In de Argentijnse Chaco - Reisverslag uit Chacras de Coria, Argentinië van Margot Greef - WaarBenJij.nu In de Argentijnse Chaco - Reisverslag uit Chacras de Coria, Argentinië van Margot Greef - WaarBenJij.nu

In de Argentijnse Chaco

Door: Margot de Greef

Blijf op de hoogte en volg Margot

07 April 2016 | Argentinië, Chacras de Coria

Donderdag 24 maart bracht mijn collega me naar het vliegveld. Met enige vertraging vertrok het vliegtuig van Port-au-Prince naar Miami. Onder ons door trok het prachtige land Haïti, met z'n bergpaden, heel in de verte een waterstroompje, kale hellingen en nederzettingen. In Miami een aansluitende vlucht naar Buenos Aires, waar we de volgende dag in alle vroegte landden. Mijn collega Luciano bracht me naar hotel Lion D'or in de wijk Recoleta.

De 24e bleek er een grote demonstratie geweest te zijn ter gelegenheid van 40 jaar na de dictatuur; "nooit weer". Obama was die dag eveneens op bezoek in Buenos Aires. 's Avonds liep ik naar Ciudad Cultural Konex, waar ik Luciano en zijn vriendin en zijn ouders ontmoette, om met z'n allen naar een show te gaan van Dancing Mood. Gelijke en heel andere wereld. Mooie muziek, instrumentaal; dwarsfluit, saxofoon, gitaar, trompet, trombone. De sfeer maakte me echter minder comfortabel.

De volgende dag schrijfwerk en een wandeling door de wijk Recoleta met z'n beroemde begraafplaats, een oude kerk en kraampjes op plaza Francia, langs het kunstmuseum en via plaza San Martin naar de wijk Puerto Madero, waar de stad plaatsmaakt voor water dat Argentinië met Uruguay verbindt. Een ommetje langs het roze huis aan Plaza de Mayo, het congresgebouw en Avenida 9 de Julio met z'n obelisk. Ook nog de wijk San Telmo bezocht, met een aaneenschakeling van kraampjes waar een variëteit aan T-shirts, theekommen, tassen, schoenen, souvenirs en noem maar op aangeboden wordt. Hier en daar muzikanten op straat; mooie muziek van klarinet, gitaar, trombone, een rastaband, een solo zanger, enz. Een oude wijk met een klinkerweg. Mooi contrast tussen groen en hoogbouw bij Vicente Lopez, terug in Recoleta. Veel hoogbouw in de stad, met balkonnen met planten erop. Ook het aantal daklozen is opvallend, niet alleenstaanden, maar hele families met kinderen op een matras in een park of aan de kant van de weg.

Het weekend dat ik in Buenos Aires doorbracht was voornamelijk bedoeld om me daar bij mijn collega te voegen. Luciano haalde me op van het hotel en samen reden we naar Puerto Madero, waar we een ronde om het water liepen. Een mooie wijk, niet zo hectisch, rustiger dan andere wijken. In de avondschemer werden boten en omringende gebouwen verlicht. Luciano zette me af bij onze andere collega, Fionuala. Die heeft ons recent verrast met de aankondiging van haar vertrek. Onze Ierse collega die in Argentinië woont, vertrekt nu naar Nederland... De wereld is weer klein.

We vlogen samen van Jorge Newberry airport aan het water in Buenos Aires naar Salta, in het noorden van Argentinië. Een mooi gezicht hoe de stad onder ons vandaan trok, met z'n vele hoogbouw en daaromheen uitgestrekte vlaktes en akkerbouw of veeteelt velden. Niet ver van Salta kwamen er bergruggeen in zicht, met besneeuwde toppen. De afdaling naar Salta was bijzonder mooi; een groene omgeving, beboste bergen, laaghangende wolken waar beneden de akkers zichtbaar waren en erboven de bergen.

In Salta begaven we ons naar hotel Regidor aan Plaza 9 de Julio, een sfeervol, oud hotel pal in het centrum. We konden gelijk weer vertrekken voor een afspraak met Fundapaz. Net als in Haïti werkt CWS ook in andere landen in de regio samen met partner organisaties. Fundapaz is er een van. Een aantal jaren geleden is Fionuala in Haïti geweest om onze programma's daar te bezoeken en nu was het de beurt aan mij om een deel van de CWS programma's in de Chaco te bezoeken, een gebied dat delen van Argentinië, Bolivia en Paraguay bestrijkt.

Fundapaz is in 1973 opgericht door een groep nonnen met het doel om met arme bevolking in afgelegen gebieden in het noorden van het land te werken. In dit gebied wonen diverse inheemse groepen, maar ook afstammelingen van Europeanen (criollos genoemd), die beide tegen dezelfde problemen aanlopen. Veel land van de inheemse bevolking is in beslag genomen voor grootschalige veeteelt. Ontbossing is eveneens een probleem. CWS en Fundapaz helpen gemeenschappen om een deel van hun landrechten terug te krijgen, om zo eindelijk terug te kunnen naar hun eigen land, waar ze voornamelijk leefden van jagen en verzamelen.

Er zijn niet veel internationale organisaties actief in de Chaco, aangezien Argentinië gemiddeld genomen geen arm land is en daardoor moeilijk te 'verkopen' als bestemming voor donaties. Net als in Haïti is ook hier veel migratie van jongeren. Herkenbare problematiek dus. Op het programma stonden bezoeken aan Guaraní en Wichi. De Wichi spreken weinig en zijn het meest vredelievend/passief, waardoor ze nu in de meerderheid zijn, aangezien er minder van deze groep zijn omgebracht dan van andere groepen die meer weerstand boden.

Salta is een toeristische bestemming. Toen we terugliepen van Fundapaz naar het hotel, speelde er een band in een straat. Een indrukwekkend rood/gele kerk met witte zuilen, Iglesia San Francisco, staat op een steenworp afstand van Plaza 9 de Julio, met een grote roze-gele kathedraal met koepel en andere mooie, oude, koloniale gebouwen en houten veranda's. Maar goed, wij kwamen voor werk en ik moest nog een verslag afronden en indienen bij een donateur.

Dinsdag 29 maart daalden we de fraaie lift met dubbele deuren af en even na zevenen vertrokken we samen met Fundapaz naar El Bananal, eerst langs groene hellingen en lange rijen suikerrietvelden, via Guemes, Pampa Blanca, San Pedro, Guayacana en San Martín. Na twee en een half uur rijden waren we in El Bananal, wat 2 kilometer van de hoofdweg af ligt over een stoffig zandpad. Twee broers namen ons mee hun akker op, de een met een dikke wang van coca bladeren die worden gekauwd om wakker te blijven, tegen hoogteziekte (hier niet van toepassing) of om hongergevoel te verminderen. De akker van de broers ligt pal naast een rivier. Tijdens een uitwisseling in Bolivia hebben ze kennis gemaakt met het druppelirrigatie system, wat ze sindsdien ook op hun eigen grond hebben geïnstalleerd. Daarmee is de productie omhooggegaan. Het water uit de rivier wordt gebruikt voor landbouwdoeleinden, terwijl putten van 100 meter diep voor overig watergebruik dienen. Deze putten worden beheerd door de provincie. Er wordt fruit zoals citroen, mango en papaja geproduceerd in dit gebied, en de broers kweken tomaten, kalebas en andere producten van eigengemaakte zaden.

Vandaar liepen we naar een huis waar we een groep Guaraní vrouwen ontmoetten. Een mooi gesprek met goede deelname van de vrouwen. Het is belangrijk voor ze om hun cultuur te behouden. Dit gebeurt bijvoorbeeld tijdens de maïsoogst, als inheemse en criollo samenkomen. De jeugd leert over hun afkomst en cultuur. Een van de vrouwen vertelde hoe ze deelnam aan een demonstratie bij de provinciale overheid om erkend te worden als Guaraní. Alle vrouwen spraken in het Spaans. Het zijn vooral de grootouders die nog Guaraní spreken, maar jongeren leren de taal bijna niet meer. Dit komt mede doordat een deel van de bevolking uit Bolivia komt. In het dorp is een basisschool waar kinderen zowel de taal als de cultuur leren. Ook middelbare scholen zijn dichtbij, hoewel de kwaliteit van het onderwijs verschilt per school.

De vrouwen spraken over hoe zich een gemeenschap vormt, waar een gemeenschap toe dient, hoe ze tijdens carnaval in februari een speciale dans uitvoeren, hoe ook hun eetpatronen zijn veranderd van maïs en andere producten naar rijst en vlees. Het was mooi om te horen hoe de vrouwen het initiatief hebben genomen om toiletten te bouwen in hum huizen. Ze hebben ook naaimachines tot hun beschikking om kleding te maken, zowel traditionele kleding als kleding voor de verkoop.

De vrouwen hebben via training sessies geleerd zich uit te drukken en via uitwisselingen de mogelijkheid opgedaan om ervaringen van anderen te zien en horen. Zo blijven ze delen wat ze leren. Soms willen de mannen niet dat hun vrouwen reizen om deel te nemen aan activiteiten. Tijdens hun laatste bijeenkomst spraken ze over problemen als discriminatie, huiselijk geweld, gebrek aan werk, samenleven, drugs en alcohol, veiligheid en onderwijs. De jongeren willen iets te doen hebben. De mannen werken veelal op veeteeltbedrijven buitenshuis, maar niet veel in landbouw; dat doen de vrouwen.

Gezinnen zijn over het algemeen groot, zeiden de vrouwen; voorheen 8-12 kinderen, nu 3 of 4, maar in elk huis wonen 3 of 4 gezinnen samen; een gezin per vertrek. Gehandicapten worden geaccepteerd en gerespecteerd. Vroeger niet, maar nu wel. Ook de school ontvangt gehandicapte kinderen. Er is 24 uur per dag elektriciteit en stromend water, via de waterputten.

Het was een prettige atmosfeer en mooie deelname van zowel jonge als oudere vrouwen. Aan mij werd gevraagd wat te vertellen over Haïti. Gelijk aan het begin al kreeg ik een houten kop mate in de hand gedrukt, een Argentijnse traditie waarbij telkens water wordt gegoten in een kom met kruiden/thee die de ronde doet.

Na een gezamenlijke maaltijd van witte rijst met kip en gebakken piepers kwamen er twee mannen en een vrouw van de radio, die een paar spots lieten horen van 'netwerk van stemmen', in het kader van de week van inheemse groepen. De spots richten zich op het recht op land, onderwijs en communicatie. Ook korte verhalen in Spaans en Guaraní zijn opgenomen, evenals het volkslied in Guaraní gezongen door basisschoolkinderen.

Tegen vijven vertrokken we uit El Bananal om via Embarcación naar Los Blancos te rijden. Weinig interessant landschap en hoge snelheden op langgestrekte asfaltwegen, waar zo nu en dan een varken overstak. Vlak landschap, hier en daar een cactus, rood bakstenen gebouwtjes. De rest van de week verbleven we in het kantoor van Fundapaz in Los Blancos, een stoffige plaats met rood bakstenen huizen. De muren van het kantoor houden het binnen koel. We gingen een eindje wandelen over het zandpad door het dorp naar een park. Het eten is prima; salade, rundvlees, gekookte piepers, alleen is het schema hier precies omgedraaid. Niet ontbijten als een keizer, lunchen als een koning en avondeten als een zwerver, maar ontbijten met mate of koffie en misschien een cracker, een late, lichte lunch en de grootste maaltijd pas om een uur of negen of tien 's avonds. De dulce de leche en alfajores smaken prima.

Woensdag reden we naar Murillo, waar we afsloegen een onverhard pad in naar Lote 23. Een vlak zandpad dat in de regen onbegaanbaar is. Ook de omgeving bestaat uit zand en struikgewas met bijzondere bomen; 'palo borracho' (of ceiba), een dikke boomstronk waarin water wordt opgeslagen zodat de boom droge periodes kan overleven. De bomen zijn er met gele, witte en rode bloemen. Een andere lokale boom is de 'palo santo'. Verder vele cactussen, sommige met bloemen erin. De muggen vonden onze aanwezigheid een feest.

Onze eerste stop was in Lote 23/Refugio bij een groep families die kortgeleden een waterput hebben gegraven. Alle bezoeken van deze ochtend waren met criollo families/afstammelingen van Europeanen. De put is 40 meter diep en dient voor 6 families. Elke 2 dagen word de tank gevuld met een generator. De families kopen omstebeurt benzine en olie om de generator draaiende te houden. De tank staat op een verhoging gebouwd van oude trainrails. Het oude treinspoor dat Salta met Formosa verbond en met Bolivia, is al jaren niet meer in gebruik.

Alle waterpunten zijn met GPS in kaart gebracht, inclusief de ondergrondse waterleiding die is aangelegd. We volgden de leiding naar een ander huis, waar een vreemde geit in allerlei kleuren mekkerend achter ons aanliep, met een vacht die een mengeling tussen schaap en geit leek. De huizen zijn hier gemaakt van bruine stenen (adobe) en half open. Achter het huis staat nog een tank op een verhoging, wederom van treinrails. Alle waterputten in dit gebied hebben zoet water opgeleverd.

Bij een tweede put lopen de leidingen over een open water. Het water uit de putten loopt via de leidingen naar de woningen verspreid in de omgeving, die elk een kraan op het erf hebben. Dit water is alleen bestemd als drinkwater en om eten te koken. Het water voor de dieren komt uit het open water. Het project is mede gefinancierd door Coca Cola. Verderop staat een tank gebouwd door de provinciale overheid, die eveneens via leidingen en kranen water brengt bij de huizen.

Vervolgens reden we naar een school in La Entrada, waar recent een rond reservoir met een opslagcapaciteit van 16.000 liter gebouwd is. Het idee voor deze reservoirs kwam na een uitwisseling met Brazilië, waar een project en lobby actief was voor de bouw van een miljoen waterreservoirs. De Chaco heeft dat overgenomen als '100.000 waterreservoirs'. Het reservoir wordt gevuld met regenwater opgevangen op het golfplaten dak van de school. Dit water is enkel voor consumptie en koken voor de 18 leerlingen van de basisschool; 2 wichi en 16 criollo. Een tweede reservoir van cement en ijzer is gebouwd naast de woning van een gezin met jonge kinderen. Een golfplaten dak is speciaal geïnstalleerd bij dit huis.

Voor de lunch werden we ontvangen bij iemand thuis. Eerst kwam er mate op tafel met zoet brood en eigen gemaakte kaas. Ik keek toe hoe het vlees de oven werd ingeschoven; een grote, halfronde oven gemaakt van dezelfde bruine stenen als het huis. We spraken verder over de waterputten en het werd me duidelijk dat er in Argentinië met minder geld veel meer gedaan kan worden dan in Haiti. Voor $ 80.000 kunnen alle waterproblemen van heel het dorp Los Blancos worden opgelost. Dat ben je in Haïti kwijt voor 2 waterputten.

In het gebied van La Entrada is geen enkele landbouwproductie. De mensen leven van veeteelt en eten voornamelijk vlees, bloem, kaas, suiker en mate. Ook de maaltijd waar wij voor genodigd werden bestond uit vlees (geit) en een paar gebakken piepers.

Van La Entrada reden we terug naar Los Blancos en vandaar gelijk door naar San Patricio, wederom over zand en tussen cactussen door en over een bruggetje van boomstammen waarvan je hoopt dat ie het gewicht van een auto kan dragen. Het was al rond vijven toen we in San Patricio aankwamen, een Wichi gemeenschap. De overheid heeft een aantal kleine huisjes van één vertrek gebouwd, maar niet volgens de cultuur en dus weinig geschikt. Een aantal ervan zijn leeg en onbewoond, zonder dak en ramen; volgens de traditie worden huizen van mensen die zijn overleden verbrand om de geesten te bevrijden.

Het duurde nogal even voordat mensen bijeenkwamen. Wel liepen groepjes af en aan en vooral meutes kinderen; jongens met jongens, meisjes met meisjes. Uiteindelijk hingen medewerkers van Fundapaz een aantal papieren op de muur van een gebouwtje en begonnen ze een korte informatiebijeenkomst over het plan om ook hier de watersituatie in kaart te brengen. De mannen stonden of zaten vooraan, terwijl een paar vrouwen op de achtergrond stonden, volgens de gewoonte. Een paar van de vrouwen hadden een kind in draagdoek. De vrouwen en meisjes dragen lange jurken of rokken, wat een overblijfsel is van kolonisatie en evangelisatie door de Anglicaanse kerk.

Fundapaz legde uit wat de bedoeling is met het in kaart brengen van de watersituatie via GPS, zowel van reservoirs als open water en waterputten. Op dit moment halen ze hun water uit open water en 1 put. Er zijn nog 9 putten, maar die zijn allemaal verlaten wegens de slechte kwaliteit zout water. Er wonen zo'n 40 families in deze gemeenschap. Gedurende de hele bijeenkomst liepen en sprongen en renden kinderen in en rondom het verlaten gebouwtje waarbuiten we vergaderd waren, gingen dan eens op één van de twee bankjes zitten en dan op de grond. Nadat Fundapaz had gesproken, vatte iemand anders het samen in Wichi Een zwartgeblakerde pot water was op een open vuur gezet, een zak mate/theekrudien en suiker verscheen en de mate ging weer de rondte.

Eindelijk heb ik kennisgemaakt met de Chaco. Op een bepaalde manier gelijkend aan delen van het Noordwesten, alleen dan zonder bergen. Stoffige zandgrond, cactussen, moeilijke toegang tot water. Voordat we vertrokken uit San Patricio kregen we handwerk te zien en kochten een klein tasje gemaakt van de bladeren van een lokale boom, in de vorm van een uil met als neus de stekel van een palo borracho. We waren pas om negen uur terug bij Fundapaz in Los Blancos, te laat om naar de radio uitzending te gaan waarin we waren uitgenodigd om te spreken over landrechten in Haïti en Ierland. Als avondeten verscheen er bladerdeeg met groente ertussen, pizza en nog een bonk vlees dat we hadden meegekregen uit La Entrada.

De volgende dag bleven we dichterbij Los Blancos; Lote 8, waar een groep Wichi families 1.100 hectare grond heeft teruggekregen van de overheid. Vijf jaar geleden is het ouderlijk echtpaar als eerste naar deze grond verhuisd, nadat er een eerste waterput was gegraven. Ze kwamen met hun geiten, die problemen veroorzaakten in het dorp Los Blancos waar ze tot dan toe woonden. De zeven kinderen van het echtpaar wonen nog wel in Los Blancos, maar helpen hun ouders met het in gebruik nemen van hun herwonnen grond.

Diverse vrouwen van andere Wichi groepen in de omgeving waren uitgenodigd om naar Lote 8 te komen. Een van hen begon de samenkomt met gebed, in de taal Wichi. In tegenstelling tot de Guaraní, is Spaans niet de eerste taal van de Wichi. Vooral de vrouwen spreken weinig Spaans. De mannen werken meer buitenshuis en leren daardoor meer Spaans.

Onze gastheer, Anacleto Montes, deed hun verhaal. Het was niet makkelijk om naar Lote 8 te komen, zei hij. De kinderen wonen nog in Los Blancos, voor toegang tot onderwijs en gezondheidszorg voor de kleinkinderen. Het heeft 10 jaar geduurd voordat de papieren van de grond rond waren. "Onze wens was om deze grond te bewonen," zei Anacleto. "Er was hier helemaal niks. Nu zijn we 's nachts niet meer bang, maar er waren hier veel wilde dieren. Een familie moet zich verenigen en we moeten tot God bidden, want zonder God zijn we niks."

Er is recent een watersysteem geïnstalleerd in Los Blancos. We zaten onder het golfplaten afdak dat daarvoor gebouwd is. Eraan verbonden zijn 4 plastic watertanks plus een betonnen reservoir met een opslagcapaciteit van 12.000 liter in totaal. Ook dit idee is gekomen van de uitwisseling met Brazilië. Eerst wilden ze waterputten graven, want zonder water konden ze hun grond niet bewonen noch overleven, maar het water in de putten is zout en daarom niet geschikt voor consumptie. Wel wordt het gebruikt om kleren te wassen, te douchen, voor irrigatie en voor de dieren.

Na vader kwam zoon Nestor aan het woord, die ook zei dat ze altijd proberen herenigd te zijn. Hun wens en visie is dat alle broers en zussen op een dag in Lote 8 zullen wonen, als er toegang is tot onderwijs, gezondheidszorg en zoet water. Met het nieuwe watersysteem is het laatste al behaald.

Vervolgens presenteerde Fundapaz ook hier het plan om water in kaart te brengen, waarna Nestor het vertaalde in Wichi. Wederom werd duidelijk hoe belangrijk het is dat iemand zich in zijn moedertaal kan uitdrukken; er verschenen glimlachen op de gezichten van de vrouwen en er werden vragen gesteld.

Na dit gesprek deden we een ronde over het land. Het reservoir is gebouwd door Nestor zelf en zijn broer, die het zelf wilden doen om er zeker van te zijn dat het goed gebeurde. Er staat een hek omheen om te voorkomen dat de 'acrobatische geiten' in het water komen. Een droom in vervulling gegaan, zei Nestor.

De eerste waterpomp staat nabij het huis vandaan en werkt met een generator. Dit water wordt gebruikt voor de dieren, om kleren en vaat te wassen en om te douchen. De voederbak voor de dieren is omheind, omdat er anders grote dieren op afkomen. Toen deze put eenmaal gegraven was, verhuisden Anacleto en zijn vrouw naar hun grond. De tweede put ligt een eindje verderop en wordt gebruikt voor irrigatie. Er is tevens een druppelirrigatie systeem geïnstalleerd. Ze gebruiken dus zout water voor de landbouwproductie, wat werkt, maar bijvoorbeeld voor kleinere tomaten zorgt. "Als je zaait en eten hebt, heb je zekerheid van leven. Niemand zal voor ons werken; wij moeten zelf werken. We willen op deze grond wonen." Het is dus nog niet zo eenvoudig, ook niet als ze eenmaal de papieren voor hun grond hebben. Het is belangrijk een doel voor ogen te hebben, zeiden ze.

We liepen terug naar het watersysteem voor een maaltijd van witte rijst met een vleessaus. De wind deed stof en zand opwaaien. Daarna werd aan iedere deelnemer gevraagd om hun indrukken van het bezoek te delen en ook hun eigen ervaringen. Sommigen wonen in Los Blancos, anderen op teruggegeven grond waar al scholen en klinieken zijn, anderen waar dat nog niet bestaat. Ze spreken allemaal zo zacht, geen enkele stemverheffing, zo rustig en kalm. Wat een verschil met Haïtianen... Een van de vrouwen zei dat het proces altijd moeilijk is, dat je moet lijden om opnieuw te beginnen, en ook dat ze blij was nieuwe gezichten te zien en hoopt dat we zullen delen en vertellen over deze vergadering met een groep inheemse vrouwen en hen zo meer zichtbaarheid geven. De vrouwen spraken allemaal in Wichi en een van hen gaf aan dat ze via Fundapaz heeft geleerd om zich uit te spreken. De mannen spraken in Spaans.

Velen zeiden dat het geval van Lote 8 anders is omdat het een familie is, maar Nestor zei terecht dat men breder moet denken dan het gezin. Meerderen hadden het over eenheid en 'eenheid maakt kracht', wat het nationaal devies is van Haïti. Ook spraken ze over het belang van geduld, hoewel je niet een afwachtende houding moet aannemen, maar initiatief tonen. In juli organiseert Fundapaz een bezoek van vertegenwoordigers van de provinciale overheid en van andere landen aan dit gebied, om het werk aan reservoirs te laten zien en te lobbyen voor meer waterreservoirs. Een mooi en belangrijk initiatief, vooral ook de link met de overheid.

Toen we afsloten, kwam een van de vrouwen naar me toe en wikkelde een handgemaakte tas uit een doek. Alle vrouwen en ook de mannen hadden eenzelfde stijl tas om hun schouder. Een geschenk van de vrouw van Anacleto. Achteraf werd me uitgelegd dat zij een van de beste handwerksters is en een zeldzame kleur draad heeft gebruikt in de tas en dat Wichi bovendien normaalgesproken geen cadeaus geven. Heel bijzonder dus, een gebaar om stil van te worden. Het is een voorrecht dat mijn werk me in de Argentijnse Chaco brengt en me de gelegenheid biedt om te leren van diverse bevolkingsgroepen, culturen, plaatsen en landen.

Het was deze dag onbewolkt en daardoor erg warm, ondanks dat het 's nachts geregend had, waardoor de omgeving er heel anders uitzag, met modder in plaats van rul zand. Ik liep een ronde door het dorp Los Blancos, langs de kerk, het politiebureau, het park, de school, een kliniek, huizen. Tegen de avond liepen we naar een centrum vlakbij het kantoor van Fundapaz voor een gesprek met een associatie criolla van Los Blancos (letterlijk: De Witten). We leerden gelijk waarom het dorp zo heet; toen de eerste bewoners zich er vestigden, vlogen er veel witte vogels boven het water.

De associatie is opgericht rondom het thema grond, wederom kwestie van landpapieren, nu met een groep afstammelingen van Europeanen. Alle putten in Los Blancos geven zout water. Ook naast dit centrum zal binnenkort een reservoir van 16.000 liter gebouwd worden. Ik mocht weer een en ander delen over Haïti. Op het buitenterrein was intussen een groep kinderen aan het oefenen voor brigade.

's Avonds stond wel heel letterlijk het eten op het vuur; vlees lag te braden op een open vuur op het erf van het kantoor van Fundapaz. Vroeger durfde ik niet uit logeren noch elders te eten. Nu slaap ik overal en nergens en eet wat me voorgeschoteld wordt. Blijkbaar is verandering mogelijk...

Vrijdag 1 april woonden we als afsluiting van de week samen een vergadering bij van het team van Fundapaz, naar aanleiding van observaties van deze week en de planning voor de komende drie maanden en het bezoek van juli. Fionuala en ik deelden onze indrukken van de week, die voor mij een groot voorrecht en nederig privilege is geweest.

Van Los Blancos keerden we terug naar Salta, een afstand van ongeveer 450 kilometer. Eerst nog een stop in Murillo, waar politiecontrole was vanwege de verdwijning van een jongedame, al de derde in korte tijd. We zetten iemand af bij de plaatselijke parochie, zochten brandstof wat enige voeten in aarde had en vertrokken uiteindelijk de Ruta Nacional 81 volgend. Uitwijken voor een slang op de weg, hier en daar skeletten van dieren in het veld, een dode vos op de weg. Onderweg kwamen er nog diverse onderwerpen aan de orde; onderwijs en gezondheidszorg is hier gratis, afvalverweking gebeurt voornamelijk door verbranding.

We volgden Ruta Nacional 81 tot Embarcación en vandaar ging het Ruta Nacional 34 op richting Salta. De lange, kaarsrechte wegen met hete zon blikkerend op het asfalt en de vlaktes gingen langzaam over in zicht op de eerste bergketen, iets meer golvend en groene heuvels. De Rio Seco over, een bruine inderdaad droge rivierbedding, die alleen vult als het regent, uit de bergen. Rio Piedras bij El Bananal, waar tevens politiecontrole was. Fraile Pintado door, Guemes. Daar in de buurt werden we de weg afgeloodst voor sanitaire preventie; de wielen werden bespoten tegen dengue. Dat is ook weer wat nieuws. We kwamen nu langs uitgestrekte maïsvelden. Daar regent het meer.

Aan het eind van de middag werden we weer afgezet bij hotel Regidor in Salta, waar ik het Museo de Arqueología de Alta Montaña bezocht. Dit museum biedt uitleg over de Inca traditie om bij speciale gelegenheden kinderen te offeren, wat niet als dood werd gezien maar als transitie. De kinderen werden symbolisch met elkaar getrouwd en waren uitgekozen om hun schoonheid en afkomst. Vervolgens moest het gezelschap in rechte lijn teruglopen naar hun plaats van afkomst en dan kregen de kinderen alcohol te drinken totdat ze in slaap vielen en werden ze hoog in de bergen ingegraven. In 1999 zijn drie kinderen bij elkaar gevonden op de berg Llullaillaco, 6.739 meter hoog. De attributen bij ze gevonden zijn tentoongesteld; gouden, zilveren en andere poppetjes, in kleding gelijk aan de kleding van de kinderen, diertjes, een katapult bij de jongen (nog steeds lopen jongens met katapults rond), sandalen, kommen, etc. Er werd eveneens uitleg gegeven over de weefkunst en verschillende kleuren en vormen voor mannen en vrouwen. Van de drie kinderen was er een 15 jarig meisje, een 7 jarige jongen en een 6 jarig meisje. De hoofden van de laatste twee waren opzettelijk vervormd, een teken van hoge afkomst. De kinderen worden om en om tentoongesteld, nu de jongen. Heel bizar om te kijken naar een jongen van 500 jaar oud, die maar zo kort leefde maar die nu zolang doorleeft. Uiteraard is niet iedereen het ermee eens dat kinderen in een museum tentoongesteld worden. Ze zijn nog volledig gaaf; de kleren, de huid op de armen en handen van de jongen is duidelijk te zien, z'n zwarte haar intact, het hoofd op de knieën. Vervolgens geeft het museum meer informatie over archeologische vondsten in de bergen en is er nog een exhibitie van een kind in 1920 gevonden in andere bergen. Haar mond staat wagenwijd open, als in een schreeuw, het gezicht omhoog geheven. Onvoorstelbaar.

Toen Fionuala en ik na de avondmaaltijd terugliepen naar het hotel, klonk er muziek aan het plein. Een militair muziekkorps paradeerde al spelend weg, waarschijnlijk als prelude van de nationale feestdag van 2 april.

Zaterdagochtend had ik de gelegenheid om een korte ronde door Salta te wandelen, langs de pleinen van Belgrano, Guemes en Plaza 9 de Julio. Mooie, oude gebouwen, balkonnetjes, vormgeving aan de muren. Aan de Caseros de rood-gele Iglesia San Francisco en Convento de San Bernardo, thuis voor een groep nonnen. Toen samen met Finouala naar de kabelbaan gelopen om de heuvel op te gaan naar San Bernardo. Heel mooi uitzicht op bergen, groene heuvels, gebouwen. Dan zie je pas goed hoe groot de stad is, met meer dan een miljoen inwoners. Boven aangekomen kort rondgekeken, het uitzicht, kunstmatige watervallen, en toen via traptreden terug naar beneden, langs afbeeldingen van de kruistocht en kruisiging van Jezus. De trappen kwamen uit bij een park, vanwaar we via een rustige buurt met grote, mooie en stijlvolle huizen terugliepen naar het hotel, om gelijk een taxi te nemen naar het vliegveld.

Van Salta vlogen we samen naar Mendoza, mooi zicht op het land en de bergen die onder ons door trokken. We werden opgewacht en verwelkomd door onze leidinggevende Martín en zijn vrouw Laura. Onze regioteam bijeenkomst vond dit keer plaats bij Martín thuis, in Chacras de Coria, een dorp buiten Mendoza gelegen in een omgeving van wijngaarden en de Andes.

Reageer op dit reisverslag

Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley

Margot

Micha 6:8 Hij heeft u bekendgemaakt, o mens, wat goed is en wat de HEERE van u vraagt: niet anders dan recht te doen en getrouwheid lief te hebben, en ootmoedig te wandelen met uw God.

Actief sinds 20 Maart 2008
Verslag gelezen: 661
Totaal aantal bezoekers 589169

Voorgaande reizen:

12 April 2008 - 30 November -0001

Mijn eerste reis

Landen bezocht: