Voedsel(on)veiligheid, bouw, oud en nieuw
Door: Margot de Greef
Blijf op de hoogte en volg Margot
06 Januari 2019 | Haïti, Kenscoff
De volgende ochtend om kwart over zes vertrokken we naar Pendu. In het centrum van Gros Morne was de schade van de aardbeving van oktober duidelijk zichtbaar. Muren van scholen en kerken gescheurd, daken eraf, het politiebureau beschadigd, enz.
We lieten de auto aan het begin van het dorp Pendu achter, bij de katholieke kerk, aangezien het marktdag was en het dorp onbegaanbaar zou worden. Vandaar liepen we de bergen in naar Mayonbe. Het was het eerste bezoek van Patrick aan dit dorp en hij is erachter gekomen dat de berg naar Pavillon niks voorstelt vergeleken bij Mayonbe. De heren klommen hijgend en zwetend de hellingen op. Ik was ze al snel voor en wachtte ze onderweg gedurig op, genietend van de prachtige omgeving. Het maakt niet uit hoe vaak ik die berg beklim, het blijft een indrukwekkend landschap, de bergen rondom, zicht op het dorp in het dal, vergezichten.
Onderweg bekeken we gelijk het werk dat is gedaan aan het pad, dat helaas alweer erg uitgesleten is door regen en een gebrek aan kanalisering. Tijdens het werk zijn diverse waterleidingen gebroken die te ondiep ingegraven waren. Een constante stroom mensen liep de berghelling af, op weg naar de markt. Velen van hen groetten me bij name en stopten even om een praatje te maken. Verscheidene mensen hielden hun slippers in de hand en daalden op blote voeten de berg af, om te voorkomen dat de slippers kapot gaan. De resultaten van het herbebossingsprogramma en de bodembescherming zijn ook duidelijk zichtbaar.
Eenmaal op kantoor van corporatie KAMM in Mayonbe aangekomen, constateerden we dat het gebouw is beschadigd in de aardbeving van afgelopen oktober. We kregen eigen gebakken stroopkoek en bananen vers van de boom en werden vervolgens meegenomen voor nog een wandeling. Waar gaan we naartoe? Naar de waterbron. Waar is die? Verder weg dan waar jullie net vandaan komen. We kwamen voornamelijk om een plan te bespreken dat KAMM heeft ingediend voor reparatie van een watersysteem dat een aantal jaren geleden is geïnstalleerd. Via zwaartekracht wordt het water van een bron naar reservoirs geleid, die 13 kranen verspreid in de omgeving van water voorzien. Er zijn nog maar 2 functioneel op dit moment. Dus we volgden de leidingen (deels gebroken) langs de reservoirs naar de waterbron, over nog meer schitterende berghellingen. Rony had zo’n dorst dat hij gelijk maar van de gelegenheid gebruik maakte om z’n waterfles te vullen. Patrick sneed een tak af om de snelheid van het water te testen. Een van de leden van KAMM wees me op een historische plaats, een fort. Zelfs daar helemaal, op die afgelegen plek.
Zo waren we de hele ochtend aan de wandel. De heren hadden zin in eten en gelukkig kregen we terug op kantoor gekookte plantanen, yanm en ‘breadfruit’. Ze hadden me net een gebruik uitgelegd om bij kinderen in de schoolvakantie diarree te veroorzaken om zo de ingewanden ‘schoon te maken’ toen ik prompt een latrine nodig had. Die heeft de school gelukkig. Ik ging met enig angst en beven naar binnen, aangezien de vloer gescheurd en verzakt is en de betonnen pot zelf ook gescheurd is, als resultaat van de aardbeving. Je zult erdoor zakken...
Vervolgens hebben we met de comitéleden verder gesproken over de plannen om het watersysteem te repareren. Ook spraken we over het landbouwprogramma en de assistentie die KAMM krijgt van een van de landbouwdeskundigen in het programma. Ze hebben onder andere een grote plantage van plantanen aangelegd. We bekeken de financiële administratie en gaven daarover enkele adviezen.
Slippend en trillend over de stenen daalden we de berg weer af. De beenspieren werken flink. Onderaan bezochten we de plantanen plantage van KAMM, waar 394 plantanen geplant zijn. De katholieke kerk had gelukkig ook een latrine, die goed van pas kwam. Rony dronk ongezuiverd water en ik raakte prompt in de diarree... Het was weer mooi teamwerk.
We reden naar Bassin Bleu en staken daar de rivier Trois Rivières over om via Passe Catabois naar Jean Rabel te rijden. Ik stond voor de rivier te kijken hoe/waar we moesten oversteken. Rony stapte uit om iemand te vragen waar het ’t ondiepst was, de vierwielaandrijving ging aan en zo kwamen we veilig en wel door het water naar de overkant.
Pas om negen uur ’s avonds kwamen we aan in Jean Rabel. De eerste lange dag van een week van lange dagen. Het gastenverblijf was aardig vol, wat betekent geluiden van radio’s, telefoons, computers en gesprekken.
Woensdag om zeven uur ’s ochtends vertrokken we weer. De avond ervoor hadden we bij een restaurant buiten Jean Rabel gevraagd hoe laat er ontbijt zou zijn; zeven uur. We waren er om half acht maar er was niemand, dus reden we zonder ontbijt naar Nan Kolen. Het had geregend die nacht en het regende nog toen we vertrokken.
Bij corporatie KEPK maakte ik kennis met de boekhouder. Vijf van de tien corporaties hebben inmiddels een boekhouder aangenomen, om ze te helpen de financiële administratie beter op orde te krijgen. De boekhouder van KEPK is goed bezig en heeft al allerlei documenten opgesteld. We bespraken het financieel verslag van de bouw van 3 huizen met het comité, maar de leiders begrijpen weinig van een verslag en zeggen enkel dat ze al een dagje ouder worden en niet weten wat een goede factuur is. De sfeer was echter goed en het gesprek vond half schertsend plaats. Het is jammer dat er een gebrek aan kennis en capaciteiten is bij de corporaties. De boekhouder kan het ook niet alleen doen.
Aansluitend bezochten we de groentetuin van een van de leden van KEPK, die al jarenlang lid is. Ze vertelde hoe ze met een kleine groentetuin was begonnen en nu dankzij adviezen van de landbouwdeskundige nieuwe technieken heeft leren toepassen om de productie te vergroten.
Vandaar reden we naar ICEDNO in La Reserve, eveens voor het bespreken van financiële verslagen van huizenbouw (een eerste groep van 10 huizen en een tweede groep van 8 huizen). We spraken met comité leden en diverse gezinnen.
Toen konden we de paar uur lange rit naar Jean Rabel weer aanvangen, om ’s avonds eindelijk een maaltijd te nuttigen aldaar. In mist en kou (voor hier) kwamen we half negen ’s avonds aan in Dos d’Ane, bij collega Anouce. Onze collega’s Elondieu en Steven waren daar ook en lagen al diep onder de wol om op te warmen. Zelfs Anouce zegt dat hij het water ‘enkel groet’, oftewel ze vinden het te koud om te douchen. Ik ben echter gewend aan temperaturen van Kenscoff, die nog lager zijn dan in Dos d’Ane.
Ook die nacht bleef het regenen. Het water tikte op het golfplaten dak. ’s Ochtends hadden we een afspraak op het kantoor van GRADAID in Mare Rouge. Wegens de regen was nog niet alle staf er. We verdeelden de taken. Patrick besprak een financieel verslag van 10 huizen met ze. Ik nam hun verslag over bodembescherming en verminderen van risico’s van rampen met ze door. Rony deed een financiële controle van het financiële verslag daarvan.
Deze dag hadden we zowaar de gelegenheid om tussen de middag te eten in het restaurant in Mare Rouge. Daar kwamen we ook Elondieu en Steven weer tegen. Met z’n allen reden we vervolgens naar corporatie KED in Dupre, waar Anouce ons al opwachtte. KED heeft een plan ingediend voor de bouw van een waterreservoir verbonden aan een aantal kranen in de omgeving. Dat plan bespraken we met ze. De cijfers lijken soms uit de lucht gegrepen en het budget is op een onverklaarbare manier samengesteld, dus daar moet nog het een en ander verduidelijkt worden. De kwaliteit van het water dat ze drinken is slecht, daarom willen ze graag iets doen om beter water beschikbaar te stellen voor de inwoners.
Het is ook de bedoeling dat KED binnenkort leningen gaat verstrekken om jeugd in staat te stellen een beroepsopleiding te volgen, dus spraken we eveneens over het beleid en de uitvoering daarvan.
Die avond sliepen we opnieuw in Dos d’Ane. Vrijdagochtend vroeg vertrokken we naar corporatie KOEB in Baie-de-Henne. Rony ging op pad met landbouwers om hun gewassen te bekijken en met ze in gesprek te gaan over de steun en adviezen die ze krijgen van de landbouwdeskundige en via de corporatie. Patrick en ik waren intussen in gesprek met het comité om het financiële verslag van de bouw van 4 huizen te bespreken en ook een plan dat KOEB heeft ingediend voor herbebossing en bodembescherming. Maar ook hier moeten aanvullende vragen beantwoord worden om de cijfers correct te krijgen en er min of meer van op aan te kunnen dat het plan goed uitgevoerd wordt. Hoewel de meeste corporaties actief zijn op landbouwgebied, ontbreekt het ze aan capaciteiten op administratief en organisatorisch gebied. Onze collega Anouce is op dat vlak veel met ze aan het werk.
Ook bij KOEB maakten we kennis met een nieuwe boekhouder en bekeken we de financiële administratie. Toen we aan het eind van de ochtend ons werk daar afrondden, vertrokken we naar Gonaïves. Rony vertelde ons dat hij bijna van z’n stokje was gegaan tijdens de bezoeken aan de landbouwers. Hij had een stoel aangeboden gekregen en er was een fles water voor hem gehaald. Het is wat, en dat in het kader van een bezoek aan een voedselveiligheidsprogramma... Het was inderdaad een zware week, met één maaltijd per dag (niet een keer ontbijt), vroeg op en laat terug.
Bij L’Estère waren binnen een paar honderd meter afstand van elkaar twee ongelukken gebeurd. Eerst stonden we vast achter twee auto’s die elkaar van de zijkant hadden geraakt, blijkbaar bij een inhaalpoging. Emmers met verf die in de laadbak stonden, waren opengebarsten en over de auto gevlogen. Vervolgens zagen we een auto op de kop in de sloot liggen. Mensen daalden af in het water om de chauffeur uit de auto te trekken. Later op de avond toen we thuis waren, hoorden we dat de coördinator van GRADAID die dag ook was aangereden. Allemaal ongelukken.
Na een maaltijd in Gonaïves reden we verder naar Port-au-Prince. We kwamen de stad met veel file binnen. In ieder geval voerden we onderweg interessante gesprekken. Elondieu en Steven waren voor ons aangekomen en hadden de huurauto ingeleverd, dus pikten we Steven op. We reden binnendoor via Tete l’Eau, waar huizen en een markt zijn gebouwd in een ravijn dat regelmatig onder water staat. Nadat ik de gebroeders Nelson thuis had afgezet en hun familie had gegroet, kon ik als laatste naar huis.
Ook in het weekend ging het werk door, want er moest een verslag van GRADAID ingediend worden bij donateurs Rise Against Hunger en Growing Hope Globally, over bodembescherming en vermindering van risico’s van rampen. De auto moest eveneens gewassen worden en er werd terecht tegen me gezegd dat die wel heel erg vies was, met alle modder van het Noordwesten eraan.
De week na terugkomst moest er een verslag ingeleverd worden over ons werk met de corporaties en SKDE op het gebied van landbouw, voedselveiligheid en financiële administratie, aan donateurs Growing Hope Globally en Evangelical Lutheran Church of America. In voorbereiding daarop hadden we een vergadering met SKDE, die maar liefst vijf uur lang duurde. De corporaties functioneren niet op alle gebieden goed en ook zijn er problemen met het terugbetalen van microkredieten. Deze week heeft Fondasyon Limyè Lavi een training gehouden voor corporaties KPPG en KOKAS over kinderrechten.
In het Noordwesten zijn met GRADAID de funderingen van vijf nieuwe huizen gelegd. Deze maand gaan we eveneens van start met de bouw van acht huizen in Ganthier/Boen, in samenwerking met SSID en gefinancierd door UMCOR. De laatste acht huizen voor Ganthier. Ook zijn we in gesprek met de Grieks orthodoxe kerk om te bekijken of we eventueel kunnen samenwerken aan de bouw van een school in Pétion-Ville. ASR kwam langs om hun werk op het gebied van lobbyen voor kinderrechten te bespreken. Aangezien ze bijna twee uur na de afgesproken tijd arriveerden, hebben we het gesprek kort gehouden. Zo nu en dan reizen we met z’n drieën op de motor naar huis, waarbij ik ingeklemd zitten tussen de chauffeur en andere passagier. Toen de politie een controle hield, kozen we een andere route want de motor heeft geen kenteken.
Vrijdag 21 december waren alle collega’s op een na aanwezig op kantoor. Dat gebeurt niet zo vaak, aangezien iedereen normaalgesproken in diverse hoeken van het land werkzaam is. We hebben het jaar met een gezamenlijke maaltijd afgesloten. Roseline had extra haar best gedaan om een feestmaal op tafel te zetten, met sla, tomaat, komkommer, broccoli, avocado, gebakken plantanen, patat, gehaktballen, kip, geit, rijst, fruit, verse vruchtensap. Twee collega’s animeerden het samenzijn en een ieder kreeg het woord om terug te kijken op het jaar 2018.
De vogende dag, zaterdag, wilde ik wat prijsopgaven halen en inkopen doen. Het bleek echter topdrukte te zijn op de weg. De dag begon al met een fout aan de kassa in de supermarkt, waar ik bijna $ 100 in rekening gebracht kreeg voor een paar plakjes kaas... Nadat de auto schoon gewassen was, reed ik naar Tabarre. Op een kort stukje weg stond het verkeer volledig vast, waardoor het ontzettend veel tijd kostte om op de plaats van bestemming te komen. Daar was de parkeerplaats ook onbegaanbaar, ik kon het terrein niet eens opkomen. Een groep mannen verzamelde zich om de auto en begon erop te slaan om me onder druk te zetten om verder te rijden. Dat heb ik uiteindelijk maar gedaan, dus de tocht was voor niks geweest. Toen een poging gewaagd om op Delmas prijsopgaven te halen. Een bewaker wees me een parkeerplaats en wenkte van ‘kom maar’ in een ruimte waar helemaal geen auto kon staan. Als ik zijn aanwijzingen had gevolgd, zou ik minstens twee auto’s geraakt hebben. Na nog meer file van Delmas naar Péton-Ville, bleek de winkel daar dicht te zitten. Dat was dus vijf uur onderweg voor niks. Geen goede dag. Verscheidene bedrijven zijn nog steeds dicht na de oproer van 6-7 juli waarbij bedrijven geleegd en in brand gestoken zijn. Aan de kant van de weg waren eveneens veel bedelaars te vinden en jongemannen die de auto met een lap stof schoon willen maken.
Uiteindelijk heb ik na die dag toch het gezochte kunnen kopen en naar collega Kettely gebracht. De weg door Port-au-Prince geeft gedurig vergezichten op opeengepakte huizen maar ook de bergen die de stad omringen. Om bij Kettely te komen, volgde ik een weg die steeds smaller werd. Ik wurmde tussen auto’s, motoren en kooplieden door, tot ik niet verder kon. Kettely kwam me tegemoet. Een groepje mannen gaven me allemaal aanwijzingen waar ik kon parkeren, om vervolgens te zeggen dat ik daar niet kon parkeren... Het werd mij te heet onder de voeten, dus ik heb enkel het pakket afgeleverd en ben vertrokken. Kettely’s huis ligt op een berghelling waar alleen een voetpad naar leidt. Een man tilde het 52 kg zware pakket op z’n hoofd en sloeg het pad in. Hoe is het mogelijk. Met veel moeite wist ik de auto te keren op het smalle stuk weg en kon ik vertrekken.
Kerst speelt in Haïti geen belangrijke rol. Pasen wordt hier uitgebreider herdacht, met dagelijkse diensten in veel kerken. De reden daarvoor is me nog niet helemaal duidelijk, aangezien er toch geen kruisiging en opstanding mogelijk geweest zou zijn zonder de geboorte van Jezus. Hoe dan ook, ongeacht waar we zijn of wat voor vorm er wordt gegeven aan Kerst, we kunnen overal ter wereld de geboorte van Jezus herdenken.
De periode rondom kerst en oud en nieuw heb ik vooral gebruikt om een serie financiële verslagen over huizen- en scholenbouw door te nemen en af te sluiten. 26 december was ik samen met collega Patrick op kantoor om financiën door te nemen. ’s Middags reed ik naar het centrale kantoor van de politie om mijn verblijfsvergunning op te halen. Er zat nog iemand te wachten op haar verblijfsvergunning, maar er was niemand in het hokje bomvol papieren. We werden naar een ander vertrek geleid, waar iemand onze verblijfsvergunningen opzocht. Toen terug naar het hokje vol papieren om een handtekening te zetten voor ontvangst. Het blijft mij een raadsel hoe ze de weg weten te vinden tussen al die formulieren.
Donderdag 27 december liep de wekker vroeg af. Ik haalde collega William op om samen naar Grand Anse te reizen. We stonden algauw in de file, waar we zo’n 2.5 uur hebben doorgebracht. Zo duurde de rit extra lang. Terwijl we muurvast stonden, kwam een motoragent langs en sloeg op onze auto om plaats te maken, maar we waren aan alle kanten omringd door auto’s. Ik was al zeven uur onderweg toen we in Les Cayes aankwamen. Daar moesten we wat dingen regelen. Ik heb voor het eerst kennis gemaakt met de leverancier van de bouwmaterialen voor de scholen in Grand Anse. We zijn eveneens betonblokken gaan betalen die deze week geleverd worden voor de bouw van de muren van de school in Cassavon.
Van Les Cayes reden we verder naar Beaumont. Onderweg bezochten we in Duchity een huis dat is gebouwd voor een docente. Tegen de avond waren we in Beaumont. We hadden het koud die nacht, onder enkel een laken. Vroeg in de ochtend werden de klokken geluid als oproep voor de katholieke mis.
In Grand Anse is over het algemeen wel eten te vinden, anders dan in het Noordwesten, er is beter telefoon signaal en de afstanden tussen de bouwplaatsen zijn minder ver. Het landschap is totaal anders. Ik genoot van de mooie omgeving en de groene bergen, toen we ’s ochtends naar Roseaux reden. Daar hadden we gehoopt de bouw van drie huizen voor docenten af te kunnen ronden, wat niet is gelukt. Bij een van de huizen werden de ramen (bestaande uit half-open betonblokken) geplaatst. De ijzerwerker was onvindbaar en een andere bouwer was in de rechtbank voor een familieconflict, dus hebben we onze plannen voor de dag maar gewijzigd en zijn naar Mentor gereden. In deze periode wordt er ’s nachts veel gevist op een mini-visje dat relatief veel geld oplevert, dus de mannen zijn ’s nachts in zee en slapen overdag.
Onderweg naar Mentor bezochten we nog twee huizen voor docenten die met OJEDEP gebouwd worden. Bij de school van Mentor bekeken we of de houten banken die gemaakt zijn al af zijn. We spraken de directeur en bezochten nog een docent in een nieuw huis.
Vervolgens reden we naar Clement, waar we de auto achterlieten om de berghelling naar Pavillon op te lopen. Het huis van de directeur van de school in Pavillon is nu zover dat de muren gebouwd zijn. De school zelf is inmiddels in geel-bruine kleuren geschilderd. Er is een trap gebouwd om op de veranda te komen, waarop de deuren van de klaslokalen uitkomen. Er is tevens een helling gebouwd om de school voor rolstoelen toegankelijk te maken. De latrines zijn inmiddels ook gebouwd. Er resteren nog een aantal correcties en afrondend werk, maar de school is klaar voor gebruik. De nieuwe schoolborden waren allemaal al beschreven. De kinderen krijgen nu les in een stevig, veilig gebouw, waar zon en regen ze niet deert. Het is een heel karwei geweest om deze school te bouwen in een gebied waar alle bouwmaterialen te voet aangeleverd moeten worden, maar het was de moeite waard, juist daar.
Terug in Clement bezochten we nog een docent, om vervolgens weer naar Beaumont te rijden. De hoteleigenaars waren blij William weer eens te ontvangen, die de laatste tijd vaker in Pestel sliep dan in Beaumont. Als de generator uitgaat is het bedtijd. In ieder geval kregen we nu een deken, dus hadden we het minder koud ’s nachts.
De volgende ochtend trok ik twee grote stekels uit mijn schoen, die verklaarden wat ik in mijn voetzool had voelen prikken bij het afdalen van de vele stenen op het pad van Pavillon. Aan het uitgebreide ontbijt was te zien dat ze echt blij waren William te zien, en de eigenares zei vervolgens ook dat ze dat expres had gedaan; yanm, avocado, eieren, vis, spaghetti, bananen, passievruchtensap. Anders dan in het Noordwesten hadden we deze reis niet te klagen over gebrek aan eten.
We reden opnieuw naar Roseaux, waar we nu wel de bouwlieden aantroffen. We hebben de halve dag doorgebracht bij een van de huizen, waar het ijzerwerk voor de bovenste dwarsbalk in elkaar werd gezet. Intussen zaten we met de eigenaar des huizes te praten, docent in Roseaux. Hij hakte een paar kokosnoten open zodat we de melk konden drinken en de kokos eten. Zijn grond grenst aan de zee.
Van Roseaux reden we via Carrefour Charles en Corail naar Pestel. William en Yvens hebben aan de weg van Carrefour Charles naar Corail gewerkt in hun tijd bij het Ministerie van Openbare Werken. William liet me zien waar ze de weg omgelegd hebben van een afgrond naar hoger in de bergen. Mooi uitzicht op een vallei en op de zee. We reden het dorp Corail door, gelegen aan zee, waar sommige huizen tussen de mangroves zijn gebouwd, half in zee. Onbegrijpelijk.
Onderweg van Corail naar Pestel bezochten we nog vier huizen van docenten. In dit gebied zijn nog een aantal andere organisaties huizen aan het bouwen, maar in een heel andere stijl en helaas op een manier die niet voldoet aan de bouwnormen. De schade van orkaan Matthew is nog steeds overduidelijk in de gemeente van Pestel. Nog steeds staan vele huizen, kerken en scholen er beschadigd en vernield bij.
Onder een heldere sterrenlucht kwamen we aan bij hotel Karibu in Pestel, waar we samen yanm, rijst en lambi (schelpdier) aten. Er zijn zowaar bedden in het hotel nu. Voorheen lagen de matrassen gewoon op de grond, maar blijkbaar hebben ze nu bedden aangeschaft, dus dat is een vooruitgang. De emmer water die ik kreeg om te douchen, werd aangeleverd zonder bakje om het water eruit te scheppen, dus sneed ik een waterfles open met m’n zakmes. We zijn op alles voorbereid.
De vierde dag begonnen we met een bezoek aan de school van Cassavon. Zo kon ik met eigen ogen zien wat voor werk er is verricht aan het pad. Ze hebben er zelfs beton aangelegd. Ik kon direct naast de bouwplaats parkeren. Dorpsbewoners waren begonnen met het kapotslaan van stenen om de kleinere brokken te kunnen gebruiken in de bouw, maar er was zoveel nodig dat het niet aan te slepen was, dus de burgemeester heeft een aantal truckladingen vol aangeleverd. De betonvloer van het ene gebouw is gestort, terwijl het ijzerwerk voor de pilaren en de fundering van het andere gebouw ook geplaatst zijn. De fundering is tot 2.5 meter diep gegraven in de rode aarde. Indrukwekkend, al dat betonijzer.
We groetten de burgemeester van Pestel die we in het dorp tegenkwamen en bezochten onderweg nog vijf huizen, het laatste in Tozia. Daarmee sloten we de bezoeken af aan alle bouwplaatsen in Grand Anse; 18 huizen en 3 scholen. We keerden terug naar Les Cayes en vandaar naar Port-au-Prince. Nadat ik William thuis had afgezet, reed ik verder naar Kenscoff. Onderweg werd ik afgesneden in een bocht. Veel agressie in het verkeer.
Op de laatste dag van het jaar heeft de LandCruiser een grondige schoonmaakbeurt gekregen die heel de dag duurde. Na een ontbijt met een vriend bracht ik de rest van oudjaarsdag door met ICEDNO op kantoor om financiële verslagen van huizenbouw af te ronden en een audit voor te bereiden.
1 januari is onafhankelijkheidsdag in Haïti. Dit jaar werd 215 jaar onafhankelijkheid herdacht. De traditionele maaltijd voor deze dag is pompoensoep, wat tijdens de slavernij door slaven voor hun meesters bereid moest worden zonder dat ze er zelf van konden of mochten eten. Ik reed die dag naar de bergketen waar ik normaal op uitkijk vanuit Guibert; Fort Jacques. Mooi uitzicht op de bergen en Port-au-Prince in het dal en de zee. Mijn petekind Djoulissa kwam met wijd open armen op me afgerend en pakte me bij de hand, terwijl haar zusje mijn andere hand pakte. Hun oom had me uitgenodigd om pompoensoep bij ze te komen eten. De familie had zich verzameld; neefjes, nichtjes, broers, zussen. Het was een goed begin van het jaar 2019, gemoedelijk en ongedwongen in aangenaam gezelschap. Er werd ter plekke ‘marinad’ bereid, wat wel wat op oliebollen lijkt. Daarna nog de familie Nelson gelukkig nieuwjaar wezen wezen in Pélerin.
2 januari was ik weer op kantoor. Ik kreeg zowaar bezoek van een Canadees die in mijn vroege jaren hier ook in Haïti woonde en nu terug was voor een bezoek. 3 januari waren ook de collega’s weer op kantoor, met volle mankracht. Twee contracten zijn in december afgelopen. Die waren rechtstreeks verbonden aan het werk gerelateerd aan orkaan Matthew. Het is een groot plezier geweest om een paar jaar met een groter en getalenteerd team te kunnen werken. Nu loopt de financiering voor orkaan Matthew ten einde.
Vrijdag waren we bijeen met alle acht leden van CWS die betrokken zijn geweest bij het werk naar aanleiding van orkaan Matthew. We begonnen de dag met devotie en hebben verder samen een evaluatie gehouden over de huizen- en scholenbouw, de distributie van zaden, het werk met onze partners, donateurs en staf. Na meer dan een week in de garage, haalden we de Hilux op, die echter nog niet volledig gerepareerd was. Een van mijn collega’s zat uren te wachten bij de tandarts, waar de generator het niet deed en de stroom uitviel, dus uiteindelijk keerde hij onverrichterzake terug naar huis. En zo blijft het leven ons hier verrassen...
Alweer een jaar voorbij. Ook aan het begin van 2019 weten we niet wat het jaar ons brengen zal.
Wat de toekomst brengen moge, mij geleidt des Heeren hand. Zo is het, zo was het en zo blijft het.
Reageer op dit reisverslag
Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley