringstabletten en dekens. Dit voor gezinnen die zijn getroffen door de aardbeving, in afgelegen gebieden waar naar hun eigen zeggen nog niet eerder een organisatie was gekomen. Mooi dat de samenwerking met mijn voormalige werkgever blijft.
Zaterdag reden we met z’n achten van Les Cayes naar Port-au-Prince, met onderweg een stop in Petit Goave om bouwmaterialen te betalen. Eén collega bleef achter in Port-au-Prince, terwijl we met de andere zeven gelijk doorreden naar Montrouis. Bij Port-au-Prince in de buurt stak een auto heel rustig en langzaam pal voor ons de weg over. Patrick tuterde en remde uit alle macht, tegelijk het stuur omgooiend om te proberen achter de auto langs te komen in plaats van er vol op te rijden. Dat ging net goed, we gingen er rakelijks langs. Goede manoeuvre, goede chauffeur.
We reisden direct van Grand Anse door naar het Noordwesten. In het weekend overnachtten we bij Decameron, een strand resort. Op blote voeten over het zand en door het water liep ik langs het strand. Een prachtige zonsondergang. Een oranje bol werd langzaam roze en verdween achter het eiland La Gonave. We combineerden ons avondeten met een gesprek met z’n zevenen, nu ik weer terug ben in het team. Het gesprek was een gelegenheid om een ieder te bedanken voor de inzet in de afgelopen maanden en heel de periode sinds orkaan Matthew. Het bezoek van Martín aan zowel Grand Anse als het Noordwesten was tevens een teken van respect voor ons werk. Hij merkte op dat we een ongelooflijk en uniek team hebben, dat werkt met integriteit, respect en kracht. Een sterk team met getalenteerde mensen en gevoel voor humor. We leren van elkaar en denken aan elkaar.
Aansluitend vond er een carnavalsshow plaats, waarbij diverse stijlen carnavalsdansen opgevoerd werden uit Colombia, Belize, Brazilië en andere landen. Ook 3 vrouwen uit het publiek werden naar het podium gehaald om te dansen. Tot slot werd een dans uit Haïti opgevoerd. Telkens in andere kostuums en met andere muziek. Mooi.
De volgende ochtend na het ontbijt konden we even ontspannen in zee; zwemmen of aan het strand dobberen. De heren zaten netjes op een keurig rijtje in het heldere zeewater. Van de zee gingen we nog even het zwembad in. Tussen de middag werd er flink gegeten door de heren, die gelijk maar vooruit aten voor heel de week in het Noordwesten want we wisten nog niet wanneer we weer eten zouden krijgen... Ik zat op een ligstoel aan zee, uitkijkend over La Gonave en de kust, onderwijl verder werkend aan een verslag en video’s vertalend. Allemaal kano’s op het water proberen verse vis, kokosnoot of handgemaakte producten te verkopen. ’s Ochtends vroeg haalden vissersboten hun vangsten binnen.
’s Middags reisde William per bus terug naar Port-au-Prince, terwijl wij met z’n zessen doorreisden naar Gonaïves. De ingenieurs vertrouwden het hotel niet meer waar we normaalgesproken slapen, na de recente aardbevingen, dus zochten we een ander hotel. De muggen en kakkerlakken bleken ook bekend te zijn met dat hotel. ’s Avonds in gesprek met drie collega’s over diverse onderwerpen omtrent ons werk.
Maandagochtend reden we met z’n vieren naar corporatie KED in Dupre. De andere twee volgden later. Onderweg bezochten we de akkers van een aantal leden van KED, die technische assistentie ontvangen van landbouwdeskundigen. Op akkers die via een systeem van kanalen toegang hebben tot irrigatie worden uien, wortels en aubergines verbouwd. Nieuw geleerde technieken hebben geholpen om met minder oppervlak meer te produceren. Een aantal kokosnoten werden hoog uit de bomen gehaald om ons verse kokosmelk aan te bieden.
Aansluitend spraken we bij het kantoor van KED met een groep leden die vertelden over hun club voor moeders waarbij ze leren over gezondheid en kinderrechten, waarna de kinderen zelf ook naar een club gaan. De moeders zetten geld op een rekening bij KED om voor het schoolgeld van de kinderen te sparen.
We kregen warm brood mee van de bakkerij en een eigengemaakte soort cake of koek, waarna we een aantal huizen bezochten die zijn gebouwd met KED. Het huis tegenover het kantoor is bijna af. Bij een huis iets verderop zijn al planten om het huis geplant, een goed teken. Een andere vrouw was in verwachting toen de bouw van het huis begon. Nu hield ze haar baby op de arm. We bezochten ook nog een andere boer, die suikerriet en bananenbomen heeft geplant als barrière om erosie te verminderen.
Onze collega Anouce woont in Dos d’Ane en werkt met onze partners in het Noordwesten. We overnachtten bij hem thuis. Een deel van het team ging in gesprek met GRADAID in Mare Rouge. Daarna met z’n allen eten in Mare Rouge. Er is een nieuw restaurant geopend, maar daar was geen eten. Bij het andere restaurant is zoals gewoonlijk ’s avonds maar één gerecht.
Dinsdag splitsten we op. Vier gingen met GRADAID naar Lacoma om het bodembeschermingwerk te bezoeken. Ik ging met Elondieu en Steven mee en met een andere delegatie van GRADAID om 8 gezinnen te bezoeken die zijn voorgeselecteerd voor een nieuwe woning. Deze huizen worden gefinancierd door giften die zijn binnengekomen via CGK Drogeham en via het diaconaat van de Christelijke Gereformeerde Kerken.
Na een ontbijt van gekookte banaan en gebakken ei konden we op pad. De heren pasten goed op me en zorgden ervoor dat ik in het midden liep, zodat ik twee bodyguards had... Een mooi team. Hoewel de omstandigheden waarin de gezinnen verkeren zeer kritiek is, om te spreken met de woorden van een collega, hebben mijn collega’s toch de gave om op een ontspannen en gemoedelijke manier met de gezinnen in gesprek te gaan, ze op hun gemak te stellen en geintjes te maken tussen de serieuze vragen door.
Twee CASEC, afgevaardigden van de commune, vergezelden ons bij de bezoeken aan de 8 gezinnen in Cotes de Fer. Bij het eerste huis zagen we hoe de muren zijn losgekomen van de houten pilaren en vol scheuren. Bij de tweede woning spraken we de 36 jarige heer des huizes die samen met zijn 26 jarige vrouw 9 kinderen heeft. De muren van hun huis waren omgevallen in orkaan Matthew. Later hebben ze die weer opgebouwd. Het lekt in huis, wat ik gelijk merkte doordat het begon te regenen en ik binnen nat werd. Twee vertrekken, 11 mensen.
Daar vlakbij spraken we met nog een jong echtpaar met twee kinderen. Hun huis was ook deels beschadigd met muren omgevallen in de orkaan en nu recent weer in de aardbeving. Het volgende gezin heeft drie dochters. Vanaf de voorkant lijkt het huis heel wat, maar toen we eromheen liepen, zagen we dat bijna alle muren aan de zijkant en achterkant zijn ingestort. Met z’n vijven kunnen ze nog maar 1 klein vertrek gebruiken en van dat vertrek zijn de muren gescheurd tijdens de aardbeving. Het viel ons op dat de vrouwen jong kinderen krijgen en ook dat er bij meerdere gezinnen een groot leeftijdsverschil zit tussen de man (in de 50) en de vrouw (in de 30).
Bij het volgende bezoek stond er een huis op het erf met alleen nog een dak, alle muren waren vernield. Daar woonde het gezin in ten tijde van de orkaan en daarna hebben ze een ander huis gebouwd op hetzelfde erf. Verscheidene mensen willen hun huis elders herbouwen, dus bezochten we ook die stukken grond. Het volgende huis was ook weer van een echtpaar van 50 en 30 jaar oud. Deze man verloor z’n enige koe en muilezel in de orkaan. Een groot verlies. Ze hebben 9 kinderen, onder wie twee tweelingen, de jongste nog geen maand oud. Een klein huis, waarvan ook de muren waren ingestort en weer zijn opgebouwd.
Daarna spraken we de dochter van een vrouw des huizes die er zelf niet was. Ze is het 11e kind van zowel haar vader als haar moeder, maar de enige van haar vader en moeder samen. Haar moeder heeft nog 10 kinderen bij 2 andere mannen en haar vader 10 kinderen bij 3 andere vrouwen. Zelf heeft ze 4 kinderen van 4 vaders, al is ze nog maar 24 jaar. De jongste is nog geen maand oud. Wederom een piepklein huis met stenen muren. ’s Nachts worden er matten op de grond uitgerold zodat iedereen kan slapen.
Bij het laatste huis had de vader moeite met de namen en leeftijden van zijn 9 kinderen en er was onduidelijkheid over wie er in het huis wonen en hoeveel. De oudste twee kinderen hebben ook kinderen in huis wonen, van wie sommige ouder zijn dan hun jongste broers en zussen. Bijna alle kinderen zitten op een andere school, meerdere wonen bij een oom of tante. De een na jongste zit nu in de eerste klas van de kleuterschool, al is ze al 10. De jongste van 5 gaat nog niet naar school. Beide ouders werken niet, de heer des huizes is ziek en niet in staat om te werken.
Kritieke toestanden, in de woorden van Steven. Wat een moeilijke leefomstandigheden. Het regende gedurig die dag. We troffen onze collega’s in Mare Rouge en wachtten lang op een bord rijst met bonen en zulke gepeperde vis dat die oneetbaar was. In mist, wind en regen kwamen we terug in Dos d’Ane, bij Anouce thuis. ’s Avonds met z’n vieren om tafel om na te denken over ons werk met de corporaties in het Noordwesten.
Het regende die nacht veel en woensdag werden we wakker op een mistige en koude ochtend. Ik keek uit over de wit-lemen weg tegenover het huis van Anouce, het dal in met slierten mist en een geel kleurende lucht. Vervolgens verscheen er een heldere regenboog boven het huis en daarnaast nog een. Een van de auto’s, de Hilux, had problemen met de vierwielaandrijving en kon het erf niet afkomen. Een nieuwe schep werd ingewijd, de mannen zorgden voor gewicht achterin de laadbak en zo kwam de auto uiteindelijk het erf af.
We reden met z’n allen naar AGEHPMDNG, waar ontbijt voor ons klaarstond; gekookte banaan en yam met kip. De ingenieurs bezochten een aantal huizen in aanbouw terwijl de rest van ons in gesprek was met het team van AGEHPMDNG. Ze spraken over Trois Rivières, een rivier in het Noordwesten die een groot deel van de provincie van water zou kunnen voorzien. Ze dachten na over de toekomst van boeren en het belang van irrigatie. Ook vertelden ze over de distributie van hulpgoederen de week ervoor. Het was de eerste interventie na de aardbeving in zeer afgelegen gebieden waar de hulpgoederen als zeer waardevol zijn ontvangen.
Aansluitend bezochten we een aantal huizen. Met de auto kwamen we niet ver, dus gingen we lopend verder. Daarbij zagen we ook bananen bomen die nog het resultaat zijn van stekjes verstrekt na orkaan Mattew. Het eerste huis dat we bezochten is net afgerond. Deze woning maakt deel uit van een groep van 16 gebouwd voor docenten van 3 scholen. Een van hen is overleden tijdens de bouw van zijn huis, na een motorongeluk. Zijn ouders en kinderen zullen in het huis wonen. De schade van de aardbeving was ook duidelijk te zien aan huizen en scholen; scheuren in de muren, delen van muren omgevallen. Een ander huis was 15 minuten lopen, wat er in werkelijkheid 45 waren, in de modder. Na de kou van de ochtend was het nu weer zweten. Een timmerman was bezig de deuren te plaatsen in dat huis.
Op de volgende links zijn een aantal verhalen te vinden van vier van deze 16 docenten en hun gezinnen die recent of binnenkort een nieuwe woning betrekken:
https://cwsglobal.org/simeus-elpeuve/
https://cwsglobal.org/vilaceau-sadilien/
https://cwsglobal.org/marcel-hiluste/
Terug bij AGEHPMDNG kregen we opnieuw een maaltijd, nu met geit, rijst, ovenschotel. Daarna zouden we naar Porrier, naar de basisschool van Dessources en twee woningen daar in de buurt. De LandCruiser kwam in de vierwielaandrijving zonder problemen het pad op, maar aangezien de vierwielaandrijving van de Hilux er tijdens de reis mee was opgehouden, kwamen wij niet ver. Dus reden we maar door naar Jean Rabel om daar een huis in aanbouw te bezoeken en een huis dat eerder is afgerond.
1 en 2 november zijn feestdagen in Haïti. Een van mijn collega’s zei dat aangezien de voodoo aanhangers zeer actief zijn die dag met vieringen bij de begraafplaatsen, de protestantse kerken als tegenhanger gebedsdiensten houden op diezelfde dagen, tegen de duivelse krachten.
Aangezien we geen ontbijt kregen in het gastenverblijf in Jean Rabel, gingen we zonder eten op pad. De ingenieurs gingen toezicht houden op bouwplaatsen en de rest van ons toog naar corporatie KOFEJ in Beldoren. Terwijl Rony alvast met de leden in gesprek ging, bezochten Anouce en ik de vier huizen die met KOFEJ zijn gerepareerd/herbouwd en spraken met de gezinnen. Een van hen vertelde dat zijn vrouw verlamd is en dat hij elke dag haar helpt. Een ander liet ons zien wat ze met de lening doet die ze bij de corporatie heeft; ze verkoopt allerlei voedselproducten, aan huis of op de markt of bij school. Als laatste bezochten we een ouder echtpaar die recent een kind hebben verloren. Terwijl wij binnen in gesprek waren, stond er buiten iemand een slang dood te maken.
Vervolgens schoven we aan bij het gesprek met de leden van KOFEJ, die spraken over de assitentie die de landbouwdeskundigen bieden. Vandaar reden we naar KABM, met een tussenstop bij AGEHPMDNG voor een maaltijd van gekookte bananen en gebakken vis. Ook bij KABM gingen we in gesprek met een groep leden. Terwijl Rony met de ‘oudere leden’ in gesprek was, spraken Martín en ik een groep jongeren die recent het initiatief hebben genomen om een voetbalkampioenschap te organiseren, met steun van Church World Service. Ze hebben eigenhandig een terrein geschikt gemaakt als voetbalveld door alle struiken en bomen ervan te verwijderen. Er zijn uniformen aangeschaft en er is een scheidsrechter aangenomen. Sport kan een belangrijk middel zijn voor gemeenschapsontwikkeling. De jongeren zijn ook actief in landbouw en planten elk jaar op 1 mei bomen.
Ik liep even naar een huis daar in de buurt dat we eerder herbouwd hebben om foto’s te geven aan het gezin. Die krijgen ze niet vaak dus als wij foto’s maken dan drukken we die af voor de gezinnen. Ze vertelden me dat er veel huizen beschadigd zijn, maar niet de huizen die CWS heeft gebouwd.
Van Corail reden we naar Bombardopolis. De lucht kleurde roze en we kwamen in het donker aan, onder een heldere sterrenlucht. De ene nacht hebben we een ventilator aan (als er stroom is) omdat het warm is, de andere nacht hebben we een deken nodig omdat het koud is. Bombardopolis heeft een koeler klimaat. We hadden onderweg een brood meegekregen dat is gemaakt van manioc/yuca.
Na tien dagen rondreizen had de een inmiddels rugpijn, de ander was moe en weer een ander had hoofdpijn. Het zijn zware reizen, lange dagen, slechte wegen maar geweldige mensen. Vrijdag 2 november eindigden we onze rondreis met een bezoek aan corporatie KOKAS in Citerne Remy. Eerst in gesprek met een groep leden van KOKAS. Naar aanleiding van training sessies gegeven via Church World Service hebben ze een kinderclub opgericht die zaterdags en in vakanties samenkomt. Aangezien we op een feestdag kwamen, was de kinderclub ook aanwezig. We hadden een mooi gesprek met de kinderen en een aantal ouders en de leiders van de club. Voorheen mishandelden ouders hun kinderen maar nu zien ze in dat dat niet juist is. Ze beseffen dat ze hun best moeten doen om kinderen naar school te sturen en ze goed te behandelen. De kinderen leren Bijbelteksten, liedjes, ze werken aan onderwijs, doen aan sport en spelen samen. Er komen ongeveer 120 kinderen, elke zaterdag en elke vakantiedag of andere vrije dag. De kinderen en volwassenen spraken over hun dromen voor de toekomst, over kinderrechten, over dat ze landbouwdeskundige of verpleegkundige willen worden. De oudere kinderen helpen de jongere kinderen.
De kinderen wouden iets voor ons opvoeren. Ze stelden zich in twee rijen op, van groot naar klein, en luidkeels zingend marcheerden ze het erf over. Ze sprongen van links naar rechts, bogen hun rug naar voren en achteren. Er is weinig voor nodig om plezier te maken. Een waar geschenk. Dat maakte de dag weer goed.
We spraken verder met een van de kinderen en zijn moeder. Hij vertelde ons dat hij door zijn deelname aan de club meer naar zijn moeder is gaan luisteren en andere kinderen is gaan helpen. Hij gedraagt zich beter op school, heeft zich bekeerd en is anders geworden. Zijn moeder bevestigde dat. Zijn vader is overleden. Moeder zei ook dat ze een van haar andere kinderen vaak sloeg, maar nu zijn ze goede vrienden.
Tegen de middag verlieten we Citerne Remy. De Hilux was al voor ons vertrokken. We hobbelden Mon Chen af. Voordat we in Baie-de-Henne waren, belde het team in de Hilux dat ze een lekke band hadden en een lege band. We konden nergens iemand vinden die banden kan repareren. Uiteindelijk is er iemand vanuit Anse Rouge op de motor naar ze toe gestuurd, met een fietspomp op z’n rug om de lege band op te pompen. Toen wij uiteindelijk bij de Hilux aankwamen, waren de heren met gezichten kletsnat van het zweet de band aan het oppompen. Hoewel ze pech hadden op een plaats met mooi uitzicht op een baai, stond er geen enkele boom in de buurt dus ze bevonden zich in de brandende zon. Algauw konden beide auto’s weer verder, naar Anse Rouge. Daar kon de lekke band gerepareerd worden.
Al met al waren we pas laat in Gonaïves, waar we zaten te dubben of we nog die dag in Port-au-Prince konden komen of dat we onderweg moesten overnachten. Na 10 dagen wouden de heren natuurlijk graag naar hun gezinnen dus we kozen ervoor om door te gaan. Bij Saint Marc strandde de Hilux echter opnieuw met pech, dit keer iets ernstiger want de bouten van een van de wielen braken af, dus daar kon niet mee verder gereden worden. Toen moesten we alsnog een hotel opzoeken. We hadden sinds de vorige middag nog niks gegeten. Uiteindelijk kregen we pas om negen uur ’s avonds een maaltijd.
Zaterdag drie november kwam er iemand bij de Hilux om de velgen te verwisselen en de afgebroken bouten te verwijderen zodat de auto weer verder kon. Aangezien Martín die dag z’n vlucht naar Argentinië moest halen, vertrokken wij alvast in de LandCruiser. Op een gegeven moment stak een auto die voor ons reed de weg over om linksaf te slaan, alleen keek de bestuurder daarbij niet of er ook een tegenligger aankwam. En die was er. De tegenligger remde hard maar werd toch nog geschampt en knalde achterop een geparkeerde auto. Het was nog wel een lijkauto met een kist erin.
Nadat we Martín bij het vliegveld hadden afgezet, brachten we Elondieu thuis in Croix-des-Bouquets en toen Steven in Pelerin. Beide families gegroet en gelijk de auto gaan wassen. De Hilux was inmiddels ook al gearriveerd. Na elf dagen weer thuis.
-
23 November 2018 - 09:50
Ina Schuijers:
Hallo Margot,
wij vliegen zondag 25 nov 2018 ook richting Haiti.
ik hoorde dat er op dit moment ook rellen zijn in het land.
Weet jij daar iets van ?
is het momenteel veilig om te gaan?
tickets en hotel zijn al betaald.
hoop dat je dit tijdig leest.
bvd, -
23 November 2018 - 18:27
Margot De Greef:
Hallo Ina Schuijers. De bevolking spreekt zich uit tegen corruptie, wat op zich een goede zaak is. Ze eisen verantwoording over miljoenen dollars ontvangen via Petrocaribe waarbij onduidelijkheid bestaat over de besteding van dit geld. Deze week zijn de meeste scholen en bedrijven gesloten gebleven en was er geen openbaar transport. Demonstranten richten wegblokkades op en maken vervoer op die manier onmogelijk. Het is lastig te zeggen hoe het volgende week gaat. Het is sowieso wel veilig om hier te komen. Ik weet niet of jullie van plan zijn rond te reizen, maar dat kan misschien lastig worden als er wegen geblokkeerd zijn. Zolang je uit de buurt blijft van demonstraties, is er weinig aan de hand.
Reageer op dit reisverslag
Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley