Hispaniola: DR, Zuidoost, Noordwest, Grand Anse - Reisverslag uit Pétionville, Haïti van Margot Greef - WaarBenJij.nu Hispaniola: DR, Zuidoost, Noordwest, Grand Anse - Reisverslag uit Pétionville, Haïti van Margot Greef - WaarBenJij.nu

Hispaniola: DR, Zuidoost, Noordwest, Grand Anse

Door: Margot de Greef

Blijf op de hoogte en volg Margot

27 Oktober 2014 | Haïti, Pétionville

De afgelopen weken kriskras het eiland Hispaniola over, van de noordkust van de Dominicaanse Republiek naar de zuidkust, gevolgd door de provincies Zuidoost, Noordwest en Grand Anse in Haïti. Een lang verhaal dus en veel foto's.

In Puerto Plata een goede sfeer met nieuwe kennissen, een wandeling langs het strand (Playa Dorada), waar hotels zij aan zij een stuk strand bezetten, 's avonds muziek; piano, maar ook Indische dans. De doop van mijn derde nichtje, Amélie, mocht ik vanuit Puerto Plata live meemaken. De wonderen der techniek; ik liep buiten onder een strakblauwe lucht, uitkijkend op de bergen, terwijl ik live de doopwoorden hoorde uitspreken. Bijzonder om er zo toch bij te kunnen zijn. Toen we terugreden naar Santo Domingo stopten we bij de enige kabelbaan in het land/op het eiland. De heren hielden een hele Bijbelquiz onderweg en we luisterden naar een CD van een van de passagiers, gitarist en zanger. Zondagavond mee naar de kerk, waar mijn gastheer predikant is. De leden van de kerk zijn voornamelijk van Haïtiaanse afkomst. De muziek werd begeleid door gitaar, keyboard, tamboerijn en een ronde 'rasp'.

Ik werd gastvrij opgenomen door de predikant, die ik via het werk ken, en zijn familie. Maandagochtend ging ik mee naar het kantoor van onze partnerorganisatie SSID, waar de week begon met devotie. Vervolgens werd ik opgehaald om met het openbaar vervoer naar Boca Chica te reizen en in gesprek te gaan met onze partnerorganisatie Caminante, die daar met kinderen werkt, veelal van Haïtiaanse afkomst. We spraken op hun kantoor en tijdens het eten aan een tafel op het zand, slechts 2 meter van het blauwe zeewater. Van de noordkust naar de zuidkust. We planden uitwisselingen tussen Haïti en de Dominicaanse Republiek en spraken over de wetgeving voor 'regularisatie' van Dominicaanse burgers van buitenlandse komaf.

SSID kwam me ophalen uit Boca Chica en bracht me naar Manresa Loyola, een katholiek/jezuïeten centrum in Santo Domingo, waar ik een binationale bijeenkomst bijwoonde van Haïtiaanse en Dominicaanse organisaties. Achter de kamers ligt opnieuw de zee en wuiven de palmbomen. Hier geen zandstrand; het water spat in witschuimende golven uiteen op de koraalrotsen. Aan beide kanten klinken de geluiden van de industrie, grote vrachtschepen varen van en naar de stad. Een van de Dominicaanse collega's is in september in Nederland geweest. Hij kwam bij me en vroeg me heel serieus: "Margot, waarom Haïti? Hoe pas je je aan in zo'n totaal andere wereld?" Een vraag die heel wat gespreksstof opleverde. Er is veel wat we van elkaar kunnen leren en van bezoeken aan elkaars land.

De bijeenkomst begon met een presentatie van een vijftal organisaties over de geschiedenis en het binationaal perspectief van hun organisaties, die allemaal gericht zijn op migratie of relaties tussen beide landen. De tweede dag stond in het teken van migratie en mensenrechten. De drie sprekers van het eerste panel spraken over migratie, documentatie, identiteit en regularisatie. Het tweede panel gaf een analyse van ervaringen van organisaties die migranten begeleiden en het proces van het regularisatieplan. Het derde panel ging over ervaringen van de strijd voor herkenning van nationaliteit en de toepassing van wet 169-14. Deze wet is een reactie op de regelgeving die in september 2013 bepaalde dat Dominicaanse burgers met buitenlandse ouders niet langer automatisch de Dominicaanse nationaliteit hebben, hoewel de wet voorheen zei dat nationaliteit bepaald wordt door geboorte in het land. Hierdoor dreigen vele mensen hun nationaliteit kwijt te raken.

Het thema van de volgende dag was economische en commerciële, binationale relaties, met panelleden die spraken over binationale relaties tussen Haïti en de Dominicaanse Republiek. Interessante uiteenzettingen over de geschiedenis van relaties tussen beide landen, de economische context, commerciële relaties, informele markten op de grensovergangen en de consequenties voor huidige relaties. Interessante dagen, goede gesprekken, onze beide Dominicaanse partners waren aanwezig, goed om te zien dat organisaties van beide landen willen samenwerken.

Na afloop van de bijeenkomst ging ik terug naar SSID en overnachtte ik opnieuw bij de familie van Josue. De volgende dag, donderdag 9 oktober, een belangrijke gebeurtenis: we gingen met Josue mee naar migratie, waar we ervan getuige waren hoe hij zijn nieuwe paspoort in ontvangst mocht nemen. Al vijf maanden is hij bezig geweest om zijn paspoort te vernieuwen. 45 jaar lang heeft hij alle Dominicaanse papieren gehad, hij is er geboren en getogen en nu opeens werd bekeken of hij wel de Dominicaanse nationaliteit kon behouden. Het was een enorme opluchting en grote dankbaarheid dat hij zijn paspoort eindelijk weer in handen had, maar tegelijk een bitterzoete ervaring: blijdschap om het paspoort, maar verdriet en wrok dat het zo moeilijk moest zijn om zijn nationaliteit te behouden.

Met het paspoort op zak reisden we terug naar Haïti. Aan het eind van de middag kwam ik weer op kantoor, waar dezelfde dag mijn leidinggevende was gearriveerd vanuit Argentinië. Ik kon gelijk aanschuiven om een kandidaat een sollicitatiegesprek af te nemen voor de functie van 'child protection officer'. Inmiddels hebben we verschillende kandidaten ontvangen voor een eerste en tweede gesprek en een selectie gemaakt, dus per november hopen we een nieuwe collega in ons team te verwelkomen die zich vooral bezig zal houden met kinderbescherming.

De volgende dag naar Ganthier, het programma van SSID bezoeken. Er zijn 5 watertanks gebouwd waarin regenwater wordt opgevangen wat gebruikt kan worden voor huishoudelijke doeleinden, om de dieren water te geven, etc. Water is de eerste levensbehoefte, maar op veel plaatsen zo schaars en moeilijk verkrijgbaar. In het kader van een landbouwprogramma om economische onafhankelijkheid te stimuleren zijn geiten gedistribueerd. Dieren kunnen verkocht worden in geval van financiële nood, of geslacht om de familie van voedsel te voorzien. Er zijn eveneens putten gedrild, waar te zijner tijd een pomp op geplaatst zal worden zodat ook grondwater beschikbaar is voor gebruik in de gemeenschap. Een aantal inwoners hebben zaden ontvangen om maïs, bonen, etc. te planten, voor consumptie en verkoop, opnieuw om in het levensonderhoud van hun gezin te kunnen voorzien. In samenwerking met het Leger des Heils is in Balan een kippenboerderij opgezet, waar elke dag voldoende eieren worden geproduceerd om tegen een lage prijs te verkopen in de gemeenschap, wederom met als doel om voedselveiligheid te verbeteren. Een interessant en mooi programma,begonnen in tentenkampen na de aardbeving en daarna met reparatie en nieuwbouw van woningen, wat nog steeds de kern is van het programma, maar nu als onderdeel van een geïntegreerde aanpak voor dorpsontwikkeling.

's Avonds reden de collega's van SSID mee naar Kenscoff, waar Jeroen en Fardau hen voorzagen van een kop thee. Het was weer mooi en bijzonder om Jeroen en Fardau een paar weken te gast te hebben, hoewel ik zelf veel weg was.

Mijn leidinggevende is een fervent wandelaar en we hadden besloten om in het weekend naar Seguin te lopen. Op het laatste moment kregen we gezelschap van een oud-medewerker van SSID, dus zaterdagochtend stapten we met z'n drieën in een taptap in Pétion-Ville. Na lang wachten was de taptap eindelijk (stamp)vol (we zaten zo strak tegen elkaar aan dat ik geen gevoel meer had in m'n been) en konden we vertrekken, zuidwaarts de bergen in; via Fermathe en Kenscoff richting Furcy. Toen de auto problemen met de banden begon te vertonen, vonden wij het welletjes en gingen we verder lopen. Zo relatief dichtbij de hoofdstad, maar zo'n andere wereld, met geen pen te beschrijven. Een omgeving die je weer doet beseffen waarom Haïti het 'land van de bergen' wordt genoemd; achter bergen zijn bergen, zegt men. Een majestueus berglandschap, indrukwekkend, een geschenk van God, zoals een van de medewandelaars het uitdrukte. Hoge, groene, grillige, spitse bergen, vergezichten, watervallen, akkerbouw op de steile hellingen, steile paden, berg op en af, volwassenen en kinderen met grote manden vol wortels en andere landbouwproducten op het hoofd, een muilezel op sleeptouw, slippers aan de voeten, truien aan. Hogerop kwamen we met het hoofd in de wolken. Het pad van Furcy naar Seguin is niet begaanbaar voor gemotoriseerd verkeer. Zelfs motoren kunnen het steile pad vol rotsen niet afleggen. Uiteindelijk was de laatste klim afgelegd en stonden we zo'n 2.5 km boven zeeniveau tussen de dennenbomen. Nog een poosje verder lopen, totdat we na een wandeling van zo'n zes uur een gastenverblijf in Seguin bereikten. De vraag 'waar komen jullie vandaan' was niet eensluidend te antwoorden; een Amerikaan die in de Dominicaanse Republiek woont, een Nederlander die in Haïti woont, plus een Argentijn. Onderweg goede gesprekken, aangenaam gezelschap, mooi om dit samen te kunnen doen. Wij lopen voor onze lol, maar voor de inwoners van dit gebied is het een hard leven, met steevast een klim van vele uren van en naar de markt om hun landbouwproducten aan de man te brengen.

De volgende dag daalden we de bergketen aan de andere kant af, verder zuidwaarts, richting Marigot. Een totaal ander landschap; gelijk van Seguin al was de zee zichtbaar, ogenschijnlijk dichtbij, maar nog vele uren lopen verder. Grote, grijze rotsblokken op het land, een 'lieflijker' landschap, minder spits en steil, een meer in de diepte, meer begroeiing in het steeds dichterbij komende, groene dal, oranje en gele bloemen, continu de zee in zicht. Een schitterende tocht, geweldig natuurschoon. Onze collega kwam ons aan de andere kant ophalen, samen met zijn vrouw en kinderen. In Jacmel konden we ontspannen aan/in zee, dobberen in het warme water, verse vis eten. Vervolgens per auto terug naar Port-au-Prince. Een onvergetelijke tocht en prachtige herinnering, zo zeiden mijn medewandelaars die beide niet in Haïti wonen.

Maandagochtend reed ik om half zes thuis weg, verbaasd om mijn buurmeisje aangehold te komen zien, in het pikkedonker alleen op weg naar school, die al om kwart voor zeven begint. Ze reed zover mee. Ik haalde mijn collega en leidinggevende op en met z'n drieën reden we naar het Noordwesten. Tegen half twee waren we bij ICEDNO in La Reserve, lid van ASR. Deze school die voorheen uit zeildoeken bestond, beschikt nu over een mooi gebouw met zes klaslokalen en twee watertanks. De kinderen kwamen naar buiten, schaarden zich om de auto, zongen een lied, gingen weer naar binnen en vervolgens zat hun schooldag erop. We gingen in gesprek met een aantal van de leerlingen, ouders en leraren. De leerlingen spraken duidelijk; de zeildoeken school was heet in de zon en nat in de regen, maar nu hebben ze een comfortabel gebouw en er is water beschikbaar. Tegelijk blijft het leven een strijd; ouders hebben geen geld voor schooluniformen noch voedsel. De verhalen van de kinderen toonden weer hoe complex het leven is. Meerdere van hen hebben een aantal jaren als restavèk/kindslaaf bij onbekende families gewoond. ICEDNO heeft ze teruggebracht bij hun familie. De leraren hadden ook hun eigen verhaal. Ik vroeg ze naar hun motivatie, wetend dat ze niet maandelijks betaald krijgen. Een bezoek dat weer veel losmaakt en oproept.

Van La Reserve reden we naar Lamontay, waar we de bakkerij bezochten die in aanbouw is. Voor de bouw van de oven is echter een verkeerde zandsoort gebruikt, dus de bovenkant moest vervangen worden. In het donker kwamen we aan in Mare Rouge, waar we overnachtten.

De volgende ochtend voegde de nieuwe agronoom van partnerorganisatie SKDE zich bij ons. Met elkaar reden we naar Citerne Remy. Er werd hard gewerkt; mannen stonden met pikhouwelen in geulen die gegraven werden voor de fundering van een gebouw voor de coöperatie, vrouwen liepen af en aan met betonblokken op hun hoofd, een muilezel met zadeltassen met betonblokken aan de hand. Ook een hoogzwangere vrouw liep mee. Een andere vrouw liep langs met zelfs twee blokken op haar hoofd. Een indrukwekkend schouwspul en prachtig voorbeeld van samenwerking in de gemeenschap. Samen bouwen ze een gebouw voor hun coöperatie, dat voor hen allen van nut zal zijn. De agronoom liet me een stuk land zien waar ze een 'demonstratie landbouwproject' begonnen zijn. Hier zullen vooral groentes verbouwd worden.

Vandaar ging het naar Bombardopolis/Plaine d'Orange, op bezoek bij de dorpswinkel. Op de terugweg reed de auto van SKDE die bij ons was een geit aan. Even later kwam een motor achter ons aangesneld, de passagier met een geit op z'n schoot. De geit was dood, wat tot een hele discussie om schadevergoeding leidde.

In de avond kwamen we aan in Lacoma, bij onze nieuwe partnerorganisatie ADRUH, een kennismakingsbezoek voor onze leidinggevende. Het bezoek van de volgende dag was een groot verschil met ons vorige bezoek van een aantal weken eerder; waar ons de vorige keer een stuk land werd aangewezen waarop een watertank gebouwd zou worden, stond nu al een watertank met een capaciteit van 12.000 liter, zowel in Giyèt als Bouflèt. Een technicus houdt toezicht op het juiste gebruik en de verhouding van materialen. De stukken land waar groentetuinen verbouwd gaan worden, bewaterd met water uit de tanks, zijn met struiken afgeschermd voor dieren, de compost wordt klaargemaakt. Een aantal van de gezinnen hebben een huis met een dak van palmbladeren. Daar wordt een golfplaten dak geplaatst, om het regenwater op te vangen voor de watertank.

's Middags reden we naar Gonaïves. Onderweg zagen we zowaar flamingo's in zee staan. In Gonaïves bezochten we nog een coöperatie, die het initiatief heeft genomen om een waterinstallatie aan te schaffen en drinkwater te verkopen. Overal gesprekken over onderwijs; de overheid vereist dat alle leraren over twee jaar de juiste papieren hebben/gecertificeerd zijn.

We overnachtten in Gonaïves, om donderdag terug te keren naar Port-au-Prince. Rechtstreeks naar Christian Aid voor een korte ontmoeting met de regiocoördinator van die organisatie. Vervolgens naar kantoor, waar we een interessant gesprek voerden met een professor van de Rijksuniversiteit van Haïti. Daarna een gesprek met partnerorganisatie SCH en tot slot een afsluitend avondeten met mijn leidinggevende, regiocoördinator van Latijns Amerika/Caribisch gebied. We zien elkaar niet vaak.

Vrijdag was een nationale vrije dag: de sterfdag van Jean Jacques Dessalines, die Haïti leidde in de strijd om onafhankelijkheid. Mijn leidinggevende vloog terug naar Argentinië deze dag en Jeroen en Fardau wilden graag een keer naar Grand Anse, dus we maakten van de gelegenheid gebruik om met z'n drieën op pad te gaan. Als wij met z'n drieën zijn dan is avontuur gegarandeerd, dus uiteraard verliep de reis niet zonder slag of stoot. We waren nog geen vijfhonderd meter van huis af of er stonden twee vrouwen op de weg voor ons te vechten, de een de ander te lijf gaand met een grote teil. Een man kwam tussenbeide en we konden verder. Er is al lange tijd veel onrust, demonstraties en geweld in Petit Goave, maar gelukkig kwamen we daar zonder problemen voorbij. Miragoane is een andere plaats waar de weg vaak geblokkeerd wordt; het is de enige route naar het Zuiden en Grand Anse. Ook nu stonden er twee lange trucks dwars op de weg, de doorgang blokkerend. Auto's konden er toch nog net langs, dus we volgden een auto voor ons. Iemand met een kwaad gezicht schreeuwde naar ons, greep een steen en gooide die naar de auto. Hij raapte er meer op, maar een ander hield hem tegen en wuifde ons door. Hoewel we hoopten op een rustig vervolg van onze reis, werden we bij Camp Perin weer gestopt. Iemand in burger vroeg om de autopapieren en het rijbewijs. Om hem heen stond een speciale politie-eenheid, wel geüniformeerd, gemaskerd, zwaar bewapend en met grote geweren in de aanslag. We konden algauw verder, maar bij de rivier Glas stonden we weer stil; een bulldozer blokkeerde de brug. Tot onze opluchting zagen we dat er aan de weg gewerkt werd, niks ernstigs dus. Een kwartier later konden we verder. Onder een dreigende, donkergrijze lucht en met lichte regen bereikten we uiteindelijk Pestel. We werden al verwacht bij het hotel. Na vele uren in de auto liepen we naar het dorpsplein aan zee. Twee vrienden begeleidden ons. Er was echter 'rara' op het plein, dans, dus we hebben ons eten maar meegenomen naar het hotel om het daar op te eten. Het was al laat, de vis was vrijwel op, dus we kregen kreeft. Eerst keer dat ik kreeft op heb, maar het smaakte goed. We zaten een poosje met z'n vijven te praten, ik ging even mee de familie van de vrienden groeten en terug in het hotel ging ik naar m'n kamer. Ik begon me langzaam niet zo prettig te voelen en algauw kwam de kreeft er van onder en boven uit. Uiteindelijk Jeroen en Fardau maar gewekt, we zijn het tenslotte van elkaar gewend dat we ziek worden... Acuut en extreem als het kwam, was het de volgende dag gelukkig ook alweer over. Voor mij maar liever geen kreeft meer.

De beide vrienden kwamen ons 's ochtends ophalen. Het was marktdag, dus het plein aan het water was een drukte van mensen, dieren en koopwaar. Van de kust van Pestel liggen de Cayemites eilanden: Groot Cayemite en Klein Cayemite. Met z'n vijven stapten we in een motorboot voor een prachtige rondrit. Wat een natuurschoon deze weken, in alle hoeken van het land. Bij het instappen kwam Fardau's teen klem tussen wal en schip, dus dat zette een domper op de overigens schitterende boottocht. De zee was kalm, kleine boomstammen kano's roeiden op het water, vissers waren actief met hun zeilboten. De groene kust van Pestel, Corail, Jeremie strekte zich achter ons uit op het vasteland, de boot zette koers richting de Cayemites eilanden. We voeren tussen beide eilanden door naar de achterkant van Klein Cayemite, waar een prachtig zandstrand opdook achter de koraalrif rotsen. We stapten uit in het heldere water, maar werden gelijk aangevallen door hordes kleine mugjes. Een paradijselijk ogende omgeving. We stapten echter algauw weer in en voeren helemaal om Klein Cayemite heen, waar vissen zich schuilhouden in de mangroves. We kwamen terug op het water tussen beide eilanden en legden aan in Pointe Sable, Groot Cayemite, waar we in het dorp even aan wal gingen. Vervolgens voeren we iets verder om Groot Cayemite heen en gooiden het anker neer bij een prachtig, klein zandstrand met palmbomen, geweldig uitzicht op de eilanden en heerlijk warm en helder, kalm water boven een zandbodem. Een mooie omgeving om vervroegd Sinterklaas te vieren en onze Haïtiaanse vrienden over een Nederlandse traditie te vertellen, inclusief Sinterklaasliedjes, (gesmolten) chocoladeletters, pepernoten en Creoolse gedichten... De mooie zee lokte, het water en de omgeving heerlijk en ontspannend. Wat een voorrecht om te mogen genieten van deze prachtige schepping.

We voeren terug naar Pestel, de lucht boven vasteland werd grijs. Tegen de tijd dat we zaten te eten regende het. Over een nat wegdek reden we naar Jeremie, waar we in het katholiek centrum overnachtten, na natuurlijk de plaatselijke specialiteit 'konparèt' gehaald te hebben, een zoete koek, combinatie van banketstaaf en taaitaai volgens Jeroen en Fardau.

De volgende dag werd ik wakker met een vijftigtal muggenbulten op elke arm en been, hoewel ik niks gehoord heb. We reden een ronde door Jeremie, de hoofdstad van Grand Anse; de hoofdstraat met z'n galerijen en handel aan beide kanten, het stadsplein bij de katholieke kerk. De entree naar de haven was dicht. We reden een eindje richting Bonbon en stopten bij Anse d'Azur, alweer een heel mooi strand, geen mens te bekennen. Er werden voetstappen in het zand gezet en daarna zijn we weer vertrokken uit Jeremie, om via Les Cayes terug te rijden naar Port-au-Prince, zonder wederwaardigheden dit keer gelukkig, hoewel in de stad wel weer iemand wat tegen de auto smeet. We leverden een 'konparèt' af bij het gezin van een herder, predikant, kantoorgenoot en vriend. Hoewel we maar even zouden blijven, werd het een spontaan samenzijn met aangename gesprekken en zelfs samenzang rondom een gitaar die Jeroen in handen gedrukt kreeg. Vervolgens liepen we naar de kerk, waar een van onze vrienden plaats nam achter het drumstel en Jeroen en Fardau stonden te zingen. Een andere man kwam naast ze staan en zong spontaan mee. Als je open in het leven staat, kun je in bijzondere situaties belanden... Tot het moment van vertrek bleef het verblijf van Jeroen en Fardau hier een belevenis; op twee motoren naar het vliegveld, de een met de bagage, de andere met de passagiers. Motoren mogen echter niet bij het vliegveld komen, dus een van beide chauffeurs heeft een bekeuring gekregen... Jeroen en Fardau, het was een gezellig voorrecht om jullie weer eens te gast te mogen hebben!

  • 29 Oktober 2014 - 19:52

    Jefa:

    Hey Tijger!!!

    Hoest met jou? Lekker je verhaal gelezen.
    Het was gezellig!
    Komen vast nog wel eens bij je 'buurten'.....

    Liefs en een sandwichknuffel!

Reageer op dit reisverslag

Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley

Margot

Micha 6:8 Hij heeft u bekendgemaakt, o mens, wat goed is en wat de HEERE van u vraagt: niet anders dan recht te doen en getrouwheid lief te hebben, en ootmoedig te wandelen met uw God.

Actief sinds 20 Maart 2008
Verslag gelezen: 778
Totaal aantal bezoekers 589406

Voorgaande reizen:

12 April 2008 - 30 November -0001

Mijn eerste reis

Landen bezocht: