Cuba - Reisverslag uit Trinidad, Cuba van Margot Greef - WaarBenJij.nu Cuba - Reisverslag uit Trinidad, Cuba van Margot Greef - WaarBenJij.nu

Cuba

Door: Margot de Greef

Blijf op de hoogte en volg Margot

29 December 2015 | Cuba, Trinidad

Het kantoor is gesloten tussen kerst en oud en nieuw. Voor het zover was, kregen meerderen van ons eerst een vreemde, rode huiduitslag en moest er nog aan verslagen gewerkt worden. Mijn collega is alvast begonnen met het regelen van de benodigde papieren voor de grensovergang in januari, als we bijna de hele maand op pad zullen zijn. Op de laatste middag had ik nog een gesprek met een van onze donateurs, die ervan houden om me op het laatste moment voor de vakantie een plan of verslag te vragen voor de eerste dag na de vakantie (of in de vakantie). Ik zou de resterende prei uit m'n tuin halen om mee naar kantoor te nemen, maar hoewel ik er 's avonds nog naar had staan kijken, waren ze de volgende ochtend verdwenen uit mijn tuin. Blijkbaar dacht iemand anders ze harder nodig te hebben dan ikzelf.

Ook als KDRe hebben we de laatste vergadering van het jaar gehad. Een van de leden, ds. Enel Angervil, had een taart bij zich, om leven te vieren, lichtte hij toe, en om ons te bedanken dat we als een echt team om hem heen hebben gestaan na zijn auto ongeluk. Gelukkig, we zijn nog compleet. De 'programme officer' van KDRe heeft de kerst doorgebracht in Lamontay, waar druk gebouwd wordt aan een waterreservoir.

De laatste zondag in de kerk zaten we nog dichter op elkaar dan normaal; de banken waren extra dicht op elkaar geschoven, omdat er steigers in de kerk staan voor het storten van het betonnen dak. Zoals gewoonlijk werd er vol passie gezongen en gedankt. Een gastpredikant preekte over dankbaarheid onder alles; tel uw zegeningen. De jongste zoon van de dominee was na 2.5 jaar studie in Ecuador eindelijk weer in het land, overgekomen voor de trouwerij van z'n broer. Goed weerzien dus. Na de dienst kreeg ik een delegatie van de jongelui mee. Onder 'jongelui' verstaat men hier niet zozeer tieners, maar meer twintigers en dertigers, of in principe ongetrouwde mensen. Na een kort bezoek aan een zieke die niet met ons mee kon, reden de andere vier mee naar Guibert/Kenscoff om te kijken of ze daar in februari tijdens carnaval hun jaarlijkse vijf daagse kamp kunnen organiseren. Mooi om de gesprekken te horen en te zien hoe ze met elkaar omgaan en samenleven in de kerk. Ze waren druk plannen aan het maken voor 24 december. Hoewel de activiteit in de kerk niet doorging vanwege twee sterfgevallen, zou de jeugd onderling wel bijeenkomen en ik werd spontaan uitgenodigd. In Guibert kregen we een rondleiding door de school, waar de 50 jongelui van de kerk in Boulard terechtkunnen in februari. Mooi om zo tot dienst te kunnen zijn.

Op de radio werd gesproken over de ontvoering van de 23 jarige jongedame die om het leven was gebracht nadat het losgeld was betaald. Mijn collega vertelde dat er 6 mensen door schoten omgekomen waren in Delmas 89, waar men het op 1 persoon gemunt had, terwijl de andere vijf toevallige voorbijgangers waren. Het nieuws berichtte ook over 'sociale woningen', van UCLBP en EPPLS, waar we mee samenwerken in het kader van toegang tot huizen. En tot slot werd er nauwelijks een week voor de tweede ronde van de presidentsverkiezingen aangekondigd dat deze niet langer op 27 december gehouden zouden worden, zonder een nieuwe datum te noemen.

Woensdag 23 december was ik al vroeg op kantoor. Ik parkeerde de auto en stapte over bij Josue, die me naar het vliegveld bracht. Met enig voorbehoud liep ik naar de balie van Sunrise Airways, me afvragend of de reservering wel goed was overgekomen. Dat was ie, dus ik kon door de controle en migratie. Een bus reed ons naar een klein vliegtuigje, hetzelfde formaat als dat tussen Port-au-Prince en Santo Domingo vliegt, waar een stuk of 18 passagiers in kunnen. Bestemming: Santiago de Cuba. De piloten wurmden zich tussen ons door de cockpit in, namen het stuur in handen en vlogen het vliegtuigje tussen de 'hoefijzers' van Haïti door (het noordelijke en zuidelijke schiereiland). Ik zag de Cayemites eilanden liggen bij Pestel, terugdenkend aan mooie tijden daar. Toen we Grand-Anse voorbij waren, daalden we algauw naar het naburige eiland: Cuba. Het vliegveld van Santiago de Cuba ligt vlakbij de kust. In minder dan een uur tijd waren we veilig en wel geland. Bij migratie werden nogal wat vragen gesteld, het visum werd gestempeld en vervolgens kon ik bij een zeer lawaaierige bagageband (de enige op het vliegveld) mijn koffer halen. Geld wisselen en met een taxi naar het busstation. Het eerste wat me onmiddellijk opviel, gelijk al bij het buitengaan van het vliegveld, waren de oude auto's en vervolgens paard en wagen en fietstaxi's. De taxichauffeur zette me af bij het busstation, waar het personeel met lunchpauze was... Toen ze terugkwamen, zeiden ze dat ik mijn busticket pas een uur voor vertrek kon kopen. Dus ik heb gelijk m'n boek bijna uitgelezen, wachtend op de bus van vier uur naar Bayamo.

Bij Santiago de Cuba in de buurt was het bergachtig, later werd het vlakker, veel groen, wat rivieren, palmbomen, etc. Op een bepaalde manier gelijkend op Haïti, maar tegelijk ook heel anders. Het is de eerste keer dat ik een ander eiland in het Caribisch gebied bezoek. De oude auto's zijn echt een opvallend duidelijk onderdeel van het straatbeeld. Ook veel suikerrietvelden en suikerfabrieken.

Met enkel een ticket en visum op zak en geen reserveringen voor onderdak en transport, was het een beetje onzeker en afwachten hoe het zou gaan. Wel had ik via internet een contact gevonden voor excursies vanuit Bayamo, dus toen de bus tegen half zeven aankwam in Bayamo, werd ik daar door iemand opgewacht. Hij pakte z'n fiets, terwijl ik toekeek hoe mijn koffer achterop een fietstaxi werd gebonden; een overdekte fiets met zitplaats voor twee passagiers. Zo werd ik naar een 'casa particular' gepeddeld, een soort bed & breakfast, oftewel een particuliere woning waar de familie een kamer verhuurt aan gasten, herkenbaar aan een rood of blauw teken. De steden staan er vol van.

Ik werd hartelijk ontvangen door een ouder echtpaar en kreeg mijn kamer gewezen, met eigen ingang, woonkamer/keuken en badkamer. De volgende ochtend stond er een uitgebreid ontbijt voor me klaar: gebakken ei, brood, papaja, ananas, bananen, warme melk, verse vruchtensap. Om zeven uur stond er een taxichauffeur voor de deur, die me in rap tempo naar Santo Domingo reed, voor zover de wegen dat toelieten (Santo Domingo in Cuba wel te verstaan, niet de hoofdstad van de Dominicaanse Republiek...). Het viel me onderweg op dat er veel met ossen gewerkt wordt, die per twee aan een span zitten. Het openbaar transport bestaat uit trucks, maar anders dan in Haïti, met een trap aan de achterkant gemaakt en een deurtje waar mensen instappen.

Er zijn twee munteenheden. Ik dacht dat Haïti daarin verwarrend was met gourdes en Haïtiaanse dollar, maar dat is enkel een rekeneenheid, terwijl hier verschillende geldstukken bestaan: convertible en moneda nacional. Zo betaalde ik ergens met een briefje van 5 en kreeg 50 terug...

De weg ging van goed asfalt naar minder goed asfalt, wat de snelheid minderde, en van vlakte naar bergen. Langs de weg stonden vele borden, plakkaten en stenen muren met socialistische teksten erop en citaten van Fidel en Raúl Castro en anderen. Na ruim een uur rijden waren we in Santo Domingo. Vandaar worden excursies georganiseerd naar la Comandancia de la Plata, commandostation van Fidel Castro in 1958, waar hij zich verschool in de bergen van Sierra Maestra. Met z'n negenen werden we in een auto van Santo Domingo naar Alto del Naranjo vervoerd, een weg die in 5 km afstand 700 meter in hoogte stijgt. Het is de steilste weg van Cuba en inderdaad gaat het heel steil omhoog, van 250 meter naar 950 meter hoogte. Vandaar een mooi uitzicht op de bergen en toen kon de wandeling naar la Comandancia de la Plata beginnen, 3 km. Het is ontzettend groen, veel begroeiing. De gids wees ons op alle bezienswaardigheden; zicht op de Caribische zee, vogels en planten. De hoogste varen van Cuba, de nationale boom; een palm. Hij wees ons op verschillende vlinders, inclusief een volgens hem zeldzame; een vlinder met transparante vleugels. Ook vogels; specht, een kleine, snel bewegende kolibrie, 'tocororo'; de nationale vogel die de drie kleuren van de vlag heeft: blauw, wit en rood, en niet in gevangenschap kan leven.

Onderweg stopten we even bij een paar houten gebouwtjes die betrokken waren bij de schuilplaats van Fidel Castro. Vandaar verder naar de commandopost. Eerst kwamen we bij een plaggenhut, die door Che Guevara werd gebruikt voor medicijnen en tandartspraktijken. Toen een ander gebouw, een graf van Lionel Rodriguez die in 1958 daar gedood is toen vliegtuigen de omgeving beschoten. De meeste mensen sliepen onder de sterren. Er is een houten gebouwtje dat het eerste kantoor was van Fidel en later als ziekenhuis werd gebruikt en toen als opslagruimte. Verderop staat de keuken, niet ver van een waterstroom. Er werd vooral 's nachts gekookt zodat de rook de schuilplaats niet zou verraden; er stond yam en zoete aardappelen op het menu. De keuken staat half in de bomen, met nog het oude meubilair aan kastjes en planken. Er werd gekookt in een soort ingegraven pot.

Van de keuken kwamen we bij het huis van Fidel Castro, met nog oorspronkelijk meubilair, alles van hout: tafel en bank, kast aan de ene kant, plus een koelkast die op kerosine liep en gebruikt werd voor medicijnen en chirurgisch materiaal, aan de andere kant een bed en soort bureau/boekenplanken met stoel, alles gemaakt van boomstammetjes. In de koelkast zit een gat, veroorzaakt door een schot. Het huis kan helemaal dichtgemaakt worden door de grote houten planken te laten zakken. Heel interessant om dit te zien, verblijfplaats van Che Guevara en Fidel Castro. Verderop staat een latrine en nog verderop een administratief gebouw. Toen ving de terugtocht aan naar Alto del Naranjo, genieten van het mooie uitzicht op bergen en een meer en wachten op de auto die ons naar Santo Domingo bracht, weer de steile haarspeldbochten door. De taxichauffeur reed me terug naar Bayamo, langs rijen suikerrietvelden, oude auto's, motoren met zijspannen, de trucks van openbaar vervoer, in de stad de fietstaxi's. De gebouwen lijken van verschillend materiaal te zijn; betonblok, baksteen en hout. Het was een mooie dag, natuur in combinatie met geschiedenis. Ik hou van bergen en de natuur, hoewel in deze reis veel stadsbezoeken zijn opgenomen.

Terug in Bayamo moest er geld gewisseld worden. Ik sloot aan in de rij buiten het wisselkantoor. Toen de persoon voor mij binnen was, wuifde de medewerker naar me ten teken dat ze nu dicht waren. Dat is fraai. Behulpzame omstanders wezen me gelijk op een naburige bank en ik kon ook terecht bij een restaurant. Het valt me op dat men over het algemeen heel behulpzaam en vriendelijk is.

De rest van de middag wandelde ik rond in Bayamo, door brede en smalle wegen met vele fietstaxi's, oude auto's en zijspannen en motoren, langs huizen met veranda's, een winkelstraat/voetgangersgebied, een plein met standbeelden (Plaza de la Revolución), een katholieke kerk aan Plaza de Himno Nacional. Ik kwam terecht bij het trein en busstation, waar een rij paard en wagens staat te wachten als taxi. Er zijn verschillende bussen: Viazul, waar vooral toeristen gebruik van maken, plus de lokale bussen voor Cubanen.

Die avond, 24 december, na een maaltijd bij de familie van gekruide rijst, kip met gebakken plantaan, salade en vruchtensap, liep ik naar de kathedraal voor de kerst mis. Zo kon ik toch nog horen over de geboorte van Jezus, waar het uiteindelijk om gaat met kerst. Los daarvan was het waarschijnlijk de meest 'onkerstige' kerst ooit, aangezien het leven hier z'n gewone gang gaat en er weinig tot niks van kerst valt te merken.

Eerste kerstdag peddelde een fietstaxi me naar het busstation van Bayamo, waar ik een kaartje kocht voor de Viazul bus naar Holguín. De rit voerde door vlaktes, anders dan het bergachtige Haïti. Wederom kwamen we langs vele suikerrietvelden en ook de borden met teksten over revolutie en socialisme blijven langskomen aan de kant van de weg. In Holguín werd ik opgewacht door een oude, paars-witte Ford van 1955 die me naar het huis bracht waar ik hier zou overnachten. Oude auto's weliswaar, maar goed onderhouden, ze zier er over het algemeen keurig uit. De familie in Bayamo had me referenties gegeven voor huizen/families in Holguín, Camagüey, Sancti Spíritus en Trinidad, dus dat hielp enorm. Het is keurig voor elkaar in de huizen, die flink aan de regels liggen.

Na aankomst gelijk erop uit, de stad in, een stad vol parken. Eerst Parque Céspedes, met daaraan Iglesia de San Jose. De pleinen zijn mooi, omgeven door gebouwen met zuilengalerijen ervoor, vele paard en wagen en fietstaxi's erbij, bankjes op de pleinen, een deel in de schaduw van de bomen, waar alle mensen zich vergaren, kinderen rennen rond of voetballen met een platgetrapt blikje. Er zijn niet echt winkelstraten, aangezien het aanbod hier beperkt is. De winkels die er zijn, hebben weinig in de schappen. Ik liep de voetgangerszone door, Manduley, en kwam bij een volgend plein: Parque Calixto García. Aan alle kanten rondom dit plein stonden oude auto's geparkeerd; Lada, Buick, Dodge, Chrysler, Pontiac, enz. Het volgende plein was Parque Peralta, met de kathedraal San Isidoro. In een zijstraat nog een plein: Plaza de Marqueta, die in aanbouw is.

In 1790 is er een kruis geplaatst boven op een heuvel bij Holguín, in de hoop om een droogte te verminderen. Een lange trap strekt zich uit op de heuvel. Na 458 traptreden stond ik boven. Mooi uitzicht op de heuvels en vlaktes rondom en de stad Holguín. De traptreden weer afgedaald, terug naar Céspedes gelopen en daar afgeslagen naar Carretera de Gibara, waar een draaiorgelfabriek is, de enige in het land. Een man leidde me rond, hoewel hij zei dat er helaas niemand was om de orgels te bespelen, maar hij wilde me wel wat laten zien. Het draaiorgel heeft een belangrijke plaats in de Cubaanse cultuur, hoewel gitaar en trommel de belangrijkste instrumenten zijn.

Mijn kerstmaal bij de familie in Holguín bestond uit kip, rijst met zwarte bonen, salade, gebakken (zoete) bananen en taart na. Het verblijf bij families stelt me in staat om meer te weten te komen over het leven in Cuba, het buureiland van Haïti maar zo heel anders. Er is hier 24 uur per dag elektriciteit, in het hele land. Er zijn veel artsen uit Cuba in Haïti. Alle ziekenhuizen hier worden gerund door de overheid en zijn gratis, met goede zorgverlening. Ook alle scholen zijn van de overheid en gratis. Volgens de heer des huizes is de voornaamste inkomstenbron toerisme. Dagelijkse levensmiddelen en zo worden gekocht op de markt, maar vooral ook in winkels. Anders dan in Haïti zijn hier weinig marktverkopers en loopt er niemand met een mand of ander waar op z'n hoofd. Wel een paar mensen die ijs of pinda's verkopen, of pizza's of broodjes vanuit een kleine boetiek aan huis. De meerderheid van de mensen is in dienst van de overheid. Nu pas krijg ik de kans om een beetje beter te begrijpen wat communisme inhoudt. Wat een verschil met Haïti. En hoe is het mogelijk dat Fidel Castro al sinds 1961 regeert, wiens naam ik overigens nog niet één keer heb horen noemen. Het land produceert vooral veel suikerriet en tabak, hoewel ik niet heel veel mensen sigaren zie roken (wel sigaretten).

Van Holguín ging het naar Camagüey, na een ontbijt van brood met kaas, ananas, guava en warme melk. Tijdens het wachten op de taxi zei de heer des huizes dat hij denkt dat onderwijs aan de basis ligt en wat dat betreft hoeft hij zich als vader geen zorgen te maken, want de scholen zijn gratis en van goed niveau. Ook scholen op het platteland zijn van alle benodigdheden voorzien, al hebben ze maar 4 leerlingen, met universeel niveau op alle scholen. Hij noemde ook onderwijs en voorzieningen voor gehandicapten of mensen met leerproblemen. Er zijn ook bedrijven hier die werk verschaffen voor mensen met een handicap.

Dezelfde Ford uit 1955 bracht me weer naar het busstation en opnieuw reed de bus door vlaktes. Uitgestrekte velden, huisjes van 1 verdieping ertussen, mensen op de akkers, overal veel paard en wagen. In de stad hebben ze een mooi systeem: er hangt een stuk zeildoek onder het achterste van het paard, als een soort luier, die de uitwerpselen opvangt zodat ze niet op straat vallen. Ingenieus systeem.

De bus stopte onderweg in Las Tunas, voordat we in Camagüey kwamen, mijn bestemming van die dag. Ik werd wederom opgewacht door de heer des huizes met een taxichauffeur en naar het huis gebracht dat zich in het centrum bevindt, pal achter de kerk Merced. De huizen hebben net als in Haïti veranda's, veel smalle huizen met twee verdiepingen en een soort houten lamellen waar je zo door naar binnen kunt kijken. Niet overal gordijnen, anders dan in Haïti. De woningen zijn sober ingericht, geen overbodige tierelantijn. Logisch, als er weinig verkrijgbaar is. Het is toch een bijzonder systeem, socialisme. De overheid zorgt voor de bevolking, de mens moet verder denken dan als individu. Onderweg staan borden en plakkaten van Fidel Castro en Che Guevara, evenals leuzen als 'revolutie', 'socialisme', enz., maar er is geen reclame van producten. Er zijn weinig geïmporteerde producten, ook het drinken bijvoorbeeld produceert men zoveel mogelijk in Cuba zelf. Men kleedt zich minder formeel dan in Haïti en de dames dragen veel strakke, onthullende kleding. Het valt me ook op dat veel mensen kleren dragen die de Amerikaanse vlag erin verwerkt hebben. Men lijkt verlangend naar verbeterde relaties met Amerika.

Camagüey is een mooie stad, hoewel lastig navigeren, want deze stad, een van de 7 oorspronkelijke nederzettingen van het land, is gebouwd om piraten te doen verdwalen. Geen rechttoe, rechtaan wegen dus, maar allerlei kronkels. Ik begon bij Maceo, de enige voetgangerszone. Daar staat een mooie kerk, Iglesia Nuestra Señora de la Soledad. Camagüey schijnt de stad te zijn met de meeste kerken. Van Maceo belandde ik in Parque Martí, tegenover de Iglesia de Nuestra Corazón de Sagrado Jesús en een ziekenhuis. Vandaar ging het naar Puente Jatibonico, een brug over de rivier die door de stad loopt. Bij de brug ligt een ander plein, waaraan Instituto de Segunda Enseñanza staat. Terug de brug over belandde ik op Parque Agramonte, waar de belangrijkste kathedraal van de stad staat: Catedral Metropolitan de Nuestra Señora de la Candelaría. Ernaast staat een 'tijon', oftewel een grote aardewerken pot waar deze stad om bekend staat en waarin vroeger regenwater werd opgevangen. Het begon prompt te regenen. Of beter gezegd: er kwam zo nu en dan een hele korte bui en dan begon de zon weer te schijnen.

Ik vervolgde mijn stadswandeling naar Plaza San Juan de Dios, een mooi, oud plein (alles is oud hier, maar dit had wat extra's). Veel gekleurde huizen, rode dakpannen op het dak. Aan dit plein staat Convento y hospital de San Juan de Dios. Toen naar Plaza del Carmen, een rustig plein met daaraan Iglesia de Nuestra Señora del Carmen en gietijzeren regenwater kruiken en figuren van vrouwen die bij elkaar nieuwtjes uit zitten te wisselen, een man die de krant leest, een stel dat op een bankje zit en een man die een kar met kruiken voortduwt. Volgens de legende werd een man als hij water dronk van een meisje uit een regenwater kruik op slag verliefd op haar en verliet de stad nooit meer.

Aan dit plein staat een restaurant dat El Ovejito heet, oftewel Het Schaapje, waar ik dus een stuk schapenvlees geserveerd kreeg. Vervolgens liep ik naar Plaza de los Trabajadores, het plein waaraan Iglesia Nuestra Señora de la Merced staat, plus afbeeldingen van Che Guevara op de gebouwen en de tekst 'hasta la victoria siempre' (altijd voor de overwinning). Diezelfde tekst is ook regelmatig langs de weg te lezen. Wederom een mooi plein. Deze binnenstad is UNESCO erfgoed. Tot slot liep ik naar Teatro Principal, een mooi pand uit 1825, rood en geel gekleurd. Het is een kleurig stadsdeel, met blauwe, groene, paarse, oranje, gele, roze huizen en noem maar op.

Ook in Camagüey had ik een interessant gesprek met de vrouw des huizes, die zei dat het bestaande systeem in Cuba voordelen met zich meebrengt, ondanks de problemen. Zo is er goed onderwijs, goede gezondheidszorg en veiligheid; geen geweld. Het is geen enkel probleem om als vrouw alleen te reizen of 's avonds buiten rond te lopen. De bouw is zowel overheid als privé, zei ze. Overal is stromend water, ook op het platteland. Er zijn 5 à 6 producten die op de bon verkrijgbaar zijn; men heeft een boekje met coupons die men mee kan nemen naar aangewezen winkels, waar ze per twee weken/maand een bepaalde hoeveelheid op kunnen halen, wat afgetekend wordt in het boekje; op rantsoen dus. Ook hier heeft men te kampen met steeds meer mensen die het platteland verlaten voor de stad. Daarom heeft de regering initiatieven ontwikkeld om mensen aan te moedigen zich op het platteland te vestigen. Volgens de vrouw des huizes zijn er twee grote problemen: openbaar transport (daar is niet genoeg van) en huizen, die duur zijn om te kopen of bouwen en er zijn weinig programma's voor 'sociale woningbouw'. Van de landbouw gaat een quotum naar de intermediair die opkoopt voor de overheid en de rest is voor vrije verkoop. Er zijn zowel coöperatieven als individuele boeren. Vroeger was het verboden voor Cubanen om te reizen, maar nu kunnen ze vrijuit reizen, behalve naar de VS. Cuba heeft ook een pensioensysteem; voor mannen is de pensioensgerechtigde leeftijd kort geleden verhoogd van 60 naar 65 en voor vrouwen van 55 naar 60. Zorgverzekering is niet nodig, aangezien alle gezondheidszorg gratis is.

Die avond liep ik naar het theater om een balletvoorstelling bij te wonen. Camagüey is behalve Havana de enige plaats in Cuba met een professioneel ballet. Het was modern ballet, op klassieke muziek en jazz muziek. Een mooie voorstelling.

De volgende dag was het vroeg dag. Het ontbijt stond alweer klaar: thee, warme melk, verse papaja sap, broodje ham/kaas, ananas en papaja. Wederom naar het busstation, nu met bestemming Sancti Spíritus. Op deze route veel palmbomen en ook weer suikerrietvelden. Verder overal veel koeien ranches en melkbussen, zo nu en dan een 'plattelandsschool', zoals erop staat geschreven. De bus stopte in Ciego de Ávila. In de buurt van Sancti Spíritus verschenen eindelijk wat heuvels. De hoogste berg in het land is Pico Turquino, die we zagen tijdens onze wandeling in Sierra Maestra.

Het gezin in Sancti Spíritus (wederom een referentie; ideaal dat families met elkaar in contact staan) had me gezegd 'neem maar een paard en wagen', maar de paarden die ik zag, liepen in draf over straat. Er reed een fietstaxi voorbij die vroeg: "taxi?" en me netjes voor de deur van de familie in Sancti Spíritus afzette, een blauw huis met twee slaapkamers voor gasten. Ik kreeg een kamer op het dakterras.

Ook in deze stad op verkenning, een wat kleinere en rustigere plaats na Camagüey, de op 2 na grootste stad van het land en best druk. Wederom een mooie stad, die vorig jaar z'n 500 jarig bestaan heeft gevierd, met gekleurde huizen en net als in Nederland rode dakpannen. Het huis staat vlakbij het centrum, dus na twee blokken stond ik al op Parque Serafín Sánchez. Er klonk muziek; een openluchtconcert zowaar, een blaasorkest zat te spelen; klarinetten, dwarsfluiten, tuba, hoorn, schuiftrompet, drumstel, trompet. Prachtig. Parque Serafín Sánchez is een mooi plein, omgeven door oude, gekleurde gebouwen; geel, blauw, oranje, crème, enz.

Ik volgde de Boulevard/Independencia naar het gele Colonia Española gebouw. Vervolgens de Independencia de andere kant op, naar Parque Maceo. Ook daar staat weer een antieke kerk; Iglesia de Nuestra Señora de Caridad. Terug de andere kant op, langs vele kleine cafés en een markt met weinig aanbod en heel anders dan in Haïti. Vervolgens naar Plaza Honorato, met een blauwe kerk. Vandaar de brug over de rivier Yayabo, met aan de ene kant het eveneens blauwe Teatro Principal. Toen een klinker zijstraatje in langs de rivier (Padre Quintero).

Er lopen veel mensen met paraplu's rond, die in de zon als parasol dienen en in de regen als paraplu. Mensen staan in de rij voor de winkels te wachten. De politie rijdt ook rond in oude auto's en op oude motoren. Bij elke school staat een buste van Martí in de tuin. Het idee achter het socialisme was een 'nieuwe mens', met een collectiviteitgevoel in plaats van individueel. Op een bepaalde manier is dat te merken aan de vriendelijkheid en behulpzaamheid en ook de veiligheid. Ook de kapsels vallen me op: de onderste helft van het haar kortgeschoren en bovenop lange lokken.

Het is hoogseizoen in Cuba, vooral een bestemming van Duitse toeristen. Inmiddels ben ik in Trinidad beland, een zeer toeristische plaats. Internet is beperkt en door de overheid aan banden gelegd. Op enkele openbare pleinen is internetbereik, waar ik gebruik van maak om mijn verhalen te delen. Foto's volgen later. Het is een voorrecht om eindelijk het buurland van Haïti te kunnen bezoeken, een bijzonder, mooi en interessant land, met ontzettend vriendelijke en behulpzame mensen.

  • 01 Januari 2016 - 16:56

    Jefa:

    Hey Tijger!

    Folle lok en seine in it nije jier!!

    Wat leuk om je verhaal te lezen. Wij dachten dat er helemaal geen internet was in Cuba, dus verwachten ook geen verhaal.
    Leuk dat je zo met de locals omgaat. Dan krijg je wel het échte Cuba te zien en te horen.
    Geniet er nog maar even lekker van!

    Sandwichknuffel,

    Jefa

  • 02 Januari 2016 - 13:36

    Johan:

    Hallo Margot,

    in de eerste plaats de beste wensen voor 2016. ik hoop dat het weer een goed jaar mag zijn voor je en je missie.
    je hebt er weer een prachtig verhaal van geschreven, ben erg nieuwsgierig naar de foto's van het straat beeld van Cuba. Het klinkt als een museum.

    ik hoop dat verder ook goed verloopt en dat je weer een behouden terug reis hebt.

    Groet Johan

  • 07 Januari 2016 - 12:54

    Trudy:

    Avonturier!

Reageer op dit reisverslag

Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley

Margot

Micha 6:8 Hij heeft u bekendgemaakt, o mens, wat goed is en wat de HEERE van u vraagt: niet anders dan recht te doen en getrouwheid lief te hebben, en ootmoedig te wandelen met uw God.

Actief sinds 20 Maart 2008
Verslag gelezen: 476
Totaal aantal bezoekers 589179

Voorgaande reizen:

12 April 2008 - 30 November -0001

Mijn eerste reis

Landen bezocht: