Noordwest/Noord, Santo Domingo en veel tegenslagen - Reisverslag uit Ciudad Trujillo, Dominicaanse Republiek van Margot Greef - WaarBenJij.nu Noordwest/Noord, Santo Domingo en veel tegenslagen - Reisverslag uit Ciudad Trujillo, Dominicaanse Republiek van Margot Greef - WaarBenJij.nu

Noordwest/Noord, Santo Domingo en veel tegenslagen

Door: Margot de Greef

Blijf op de hoogte en volg Margot

11 Maart 2015 | Dominicaanse Republiek, Ciudad Trujillo

Toen ik thuiskwam uit Canada was het waterreservoir bij huis helaas nog net zo leeg als ik het had achtergelaten; het wil nog steeds niet regenen in Kenscoff. Ik haalde het touw omhoog om een emmer water te vullen, maar zag niet dat er een hagedis aan het touw hing, totdat ik in het beestje kneep waarop hij een gil gaf om hem los te laten. Het verschil met stromend, warm water dat niet op raakt...

Maandag na terugkomst vertrok ik gelijk weer naar het Noordwesten, samen met drie anderen. Ook een team van KDRe was onderweg naar het Noordwesten, om waterputten te gaan boren in Lamontay. Tot nu toe is dat echter een aaneenschakeling van problemen. Er gingen twee auto's op pad vanuit Port-au-Prince. Bij Cabaret in de buurt kreeg de auto met materialen een ongeluk. De inzittenden zijn gelukkig ongedeerd gebleven, maar de auto kon niet verder, dus moest er alternatief transport geregeld worden. Dat werd de volgende dag. Toen voegde ook de truck met boor apparatuur zich bij het transport. Het vlotte allemaal niet, vervolgens verdwaalde de chauffeur ook nog en al met al moest er opnieuw onderweg overnacht worden. Op de derde dag kreeg de truck pech onderweg. De chauffeur heeft de truck achtergelaten en is teruggekeerd naar Port-au-Prince om de benodigde auto-onderdelen te halen. De auto met materialen is doorgereden, maar die chauffeur zag het niet zitten om de berg af te dalen naar het dorp (en vooral om er weer tegenop te komen), dus heeft hij zijn lading op de helling gelost en hebben de inwoners alle spullen naar het dorp gedragen. Drie dagen later was de truck nog niet gerepareerd, dus keerde onze collega van KDRe uiteindelijk terug naar Port-au-Prince. Daar hadden we een gesprek met de Baptisten conventie die de putten gaat boren. Afgelopen woensdag zijn ze opnieuw vertrokken, met auto-onderdelen. Ook nu weer kregen ze pech onderweg, waardoor ze weer onderweg moesten overnachten. Donderdag zijn ze dan eindelijk goed en wel aangekomen in Lamontay, waar direct is begonnen met het boren van de eerste waterput. Op 45 meter diepte werd echter nog steeds geen water aangetroffen. Maandag zijn ze op een andere plaats gaan boren, totdat een onderdeel van de boor op 33 meter diepte in de grond bleef steken en niet met het apparaat omhoog kwam. Dat betekent een nieuw onderdeel halen, dus vandaag is het team weer naar Port-au-Prince teruggekeerd. Het heeft heel wat voeten in aarde. De bewoners wachten vol spanning op het moment dat er water bereikt wordt, uitziend naar het moment dat ze niet meer een eind hoeven lopen op een gevaarlijk pad naar water dat niet schoon is. Ze zijn dan ook zeer gemotiveerd om water aan te dragen en de helpende hand te bieden bij het proces.

Intussen verliep onze reis voorspoediger en wij bereikten nog voor de rest het Noordwesten. De dag ervoor was de vrouw van een van de leiders van een corporatie compleet onverwacht overleden. Ze had zich klaargemaakt om naar de kerk te gaan, haar bloeddruk steeg en ze stierf. In de Haïtiaanse cultuur is aanwezigheid bij overlijden, condoleren, of begrafenis erg belangrijk om steun te betuigen aan de familie. We wijzigden onze plannen dan ook en reden eerst naar Dupre, om de leider van de corporatie te condoleren. De begrafenis vond ook diezelfde dag plaats en de tuin zat al vol mensen. Hij was zichtbaar aangedaan door dit verlies van zijn vrouw, nog maar in de veertig. Het was goed te zien dat andere leden van alle corporaties aanwezig waren om hem te steunen. Dezelfde dag kreeg ik nieuws van het overlijden van een tante van vrienden, dus afgelopen zaterdag zat ik nog voor 7 uur 's ochtends in de kerk voor een rouwdienst.

Van Dupre reden we naar Lacoma, om in gesprek te gaan met het team agronomen van ADRUH. Het heeft de afgelopen tijd eindelijk geregend in Lacoma en het verschil was duidelijk zichtbaar en voelbaar: er waaide een aangenaam verkoelende wind, de omgeving oogde een stuk groener en er is water opgevangen in de watertanks. We bezochten een van de watertanks in Lacoma. De groentetuin ernaast toont een heel verschil met januari: nu een weeldig bloeiende, groene tuin, met tomatenplanten en uien flink gegroeid.

Vandaar ging het verder naar Port-de-Paix, waar we inmiddels een 'vast' restaurant hebben om te eten, met een zeer vriendelijke bediende. Het eten was echter op, maar hun service ging zo ver dat de dame ons meenam naar een ander restaurant. Eten vinden blijft een uitdaging op deze reizen.

We overnachtten in La Pointe des Palmistes, vanwaar we de volgende ochtend verder reden naar Saint Louis du Nord. Bij Rivière des Bas werden we opgewacht door een aantal medewerkers van de organisatie ADAG, die ons hadden uitgenodigd voor een kennismaking. De brede rivier moest strategisch overgestoken worden, aangezien er geen brug ligt. We volgden een taptap door het water naar de andere oever. Het eigenlijke kantoor van ADAG is in Gaspard, gelegen op een berg en enkel te voet bereikbaar, maar wij ontmoetten hen in een ander gebouw halverwege de berg. Een goed gesprek met een groep mensen die zich inzet voor de agro-ecologische ontwikkeling van hun dorp. Het is een totaal andere omgeving dan Lacoma; in tegenstelling tot de droogte van Lacoma regent het vrijwel maandelijks in Gaspard, hoewel het aan schoon drinkwater wel ontbreekt. Het is er groen en er groeit veel meer. Voorheen werd er veel cacao en koffie geproduceerd in dit gebeid en dat willen ze graag weer oppakken. Ook groeit er veel 'breadfruit', wat ze willen omzetten in bloem of cornflakes. ADAG werkt veel aan het imago van lokale producten; mensen zijn meer waarde gaan hechten aan lokale producten en gebruiken liever lokale producten in plaats van geïmporteerde producten.

Van Gaspard sloegen we de weg in naar Anse-à-Foleur. Volgens sommigen een ontoegankelijke weg, maar dat viel best mee. Ik wou deze route allang graag een keer rijden en het was absoluut de moeite waard. Een prachtige route, slingerend langs de kust met schitterende vergezichten op zee, het eiland La Tortue, bergen. Na Anse-à-Foleur weer een rivier oversteken. Links de zee, rechts een imposante bergenreeks, schitterend uitzicht en alles heel groen. Op een gegeven moment kregen we van een tegemoetkomende motorrijder te horen dat de weg verderop geblokkeerd was. Inderdaad kwamen we even later bij een punt waar een bulldozer aan het werk was. De chauffeur was zo vriendelijk om in een half uur tijd het pad zover begaanbaar te maken dat we er langs konden; stenen van de weg in de afgrond duwend, beetje gelijkmaken en aanstampen. Toen deze horde genomen was, keken we uit op een dal met een dorp gelegen naast een rivier. We daalden de berg af en moesten verderop deze rivier oversteken, ook weer zonder brug. Een truck zat vast op de betonplaat op de bodem die de oversteek makkelijker zou moeten maken, maar er zat een gat in, waar een van de wielen in was beland. Gelukkig konden we er wel langs. Het was onderweg goed uitkijken voor overstekende koeien, kippen, geiten, mensen en noem maar op. Via Port Margot kwamen we uiteindelijk in Camp Louise aan zee, waar we verse vis nuttigden en kinderen langs het water renden met vliegers gemaakt van plastic borden en een staart van aan elkaar geknoopte plastic zakjes. We keken uit op Labadie, waar een cruiseschip aangemeerd lag. Zo'n enorm contrast, de luxe van dat schip met zoveel mensen in dit land die dagelijks een strijd voeren om in hun levensonderhoud te voorzien.

Tegen de avond bereikten we Cap Haïtien, waar we een hotel opzochten bij de ingang van de stad. Een groot hotel met veel kamers, allemaal leeg. We waren de enige gasten. Terwijl de kamers werden klaargemaakt, gingen wij alvast het kantoor opzoeken van Avanse/USAID, waar we de volgende ochtend naartoe zouden. Het water werd al vroeg afgesloten in het hotel en de stroom viel gedurig uit. We konden niet twee dingen tegelijk in het stopcontact doen; toen we een telefoon wilden opladen, viel de ventilator uit, die we hard nodig hadden tegen de enorme hoeveelheid muggen. Een slechte nacht dus, in gevecht met de muggen.

De volgende ochtend begon met een zoektocht naar eten, wat telkens een probleem lijkt. We vonden uiteindelijk wat bananen en gekookte eieren, een vrij gangbaar ontbijt. In Saint Louis du Nord werden de bananen verkocht in combinatie met pinda's, blijkbaar eigen aan die omgeving. Bij het USAID kantoor kregen we te horen dat de betreffende persoon er nog niet was en misschien een half uur of een uur later zou komen. Nog maar een keer eten gaan zoeken dus en nu wel gevonden. Toen weer terug naar USAID, waar het een drukte van belang was, mensen af en aan liepen en LandCruisers het erf op en af reden. Iemand van communicatie stond ons te woord en zei dat hij ons wel een keer zou bellen voor een afspraak. Toen hij echter hoorde dat we uit Port-au-Prince kwamen en ons telefonisch was gezegd dat we langs moesten komen (we konden telefonisch geen afspraak maken), maakte hij meer tijd vrij. Hij vertelde ons globaal over Avanse, een project gefinancierd door USAID en uitgevoerd door DAI in de provincies Noord en Noordoost. Het is een project gericht op landbouw en milieu; vergroten van landbouwproductie (rijst, cacao, bonen, platanen, mails), distributie van zaden en materialen, training, boomkwekerijen, faciliteren van toegang tot nationale en internationale markten om lokale producten te verkopen.

Vanuit Cap Haïtien reden we via Plato Santral terug naar Port-au-Prince. In drie dagen tijd hebben we onze collega, die voor het eerst mee was, door 5 provincies geleid. Eerst richting Milot, daar afslaan naar St Raphael, Dondon, Pignon, Hinche. Overal is het een mooie omgeving, met bergen en rivieren. Het blijft een prachtig land. In Dondon stopten we ergens waar we een boomkwekerij zagen en cacao en koffieplanten kochten om thuis in de tuin te gaan planten. Ergens anders kochten we suikerrietsap, in een gebied waar veel suikerriet verbouwd wordt. Nog meer rivieren zonder bruggen en onderweg een goede sfeer, dus genoeg gesprekken in de auto. Van Hinche naar Mirebalais, langs een groot stuwmeer. 's Avonds waren we terug in Port-au-Prince.

De volgende dag kwamen we met hetzelfde gezelschap weer bijeen. Collega Rony en Cher Frère bereidden zich voor op een reis naar Washington DC, om CWS en SKDE te vertegenwoordigen in een week activiteiten omtrent het thema 'Haïti voor wie?' in het kader van 'aid accountability' en transparantie. Samen met hen gewerkt aan presentaties over landbouw en huizen. Het was ook in het kader hiervan dat we Avanse bezochten in Cap Haïtien, om meer informatie te krijgen over projecten gefinancierd door Amerika. Vrijdag zijn ze samen vertrokken naar Washington DC. Het is een enerverende week geworden. Om te beginnen werd Cher Frère vastgehouden door de immigratie in Miami. Rony ging alleen verder en kwam zonder Cher Frère aan in Washington DC. Na twee uur verhoor werd hij vrijgelaten, maar z'n aansluitende vlucht was al vertrokken, dus die moest omgezet worden. Zaterdag zouden ze naar een plaats buiten de stad om een van onze donateurs te bezoeken, maar dat werd geannuleerd vanwege een 'ijs storm'. Zondag hebben ze de hele dag opgesloten gezeten in het hotel. Voor iemand die z'n leven lang nog nooit van het eiland Hispaniola is geweest, is vrieskou erg koud. De vluchten van de andere vier gasten werden geannuleerd, waardoor de activiteiten van maandag in het water vielen. Pas tegen de avond was iedereen aanwezig. Dinsdag en woensdag vonden er goede ontmoetingen en informatieve panels en debatten plaats. Donderdag was weer alles dicht en geannuleerd, nu vanwege een sneeuwstorm. Pas vrijdagmiddag werden de activiteiten hervat. Zaterdag zijn ze beide naar Miami gevlogen, naar warmere oorden.

Zondag luisterde ik de dienst mee van Drogeham. Het blijft bijzonder dat je door grenzen van landen en tijdsverschillen heen live een dienst mee kunt luisteren, zo ver bij elkaar vandaan. Waardevol en bemoedigend om voorbede te horen, ook het gebed dat we een lichtje op deze aarde mogen zijn. Dat is een groot iets; een lichtje zijn op deze aarde. Na de 'digitale' dienst liep ik met de buren mee naar de kerk op een paar honderd meter afstand van huis. Aansluitend werd ik door de buren voorzien van eten.

Ik woon in een mooie, rustige omgeving en kan zo van het erf aflopen om te gaan wandelen in de bergen. Van dat voorrecht wil ik graag bewuster gebruik maken. Samen met de buurman ging ik daarom lopend naar de omgeving van Fort Jacques, niet via de autoroute, maar over een voetpad door de bergen. Het lijkt 1 berg te zijn die beide plaatsen scheidt, gezien vanaf Kenscoff, maar het blijken er 2 te zijn, dus we daalden eerst een helling af, klommen toen aan de andere kant de berg op, om vervolgens het proces nog een keer te herhalen. Opmerkelijk hoe verschillend de grond is die vlak naast elkaar ligt; wit leem, rode aarde, zwarte aarde. Het is ontzettend droog en dat is te zien aan de kale en dorre hellingen. Genieten van de mooie omgeving, voor mij is het ontspanning om te lopen in de bergen, al begrijpt men hier niet dat je zoiets voor je lol kunt doen. Uiteindelijk kwamen we terecht bij vrienden, die blij verrast waren met een onverwacht bezoek van twee voetgangers.

Sinds de poging tot inbraak slaapt mijn buurman bij me in huis. Aangezien hij deze week niet thuis is, heb ik een paar dagen doorgebracht bij m'n petekind en haar ouders. Hoewel ik me wat neerslachtig voelde om 'afhankelijk' te zijn van anderen, ontvingen zij me juist met blijdschap. Mijn petekind was ook maar wat blij om een kamer met me te delen. Toen ik weer naar huis ging, zeiden ze dat ze nog meer dagen van me tegoed houden, want ik ben niet lang genoeg gebleven. In andere gesprekken in dezelfde periode kwam het onderwerp menselijke relaties en dienstbaarheid meerder keren naar voren. Het is goed om elkaar te dienen, werd er gezegd. Het zijn de relaties tussen mensen die het leven zin geven, als je echt 'onafhankelijk' zou zijn, zou het leven een stuk zinlozer zijn.

Afgelopen week bracht ik een bezoek aan het programma van onze Dominicaanse partner organisatie SSID in Ganthier/Boen, in gezelschap van een ingenieur van UMCOR. Naast huizen zijn waterreservoirs gebouwd. Bij een ervan liep een zwangere geit, terwijl ergens anders al een jong geitje geboren was. SSID heeft 78 geiten uitgedeeld en de jongen van de eerste worp worden aan andere dorpsbewoners gegeven, om zo steeds meer mensen van geiten te voorzien. Zowel in Ganthier als in Boen zijn in december kippenfokkerijen opgezet, of beter gezegd centra voor de productie van eieren. In elke plaats zijn 300 kippen verschaft, speciale legkippen die per dag een grote hoeveelheid eieren leggen met z'n allen. Deze eieren worden tegen een lage prijs verkocht in het dorp. Mensen kunnen ze doorverkopen, of koken en als ontbijt verkopen. De kippen stonden lustig in m'n voeten te pikken terwijl ik in het kippenhok stond. Vervolgens bezochten we het land van een vrouw die omschreven werd als 'een van de grootste landbouwers in de omgeving'. Ze had nu uien en rode bieten geplant; voor de verkoop, voor eigen consumptie en om weg te geven, zoals ze zelf zei, want het is altijd goed om te delen en te geven. Voor water is ze afhankelijk van een elektrische pomp, dus als er 's nachts om half drie stroom is dan gaat ze water halen.

Toen we bij iemand in huis kwamen wier huis gebouwd is door SSID, viel het ons op dat er een zakje zout aan het plafond hing. Bij de volgende hing een houten kruis met spijkers aan de wand. Tekenen om bescherming af te roepen over het huis en de familie, om te voorkomen dat kinderen ziek worden of sterven door kwade geesten.

Een vrouw bij wie we regelmatig komen, houdt haar huis altijd keurig netjes bij. Binnen op tafel stond een karton eieren, die ze gekocht had in het centrum waar eieren geproduceerd worden. 's Ochtends kookt ze een reeks eieren en gaat dan op pad om die te verkopen in combinatie met bananen. Achter huis plant ze een grote moestuin op grond van haar tante. Bewust van deze roerige tijden tussen de Dominicaanse Republiek en Haïti, zei ze dat zij niets dan goeds te zeggen heeft over de Dominicanen, die naar Haïti zijn gekomen om hen bij te staan na de aardbeving, met hun huizen, landbouw, dieren, water, etc. Een positief voorbeeld temidden van al de conflicten van momenteel. Het huis van haar zus is leger; die heeft haar meubels moeten verkopen na de aardbeving toen ze niks te makken had.

In de bergen van Ganthier staat een ander waterreservoir, een van de in totaal vijf die gebouwd zijn. Ook in Ganthier is een kippencentrum opgezet met 300 kippen, die plaats hebben gevonden in een voormalig klaslokaal. Tot slot naar Balan, waar een jaar eerder al was begonnen met kippen; 100 witte in plaats van 300 bruine. Verderop was land bewerkt om uien en rode bieten te planten. Een mooi, integraal programma waarbij mensen niet alleen een veilig onderkomen hebben, maar ook een manier om in hun levensonderhoud te voorzien.

Verder wat ontmoetingen met deze en gene over kinderen en onderwijs, een bijeenkomst van CCO, een netwerk van internationale organisaties, een kennismaking met een Amerikaan die met z'n hele gezin naar Haïti is gekomen, inclusief een gehandicapte zoon, om hier met gehandicapte kinderen te werken. Eveneens een gesprek met mensenrechtenorganisatie RNDDH, die hun zorgen uitten over de huidige situatie in Haïti, blijvend complex. "We gaan achteruit in plaats van vooruit," zeiden ze, ook verwijzend naar de benoeming van iemand in de regering die tot driemaal toe is beschuldigd van verkrachting.

Afgelopen weekend ben ik naar de Dominicaanse Republiek vertrokken. Dit zou eigenlijk pas maandag, maar er waren opnieuw stakingen aangekondigd voor maandag en dinsdag, waardoor er waarschijnlijk geen transport zou zijn en alles weer stil zou liggen. Alle consulaten van de Dominicaanse Republiek in Haïti zijn afgelopen week gesloten, als reactie op het verbranden van de Dominicaanse vlag op de ambassade. De busmaatschappij Capital Coach Line heeft in deze zelfde periode een bus verloren op hun traject van Port-au-Prince naar Les Cayes, toen de bus is overvallen en in brand gestoken. Waarschijnlijk niet omdat de chauffeur Dominicaans was, maar in verband met een concurrentiestrijd met andere bussen die ditzelfde traject afleggen.

Met de bus van Port-au-Prince naar Santo Domingo dus, waar ik verblijf bij een van de collega's thuis, die tevens predikant is. Zondagavond mee naar de kerk, waar aandacht werd besteed aan de internationale vrouwendag. De dames kregen zelfs een cadeautje overhandigd.

Deze week ben ik op het kantoor van SSID in Santo Domingo voor monitoring van het programma in Ganthier en Boen. We begonnen maandag met devotie. Zang, meditatie (God onthult niet alles), maar ook voorbede. Waardevol om de dingen in gebed op te dragen, waaronder ook de relatie tussen beide landen. Vervolgens trakteerden de heren de dames op ontbijt, nog steeds in het kader van de internationale vrouwendag. Veel politieke en theologische discussies over de relatie en situatie tussen beide landen van het eiland. Volgens een van de collega's van SSID is het opgezet door beide presidenten als afleiding van een ander perikel. Hij werd wat mismoedig dat hij geen resultaten ziet tussen beide landen, maar een ander gaf hem de tekst 1 Corinthiërs 15: 58 en zei dat niets voor niets is in het werk voor God. Later belandden we met een andere collega bij Bijbelteksten over broederlijke liefde (Romeinen 12, Psalm 130), ook weer in het kader van de relatie tussen beide landen.

Gisteren de hele dag in gesprek met de vier personen van SSID die zich bezighouden met Ganthier/Boen, over de huizenbouw, landbouw, dieren, water, etc. Verificatie van financiële administratie. Goede verslaggeving is belangrijk, zowel naar de mensen voor wie we werken (boeren, gehandicapten, kinderen, mensen die hun huis zijn kwijtgeraakt), als naar degenen die financiering verschaffen, als ook de regering.

Elke dinsdagavond is er in de kerk van onze collega een speciale dienst voor vrouwen, niet alleen van de kerk, maar ook moeders van kinderen die op een school zitten verbonden aan de kerk. Het was een heel geroezemoes in de kerk, vol vrouwen en kinderen. Naast me zat een vrouw met een baby die me gefixeerd zat te observeren. Even later kreeg ik pardoes een baby op schoot geparkeerd, met de mededeling: Dit is het zusje van degene naast je. Dat was te zien ja, een eeneiige tweeling. Het is vanzelfsprekend dat mensen elkaar helpen met kinderen en met andere dingen, daar hoeft niet naar gevraagd te worden.

Met de staking is het gelukkig meegevallen gisteren en eergisteren. Er was weliswaar geen transport en de scholen zaten dicht, maar het is dit keer niet gepaard gegaan met geweld.

  • 22 Maart 2015 - 06:19

    Jefa:

    Hey Tijger!!

    Je verhalen worden zelfs 's nachts gelezen hoor! ;-)
    Tjonge jonge, wat heb jij een drukke agenda zeg! Mooi om te zien dat jij zulke goede vrienden hebt.
    En van allerlei contacten. Goed ook om te lezen dat de hulp in de vorm van kippen werkt!
    We wensen je veel wijsheid en plezier in je werk toe!
    En afhankelijk zijn is niet altijd mooi, maar wel heel rijk dat je afhankelijk kunt zijn.

    Kembé fèm!

    Sandwichknuffel, Jefa

Reageer op dit reisverslag

Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley

Margot

Micha 6:8 Hij heeft u bekendgemaakt, o mens, wat goed is en wat de HEERE van u vraagt: niet anders dan recht te doen en getrouwheid lief te hebben, en ootmoedig te wandelen met uw God.

Actief sinds 20 Maart 2008
Verslag gelezen: 927
Totaal aantal bezoekers 589453

Voorgaande reizen:

12 April 2008 - 30 November -0001

Mijn eerste reis

Landen bezocht: